Regeling vervallen per 06-10-2022

Regeling briefadres gemeente Enkhuizen

Geldend van 06-12-2016 t/m 05-10-2022

Intitulé

Regeling briefadres gemeente Enkhuizen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen,

gelet op: 

  • de artikelen 1.1, 2.23, 2.38, 2.39, 2.40, 2.41, 2.42, 2.45, 2.47 en 2.52 van de Wet Basisregistratie personen (Wet BRP);

  • artikel 29 van het Besluit Basisregistratie personen (Besluit BRP);

  • de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling Basisregistratie personen (Regeling BRP);

  • artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • de circulaire BRP en briefadres van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) van 7 november 2016;

overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan;

het noodzakelijk is om beleidsegels vast te stellen voor de zorgplicht aan (oud) inwoners van Enkhuizen. Dit betreft de groep dak- en thuislozen die worden begeleid door het Stadsteam en met toestemming van de afdeling Samenleving kunnen worden ingeschreven op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen briefadres;

Besluit vast te stellen:

 

Regeling briefadres gemeente Enkhuizen

 

Artikel 1

Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);

  • b.

    woonadres: het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder o, Wet BRP;

  • c.

    briefadresgever: de ingezetene in de BRP of rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 van de Wet BRP, bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1 onder r, Wet BRP);

  • d.

    briefadreshouder: de ingezetene in de BRP die een briefadres houdt;

  • e.

    gezinshuishouden:

  • 1.

    twee personen die volgens de BRP een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

  • 2.

    twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

  • 3.

    een alleenstaande ouder met kind(eren).

Artikel 2Redenen briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

  • a.

    dak- of thuisloosheid;

  • b.

    korte overbrugging tussen twee woonadressen;

  • c.

    de uitoefening van een ambulant beroep;

  • d.

    kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derde van de tijd;

  • e.

    korter dan twee jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is.

 

Artikel 3

Voorwaarden

  • 1.

    De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt, door de briefadresgever en de briefadreshouder persoonlijk aan de balie op afspraak. Wanneer het een briefadres betreft ingevolge artikel 2, lid 1 onder a kan de aangifte schriftelijk worden ingediend inclusief de schriftelijke verklaring van instemming ingevolge artikel 3, lid 3 onder e. De aangifte van een briefadres ingevolge artikel 2, 2e t/m 4e lid hoeft ook niet in persoon plaats te vinden.

  • 2.

    De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen.

  • 3.

    Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    een geldig identiteitsbewijs;

  • b.

    de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

  • c.

    een geldig identiteitsbewijs van de briefadresgever;

  • d.

    een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1 a t/m e en 2 t/m 4 van deze regeling;

  • e.

    indien het een inschrijving op het door het college van burgemeester en wethouders aangewezen briefadres betreft, een schriftelijke verklaring van instemming van de afdeling Samenleving.

    De volgende voorwaarden gelden voor de briefadreshouder:

  • het betreft uitsluitend (oud) inwoners van Enkhuizen;

  • 1 x per week wordt de post door het Stadsteam bezorgd bij de briefadreshouder;

  • Inschrijving vindt plaats op het door het college aangewezen briefadres wanneer de hulpverlening wordt verleend door het Stadsteam van de gemeente Enkhuizen.

  • Er worden maximaal 15 personen ingeschreven op het door het college aangewezen briefadres.

  • 4.

    Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4 van deze regeling, is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5.

    De briefadresgever niet zijnde een rechtspersoon kan toestemming geven een briefadres te houden aan maximaal:

  • a.

    twee gezinshuishoudens of;

  • b.

    twee alleenstaanden of;

  • c.

    één gezinshuishouden en één alleenstaande.

 

Artikel 4 Volledige aangifte

  • 1.

    De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3 van deze regeling, zijn ingeleverd.

  • 2.

    Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn éénmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4.

    Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte, aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

  

Artikel 5

Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft, anders dan bedoeld in artikel 2, lid 2, 3 en 4 van deze regeling;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • c.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan:

  • twee gezinshuishoudens of;

  • twee alleenstaanden of;

  • één gezinshuishouden en één alleenstaande een briefadres is verleend;

  • f.

    het briefadres geen bestaand adres betreft;

  • g.

    het briefadres een postbus is;

  • h.

    van het briefadres aangifte wordt gedaan op grond van artikel 2, lid 4 van deze regeling en de verklaring van de burgemeester zoals bedoeld in artikel 3, lid 4 van deze regeling, ontbreekt;

  • i.

    het een briefadres betreft op het door het college van burgemeester en wethouders aangewezen adres van de gemeente en de instemmingsverklaring zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, onder e van deze regeling ontbreekt.

