Regeling vervallen per 01-05-2020

Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 26 maart 2020

Geldend van 07-04-2020 t/m 30-04-2020

Intitulé

Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 26 maart 2020

De waarnemend voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland,

Overwegende,

- Dat in Nederland, maar ook wereldwijd, er een uitbraak is van het Coronavirus (COVID-19);

- Dat om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan er maatregelen worden genomen;

- Dat de minister voor Medische Zorg en Sport mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, de waarnemend voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland op basis van artikel 7 van de Wet Publieke Gezondheid en met in achtneming van artikel 39, eerste lid, van de Wet Veiligheidsregio's op 13 maart 2020, 15 maart 2020, 17 maart 2020, 20 maart 2020, 23 maart 2020 en 24 maart 2020 opdracht heeft gegeven om de bevoegdheden op het terrein van openbare orde en veiligheid in te zetten om de verdere verspreiding van COVID-19 tegen te gaan en onder andere opdracht heeft gegeven om alle evenementen in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland in de periode van 13 maart tot en met 1 juni 2020 afte gelasten, waarbij dit ook geldt voor publieke locaties, zoals musea, concertzalen, theaters, sportclubs en sportwedstrijden;

- Dat in verband met deze ministeriële opdracht door de waarnemend voorzitter van de

Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland op 13 maart 2020, 15 maart 2020, 17 maart 2020, 20 maart 2020, 23 maart en 24 maart 2020 is bepaald dat hij ten behoeve van de crisisbeheersing ingevolge artikel 39 Wet Veiligheidsregio's (Wvr) alle in dat artikel genoemde bevoegdheden uitoefent;

- Dat de waarnemend voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland in geval van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, ten behoeve van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de betrokken gemeenten bij uitsluiting bevoegd is toepassing te geven aan de artikelen 172 tot en met 177 van de Gemeentewet met uitzondering van artikel 176, derde tot en met zes lid Gemeentewet;

- Dat overeenkomstig deze bevoegdheid de waarnemend voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland heeft besloten om ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid alle openbare samenkomsten en vermakelijkheden zoals bedoeld in artikel 174 Gemeentewet, zoals onder andere evenementen/ bijeenkomsten/ activiteiten/ wedstrijden/ musea/ theaters en dergelijke af te gelasten;

- Dat de reguliere beschikbare middelen om de hierboven genoemde bescherming van veiligheid en gezondheid te waarborgen, thans onvoldoende soelaas bieden en dat het noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde en waarborging van veiligheid en gezondheid, onder deze buitengewone omstandigheden en gelet op de aanvullende maatregelen van 13 maart 2020, 15 maart 2020, 17 maart 2020, 20 maart 2020, 23 maart 2020 en 24 maart 2020 algemeen verbindende voorschriften te stelten;

- Dat het onder deze omstandigheden noodzakelijk is om, in voorkomende gevallen, bestaande grondrechten te beperken aanvullend op het gestelde in artikel 176, eerste lid, Gemeentewet ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar om de veiligheid en gezondheid te kunnen beschermen;

- Dat deze verboden gelden voor het gehele grondgebied van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;

Gelet op: het bepaalde in artikel 39 Wet Veiligheidsregio's juncto artikel 1741 tweede lid, Gemeentewet juncto artikel 176 van de Gemeentewet;

Noodverordening van de waarnemend voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland houdende voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVlD-19 (Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 26 maart 2020)

De waarnemend voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Geldertand, gelet op artikel 176 van de Gemeentewet en artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's,

Gelet op: de aanwijzingen van de minister voor Medische Zorg en Sport, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, van 13 maart 2020, nr. 1662578-203166-PG, van 15 maart, nr. 1663097203238-PG en van 17 maart, nr. 1663666-203280-PG, de aanwijzing van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 maart 2020, nr. 1665126-203432-PG, de aanwijzing van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, van 23 maart 2020, nr. 1665182-203445-PG, en de aanwijzing van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, van 24 maart 2020, nr. 1666478-203555-PG;

Besluit de volgende regeling vast te stellen:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeenten die behoren tot de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland te weten Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen.

