Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties/ buurtsportcoaches gemeente Eindhoven

Geldend van 01-12-2020 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties/ buurtsportcoaches gemeente Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het,

Gelet op de ASV Eindhoven;

In zijn vergadering van 24-11-2020 heeft besloten tot het vaststellen van de:

Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties/ buurtsportcoaches gemeente Eindhoven

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. De definities uit artikel 1 van de ASV Eindhoven zijn op deze subsidieregeling van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      buurtsportcoach: functionaris met als specifieke opdracht het organiseren van sport- en beweegaanbod in de buurt en het maken van een verbinding tussen sport en beweegaanbieders en andere sectoren, namelijk zorg, welzijn, jeugdzorg, kinderopvang en onderwijs;

    • b.

      cultuurcoach: functionaris met als specifieke opdracht het organiseren van activiteiten en het bevorderen van de kwaliteit van cultuureducatie en het leggen van verbindingen tussen cultuur en andere sectoren, namelijk zorg, welzijn, jeugdzorg, sport en onderwijs;

    • c.

      inwoners met achterstand: inwoners met een lage sociaal economische status: een lage plaats op de maatschappelijke ladder vanuit sociaal en economische status gezichtspunt, deze is bepaald aan de hand van o.a. opleidingsniveau, beroep of inkomen;

    • d.

      klokuren: het aantal uren beweegonderwijs waarop een school recht heeft op grond van de grootte van de school, dat wordt bepaald door het aantal groepen van 6 tot en met 12 jarigen te vermenigvuldigen met 1,5;

    • e.

      positieve gezondheid: de uitwerking in 6 dimensies (lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen, dagelijks functioneren) van de bredere kijk op gezondheid. Met die bredere benadering draag je bij aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan en om zo veel mogelijk eigen regie te voeren;

    • f.

      senior: iemand van 65 jaar of ouder;

    • g.

      speciaal basisonderwijs: onderwijs met dezelfde kerndoelen als gewoon basisonderwijs, waarbij leerlingen meer tijd krijgen om deze te halen. De groepen zijn kleiner en er zijn meer deskundigen om te helpen met leren;

    • h.

      spil-centrum: centrum waarin basisonderwijs, kinderopvang (inclusief peuteropvang), wijkteams en jeugdgezondheidszorg samen vormgeven aan de doorgaande ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 – 13 jaar. Daarbij staan de begrippen Spelen, Integreren en Leren centraal;

    • i.

      vakleerkracht beweegonderwijs: professional die beweegonderwijs aan leerlingen op spil-centrum geeft.

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van deze regeling is door de inzet van vakleerkrachten beweegonderwijs, buursportcoach of cultuurcoach de cultuurdeelname en/of sportdeelname te verhogen en daarmee de positieve gezondheid van de inwoners van Eindhoven te bevorderen en inwoners door te laten stromen naar sport-, beweeg- of cultuuraanbieders.

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

  • 1. Het college verstrekt voor het doel, bedoeld in artikel 2, een jaarlijkse subsidie.

  • 2. Voor subsidie komen in aanmerking:

  • a. beweegactiviteiten door vakleerkracht beweegonderwijs in een spil-centrum of in het speciaal basisonderwijs die gericht zijn op:

  • i. het bevorderen van de gezondheid van leerlingen en het organiseren van extra beweegmomenten op en rond spilcentra of speciaal basisonderwijs en deze duurzaam te borgen, of

  • ii. het begeleiden van individuele leerlingen bij het vinden van een geschikte sport en hulp bieden bij het wegnemen van drempels.

  • b. activiteiten georganiseerd door een buurtsportcoach of cultuurcoach gericht op het in beweging krijgen van mensen in de wijk die belemmeringen daarbij ondervinden of achterstand hebben op dit vlak, zoals thuiswonende senioren of niet westerse immigranten, door laagdrempelig beweeg- en cultuuraanbod in de wijk te creëren.

Artikel 4 Subsidieaanvragers

Voor subsidie komen in aanmerking schoolbesturen of rechtspersonen actief op het gebied van sport of cultuur en gevestigd in Eindhoven.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, is vereist dat de aanvrager:

  • a. een vakleerkracht beweegonderwijs in dienst heeft of neemt, zelf of via een (uitzend)organisatie;

  • b. 2 x 45 minuten per week beweegonderwijs aanbiedt;

  • c. subsidie aanvraagt voor extra activiteiten, die bijdragen aan meer bewegen en dus het verbeteren van de motorische vaardigheden van leerlingen, met aandacht voor diegene die op dit gebied achter blijven;

  • d. samenwerkt met verschillende sport- en beweegaanbieders uit de, voor zover mogelijk directe, omgeving, om de doorstroming van leerlingen naar sport- en beweegaanbieders te stimuleren en de motorische vaardigheden te verbeteren;

  • e. ouders van kinderen in armoede helpt de financiële drempels weg te nemen, door toeleiding naar passende fondsen; en

  • f. aandacht heeft voor gezondheidsbeleid en borgt daarmee de gezondheid van kinderen voor de toekomst.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor subsidie, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, is vereist dat de aanvrager:

  • a. een buurtsportcoach of cultuurcoach in dienst heeft (of neemt), voor het uitvoeren van de activiteiten;

