Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening beheer begraafplaatsen 2005

Geldend van 08-03-2006 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening beheer begraafplaatsen 2005

De raad der gemeente Emmen

gelezen het voorstel van college;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de

gemeentelijke begraafplaatsen;

gelet op artikel 35 van de wet op de lijkbezorging en artikel 147 van de gemeentewet;

besluit vast te stellen de navolgende verordening:

VERORDENING BEHEER BEGRAAFPLAATSEN 2005

Hoofdstuk 1

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaatsen:

  • a.

    de begraafplaats “De Wolfsbergen” te Emmen

  • b.

    de begraafplaats aan de Kerkhoflaan te Emmen

  • c.

    de begrafenisplaats aan de Wilhelminastraat te Emmen

  • d.

    de begraafpark “Oeverse Bos” aan de Meerdijk

  • e.

    de begraafplaats aan de Runde te Emmercompascuum

  • f.

    de begraafplaats aan de Havenstraat te Erica

  • g.

    de begraafplaats aan het v Echtenskanaal nz te Klazienaveen

  • h.

    de begraafplaats aan het Drijverspad te Nw-Amsterdam

  • i.

    de begraafplaats aan de Klazienaveensestr. te Nw-Dordrecht

  • j.

    de begraafplaats aan het Weerdingerkan. te Nw-Weerdinge

  • k.

    de begraafplaats aan het Stad te Roswinkel

  • l.

    de begraafplaats aan het Verl v Echtenskan. te Zwartemeer

  • m.

    de begraafplaats aan de Nieuweweg te Veenoord

  • n.

    de begraafplaats aan hoek Ellenbeek/Dordseweg te Weiteveen

  • o.

    e begraafplaats aan de Kerhoflaan te Schoonebeek

    eigen graf:

    een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot :

    - het doen begraven en begraven houden van lijken;

    - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    algemeen graf:

    een graf bij de gemeente in beheer waarin een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen

    begraven van lijken;

    eigen urnengraf:

    een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    eigen urnennis:

    een nis waarvoor een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    urn:

    een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

    asbus:

    een bus ter berging van as van een overledene;

    verstrooiingsplaats:

    een plaats waarop as wordt verstrooid;

    grafbedekking:

    gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een urnengraf,

    beheerder:

    de ambtenaar die is belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem

    vervangt op de begraafplaats;

    rechthebbende:

    de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2

Uitbreiding begrippen eigen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt voor zover vanbelang onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis.

Hoofdstuk 2

OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3

Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn kosteloos voor het publiek toegankelijk en wel gedurende de maanden oktober tot en met maart, dagelijks van 09.00 uur tot 1.00 uur voor zonsondergang en gedurende

  • 2.

    de maanden april tot en met september dagelijks van 08.00 uur tot 20.00 uur. Ter handhaving van orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek zijn geopend zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4

Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen te verrichten.

  • 2.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur;

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2;

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden hebben te verrichten zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan aanwijzingen van de beheerder;

  • 5.

    Degene die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 6.

    Kinderen beneden de leeftijd van 15 jaren worden zonder geleide niet toegelaten.

Artikel 5

Herdenkingen

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van te voren gemeld worden aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6

Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degene die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3

VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7

Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis daarvan aan de beheerder. De zaterdag geldt voor deze toepassing niet als werkdag. Indien de Burgemeester toestemming geeft om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk, dan wel omhulsel en de asbus moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en daarna het sluiten van een graf, alsmede het bedienen van hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun de wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande dag mondeling of schriftelijk hebben kenbaar ge maakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8

Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van te voren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Begraving of bijzetting in een graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen genoemd in artikel 16, tweede lid.

  • 3.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 4.

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken.

Artikel 9

Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 09.00 uur tot 14.30 uur; op zaterdag van 09.00 uur tot 12.00 uur.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4

INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 10

Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven

    • a.

      eigen graven;

    • b.

      algemene graven;

    • c.

      familiegraven, echter alleen op het begraafpark ‘Oeverse Bos’.

    • d.

      eigen urnengraven;

    • e.

      eigen urnennissen;

Artikel 11

Aantal overledenen in een graven

  • 1.

