Verordening rekenkamercommissie gemeente Enkhuizen 2014

Geldend van 09-11-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Enkhuizen 2014

De raad van de gemeente Enkhuizen;

gelezen het voorstel van de griffier en voorzitter van de gemeenteraad d.d. 6 oktober 2014, nummer 2014047;

overwegende dat als gevolg van de gemeentelijke herindeling Medemblik per 1 januari 2011 de samenwerking met de gemeenten Wervershoof en Andijk, voor wat betreft de instandhouding van een gemeenschappelijke rekenkamercommissie, is komen te vervallen;

overwegende dat de gemeenten Drechterland en Enkhuizen, tezamen met Stede Broec besloten hebben opnieuw te voorzien in het instellen en in stand houden van een lokale rekenkamercommissie en daartoe in 2011 de “Verordening rekenkamercommissie gemeente Drechterland” hebben vastgesteld;

overwegende dat als gevolg van enkele aanpassingen in de werkwijze en het afstemmen van enkele administratieve bepalingen een actualisering van de verordening gewenst is;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

besluit:

  • I.

    Intrekken de “Verordening rekenkamercommissie gemeente Enkhuizen 2011”, nr. 2011044, dd. 4 oktober 2011;

  • II.

    Vaststellen de navolgende “Verordening rekenkamercommissie gemeente Enkhuizen 2014”.

VERORDENING REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE ENKHUIZEN 2014

HOOFDSTUK 1 – ALGEMEEN

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeente: gemeente Enkhuizen;

  • b.

    Deelnemende gemeenten: gemeenten Enkhuizen en Stede Broec of andere gemeenten, ieder voorzover dezelfde verordening is vastgesteld.

  • c.

    Gemeenteraad: dit betreft de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten.

  • d.

    Rekenkamercommissie: de organisatie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, evenals de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de deelnemende gemeenten;

  • e.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

  • f.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • g.

    Gemeentelijk bestuursorgaan: van de deelnemende gemeenten de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders, de burgemeester, evenals gemeentelijke commissies waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad of van burgemeester en wethouders zijn gedelegeerd;

  • h.

    Onderdeel: een gemeentelijke afdeling, kostenplaats of fonds;

  • i.

    Ambtenaar: eenieder die in dienst van een de deelnemende gemeenten werkzaam is.

  • j.

    Secretaris: een persoon die ter beschikking staat van de rekenkamercommissie.

HOOFDSTUK 2 – TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2 – Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. De gemeentelijke rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar:

    • a.

      de doeltreffendheid (maatschappelijke effecten) van het gemeentelijke beleid;

    • b.

      naar de doelmatigheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie;

    • c.

      naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer;

    • d.

      alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 3. De gemeentelijke rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 maart een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Dit verslag wordt ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

  • 4. De gemeentelijke rekenkamercommissie dient op uitnodiging van de gemeenteraad zich te verantwoorden ten overstaan van de raad of de gezamenlijke raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 3 – Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. De gemeentelijke rekenkamercommissie bestaat uit een extern voorzitter en twee externe leden die door elke gemeenteraad van de deelnemende gemeenten worden benoemd.

  • 2. De in lid 1 bedoelde personen vormen tezamen de gezamenlijke rekenkamer-commissie van de deelnemende gemeenten.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 4. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode gelijk aan de zittingstermijn van de gemeenteraad en kunnen maximaal twee keer worden herbenoemd.

Artikel 4 – Eed of belofte

  • 1. Ten aanzien van de externe voorzitter en leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Bij een gezamenlijke rekenkamercommissie kan worden volstaan met het afleggen van de eed of belofte in de raad van de penvoerende gemeente.

Artikel 5 – Einde van het lidmaatschap

  • 1. De gemeenteraad ontslaat de voorzitter en de leden of stelt hen op non-actief overeenkomstig hetgeen daarover in lid 2 van dit artikel is bepaald.

  • 2. Het lidmaatschap van de voorzitter en de leden eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap / voorzitterschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      door tijdsverloop van vier jaar, behoudens herbenoeming.

  • 3. De leden kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 – Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en de externe leden van rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun reguliere werkzaamheden, die op 1 januari 2014 is vastgesteld op € 250,00. Voor de voorzitter is deze vergoeding vastgesteld op € 450,00.

  • 2. De in het vorige lid genoemde bedragen zullen jaarlijks worden geïndexeerd met eenzelfde percentage als de nominale stijging van het loon- en prijsindexcijfer van het CBS.

