Regeling vervallen per 19-04-2012

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften personele aangelegenheden

Geldend van 29-10-1997 t/m 18-04-2012

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften personele aangelegenheden

De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

overwegende dat het gewenst is ten behoeve van de beslissing op bezwaar- en beroepschriften gebruik te maken van een adviescommissie als bedoeld in de artikelen 7:13 en 7:19 van de Algemene wet bestuursrecht;

gehoord de ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 juli 1997, nummer: 88;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

Vast te stellen de navolgende:

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften personele aangelegenheden:

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beroepsorgaan: gemeentelijk bestuursorgaan dat dient te beslissen op een beroepschrift;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Hoofdstuk II Behandeling van de bezwaar-en beroepschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde beroepen, als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming van de commissie

  • 3.1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 3.2 De commissie wordt als volgt samengesteld:

    • a.

      een lid aan te wijzen door burgemeester en wethouders, niet zijnde een lid van hun college;

    • b.

      een lid aan te wijzen door de vertegenwoordiging vanuit de organisaties in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

    • c.

      een lid, tevens voorzitter, aan te wijzen in overleg tussen de leden genoemd onder a. en b.

    • d.

      de leden van de commissie worden door burgemeester en wethouders benoemd voor een termijn van 4 jaar. Herbenoeming is mogelijk.

Artikel 4 Secretaris

  • 4.1 De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 4.2 Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 5 Ingediend bezwaar- en beroepschrift

  • 5.1 Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 5.2 Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 5.3 Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep zal adviseren.

Artikel 6 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid;

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener in de gelegenheid stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan het gestelde in artikel 6:5, of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste, kan worden hersteld;

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid;

  • -

    7:6, vierde lid;

  • -

    7:19, tweede en derde lid en

  • -

    7:20, vierde lid, van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 7 Vooronderzoek

  • 7.1 De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 7.2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 8 Hoorzitting

  • 8.1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 8.2 De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

  • 8.3 Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan en,

    • c.

      in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 9 Uitnodiging

  • 9.1 De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 9.2 Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 9.3 De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

  • 9.4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 10 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 11 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 12 Schriftelijke verslaglegging

  • 12. 1 Het verslag als bedoeld in de artikel 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 12. 2 Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over er weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 12. 3 Indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn verhoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 12. 4 Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 12. 5 Het verslag wordt ondertekend döor de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 13. 1 Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 13. 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 13. 3 De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belang hebben den kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 13. 4 Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Raadkamer en advies

  • 14. 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 14. 2

    • a.

      a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 14. 3 Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 14. 4 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 15 Uitbrengen advies

  • 15. 1 Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 12 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar-of beroepschrift dient te beslissen.

  • 15. 2 Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid, van de wet,'ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 15. 3 Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwerend orgaan, een afschrift.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 1997.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als:

"Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften personele aangelegenheden Enkhuizen 1997"

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 13 oktober 1997
De secretaris, De voorzitter,