Regeling vervallen per 26-02-2002

Verordening geldelijke steun aan ondernemers die ten gevolge van werkzaamheden aan wegen financieel nadeel ondervinden 1995

Geldend van 25-05-1996 t/m 25-02-2002

Intitulé

Verordening geldelijke steun aan ondernemers die ten gevolge van werkzaamheden aan wegen financieel nadeel ondervinden 1995

Burgemeester en wethouders van Eindhoven maken bekend, dat de raad van deze gemeente in zijn vergadering van 15 april 1996 heeft besloten dat de Verordening regelende het toekennen van tegemoetkoming aan ondernemers die ten gevolge van werkzaamheden aan wegen financieel nadeel ondervinden, zoals vastgesteld op 14 december 1984, niet meer van toepassing is.

Deze verordening luidt thans als volgt:

Hoofdstuk I.

Algemene bepalingen.

Artikel 1.

De gemeenteraad bepaalt telkens of bij het uitvoeren van werkzaamheden aan een weg deze verordening van toepassing is.

Artikel 2.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ondernemer :een natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtmatig een bedrijf uitoefent in een bedrijfspand en de natuurlijke persoon, die zelfstandig een beroep uitoefent in een bedrijfspand;

  • b.

    weg :de weg, die op grond van artikel 1 door de gemeenteraad is aangewezen.

Artikel 3.

  • 1.

    Aan een ondernemer wordt een tegemoetkoming verleend indien hij financieel nadeel ondervindt ten gevolge van de werkzaamheden aan de weg waaraan zijn bedrijfspand gelegen is:

    • a.

      tijdens de uitvoering van de werkzaamheden;

    • b.

      in de eerste twee jaar na de voltooiing van de werkzaamheden.

  • 2.

    Een ondernemer wiens bedrijfspand gelegen is in de onmiddellijke nabijheid van de weg kan met een ondernemer als bedoeld in het eerste lid worden gelijkgesteld, indien hij eveneens financieel nadeel ondervindt.

Artikel 4.

Tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3 wordt verleend:

  • a.

    indien aangetoond wordt dat het bedrijf levensvatbaar is;

  • b.

    indien het bedrijf voor het besluit van de gemeenteraad tot het uitvoeren van werkzaamheden reeds in hetzelfde bedrijfspand gevestigd was of het beroep voor dat besluit reeds in hetzelfde pand werd uitgeoefend;

  • c.

    indien bij de onderneming waarvan het bedrijf deel uitmaakt niet meer dan 50 personen werkzaam zijn.

Artikel 5.

Tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3 wordt niet verleend voorzover de ondernemer:

  • a.

    aanspraken terzake geldend kan maken dan wel heeft gemaakt op grond van een andere regeling, anders dan op basis van de Algemene bijstandswet;

  • b.

    lijdelijk de gevolgen van de werkzaamheden heeft afgewacht, terwijl de nadelige gevolgen door het treffen van maatregelen beperkt hadden kunnen worden.

Hoofdstuk 2

Nadeel tijdens uitvoering.

Artikel 6.

Van financieel nadeel tijdens de uitvoering van de werkzaamheden aan een weg issprake indien de ondernemer heeft aangetoond, dat de omzet gedurende die uitvoering 80% of minder bedraagt in vergelijking tot de gemiddelde omzet, behaald in dezelfde periode in de drie kalenderjaren daarvan voorafgaande of, in geval van een kortere vestigingsduur, de omzet behaald in een vergelijkbare periode.

Artikel 7.

De ondernemer dient aannemelijk te maken dat de omzetdaling een rechtstreeks gevolg isvan de uitvoeringswerkzaamheden aan de weg.

Artikel 8.

  • 1.

    Een tegemoetkoming in het financieel nadeel wordt slechts toegekend indien het voortbestaan van het bedrijf in gevaar komt.

  • 2.

    De berekeningsgrondslag voor het vaststellen van de tegemoetkoming vormen de behaalde bruto-winst op jaarbasis en de bedrijfslasten minus het boven het wettelijk minimumloon gewaardeerde of toegerekende ondernemersloon en minus de personeelslasten voor het personeel, dat minder dan 15 uur per week in het bedrijf werkzaam is.

Hoofdstuk 3

Nadeel na voltooiing van de uitvoering.

Artikel 9.

  • 1.

    Van financieel nadeel in de eerste twee jaar na voltooiing van de uitvoering van de werkzaamheden is sprake indien de ondernemer aantoont, dat de omzet op jaarbasis in die periode met 20% of meer is gedaald ten opzichte van de gemiddelde omzet, behaald in de drie aan de uitvoering voorafgaande kalenderjaren of, in geval van een kortere vestigingsduur, de omzet in de voorafgaande periode.

  • 2.

    De ondernemer dient aannemelijk te maken dat de omzetdaling een rechtstreeks gevolg isvan de uitgevoerde werkzaamheden aan de weg.

Artikel 10.

Een tegemoetkoming inhet financieel nadeel wordt slechts toegekend indien en voorzover het voortbestaan van het bedrijf of van de uitoefening van het beroep in gevaar komt.

Hoofdstuk 4

Procedure.

Artikel 11.

Een aanvraag om tegemoetkoming dient uiterlijk twaalf weken na afloop van het kalenderjaar, waarin naar de mening van de ondernemer financieel nadeel is geleden schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

Artikel 12.

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht dient een aanvraag om tegemoetkoming vergezeld te gaan van een door de Stichting Regionaal Dienstverleningscentrum Kleinbedrijf uitgebracht advies over de levensvatbaarheid als bedoeld in artikel 4, sub a.

Artikel 13.

De ondernemer die een verzoek om tegemoetkoming indient, dient alle bescheiden en inlichtingen die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het verzoek, aan hen beschikbaar te stellen.

Artikel 14.

Aan een ondernemer die, naar redelijkerwijs te verwachten valt, in aanmerking komt voor een tegemoetkoming kan desgevraagd een voorschot op de tegemoetkoming worden toegekend.

Slotbepalingen.

Artikel 15.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening geldelijke steun aan ondernemers die ten gevolge van werkzaamheden aan wegen financieel nadeel ondervinden 1995"

Artikel 16.

Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag waarop zij isbekendgemaak in het Gemeenteblad, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening regelende het toekennen van tegemoetkoming aan ondernemers, die ten gevolge van werkzaamheden aan wegen financieel nadeel ondervinden, zoals vastgesteld op 14 december 1984, met dien verstande dat aanvragen welke zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening worden behandeld overeenkomstig de op het tijdstip van de aanvraag geldende regelgeving, tenzij deze verordening gunstiger is.

Ondertekening

Hiervan is afkondiging geschied.
Eindhoven, 23 mei 1996.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
Welsehen, burgemeester.
Tetteroo, secretaris.
Uitgegeven, 24 mei 1996.
Mij bekend,
de gemeentesecretaris van Eindhoven,
C.Tetteroo.