Artikel 1.2. Begrippen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • contactberoepen: beroepen waarbij het niet mogelijk is ten minste meter afstand te houden tot de klant of patiënt;

  • eet- en drinkgelegenheden: inrichtingen waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd, met uitzondering van inrichtingen in bedrijven die niet voor het publiek toegankelijk zijn (bedrijfskantines en bedrijfscatering) en inrichtingen in hotels ten behoeve van de hotelgasten;

  • evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onderdeel h, van de Gemeentewet en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; hieronder vallen mede, maar niet uitsluitend, herdenkingsplechtigheden, braderieën, optochten niet zijnde manifestaties in de zin van de Wet openbare manifestaties, feesten, muziekvoorstellingen, wedstrijden, straatfeesten, barbecues en vechtsportwedstrijden;

  • gezamenlijke huishouding: de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en ouders, grootouders en kinderen, voor zover zij op één adres woonachtig zijn;

  • kinderopvang: kinderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang;

  • onderwijsinstelling: school, instelling of exameninstelling in de zin van een onderwijswet als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1, van de Wet op het onderwijstoezicht, daaronder begrepen een niet bekostigde instelling;

  • publieke ruimte: openbare ruimte en voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven;

  • samenkomsten: openbare samenkomsten en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, samenkomsten in voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, alsmede in vaartuigen, en samenkomsten buiten de publieke ruimte;

  • sauna's: sauna's en andere vormen van wellness zoals Turkse stoombaden, hammams, beauty farms, thermale baden, badhuizen en spa's;

  • seksinrichtingen: inrichtingen waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of bedrijfsmatig vertoningen van erotisch-pornografische aard worden aangeboden;

  • sport- en fitnessgelegenheden: sportaccommodaties en sportinrichtingen, waaronder zwembaden, sporthallen en sportvelden;

  • stervensfase: de periode waarin de behandelend arts verwacht dat de betrokken in de instelling of woonvorm in de ouderenzorg verblijvende persoon op betrekkelijk korte termijn, dat wil zeggen binnen één of twee weken, zal overlijden;

  • voorzitter: voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;

  • woonvorm in de ouderenzorg: een woonsituatie waarin minimaal drie bewoners verblijven vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking en zorg ontvangen als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg;

  • zorg: zorg of dienst waarvan de bewoners van een instelling of woonvorm in de ouderenzorg gebruik maken die met het oog op de gezondheid van de bewoners redelijkerwijs niet kan worden uitgesteld;

  • zorginstelling: instelling die zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet langdurige zorg verleent aan personen die daarop recht hebben vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking.

Hoofdstuk 2. Maatregelen

Artikel 2.1. Verboden samenkomsten en evenementen

1. Het is verboden om samenkomsten te laten plaatsvinden, te (laten) organiseren ofte laten ontstaan, dan wel aan dergelijke samenkomsten deel te nemen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op de volgende samenkomsten, mits de aanwezigen te allen tijde ten minste 1,5 meter afstand houden tot de dichtstbijzijnde persoon:

  • a. wettelijk verplichte samenkomsten, zoals vergaderingen van gemeenteraden, mits daarbij niet meer dan honderd personen aanwezig zijn, alsook vergaderingen van de Staten-Generaal;

  • b. samenkomsten die nodig zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties, mits daarbij niet meer dan honderd personen aanwezig zijn;

  • c. uitvaarten en huwelijksvoltrekkingen, mits daarbij niet meer dan dertig personen aanwezig zijn;

  • d. samenkomsten waarbij het recht zijn godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden als bedoeld in artikel 6 van de Grondwet wordt uitgeoefend, mits daarbij niet meer dan dertig personen aanwezig zijn.

