Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregels Leerlingenvervoer 2014

Geldend van 01-12-2018 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleidsregels Leerlingenvervoer 2014

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

Gelet op het bepaalde in artikel 1:3, vierde lid en het bepaalde in artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

besluit:

vast te stellen de volgende

Beleidsregels Leerlingenvervoer 2014

Artikel 1 Vervoersbeschikking voor meerdere schooljaren

Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders en de in de gemeente verblijvende leerlingen een vervoersvoorziening toe (artikel 4) en hanteert daarbij het volgende beleid.

Het college hanteert ten aanzien van de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening het volgende beleid :

Die leerlingen die in aanmerking komen voor een vergoeding en waarvan verwacht wordt dat zij gedurende de gehele schoolperiode op de betreffende school ingeschreven zullen blijven en waarvan de omstandigheden gelijk blijven kunnen een vervoersvoorziening krijgen voor meerdere schooljaren.

Artikel 2 Ontzeggen van de toegang tot het leerlingenvervoer

Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders/leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe (artikel 2 lid1; 22).

Het college hanteert het volgende beleid:

Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk, voor de rest of een deel van het schooljaar definitief de toegang tot dit vervoer ontzeggen, indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door verwijtbaar gedrag de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt.

Daarbij hanteert het college de volgende procedure:

  • 1. Na melding van de klacht bij het college wordt een onderzoek gestart vanuit de ambtelijke organisatie.

    Er wordt gesproken met het vervoersbedrijf, de chauffeur, de ouders en de school.

    Als hierna is gebleken dat er sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt een eerste waarschuwingsbrief door het vervoersbedrijf aan de ouders.

    Het college ontvangt hiervan een kopie.

  • 2. Bij een volgende klacht wordt stap 1 herhaald en volgt een 2e waarschuwingsbrief door het vervoersbedrijf aan de ouders. Het college ontvangt hiervan een kopie. Het college stuurt hierna eveneens een waarschuwingsbrief aan de ouders. Eventueel organiseert het college een gesprek met de ouders.

  • 3. Bij een volgende gegronde klacht binnen hetzelfde schooljaar is het college gerechtigd de leerling tijdelijk, tot het einde van het schooljaar of definitief uit het vervoer te verwijderen. De ouders worden hierover gemotiveerd schriftelijk in kennis gesteld en kunnen tegen dit besluit bezwaar maken.

Artikel 3 Regeling van stagevervoer en vervoer naar buitenschoolse opvang

Bij v ervoer (artikel 1) dat plaats vindt voor stagevoervoer en de bekostiging van vervoerskosten (artikel 3 eerste lid) hanteert het college het volgende beleid:

1. Stagevervoer wordt in principe toegewezen.

  • 2. Los van zijn algemene bevoegdheid om af te wijken van deze beleidsregels als het concrete geval daartoe aanleiding geeft, behoudt het college zich het recht voor het vervoer niet toe te staan, indien het vervoer naar het stageadres leidt tot individueel vervoer of om andere redenen leidt tot hogere kosten dan de toegekende vergoeding van het vervoer naar de school die de leerling bezoekt.

Het college hanteert het volgende beleid bij buitenschoolse opvang en kent deze opvang toe als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van aangepast vervoer van woning naar de school.

  • 2. Er dient sprake te zijn van een vast patroon.

  • 3. De vervoersaanvraag dient situaties of voorzieningen binnen de gemeente te betreffen.

  • 4. De vervoersaanvraag mag slechts één tweede thuisadres tegelijkertijd betreffen.

Artikel 4 Terugvordering van ten onrechte genoten bekostiging)

Voor t en onrechte genoten bekostiging (artikel 6, derde lid) hanteert het college het volgende beleid:

Uitgangspunt is, dat alle wijzigingen met betrekking tot de afgegeven beschikking direct moeten worden doorgegeven aan het college en dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer altijd van de ouders worden teruggevorderd. Het college ziet af van terugvordering indien:

- er sprake is van dringende redenen (bij bijzondere individuele omstandigheden)

- het terug te vorderen bedrag minder dan € 50,00 per schooljaar bedraagt.

Artikel 5 Beperking taxivervoer voor leerlingen van scholen op grond van denominatie

‘aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;’artikel 1 .

Het college verstrekt aan de ouders van de leerling (artikel 10, 11, 12, 13) bekostiging van het vervoer en hanteert hierbij het volgende beleid:

Voor de leerling van een reguliere basisschool, waarvoor de ouders uitsluitend kiezen vanwege de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school, wordt een vervoersvoorziening toegewezen op basis van kosten openbaar vervoer (met begeleiding tot het schooljaar waarin het kind 10 jaar wordt), fietsvergoeding (met begeleiding tot het schooljaar waarin het kind 10 jaar wordt) of eigen vervoer (per auto), als de school verder dan 6 kilometer is weggelegen van de woning.

Artikel 6 Verlangde vervoersadviezen bij de beoordeling van vervoersadviezen voor primair onderwijs en voor voortgezet onderwijs ( artikel 9 lid 4 en artikel 16 lid 2).

Het college hanteert bij de vervoersadviezen het volgende beleid:

De in artikel 9 en 16 bedoelde vervoersadviezen mogen op het moment van indienen maar maximaal 6 maanden oud zijn.

Artikel 7 Declareren van kosten van het leerlingenvervoer zoals kosten fietsvergoeding (al dan niet met begeleiding), kosten openbaar vervoer (al dan niet met begeleiding) en kosten eigen vervoer (artikelen 1,10, 11, 12, 13, 17, 18,19),

Het college hanteert het volgende beleid:

De aanvrager komt uitsluitend voor een vergoeding voor het leerlingenvervoer in aanmerking als:

- De aanvraag voor leerlingenvervoer is goedgekeurd door de gemeente Eindhoven.

- Uitbetaling aan de aanvrager van de vergoeding zal uitsluitend plaatsvinden bij inlevering van het originele vervoersbewijs na afloop van de abonnementsperiode of na inlevering van de betaalbewijzen. Het betreft kosten openbaar Vervoer (na einddatum), of de kosten zoals deze toegekend zijn via de beschikking (eigen vervoer, fietsvergoeding).

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 december 2018.

Eindhoven,

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

,secretaris