  • b. subsidie aanvraagt voor extra activiteiten, die bijdragen aan een toename van deelname aan cultuur- of beweegactiviteiten van inwoners die daarbij belemmeringen ervaren en dus achterstand hebben;

  • c. subsidie aanvraagt om inwoners uit Eindhoven te activeren en door te laten stromen naar cultuur en of beweegaanbieders, voor zover mogelijk, in de eigen wijk, met als doel de positieve gezondheid van de inwoners duurzaam te bevorderen;

  • d. aantoonbaar ervaring heeft met het bereiken van inwoners die belemmeringen ervaren en daardoor achterblijven bij beweeg-, sport- of cultuurparticipatie. De aanvrager heeft een bestaand netwerk en ervaring met het bereiken van deze inwoners;

  • e. aantoonbaar samen werkt met onderwijs, welzijn, zorg of bedrijfsleven; en

  • f. ouders van kinderen in armoede helpt de financiële drempels weg te nemen, door toeleiding naar passende fondsen.

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld door het college, binnen de door de raad vastgestelde begroting, voor aanvang van het tijdvak waar de activiteiten betrekking op hebben. Per activiteit als bedoeld in artikel 3 tweede lid wordt een deelplafond vastgesteld.

  • 2. Indien het aangevraagde bedrag van alle tijdig ingediende aanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, groter is dan het vastgestelde subsidieplafond, dan wordt de subsidie naar evenredigheid van het aantal klokuren van de aanvragers lager vastgesteld.

  • 3. Het college verdeelt het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, op volgorde van rangschikking van de aanvragen.

  • 4. Het college kent bij een aanvraag een hoger aantal punten toe, naarmate:

  • a. meer inwoners met achterstand bereikt worden;

  • b. de achterstand van inwoners in sport- of cultuurparticipatie groter is;

  • c. meer inwoners doorstromen naar reguliere sport- en cultuuraanbieders;

  • d. er samenwerking is met meerdere sectoren; onderwijs, welzijn, zorg, fondsen of bedrijfsleven;

  • e. de aanvrager meer ervaring heeft met het bereiken van de inwoners met achterstand.

  • 5. Het aantal punten bedraagt bij de onderdelen a en b van het vierde lid ten minste één en ten hoogste dertig punten, en bij onderdeel c en d van het vierde lid ten minste één en ten hoogste vijftien punten, en bij onderdeel e van het vierde lid ten minste één en ten hoogste tien punten.

  • 6. Het college rangschikt de aanvragen die voldoen aan de subsidievereisten hoger naarmate in totaal meer punten aan de aanvraag zijn toegekend.

  • 7. In het geval dat het plafond van een deelplafond na beoordeling van de aanvragen niet bereikt is, kan het college besluiten alsnog het restant plafond te publiceren voor nieuwe aanvragen of deze toe te voegen aan een ander deelplafond.

Artikel 7 Subsidie aanvraag

In aanvulling op artikel 4:2 van het Algemeen wet bestuursrecht en artikel 5 van de ASV Eindhoven wordt door een subsidieaanvrager overlegd:

  • a. voor activiteiten als bedoel in artikel 3, tweede lid, onder a, een plan van aanpak, waarin is opgenomen:

  • i. hoeveel uren (in fte) een vakleerkracht beweegonderwijs op school wordt ingezet voor het geven van beweegonderwijs en aan welke groepen beweegonderwijs gegeven wordt;

  • b. voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, een plan van aanpak, waarin:

  • i. is opgenomen op welke manier aan cultuur- en/ of beweegparticipatie gewerkt gaat worden en wat de te verwachte resultaten zullen zijn;

  • ii. is opgenomen op welke inwoners met achterstanden het gericht is;

  • iii. aandacht is voor een duurzame verankering van de sport-, beweeg- en cultuurparticipatie.

Artikel 8 Indieningstermijn aanvraag

In afwijking van artikel 7 van de ASV Eindhoven wordt een aanvraag ingediend voor 1 januari voor 18.00 uur.

Artikel 9 Beslistermijn subsidieaanvraag

  • 1. In afwijking van artikel 8 van de ASV Eindhoven beslist het college op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk op 1 maart van het subsidiejaar.

  • 2. De termijn bedoeld in het eerste lid kan door het college in bijzondere omstandigheden, met 6 weken worden verlengd.

Artikel 10 Subsidiebedrag

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal €20.000,- per kalenderjaar per formatieplaats.

  • 2. Bij een subsidieaanvraag voor een gedeeltelijke formatieplaats bedraagt de subsidie naar rato van de aangevraagde formatieplaats.

  • 3. Een subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten.

Artikel 11 Subsidieverplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger verleent medewerking aan een evaluatie van de effecten van de door hem uitgevoerde activiteiten, bedoeld in artikel 3, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem verlangd kan worden;

  • 2. De subsidieontvanger werkt mee aan onderzoek om zicht te krijgen in de sport- en beweegparticipatie en de motorische vaardigheden van de leerlingen, zodat dit inzicht geeft in de resultaten.

Artikel 12 Inwerkingtreding (en duur regeling)

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze subsidieregeling vervalt met ingang van 31 december 2022, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn verleend.

Ondertekening

Eindhoven, 24 november 2020

Het college van burgermeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

,secretaris