 

Artikel 6

Termijn briefadres

  • 1.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2 lid 1, onder a van deze regeling mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal zes maanden Deze termijn kan met maximaal zes maanden worden verlengd na beoordeling van de afdeling Samenleving.

  • 2.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b van deze regeling, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal drie maanden. Deze termijn kan éénmalig met maximaal drie maanden worden verlengd.

  • 3.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder d en e van deze regeling, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat de aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 4.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 2 en 3 van deze regeling, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van het verblijf in de instelling.

  • 5.

    Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen woonadres heeft gekozen, wordt door de aangever een verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 6.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 van deze regeling, mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 7.

    De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5 van deze regeling.

  • 8.

    Onverminderd hetgeen is bepaald in lid 1, 2 en 4, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

 

Artikel 7

Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.

 

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

 

Artikel 9

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Regeling briefadres gemeente Enkhuizen’.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 6 december 2016

Het college van burgemeester en wethouders,

   

de loco-secretaris, de burgemeester,

   

Toelichting op de Regeling briefadres

 

Toelichting artikel 1, sub e, onder 3:

Onder een alleenstaande ouder wordt verstaan:

  • een ongehuwde ouder, zonder geregistreerd partnerschap,

  • een ouder wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap is ontbonden of beëindigd,

  • een gehuwde ouder, die niet samenwoont met de echtgenoot (of echtgenote), of

  • een ouder met een geregistreerd partnerschap, die niet samenwoont met deze partner.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub a:

Personen die niet beschikken over een woonadres en dak- of thuisloos zijn, kunnen worden ingeschreven op het door het college aangewezen briefadres in de gemeente Enkhuizen. Het betreft personen die via het Stadsteam, in samenwerking met de afdeling Samenleving, worden begeleid voor maatschappelijke problematiek.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub b:

Hierbij valt te denken aan twee echtgenoten die gaan scheiden, maar op één adres wonen. Wanneer de één op het huidige adres blijft wonen, heeft de ander (tijdelijk) geen vast woonadres. Deze laatste persoon kan tijdelijk ingeschreven worden op een briefadres. Een ander voorbeeld is als een persoon een nieuwe woning heeft gekocht en de oude woning heeft verkocht. De nieuwe woning moet echter nog opgeleverd worden terwijl de oude woning al overgedragen is aan de nieuwe eigenaar.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub c:

Personen die vallen onder de categorie ‘ambulant beroep’ zoals binnenvaartschippers die (met hun gezin) aan boord van een schip wonen en kermismedewerkers die (met hun gezin) met de kermisattractie meereizen. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, mits zij geen woonadres hebben.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub d:

Als iemand naar het buitenland vertrekt, wordt gekeken voor welke periode iemand naar het buitenland gaat. Iemand moet een briefadres kiezen, wanneer hij/zij voor een kortere periode dan acht maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaat en niet meer beschikt over een woonadres. Op grond van artikel 2.43 Wet BRP mag iemand die voor een periode van meer dan acht maanden naar het buitenland vertrekt niet als ingezetene ingeschreven blijven in de BRP. In dat geval is de inwoner verplicht om aangifte te doen van zijn/haar vertrek naar het buitenland. Op grond van de aangifte wordt de bijhouding van zijn/haar persoonslijst in de basisregistratie een verantwoordelijkheid van de Minister van BZK en ‘verhuist’ de persoonslijst naar de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) vanwege emigratie. In dat geval kan geen briefadres gekozen worden.

 

Toelichting artikel 2, lid 1, sub e:

Als een inwoner beroepshalve gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en is er bij vertrek de redelijke verwachting dat hij/zij niet langer dan twee jaar buiten Nederland zal verblijven, dan hoeft hij/zij geen aangifte van vertrek te doen (artikel 29 Besluit BRP). Een voorwaarde is wel dat hij/zij gedurende het verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland. Veelal zal dit een briefadres zijn. Het is de inwoner wel toegestaan om aangifte van vertrek naar het buitenland te doen in deze situatie. Een verplichting daartoe bestaat niet.

 

Toelichting artikel 2, lid 2:

In de circulaire BRP en briefadres van de minister van BZK van 7 november 2016 (kenmerk 2016-0000656211) is geregeld dat personen die verblijven in een opvanghuis voor mannen en vrouwen met een briefadres ingeschreven kunnen worden. Op die manier wordt het feitelijke woonadres van betrokkenen adequaat beschermd tegen ongewenste kennisneming door onbevoegden.