    Het college stelt regels over het aantal lijken en aantal asbussen er kan worden begraven en/of bijgezet in de eigen graven. Zij bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven.

  • 2.

    Het college stelt regels over het aantal lijken dat wordt begraven in de algemene graven.

Artikel 12

Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college kan een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 13

Categorieën

Het college stelt regels over onderverdeling van de algemene en eigen graven in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en de oppervlakte.

Artikel 14

Termijnen eigen graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag voor de tijd van 30 jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt aangevraagd.

  • 3.

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 16, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 15

Grafkelder

Een grafkelder is slechts toegestaan in een graf welke is uitgegeven voor de periode van 30 jaar.

Artikel 16

Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien hiervoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk indien hiervoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen het in tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het eigen recht op een graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de het in tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het eigen graf alsnog op naam stellen van een rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat reeds is geruimd.

Artikel 17

Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te doen op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente op een eigen graf. Van de ontvangst van een zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 18

Sluiting van graven

  • 1.

    Op aanvraag van een rechthebbende kan het college een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben of asbus worden bijgezet dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2.

    Het college bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarde vast waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Artikel 19

Bijzettingen/verstrooiingen van asbussen

  • 1.

    Het college verleent toestemming tot het bijzetten van asbussen in graven.

  • 2.

    Het college verleent toestemming tot verstrooiing van een asbus op een der algemene begraafplaatsen.

Hoofdstuk 5

GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 20

Gedenktekens

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de door hen nader vastgestelde regels.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

Artikel 21

Beplantingen

Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze hiertoe een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 22

Verwijderen grafbedekkingen

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een half jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op te ruimen graf te plaatsen aanwijzing door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij college bekend is. In dat geval maken zij hem uiterlijk een half jaar voor het genoemd tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de het in tweede lid genoemde termijn.

  • 4.

    De rechthebbende op een eigen graf zijn verplicht te gedogen dat de daarop zich bevindende gedenktekenen vanwege de gemeente en op haar kosten geheel of gedeeltelijk worden weggenomen of verplaatst of dienen voor tijdelijke opslag voor grond voor zolang dit ter begraving van lijken in de nabijheid of om nadere redenen nodig is.

  • 5.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • a.

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    • b.

      de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 23

Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    Het college voorziet in het schoonhouden van het gedenkteken, het leesbaar houden van de letters van de gedenktekens alsmede in het onderhouden van winterharde beplantingen.

  • 2.

    Na het sluiten van de begraafplaats is de gemeente niet langer verplicht dit onderhoud voort te zetten.

  • 3.

    Onder onderhoud van gedenktekens en beplantingen wordt niet verstaan de vernieuwing ervan.

Artikel 24

Onderhoud door rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking zonodig te herstellen en te onderhouden voor zover de gemeente niet tot de onderhoudsplicht is geroepen.

  • 2.

    Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te herstellen kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebben de behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door een aanwijzing op het betreffende graf als het adres van de rechthebbende niet bekend is.

Hoofdstuk 6

RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN

Artikel 25

Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een 3 maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op het graf te plaatsen aanwijzing ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maken zij hem uiterlijk 3 maanden voor het genoemde tijd- stip per brief aan hem bekend.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een daartoe bestemde, afgesloten gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende het in eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

  • 4.

    De rechthebbende op een eigen graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk 7

INSTANDHOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE BEDEKKINGEN

Artikel 26

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De raad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in eerste lid genoemde lijst staan.

Hoofdstuk 8

INRICHTING REGISTER

Artikel 27

Voorschriften

  • 1.

    Het college stelt regels vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 9

BEZWAREN

Artikel 28

Indiening, behandeling en beslissing

  • 1.

    Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke of rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college een bezwaar indienen.

  • 2.

    Het college maakt de beslissing terstond bekend aan de raad.

Hoofdstuk 10

SLOTBEPALINGEN

Artikel 29

De rechten en verplichtingen met betrekking tot de eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 29 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 30

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop het wetsvoorstel “Dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden” in werking treedt, met ingang van welke datum de bestaande beheersverordening begraafplaatsen gemeente Emmen 1998 vervalt.

Artikel 31

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening beheer begraafplaatsen 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

de voorzitter,

de griffier,