Verordening individuele studietoeslag gemeente Emmen 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening individuele studietoeslag gemeente Emmen 2015

De raad van de gemeente Emmen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014, nummer: 14/1019;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid onderdeel c en derde lid van de Participatiewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de “Verordening individuele studietoeslag gemeente Emmen 2015”.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen;

    • b.

      individuele studietoeslag: toeslag als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Doelgroep

Een belanghebbende die behoort tot de doelgroep voor ondersteuning bij arbeidsinschakeling kan een aanvraag indienen voor een individuele studietoeslag. Om hiervoor in aanmerking te komen moet de belanghebbende op de dag van aanvraag aan de volgende voorwaarden voldoen.

Belanghebbende:

  • a.

    is 18 jaar of ouder;

  • b.

    is een persoon van wie is vastgesteld dat hij wegens een arbeidshandicap niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, maar wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;

  • c.

    kan de studie vanwege de arbeidsbelemmering (nog) niet combineren met arbeidsparticipatie;

  • d.

    heeft recht op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of heeft recht op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • e.

    heeft geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet en;

  • f.

    ontvangt geen inkomsten anders dan studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000.

Artikel 3. Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet wordt schriftelijk ingediend.

Artikel 4. Eenmaal per periode individuele studietoeslag verlenen

Een persoon kan slechts eenmaal binnen een periode van zes maanden in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag.

Artikel 5. Hoogte individuele studietoeslag

  • 1.

    Een individuele studietoeslag bedraagt € 1.800,00.

  • 2.

    Het bedrag genoemd in het eerste lid wordt jaarlijks geïndexeerd conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau van de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 6. Betaling individuele studietoeslag

Een individuele studietoeslag wordt eenmalig als één bedrag uitbetaald.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening individuele studietoeslag gemeente Emmen 2015”.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2014.

de griffier,

de voorzitter,

H.D. Werkman

C. Bijl

Algemene toelichting Verordening individuele studietoeslag gemeente Emmen 2015

In de Participatiewet wordt een studieregeling geïntroduceerd, de individuele studietoeslag. Het betreft een nieuwe vorm van aanvullende inkomensondersteuning voor bepaalde groepen studerenden.

Mensen met een arbeidshandicap hebben volgens de regering een extra steuntje in de rug nodig als het gaat om studeren. Voor hen is de drempel om te lenen een stuk hoger, omdat de kans op een baan later lager is. Een studieregeling stimuleert mensen om toch de stap te zetten om naar school te gaan of een studie te gaan volgen. Ook biedt het een financiële compensatie voor het feit dat het voor deze groep vaak moeilijk is om de studie te combineren met een bijbaan (zie TK 2013-2014, 33 161, nr. 125, p. 2).

De individuele studietoeslag moet worden aangemerkt als een vorm van bijzondere bijstand (artikel 5, onderdeel d, van de Participatiewet). De individuele studietoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor mensen van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimum loon te verdienen.

Om te kunnen vaststellen of een persoon niet in staat is het minimum loon te verdienen, kan gebruik worden gemaakt van een externe (medisch) adviseur indien dit niet door het college zelf kan worden vastgesteld op basis van de verstrekte informatie bij de aanvraag.

Op de dag van de aanvraag moet deze persoon bovendien 18 jaar of ouder zijn, recht hebben op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of recht hebben op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet hebben.

De persoon hoeft niet daadwerkelijk Studiefinanciering of de tegemoetkoming WTOS te ontvangen. Hij hoeft alleen aan te tonen dat hij hier recht op heeft, bijvoorbeeld door een beschikking van DUO of een bewijs van inschrijving bij een bepaalde opleiding te overleggen.

Discretionaire bevoegdheid

Het verlenen van een individuele studietoeslag is een discretionaire bevoegdheid van het college. Dit betekent dat het college aan personen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 36b, eerste lid van de Participatiewet, een individuele studietoeslag kan toekennen, maar hiertoe niet is gehouden. Het college kan in beleidsregels aangeven wie, wanneer en op grond van welke nadere voorwaarden recht heeft op een individuele studietoeslag.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2. Doelgroep

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3. Indienen verzoek

Het college kan op een daartoe strekkend verzoek een individuele studietoeslag verlenen (artikel 36b, eerste lid van de Participatiewet). Op de dag van de aanvraag moet aan de voorwaarden worden voldaan zoals genoemd in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet. Een aanvraag dient in beginsel schriftelijk te worden ingediend (artikel 4:1 van de Algemene wet bestuursrecht). Om onduidelijkheid te voorkomen omtrent de wijze waarop het verzoek wordt ingediend, is in deze verordening opgenomen dat het verzoek schriftelijk moet worden gedaan.

Er zal door het college een aanvraagformulier beschikbaar worden gesteld waarop staat aangegeven welke informatie nodig is om het verzoek in behandeling te kunnen nemen.

Artikel 4. Eenmaal per periode individuele studietoeslag verlenen

Een persoon kan slechts eenmaal in een periode van zes maanden in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag. Voor de periode van zes maanden is gekozen omdat een persoon doorgaans halfjaarlijks kan starten met een opleiding. Studeert een persoon na die zes maanden nog steeds en voldoet hij nog steeds aan de voorwaarden, dan kan hij opnieuw in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag.

Er is niet gekozen voor een langere periode dan een half jaar, omdat een persoon alleen op het moment van de aanvraag moet voldoen aan de voorwaarden. Wanneer hij bijvoorbeeld na een maand besluit te stoppen met de studie heeft dat geen gevolgen voor het recht op een individuele studietoeslag. Hij blijft zes maanden recht houden op de toeslag. Wanneer voor een langere periode zou worden gekozen, bijvoorbeeld een jaar, zou de toeslag het hele jaar moeten worden betaald.

Artikel 5. Hoogte individuele studietoeslag

De hoogte van de studietoeslag is bepaald op € 1.800,00 per zes maanden. Voor dit bedrag is gekozen omdat een student gemiddeld ongeveer € 300,00 per maand bijverdiend.

Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek verdienen jongeren die een HBO studie volgen gemiddeld € 470,00 bruto per maand bij. Voor jongeren die WO-onderwijs volgen is dit gemiddeld € 380,00 bruto per maand. Er zijn geen cijfers van MBO-studenten bekend. De hoogte van de inkomsten is wel afhankelijk van de leeftijd van de student. Hoe ouder de student is hoe hoger de inkomsten zijn.

Is er sprake van gehuwden die allebei afzonderlijk voldoen aan de voorwaarden voor een individuele studietoeslag komen zij afzonderlijk in aanmerking voor een individuele studietoeslag.

In het tweede lid is een indexeringsbepaling opgenomen. Deze bepaling voorkomt dat de verordening telkens opnieuw moet worden vastgesteld, enkel voor indexatie van de bedragen.

Artikel 6. Betaling individuele studietoeslag

Een individuele studietoeslag wordt eenmalig in één bedrag uitbetaald. Dit is het bedrag zoals genoemd in artikel 3 van deze verordening. Na zes maanden kan een persoon opnieuw in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag. Dit volgt uit artikel 2 van deze verordening.

Er is gekozen voor een éénmalige uitbetaling omdat deze onbelast kan worden verstrekt.

Wanneer de toeslag in maandelijkse bijdragen zou worden betaald, is het een belaste verstrekking.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.