 

Toelichting artikel 2, lid 3:

Degene die zijn/haar woonadres heeft in een instelling, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de Wet BRP, in plaats van inschrijving op zijn/haar woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 Wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden. Het college van burgemeester en wethouders is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 Wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen.

 

Toelichting artikel 2, lid 4:

In de circulaire BRP en briefadres van de minister van BZK van 7 november 2016 (kenmerk 2016-0000656211) is geregeld dat een briefadres kan worden gekozen indien naar het oordeel van de burgemeester het opnemen van een woonadres om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 Wet BRP). Een indicatie hiervoor kan bijvoorbeeld een risico-analyse van de politie zijn.

 

Toelichting artikel 3, lid 1:

Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt. Zowel de briefadresgever als de briefadreshouder moeten persoonlijk langskomen voor het doen van de aangifte. Wanneer het een briefadres betreft ingevolge artikel 2, lid 1 onder a betreft, kan de aangifte schriftelijk worden ingediend. Het betreft hier personen die ingevolge artikel 3, lid 3, sub e. worden begeleid door het Stadsteam van de gemeente Enkhuizen.

 

Toelichting artikel 3, lid 2 en 3:

Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45, lid 2 van de Wet BRP.  In de schriftelijke verklaring van aangifte dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur te worden opgenomen. De briefadresgever en de briefadreshouder dienen tevens een geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht te overleggen.

 

Toelichting artikel 3, lid 3, sub e:

Dit betreft personen die i.v.m. een hulpverleningstraject worden begeleid door het Stadsteam in samenwerking met de afdeling Samenleving. De afdeling Samenleving bepaalt of de betreffende personen in aanmerking komen om te worden ingeschreven op het door de gemeente aangewezen briefadres. De briefadreshouder moet zich houden aan de afgesproken voorwaarden.Toelichting artikel 3, lid 4: Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij zijn/haar aangifte altijd de verklaring van de burgemeester zal kunnen overleggen. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij de afdeling Dienstverlening, taakveld Burgerzaken terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.

 

Toelichting artikel 3, lid 5:

Maximaal twee briefadressen betekent maximaal aan:

  •  twee gezinshuishoudens of;

  •  twee alleenstaanden of;

  •  één gezinshuishouden en één alleenstaande.

Het blijft mogelijk en is toegestaan dat een briefadresgever meer dan één briefadreshouder op zijn woonadres kan hebben. Bijvoorbeeld een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten. In dat geval kan uitgeweken worden naar de hardheidsclausule van artikel 7 van deze regeling.

 

Toelichting artikel 4:

Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aangifte aan te vullen éénmalig te verlengen met veertien dagen. Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd waarin vermeld wordt dat de aangifte briefadres buiten behandeling wordt gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten. Het is toegestaan om in de mededeling tot aanvulling van gegevens (artikel 4:5 Awb) al melding te maken van het voornemen om de aangifte buiten behandeling te stellen (artikel 4:7 Awb) in het geval dat niet voldaan wordt aan de aanvulling.

 

Toelichting artikel 5:

Het betreft hier een (niet-limitatieve) opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres. Het is een verplichting dat de aangifte van een briefadres altijd op afspraak plaatsvindt en persoonlijk door de briefadreshouder in het bijzijn van de briefadresgever. Het is wel toegestaan om een briefadresmogelijkheid bij inschrijving op grond van aangifte van verblijf en adres te kunnen kiezen. Dit is niet in strijd met artikel 2.38 Wet BRP. Het kiezen van een briefadres om permanente bewoning van recreatiewoningen mogelijk te maken is geen gegronde reden.

 

Toelichting artikel 5 sub a:

Er kan geen briefadres gekozen worden indien de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt het adres verstaan als bedoeld in artikel 1.1 Wet BRP. Hieronder valt ook het adres:

  • a.

    indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij/zij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten of:

  • b.

    het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder a, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten. In de situatie dat geen woonadres vastgesteld kan worden, kan wel gekozen worden voor een briefadres.

 

Toelichting artikel 5 sub b en c:

Er dient aangifte van vertrek uit Nederland gedaan te worden als de persoon langer buiten Nederland verblijft dan een periode van twee derde deel van een jaar. In dat geval kan niet gekozen worden voor een briefadres. Hierop is één uitzondering in het geval de persoon beroepshalve op een schip vaart. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 2, lid 1, sub e.

