Regeling vervallen per 01-11-2009

Verordening Woninggebonden Subsidie gemeente Emmen

Geldend van 05-11-1997 t/m 31-10-2009

Intitulé

Verordening Woninggebonden Subsidie gemeente Emmen

September 1997

1997, nr A13b

De raad van de gemeente Emmen;

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouder van 20 oktober 1997, nr 171;

gelet op het Besluit Woninggebonden Subsidies 1995 en de artikelen 149 en 166 van de Gemeentewet;

besluit

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van 30 oktober 1997.

de secretaris, de voorzitter,

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Paragraaf 1.1 Begripsbepalingen

Artikel 1

  • a.

    De minister: de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer.

  • b.

    Het Besluit: het Besluit woninggebonden subsidies, zoals dat in enig jaar van kracht is.

  • c.

    Budget: bedrag aan subsidie dat jaarlijks door de minister aan de gemeente beschikbaar wordt gesteld, alsmede het bedrag dat resteert van in vorige jaren toegekende budgetten, alsmede het bedrag dat beschikbaar komt als gevolg van een intrekking van een besluit tot verlening van subsidie, ten behoeve van het bouwen van woningen, standplaatsen of woonwagens.

  • d.

    Deel budget: dat deel van het budget dat door de gemeenteraad beschikbaar is gesteld voor een categorie woningen, standplaatsen of woonwagens.

  • e.

    Subsidie-ontvanger: natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een aanvraag doet om vaststelling en betaling van de door de gemeente verleende subsidie.

  • f.

    Verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat een aanspraak op subsidie verschaft.

  • g.

    Vaststellen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld en de gemeente zich verplicht tot betaling.

  • h.

    Huurprijs: prijs die bij huur en vrhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woning, standplaats of woonwagen, uitgedrukt is een bedrag per maand.

  • i.

    Gereedkomingsdatum: de dag waarop de woning, de standplaats of de woonwagen gereedkomt, dan wel de dag waarop de administratief in een plan samengevoegde woningen gemiddeld gereedkomen, dan wel de dag waarop een buiten de standplaats gebouwde nieuwe woonwagen o de standplaats wordt geplaatst.

  • j.

    Kosten van het verkrijgen in eigendom: de door de burgemeester en wethouders vast te stellen noodzakelijke, direct met de bouw samenhangende kosten, inclusief de koopsom van de grond van een woning, of een standplaats, met dien verstande dat:

    • Indien een woning of standplaats wordt gebouwd op grond waarop een recht van opstal rust of waarop een recht van erfpacht is gevestigd dan wel de grond en de woning of de standplaats afzonderlijk in eigendom worden verkregen of de grond reeds geruime tijd eigendom is van de eigenaar, als koopsom van de bouwrijpe grond een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag wordt aangehouden;

    • De kosten van het verkrijgen in eigendom in voorkomende gevallen kunnen worden verminder met subsidie, verleend als bijdrage ten behoeve van woningaanpassing voor gehandicapten op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten dan wel de Regeling ziekenfondsraad subsidiëring woningaanpassingen gehandicapten 1994.

  • k.

    Toegelaten instelling: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze verordening wordt mede verstaand onder:

  • a.

    Eigenaar: opstaller, erfpachter, gerechtigde tot een appartementsrecht of degene die lid is van een coöperatie en de op die grond het uitsluitende gebruik heeft van een aan die coöperatie in bloot eigendom toebehorende woning;

  • b.

    Eigendom: opstal, erfpacht, appartementsrecht of lidmaatschap als bedoeld onder a;

  • c.

    Woning: onzelfstandige woonruimte;

  • d.

    Het verlenen van subsidie: het verlenen van subsidie ten behoeve van het bouwen van gemeentewege;

  • e.

    Bouwen: het verbouwen van een gebouwde onroerende zaak tot woonruimte, waarbij de bestemming van het onroerende zaak wordt gewijzigd;

  • f.

    Bouwen van standplaatsen: het treffen van ingrijpende voorzieningen aan bestaande huurstandplaatsen.

Artikel 3

Deze verordening is niet van toepassing op:

  • a.

    woningen die niet geschikt of bestemd zijn om voortdurend door dezelfde persoon of personen te worden bewoond;

  • b.

    woningen die bestemd zijn voor of in gebruik zijn als ambts- of dienstwoning;

  • c.

    bejaardenoorden als bedoel d inde Wet op de bejaardenoorden.

