Regeling vervallen per 18-03-2021

Stimuleringsregeling dorpen en wijken Emmen 2015

Geldend van 26-11-2015 t/m 17-03-2021

Intitulé

Stimuleringsregeling dorpen en wijken Emmen 2015

Beleidsregel ‘Stimuleringsregeling dorpen en wijken Emmen 2015’

Behorende bij de Algemene subsidieverordening Emmen 2013 (art. 3 jo 4 ASV)

Besluit College d.d. 29 september 2015 Reg. nr: 15/0805

Programma : Wonen en Ruimte

Beleidsstuk : Stimuleringsfonds dorpen en wijken

Onderwerp : Stimuleringsregeling dorpen en wijken Emmen 2015

Artikel 1: Bijzondere begripsomschrijvingen

-

Stimuleringsfonds: Het Stimuleringsfonds Dorpen en wijken ingesteld bij raadsbesluit van 26 maart 2015.

-

Activiteitenplan: het overeenkomstig artikel 4:62 van de Algemene wet bestuursrecht bij de subsidieaanvraag te overleggen document, waarin beschreven is welke activiteiten of investeringen de subsidieaanvrager voornemens is met de subsidie uit te voeren, hoe de uitvoering van deze activiteiten vorm krijgt en welke doelen er met de uitvoering van deze activiteiten nagestreefd worden.

-

Subsidieplafond: het bedrag dat per jaar beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies op basis van deze beleidsregel.

-

Verslag van verrichte activiteiten of investeringen: het overeenkomstig artikel 4:75 Algemene Wet Bestuursrecht bij de subsidievaststelling te overleggen document, waarin beschreven is hoe de activiteiten of investeringen waarvoor subsidie is aangevraagd verlopen zijn en in welke mate de doelstellingen die met het uitvoeren van de activiteiten beoogd waren, behaald zijn. Uit het verslag van de verrichte activiteiten of investeringen moet blijken of aan de subsidievoorwaarden is voldaan.

-

Erkende overlegpartner: Overlegpartner zoals bedoeld in de “Verordening op de Overlegstructuren in de gemeente Emmen 2012” van 22 december 2011.

-

Voor een omschrijving van de in deze beleidsregel gehanteerde begrippen wordt verder verwezen naar de begripsomschrijving in artikel 1 van de “Algemene subsidieverordening gemeente Emmen 2013” en titel 4:2 van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 2: Doelgroep

Op de subsidie uit het Stimuleringsfonds dorpen en wijken kan uitsluitend een beroep gedaan worden door rechtspersonen die een activiteit of investering willen doen die bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelen volgens artikel 4 van deze beleidsregel. De subsidie ziet op het beleidsterrein bouwen, wonen en milieu zoals bedoeld in artikel 2 van de “Algemene Subsidieverordening gemeente Emmen 2013”.

Artikel 3: Begrenzing toepassingsgebied

De toepassing van het Stimuleringsfonds Dorpen en Wijken is beperkt tot de dorpen en de woonwijken buiten het Centrum Plangebied Emmen. De gebieden aangewezen voor industrie- en bedrijventerreinen, de (glas)tuinbouw en het agrarische gebied zijn van deze regeling uitgesloten.

Artikel 4: Doel

Het doel van subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is om toepassing te kunnen geven aan het Stimuleringsfonds Dorpen en wijken. Door middel van subsidie worden bewonersinitiatieven gestimuleerd en ondersteund die gericht zijn op het versterken van de leefbaarheid en vitaliteit van dorpen en wijken.

De subsidie ondersteunt concrete kleinschalige projecten die helpen om verpaupering tegen te gaan, dan wel om centrumvoorzieningen in stand te houden en te versterken, economische potenties van de dorpen en wijken te benutten of bijdragen aan sociaaleconomische versterking van wijken en dorpen.

Hieronder volgt een richtinggevende, maar niet uitputtende uitleg, van deze kaders:

A.

Verpaupering tegengaan

-

Beheer en regelmatig onderhoud van braakliggende terreinen

-

Opruimen en/of (tijdelijk) inrichten van erven

-

Tijdelijk gebruik van terreinen

Verloedering of verval in de leefomgeving treedt op door leegstand, braakligging, buiten gebruik stelling, ontbrekend onderhoudsbudget of ernstige nalatigheid. Hierdoor kunnen moeilijk oplosbare knelpunten ontstaan die van invloed zijn op de leefbaarheid in straat of buurt. Te denken valt aan situaties waarbij het niet mogelijk is om eigenaren op hun eigen verantwoordelijkheid aan te spreken.

Indien met reguliere middelen geen duurzame aanpak kan worden gerealiseerd, kan een beroep worden gedaan op het stimuleringsfonds.

B.