 

Toelichting artikel 5 sub e:

Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezinshuishouden als één briefadres.

Dit betekent dat er maximaal of;

  • twee alleenstaanden of;

  • twee gezinshuishoudens of;

  • één alleenstaande en één gezinshuishouden een briefadres kunnen hebben op één adres. Zie ook de toelichting bij artikel 3, lid 4 en artikel 7 van deze regeling.

 

Toelichting artikel 5 sub g:

Een briefadres mag geen postbus zijn. Kenmerk van een briefadres is dat er een waarborg is, dat voor de briefadreshouder bestemde geschriften of inlichtingen aan deze worden doorgegeven of medegedeeld. Als post naar een postbus wordt gestuurd, wordt aan die voorwaarde niet voldaan. Het is mogelijk om ingeschreven te worden met een briefadres, indien het briefadres een adres betreft waarop geen personen staan ingeschreven. Het is ook mogelijk om een briefadres te houden bij een rechtspersoon. Hierbij geldt dan wel, dat een natuurlijk persoon die namens de rechtspersoon optreedt, als briefadresgever de toestemming moet geven.

 

Toelichting artikel 6, lid 1 en 4:

Om het tijdelijke karakter te bevestigen is besloten om een briefadres voor een periode van drie maanden te verlenen, met de mogelijkheid tot éénmalige verlenging met nogmaals drie maanden per verzoek. Na het verloop van deze periode, moet de inwoner zijn ingeschreven op het woonadres waar hij feitelijk verblijft. Deze periode van drie maanden is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na drie maanden een contactmoment te hebben met de inwoner, om zo te zorgen dat hij/zij snel een woonadres heeft (artikel 2, lid 1 sub b van deze regeling).

Hierop is een aantal uitzonderingen:

  • Als van te voren al bekend is dat iemand een bepaalde periode in het buitenland zal verblijven en geen woonadres heeft, dan kan een briefadres worden verleend voor maximaal deze termijn.

  • Een andere uitzondering heeft te maken met de feitelijke onmogelijkheid van de inwoner om een woonadres te hebben. Hierbij valt te denken aan binnenvaartschippers. Zolang deze schippers varen kunnen zij kiezen voor een briefadres. Het recht op het briefadres wordt voor deze categorie om de vijf jaar getoetst.

  • Ook voor dak- en thuislozen oftewel personen in een hulpverleningstraject door het Stadsteam ligt het voor de hand om een afwijkende termijn te kiezen. Voor deze situatie wordt een termijn van zes maanden gehanteerd met een maximale verlenging van drie maanden ter beoordeling van de afdeling Samenleving.

  • Als bij verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2, lid 2 en 3 van deze regeling, voor een briefadres gekozen wordt, wordt de termijn gesteld op de duur van het verblijf in de betreffende instelling. Voor deze categorie wordt het recht op het briefadres ook jaarlijks getoetst.

 

Toelichting artikel 6, lid 5:

Als de briefadreshouder een verzoek doet om na de overeengekomen termijn ingeschreven te blijven op zijn briefadres, dan wordt opnieuw beoordeeld of hij aan de voorwaarden die zijn gesteld in deze regeling voldoet.

 

Toelichting artikel 6, lid 6:

De Wet BRP verplicht een ingezetene om aangifte te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of over een ander briefadres, moet hij hiervan aangifte doen. Hij mag hier niet mee wachten totdat de maximale termijn van het briefadres is verstreken. Als aangifte wordt gedaan van een nieuw briefadres, dan wordt dit uiteraard weer getoetst aan de voorwaarden uit deze regeling.

Toelichting artikel 7:

In uitzonderingsgevallen kan het gerechtvaardigd zijn om af te wijken van deze regeling, bijvoorbeeld in het geval van de éénmalige verlenging zoals vastgelegd in artikel 6 lid 4 van deze regeling. Individuele omstandigheden kunnen er toe leiden dat er nog een extra verlenging van de termijn wordt overeengekomen. Een ander voorbeeld van een gerechtvaardigde afwijking is een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten.

Conform artikel 4:84 Awb wordt gehandeld overeenkomstig deze regeling, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit kan zich voordoen bij bedreigde personen in de opvang conform de circulaire BRP enbriefadres van 7 november 2016 van de minister van BZK. In deze circulaire zijn de mogelijkheden aangegeven die bewoners van opvanghuizen hebben om in de Wet BRP een briefadres te kiezen.