    Paragraaf 1.2 Grondslag en werkingssfeer

Artikel 4

Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders uitsluitend subsidie verlenen voor:

  • a.

    het bouwen van woningen;

  • b.

    het bouwen van standplaatsen;

  • c.

    het bouwen van woonwagens.

Paragraaf 1.3 Uitgangspunten subsidiëring en verdeelbesluit

Artikel 5

  • 1.

    De gemeenteraad stelt jaarlijks de uitgangspunten van het subsidiebeleid voor het volgend jaar vast.

  • 2.

    In de toelichting bij dit besluit wordt aannemelijk gemaakt dat de criteria, genoemd in artikel 23 van het Besluit, in acht zijn genomen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders doen een voorstel tot het vaststellen van deze uitgangspunten nadat daaromtrent door hen de lokaal en regionaal toegelaten instellingen en andere naar het oordeel van de gemeenteraad daarvoor in aanmerking komende natuurlijke en rechtspersonen, waaronder woonconsumentenorganisatie, zijn geraadpleegd.

  • 4.

    In de toelichting bij het verdeelbesluit wordt aannemelijk gemaakt dat de criteria als genoemd in artikel 23 van het Besluit, en de uitgangspunten als bedoeld in artikel 5,eerste lid, in acht zijn genomen.

Artikel 7

  • 1.

    De gemeenteraad kan het budget in deelbudgetten onderverdelen.

  • 2.

    De volgende deelbudgetten worden onderscheiden:

    • a.

      huurwoningen;

    • b.

      huurstandplaatsen;

    • c.

      huurwoonwagen.

  • 3.

    3. De gemeenteraad kan een deelbudget als bedoeld in het eerste lid in meerdere onderdelen splitsen dan wel deelbudgetten samenvoegen; dergelijke onderdelen zijn ook deelbudgetten in de zin van deze verordening.

Artikel 8

  • 1.

    De gemeenteraad kan burgemeester en wethouders toestemming verlenen om het verdeelbesluit te wijzigen tot nader door hem te bepalen grenzen en onder nader door hem te bepalen voorwaarden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders geven geen toepassing aan het bepaalde in het eerste lid dan na het horen van de commissie volkshuisvesting, volksgezondheid, onderwijs en milieu.

Artikel 9

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag van de aanvrager de categorie waarvoor subsidie is verleend wijzigen in een andere categorie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de omzetting weigeren indien de aanvankelijk verleende subsidie ontoereikend is.

Artikel 10

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de op grond van artikel 7 vastgestelde deelbudgetten indien door de minister op grond van het Besluit het budget wordt herzien.

Hoofdstuk 2 Aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidie

Paragraaf 1.2 Aanvraag om subsidie

Artikel 11

De aanvrager vraagt subsidie aan bij burgemeester en wethouders.

Artikel 12

  • 1.

    De aanvrager dient de aanvraag als bedoeld in artikel 11 in bij burgemeester en wethouders vóór 1 oktober van het jaar waarin de beslissing wordt aangevraagd.

  • 2.

    Indien een aanvraag na de in het eerst lid genoemde datum wordt ontvangen, kan de aanvraag worden aangehouden tot het volgend jaar.

  • 3.

    Een beslissing tot aanhouding van een plan kan voor datzelfde plan eenmaal worden genomen.

Artikel 13

  • 1.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 11 gaat in elk geval vergezeld van de volgende door de aanvrager te verstrekken gegevens:

    • a.

      Bestekken en tekeningen van het bouwplan;

    • b.

      Een opgave van het aantal woningen, standplaatsen of woonwagens waarop het bouwplan betrekking heeft;

    • c.

      De verlangde subsidie.

  • 2.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 11 gaat tevens vergezeld van de op grond van hoofdstuk 3 vereiste door de aanvrager te verstrekken gegevens.

Paragraaf 2.2 Verlenging van subsidie

Artikel 14

Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 11.

Artikel 15

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag als bedoeld in artikel 11.

  • 2.

    Zij kunnen hun beslissing eenmaal met vier weken verdagen.