Centrumvoorzieningen in stand houden en versterken

-

Aanpak leegstaande gebouwen door hergebruik, herbestemming of afbraak

-

Tijdelijk gebruik of tijdelijk inrichten ( bijv. etalages).

a.

Het koopgedrag (onder meer aankopen via internet), de samenstelling van de bevolking (veroudering en vertrek jongeren) en de behoefte aan bedrijfs-huisvesting zijn veranderd. Daardoor staan winkelpanden vaker en langer leeg. Ook treedt soms achterstallig onderhoud op. Dit kan grote invloed hebben op de beleving en waardering van centrumgebieden, aanloopstraten en plekken die sterk beeldbepalend zijn. De gemeente steunt initiatieven en investeringen om leegstand en dreigende verloedering tegen te gaan. Het ontwikkelen van alternatieve gebruiksmogelijkheden wordt gestimuleerd.

-

Herontwikkeling dorpshuizen, buurtcentra, clubhuizen en schoolgebouwen

b.

Maatschappelijke activiteiten veranderen. Buurt- en clubhuizen, scholen en andere maatschappelijke gebouwen beantwoorden vaak niet meer aan de behoefte. In dorpen en wijken wordt nagedacht over de mogelijkheden om deze gebouwen door aanpassing beter te laten aansluiten bij specifieke behoeften en omstandigheden. Ook worden andere gebruiksmogelijkheden onderzocht of wordt afbraak overwogen. De gemeente steunt hierop gerichte activiteiten en investeringen.

C.

Economische potenties benutten

-

Stimuleren bedrijfsontwikkeling langs de recreatievaart

-

Aanpassingen in dorpscentra ter ondersteuning nieuwe bedrijvigheid

De nieuwe vaarverbinding heeft veel reuring teweeg gebracht in de aanliggend dorpen. Dit biedt kansen voor nieuwe bedrijvigheid die ondernemers en particulieren graag willen benutten. Om deze economische initiatieven kansrijk te maken ondersteunt de gemeente daarmee samenhangende activiteiten en investeringen in de dorpscentra langs de vaarverbinding en in winkelgebieden met een bovenlokale functie. Hiermee sluiten we aan bij de “Kadernota Vitaal Platteland; Platteland in Balans”.

D.

Sociaaleconomische versterking

-

Stimuleren maatschappelijke functies in (bestaande) bedrijven

-

Ontwikkelen leer- en stageprojecten voor toetreding tot de arbeidsmarkt

-

Bevorderen broedplaatsen voor ondernemerscreativiteit

-

Stimuleren / ondersteunen breedband als onderdeel van projecten die bijdragen aan sociale cohesie en leefbaarheid.

Door nadruk te leggen op het sociale domein kunnen economische initiatieven in wijken en dorpen een duurzame bijdrage leveren aan vitaliteit en samenhang. Ook helpt dit om vitale voorzieningen in stand te houden. Zo kan bijvoorbeeld de dorpswinkel een ontmoetingsplaats zijn voor de inwoners, maar ook een leer- en stageproject gericht op toetreding tot de arbeidsmarkt.

Om ondernemerschap vanuit creativiteit een kans te geven kunnen in dorpen en wijken broedplaatsen worden ingericht waar mensen elkaar stimuleren en mogelijkheden verkennen. Ook beschikbaarstelling en inrichting van startersplekken in (collectieve) bedrijfsruimten en ontwikkeling/aanleg van glasvezel, dragen bij aan een vitale samenleving.

Het totaal of een deel van de kosten zijn subsidiabel voor zover het project, of onderdelen daarvan, het hoofddoel dienen en binnen meer dan één van de bovengenoemde kaders vallen.

Artikel 5 De aanvraag

1.

De subsidieaanvraag moet worden ingediend binnen een door burgemeester en wethouders jaarlijks openbaar te maken tijdvak.

2.

De subsidieaanvraag moet schriftelijk worden ingediend op een door het college vastgesteld aanvraagformulier, zoals bedoeld in artikel 4:4 van de Algemene Wet Bestuursrecht.

3.

Uit de aanvraag moet blijken dat het plan vanuit het dorp of de wijk is voorbereid, welk draagvlak dit heeft van bewoners, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven en welk advies de erkende overlegpartner ten aanzien van het plan geeft.

4.

Bij de subsidieaanvraag moet een activiteiten- en/of investeringsplan zoals omschreven in artikel 1 worden overlegd, op basis waarvan de aanvraag getoetst kan worden aan de criteria genoemd in artikel 6 van deze beleidsregel.

5.

Bij de subsidieaanvraag moet een begroting van uitgaven en inkomsten worden overlegd, zoals bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, onder b van de Algemene Wet Bestuursrecht.

5.

Ondernemers moeten volgens Europese regelgeving inzake staatssteun bij de aanvraag een ondertekende “Verklaring de minimis-steun” overleggen.