  • 3. De door de leden gemaakte reiskosten worden vergoed volgens de bij de gemeente gebruikelijke regeling.

  • 4. Ingeval door de voorzitter en leden van de commissie feitelijke onderzoekswerkzaamheden worden verricht, wordt daarvoor een (uurloon)vergoeding toegekend.

Artikel 7 – Openbaarheid/geheimhouding

  • 1. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2. De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

Artikel 8 – Budget rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd, binnen een aan haar bij de gemeentebegroting beschikbaar gesteld budget, uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de voorzitter en leden;

    • b.

      de vergoeding van de secretaris/onderzoeker van de commissie;

    • c.

      eventuele onderzoeksmedewerkers en/of externe deskundigen;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad. Deze verantwoording wordt opgenomen in het verslag zoals bedoeld in artikel 2 lid 3.

  • 4. De kosten van de rekenkamercommissie worden naar rato van het aantal inwoners verdeeld over de deelnemende gemeenten.

  • 5. Betreft het een onderwerp dat op uitdrukkelijk verzoek van één van de deelnemende gemeenten wordt onderzocht en waarvan de onderzoeksresultaten uitsluitend ten dienste staan van die gemeente, dan komen de hiermee gepaard gaande kosten in zijn totaliteit ten laste van die gemeente.

Artikel 9 – Reglement van orde en plaatsvervangend voorzitter

  • 1. De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

  • 2. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

  • 3. De commissie benoemt één van de twee externe leden tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

Artikel 10 – Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur van de deelnemende gemeenten.

  • 2. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten zowel gezamenlijk als afzonderlijk. De commissie informeert de raad over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 3. Het jaarplan van de rekenkamercommissie wordt ter kennis gebracht van de gemeenteraad en voorziet in een evenwichtige verdeling van te plegen onderzoeken in de deelnemende gemeenten.

  • 4. De rekenkamercommissie beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 5. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen.

  • 6. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 7. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, het betreft:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt;

    • b.

      instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen;

    • c.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarvan de gemeente tenminste 50% van het aandelenkapitaal houdt;

    • d.

      rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen.

  • 8. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.

  • 9. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

HOOFDSTUK 3 - WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 11 - Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4. De rekenkamercommissie stelt daarna het bestuur in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamercommissie te stellen termijn, die tenminste drie weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken.

  • 5. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen, de zienswijze van betrokkenen en de reactie van de rekenkamercommissie op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en de overige betrokkenen, aan degemeenteraad aangeboden.

Artikel 12 – Behandeling rapporten

  • 1. Het presidium kan bepalen dat rapporten en overige stukken voorafgaande aan de raadsbehandeling in een RTG-vergadering c.q. raadscommissie worden behandeld.

  • 2. De voorzitter van de rekenkamercommissie kan door het presidium worden uitgenodigd de behandeling van het rapport in een RTG-vergadering c.q. raadscommissie bij te wonen en daar het rapport toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden.

  • 3. De rapporten en overige stukken woorden door de raad in zijn vergadering, binnen drie maanden na ontvangst, behandeld. Daarbij stelt de raad desgewenst een termijn vast waarbinnen burgemeester en wethouders met een plan van aanpak dient te komen ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen.

HOOFDSTUK 4 - ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSSIE

Artikel 13 - Secretaris/onderzoeker

  • 1. De raad van de penvoerende gemeente benoemt op voordracht van de rekenkamercommissie een secretaris/onderzoeker van de commissie.

  • 2. De secretaris/onderzoeker staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris/onderzoeker draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging de vorming van dossiers en is tevens belast met het verrichten van onderzoeken.

  • 4. De secretaris/onderzoeker ontvangt een door de commissie vast te stellen vergoeding voor zijn werkzaamheden.

HOOFDSTUK 5 – SLOTBEPALINGEN

Artikel 14 – Voorziening en verdere uitwerking

  • 1. In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de gemeenteraad gehoord hebbende.

  • 2. Ter verdere uitwerking van de afspraken ten aanzien van de gezamenlijke rekenkamercommissie kan een samenwerkingsovereenkomst worden gesloten.

Artikel 15 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie gemeente Enkhuizen 2014”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Enkhuizen in zijn openbare vergadering van 7 oktober 2014.

De raad voornoemd,

de griffier,

H.C. Lankman

de voorzitter,

J.G.A. Baas