Artikel 16

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen subsidie indien het bouwplan is opgenomen in het verdeelbesluit en het betreffende deelbudget niet wordt overschreden wanneer subsidie wordt verleend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in het eerste lid afwijken indien:

    • a.

      in het verdeelbesluit het betreffende deelbudget niet of gedeeltelijk met aanvragen voor subsidie is belegd;

    • b.

      de bouw van het in het verdeelbesluit opgenomen plannen geen doorgang vindt.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders nemen bij een afwijking als bedoeld in het tweede lid de uitgangspunten in acht zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders geven geen toepassing aan het bepaalde in het tweede lid dan na het horen van de commissie volkshuisvesting, volksgezondheid, onderwijs en milieu.

Artikel 18

Burgemeester en wethouders verlenen subsidie onder voorwaarde dat:

  • a.

    zonder toestemming van burgemeester en wethouders bij de werkzaamheden niet wordt afgeweken van het bouwplan;

  • b.

    de bouw kan binnen 36 weken na het besluit tot verlenging ervan tot de bovenkant van de begane-grondvloer is gevorderd dan wel in geval van het bouwen van woonwagens of standplaatsen binnen 36 weken met de werkzaamheden is gestart;

  • c.

    de gereedmelding van de werkzaamheden plaatsvindt overeenkomstig artikel 21;

  • d.

    de aanvrager de informatie beschikbaar houdt die de minister noodzakelijk acht voor een juist toezicht op naleving van de in het Besluit gestelde voorwaarden en op verzoek van burgemeester en wethouders terstond levert;

  • e.

    de bijzondere voorwaarden worden nageleefd.

Artikel 19

Burgemeester en wethouders verlenen subsidie onder voorwaarde dat aan de door burgemeester en wethouders belaste personen op de door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstippen:

  • a.

    toegang wordt verleend tot de bouwplaats, de woning, de standplaats, de woonwagen of het gebouw dat tot woning wordt verbouwd;

  • b.

    inzage wordt verleend in de op de bouw betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

  • c.

    alle inlichtingen worden verstrekt die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor de beoordeling of aan de voorwaarden, verbonden aan het verlenen van subsidie, wordt voldaan.

Paragraaf 2.3 Gereedmelding

Artikel 20

  • 1.

    De subsidie-ontvanger meldt aan de burgemeester en wethouders dat de te bouwen woning, standplaats of woonwagen gereed is, dan wel dat de werkzaamheden zijn voltooid.

  • 2.

    De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling en betaling van de subsidie.

  • 3.

    De subsidie-ontvanger dient de gereedmelding als bedoeld in het eerste lid bij burgemeester en wethouders in terstond na de voltooiing van de werkzaamheden, doch uiterlijk binnen drie jaar na het verlenen van de subsidie.

Artikel 21

  • 1.

    De gereedmelding als bedoeld in artikel 20, eerste lid, gaat vergezeld van:

    • a.

      een verklaring van de subsidie-ontvanger dat bij de bouw is of wordt voldaan aan de bijzondere voorwaarden waaronder de subsidie is verleend;

    • b.

      een opgave van de gereedkomingsdatum.

  • 2.

    Indien de subsidie-ontvanger een ander is dan de aanvrager, gaat de gereedmelding als bedoeld in het eerste lid vergezeld van een opgave van de afwijkingen van bestek en tekeningen, indien deze hebben plaatsgevonden.

  • 3.

    De aanvrager dient gedurende een periode van vijf jaar na de gereedmelding alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden.

Paragraaf 2.4

Artikel 22

  • 1.

    Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding als bedoeld in artikel 20, eerst lid, nemen burgemeester en wethouders een besluit op de aanvraag tot vaststelling en betaling van subsidie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met acht weken verdagen voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.

Artikel 24

Indien burgemeester en wethouders instemmen met de aanvraag tot vaststelling en betaling, stellen zij de subsidie vast.

Artikel 25

De subsidie wordt betaald als bedrag ineens, één jaar na de gereedkomingsdatum als genoemd in artikel 21, eerste lid, onder b, doch niet eerder dan in het tweede jaar volgend op het jaar waarvoor het budget is toegekend.

Paragraaf 2.5 Intrekking van subsidie

Artikel 26

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot verlening van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      een bijdrage op grond van deze verordening verleend is op grond van gegevens die zodanig onjuist blijken te zijn dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2.