Artikel 6: Toetsingscriteria voor subsidieverlening

1.

Er wordt slechts een bijdrage verstrekt indien andere financiële regelingen niet toereikend of niet beschikbaar zijn

2.

De activiteit of investering heeft een aantoonbare meerwaarde voor de leefbaarheid van wijk of dorp en heeft een duidelijk draagvlak in wijk of dorp. De erkende overlegpartner in het betreffende gebied is over de activiteiten gehoord.

3.

Minimaal 25% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, is gedekt uit bijdragen van derden en/of door actieve deelname van vrijwilligers.

4.

Voor initiatieven en projecten volgens kader D moet er sprake zijn van cofinanciering door de EOP uit de hun ter beschikking staande middelen; tenzij dit de financiële reserves van de betreffende EOP overstijgt, is deze cofinanciering ten minste € 5.000.

5.

Bij de uitvoering van initiatieven en projecten volgens kader D van artikel 4 en indien nodig en mogelijk in de personele bezetting ná de totstandkoming van de activiteit, moeten medewerkers worden ingeschakeld van de ketenpartners in het domein van de Participatiewet (Buurtsupport, EMCO, VZD, Area, DAAD enz.). De mogelijkheid stagiaires c.q. leerlingen in te schakelen dient nadrukkelijk te worden bezien en waar mogelijk te worden gerealiseerd.

Artikel 7: Beoordeling subsidie-aanvraag

1.

De subsidieaanvraag wordt getoetst op volledigheid en tijdigheid ingevolge artikel 2, 3 en 5 van deze beleidsregel. Indien hieraan wordt voldaan zal de aanvraag in behandeling worden genomen.

2.

De subsidieaanvraag wordt aansluitend getoetst aan de subsidiedoelstelling, zoals aangegeven in artikel 4, en aan de toetsingscriteria volgens artikel 6 van deze beleidsregel.

3.

De aanvraag wordt afgewezen als niet wordt voldaan aan het bepaalde in de artikelen 4 en 6 van deze beleidsregel, dan wel als met inwilliging het subsidieplafond van het betreffende jaar zou worden overschreden, een en ander zoals bedoeld in artikel 4:25, tweede lid, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 8: Hoogte subsidie

1.

Subsidie voor activiteiten en investeringen volgens de kaders A, B en C van artikel 4 bedraagt maximaal 75% van de totale projectkosten tot een maximum van € 50.000,- per project.

2.

Voor kader D van artikel 4 is de subsidie gemaximeerd op € 10.000,-

Artikel 9: Subsidieplafond

  • 1.

    Voor de kaders A, B en C is het subsidieplafonds als volgt:

    • a.

      in 2015 € 50.000,-

    • b.

      in de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019 jaarlijks € 100.000

    • c.

      in 2020 € 50.000,-

  • 2.

    Voor kader D is het subsidieplafond als volgt:

    • a.

      in 2015 € 50.000,-

    • b.

      in de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019 jaarlijks € 100.000

    • c.

      in 2020 € 50.000,-

  • 3.

    In afwijking van voorgaande leden kan bij het begin van het nieuwe begrotingsjaar een ander subsidieplafond worden vastgesteld en bekendgemaakt.

Artikel 10: Verlening en vaststelling

  • 1.

    Met inachtneming van het betreffende subsidieplafond in artikel 9, wordt na afloop van de in artikel 5 genoemde termijn op de ingediende aanvragen beschikt.

  • 2.

    De subsidieaanvragen worden met elkaar vergeleken en zo nodig (als het subsidieplafond is bereikt) gerangschikt op een prioriteitenlijst. Op basis van de prioriteitenlijst wordt het beschikbare subsidiebedrag verdeeld over de hoogst scorende aanvragen.

  • 3.

    Subsidies tot € 10.000,-- worden ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken nadat de werkzaamheden moeten zijn verricht.

  • 4.

    Subsidies vanaf € 10.000,-- worden vastgesteld na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling.

  • 5.

    In afwijking van artikel 7 lid 3 kan een aanvraag tot het volgende jaar worden aangehouden als het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 11: Nadere verplichtingen

In de subsidiebeschikking kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.

Artikel 12: Betaling

  • 1.

    Subsidie tot een bedrag van € 10.000,-- wordt in zijn geheel ineens uitbetaald.

  • 2.

    Subsidie hoger dan € 10.000,-- wordt tot 90% bij voorschot uitbetaald. Na vaststelling wordt het resterende bedrag uitbetaald.

Artikel 13: Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking één dag na bekendmaking.

Artikel 14: Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als:

‘Stimuleringsregeling dorpen en wijken Emmen 2015’.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, gehouden op 29 september 2015.

De gemeentesecretaris,

De burgemeester,

I.A.A. Oostmeijer-Oosting

C. Bijl