3. Evenementen zijn tot 1 juni 2020 verboden.

Artikel 2.2. Niet in acht nemen veilige afstand

1. Het is verboden zich in een groep van drie of meer personen op te houden zonder tot de dichtstbijzijnde persoon in die groep en andere personen een afstand te houden van ten minste 1,5 meter.

2. Dit verbod is niet van toepassing op:

  • a. personen die een gezamenlijke huishouding vormen;

  • b. kinderen tot en met 12 jaar die samenspelen onder toezicht van een of meer van hun ouders of voogden die daarbij onderling een afstand van 1,5, meter in acht nemen.

Artikel 2.3. Verboden openstelling inrichtingen

1. Het is verboden om één van de volgende inrichtingen geopend te houden:

  • a. eet- en drinkgelegenheden, tenzij uitsluitend sprake is van de verkoop, aflevering of verstrekking van eten of drinken voor gebruik anders dan ter plaatse (afhaalfunctie);

  • b. sport- en fitnessgelegenheden;

  • c. sauna's;

  • d. seksinrichtingen;

  • e. coffeeshops, tenzij uitsluitend sprake is van de verkoop, aflevering of verstrekking van softdrugs voor gebruik anders dan ter plaatse (afhaalfunctie);

  • f. inrichtingen waar speelautomaten als bedoeld in de Wet op de kansspelen kunnen worden bespeeld;

  • g. inrichtingen waar op de uiterlijke verzorging gerichte contactberoepen worden uitgeoefend.

2. Indien sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking voor gebruik anders dan ter plaatse als bedoeld in onderdeel a of e dient de duur van het verblijf zoveel mogelijk beperkt te worden.

Artikel 2.4. Verbod uitoefenen contactberoepen

1. Het is verboden om contactberoepen uit te oefenen.

2. Dit verbod geldt niet voor zorgverleners die hun beroep uitoefenen, mits voor deze uitoefening een individuele medische indicatie bestaat en daarbij door de zorgverlener alle in verband met COVID-19 benodigde hygiënevereisten in acht worden genomen.

Artikel 2.5. Verboden gebieden en locaties

1. Het is verboden zich te bevinden in door de voorzitter aangewezen gebieden en locaties.

2. Onder het eerste lid vallen in ieder geval de gemeenschappelijke toilet-, was- en douchevoorzieningen zowel op of bij recreatieparken, vakantieparken, kampeerterreinen en kleinschalige kampeerveldjes als bij parken, natuurgebieden, stranden en (jacht)havens.

3. Dit verbod geldt niet voor:

  • a.

    bewoners van woningen die zijn gelegen in het gebied of de locatie;

  • b.

    personen die in het gebied of de locatie noodzakelijke werkzaamheden verrichten.

4. Het verbod in het tweede lid geldt eveneens voor bewoners van woningen die zijn gelegen in het gebied of de locatie.

Artikel 2.6. Beëindiging voorziening openbaar vervoer

De voorzitter kan voorzieningen voor openbaar vervoer beëindigen of beperken, indien deze voorzieningen niet of niet in voldoende mate voldoen aan de eis van verwezenlijking van de beperkende maatregelen met betrekking tot het houden van meter afstand tussen alle in de voorziening aanwezige personen, of aan het op adequate wijze zichtbaar duidelijk maken daarvan.

Artikel 2.7. Verboden openstelling onderwijsinstellingen

Het is verboden om onderwijsactiviteiten te verrichten in onderwijsinstellingen, tenzij sprake is van:

  • a. de organisatie van onderwijs op afstand, waarbij studenten en leerlingen via een (digitaal) medium onderwijs krijgen in de thuissituatie;

  • b. de (nood)opvang van kinderen van ouders die werken in cruciale beroepen of voor vitale processen, zoals beschreven op https://www.riiksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgestelde-vragen-over-coronavirus-en-kinderopvang/crusiale-beroepen;

  • c. de organisatie van toetsing en examens, mits zorgvuldige maatregelen zijn getroffen om het risico van besmetting te beperken; of

  • d. kleinschalig georganiseerde begeleiding van leerlingen voor wie vanwege bijzondere problematiek of moeilijke thuissituatie maatwerk nodig is.

