Regeling vervallen per 29-12-2011

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2011

Geldend van 23-12-2010 t/m 28-12-2011

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN DE AFVALSTOFFENHEFFING 2011

De raad van de gemeente Enkhuizen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 oktober 2010  ; gelet op

de artikelen 147, 192 en 229, lid 1, onderdeel a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t :

de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011 vast te stellen.

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam “afvalstoffenheffing “ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijke gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

  • a)

    degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit beperkt of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel

  • b)

    ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan; degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door:

  • -

    eenpersoonshuishouden € 238,50

  • -

    meerpersoonshuishouden € 334,50

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffen

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. Voorzover er een recht bestaat tot restitutie, overeenkomstig het gestelde onder punt 3 van dit artikel, zal de restitutie van het bepaalde bedrag in de maand januari volgend op het betreffende belastingjaar waarover de belasting is geheven, plaats vinden.

Artikel 7 Betalingstermijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9 van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, ingeval voor de betaling van de aanslagen, aan de gemeente Enkhuizen een machtiging voor automatische incasso is verstrekt, worden de betalingen in tien termijnen automatisch afgeschreven, na respectievelijk één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen en tien maanden na de dagtekening van de aanslag. Indien automatische incasso niet als hiervoor vermeld kan worden gerealiseerd, dient betaling overeenkomstig het eerst lid te geschieden.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 2.500,00 of méér bedraagt, moeten de aanslagen worden betaald overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend met in achtneming van de “Kwijtscheldingsverordening Enkhuizen 2011”.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Afvalstoffenheffing 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3. Zij is met betrekking tot de invordering tevens van toepassing op alle aanslagen in verband met belastbare feiten die zich voor de in het vijfde lid vermelde ingangsdatum, hebben voorgedaan .

  • 4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 5. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 6. Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening afvalstoffenheffing 2011”.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 7 december 2010,
De Griffier, De voorzitter,