    Indien subsidie verleend is en gebleken is dat de gegevens op grond waarvan de subsidie werd verleend onjuist waren en waarvan de subsidie-ontvanger wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist waren, kunnen burgemeester en wethouders hun besluit tot verlening van subsidie intrekken en kunnen zij een reeds betaalde bijdrage geheel of gedeeltelijk met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders trekken hun besluit tot het verlenen van subsidie in ieder geval in, indien de aanvrager meldt dat de bouw geen doorgang zal vinden.

Artikel 27

Burgemeester en wethouders voegen aan het budget het bedrag toe dat beschikbaar komt als gevolg van een intrekking van een besluit tot verlening van subsidie.

Paragraaf 2.6 Nadere bepalingen

Artikel 28

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende gemotiveerde aanvraag van de aanvrager dan wel de subsidie-ontvanger ontheffing verlenen van de termijnen als genoemd in de artikelen 12, 18 en 21. Een dergelijke aanvraag wordt vóór het verstrijken van de termijn bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders een aanvraag als bedoeld in het eerste lid honoreren, geven zij een nieuwe termijn aan.

Artikel 29

Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 3 Bepalingen per subsidiecategorie

Paragraaf 3.1 Huurwoningen

Artikel 30

Burgemeester en wethouders kunnen aan een toegelaten instelling subsidie verlenen voor het bouwen van een huurwoning.

Artikel 31

  • 1.

    In aanvulling op het gestelde in de artikelen 16 en 17 verlenen burgemeester en wethouders subsidie indien de huurprijs niet hoger is dan het in het verdeelbesluit genoemde bedrag en de stichtingskosten niet meer bedragen dan het in het verdeelbesluit genoemde maximum.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ter completering van de aanvraag bovendien het overleggen van een kosten-kwaliteitstoets verplicht stellen.

Artikel 32

De subsidie als bedoeld in artikel 30 wordt vermeld in het verdeelbesluit.

Artikel 33

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen van de huurprijs als vermeld in het verdeelbesluit afwijken indien de woning vijf of meer kamers zal hebben.

  • 2.

    Voor het bepalen van het aantal kamers als bedoeld in het eerste lid worden een afzonderlijke keuken en een afzonderlijke badkamer niet meegerekend.

Artikel 34

Burgemeester en wethouders kunnen aan een toegelaten instelling subsidie verlenen voor het bouwen van een huurstandplaats.

Artikel 35

In aanvulling op het gestelde in de artikelen 16 en 17 verlenen burgemeester en wethouders subsidie indien:

  • a.

    de huurprijs niet hoger is dan het in het verdeelbesluit genoemde bedrag;

  • b.

    door het bouwen van de standplaats in de onmiddellijke nabijheid van andere standplaatsen het aantal bijeen gelegen standplaatsen niet meer dan 15 zou komen te bedragen, tenzij met instemming van gedeputeerde staten daarvan wordt afgeweken.

Artikel 36

De subsidie als bedoel d in artikel 34 wordt vermeld in het verdeelbesluit.

Paragraaf 3.3 Huurwoonwagens

Artikel 37

Burgemeester en wethouders kunnen aan een toegelaten instelling subsidie verlenen voor het bouwen van een huurwoonwagen.

Artikel 38

In aanvulling op het gestelde in de artikelen 16 en 17 verlenen burgemeester en wethouders subsidie indien de huurprijs niet hoger is dan het in het verdeelbesluit genoemde bedrag.

Artikel 39

De subsidie als bedoeld in artikel 37 wordt vermeld in het verdeelbesluit.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 40

Op aanvragen, waarop voor de inwerkingtreding van deze verordening een bijdrage is verleend, blijven de bepalingen van de regeling op grond waarvan de bijdrage is verleend van toepassing.

Artikel 41

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van bepalingen van deze verordening, voor zover die uitvoering tot hun bevoegdheid behoort, opdragen aan door hen aan te wijzen ambtenaren.

  • 2.

    In de besluiten van ambtenaren als bedoeld in het eerste lid wordt tot uitdrukking gebracht dat deze namens burgemeester en wethouders zijn genomen.

Artikel 42

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 43

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening woninggebonden subsidies 1997.

Artikel 44

Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt, zulks onder gelijktijdige intrekking van de verordening woninggebonden subsidies 1996, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 juni 1996, nr A17.

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van …september 1997

de secretaris,

de voorzitter,