2. Onderwijsinstellingen zijn verplicht om mee te werken aan openstelling ten behoeve van (nood)opvang als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

Artikel 2.8. Verboden openstelling kinderopvang

1. Het is verboden om opvang te bieden in verblijven voor kinderopvang, tenzij sprake is van de (nood)opvang van kinderen van ouders die werken in cruciale beroepen of voor vitale processen zoals beschreven op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgesteldevragen-over-coronavirus-en-kinderopvang/cruciale-beroepen.

2. Het is verboden om opvang te bieden in verblijven voor kinderopvang of gastouderopvang (in de zin van de Wet Kinderopvang), tenzij sprake is van de noodopvang van kinderen van 0-4 jaar voor wie vanwege bijzondere problematiek of moeilijke thuissituatie maatwerk nodig is.

3. Organisaties voor kinderopvang zijn verplicht om mee te werken aan openstelling ten behoeve van (nood)opvang als bedoeld in het eerste lid.

4. Organisaties voor kinderopvang en gastouderopvang (in de zin van de Wet Kinderopvang) zijn verplicht om mee te werken aan openstelling ten behoeve van noodopvang als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 2.9. Verboden toegang zorginstellingen en woonvormen ouderenzorg

1. Het is verboden om personen die niet noodzakelijk zijn voor de zorg toe te laten tot een door de zorginstelling beheerde zorgaccommodatie of een woonvorm in de ouderenzorg, tenzij sprake is van:

  • a. bezoek aan een naaste in de stervensfase of vergelijkbare omstandigheden;

  • b. structurele vrijwilligers;

  • c. het gerechtelijk horen van een cliënt op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte personen.

2. Het is verboden om zonder toestemming van de zorginstelling aanwezig te zijn in een door die zorginstelling beheerde zorgaccommodatie of woonvorm in de ouderenzorg.

Hoofdstuk 3. Uitzonderingen

Artikel 3.1. Uitzonderingen

1. De verboden in deze verordening zijn niet van toepassing op:

  • a. de betrokken hulpdiensten en toezichthouders;

  • b. activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voortgang van vitale processen zoals beschreven op https://www.riiksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgestelde-vragen-over-coronavirus-en-kinderopvang/cruciale-beroepen;

  • c. door de voorzitter te bepalen (categorieën van) gevallen.

2. De voorzitter kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een vrijstelling of ontheffing op basis van het eerste lid, onderdeel c. Het is verboden om in strijd met dergelijke voorschriften en beperkingen te handelen.

Hoofdstuk 4. Toezicht en handhaving

Artikel 4.1. Opvolgen aanwijzingen

Alle aanwijzingen en bevelen ter uitvoering van deze verordening gegeven door politiefunctionarissen, gemeentelijke opsporingsambtenaren of ambtenaren als bedoeld in artikel 4.2, dienen stipt en onmiddellijk nagekomen te worden.

Artikel 4.2. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

  • a. ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;

  • b. de door de voorzitter aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering;

  • c. door de voorzitter aangewezen toezichthouders;

  • d. militairen van de Koninklijke marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1. Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze verordening wordt bekendgemaakt op www.vnog.nl en treedt onmiddellijk na de bekendmaking in werking.

Artikel 5.2. Intrekking vorige noodverordening

De Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2020 en het Wijzigingsbesluit op de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2020 worden ingetrokken.

Artikel 5.3. Overgangsrecht

Besluiten op basis van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2020 en het Wijzigingsbesluit op de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2020 worden geacht te berusten op deze noodverordening.

Artikel 5.4. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 26 maart 2020.

Ondertekening

Vastgesteld op 26 maart 2020 te Apeldoorn

De waarnemend voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland

A.J.M. Heerts