Regeling vervallen per 02-10-2017

Beleidsregels kernwinkelgebied 1998

Geldend van 26-11-1998 t/m 01-10-2017

Intitulé

Beleidsregels kernwinkelgebied 1998

De raad van de gemeente Enkhuizen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

d.d. 10 november 1998, nummer: 155;

gelet op de artikelen 4:81 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 15 en 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening;

b e sl u i t :

1.

De volgende beleidsregels vast te stellen inzake de bepaling van het kernwinkelgebied:

  • a)

    het kernwinkelgebied bestaat uit:

    • Westerstraat tussen Prinsenstraat en Nieuwstraat

    • Vijzelstraat tussen Wegje en Westerstraat

    • Hoek van Bleiswijkstraat/Westerstraat

    • Zuiderkerkstraat

    • Zuiderkerksteeg en Zuiderkerkplein, voornamelijk wat betreft de opwaardering zelf

    • Torenstraat

    • oostzijde Venedie en Venedie vanaf nummer 10 tot de Melkmarkt

    • westzijde Venedie wat betreft de opwaardering zelf

    • Melkmarkt

      Een en ander gelegen aan het in rood aangegeven opwaarderingsgebied op de bij dit besluit behorende tekening. De specifieke bestemmingen zullen nader worden vastgelegd in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Centrumgebied;

  • b)

    het beleid is gericht op de versterking van de subregionale functie van Enkhuizen voor commerciële en sociaal-culturele functies;

  • c)

    daarbij is het beleid gericht op de concentratie van detailhandel, dienstverlening met een publieks-aantrekkend karakter of baliefunctie en overige publieksfuncties (hierna te noemen winkels c.a.) binnen het hiervoor genoemde kernwinkelgebied;

  • d)

    ter ondersteuning daarvan is het beleid gericht op de algehele opwaardering van het kernwinkelgebied;

  • e)

    het beleid is er voorts gericht op het voorkomen van de leegstand van winkels c.a. in het kernwinkelgebied en het voorkomen van bewinkeling c.a. naar andere delen van de binnenstad waardoor winkels c.a. in de binnenstad leeg zouden komen te staan;

een en ander ter versterking van de detailhandelsstructuur van Enkhuizen.

2.

De volgende beleidsregels vast te stellen op grond van de bijbehorende overwegingen en motivering inzake de huidige vrijstellingsbepalingen in de bestemmingsplannen Centrum, Vissershoek en havens na eerste partiële herziening, Zuid-Westhoek en Boerenhoek;

in overweging nemend dat er buiten het kernwinkelgebied in de hiervoor genoemde bestemmingsplannen binnen objectief bepaalde grenzen ruime vrijstellingsmogelijkheden zijn opgenomen voor winkels c.a.;

dat het stedelijk karakter buiten het kernwinkelgebied niet gericht is op winkelen maar op wonen;

dat het gewenst is om dat te handhaven;

dat daar in bepaalde mate sprake is van een gebied met gemengde functies;

dat deze gebieden naast het kernwinkelgebied een toegevoegde waarde buiten het winkelen c.a. hebben voor het toerisme door de rustige (woon-)omgeving binnen het beschermd stadsgezicht;

dat het niet gewenst is dat hier bewinkeling plaatsvindt die naar aard en soort consumentenstromen en verkeersbewegingen aantrekt die naar aard en soort in het kernwinkelgebied thuishoort;

dat deze vrijstellingsbepalingen niet illusoir gemaakt mogen worden;

aldus de volgende beleidsregel vast te stellen:

  • f)

    de vrijstellingsmogelijkheden voor winkels c.a. buiten het kernwinkelgebied zullen uitsluitend mogen worden benut voor:

    • winkels voor verkoop in hoofdzaak van gebruikte voorwerpen, zoals antiquariaten, antiekwinkels, winkels in gebruikte langspeelplaten en c.d.’s, alsmede daaraan gelijk te stellen winkels;

    • winkels voor de verkoop in hoofdzaak van ter plaatse vervaardigde ambachtelijke producten, zoals potterieën, galerieën, kleermakerijen, alsmede daaraan gelijk te stellen winkels;

    • kantoren, dienstverlening en instellingen zonder balie- of overwegende publieksfunctie, alsmede daaraan gelijk te stellen zaken.

      Deze winkels c.a. zijn gericht op beperkte consumentenstromen, richten zich niet op volumineuze artikelen en hebben een geringe verkeersaantrekkende werking en dienen mede ter ondersteuning van toeristische wandelroutes. Deze winkels c.a. hebben door het marginale en kleinschalige karakter per definitie geen bestaansmogelijkheid binnen het kernwinkelgebied. Indien in dit kader twijfel bestaat over de begrippen “daaraan gelijk te

      stellen winkels” en “daaraan gelijk te stellen zaken” zal advies worden ingewonnen bij de Kamer van Koophandel. Bovendien zullen aanvragen die niet als zodanig zijn beschreven maar zich wel verhouden met de geest van deze beleidsregel aan de raadscommissie welzijn en ruimtelijke ordening en zo nodig aan de raad worden voorgelegd.

3.

Te verklaren dat er een specifiek bestemmingsplan wordt voorbereid voor de volgende 4 bestemmingsplannen een en ander zoals op de bij dit besluit behorende tekening in blauwe omlijning staat aangegeven:

  • bestemmingsplan Centrum

  • bestemmingsplan Vissershoek en havens na eerste partiële herziening

  • bestemmingsplan Zuid-Westhoek

  • bestemmingsplan Boerenhoek,

een en ander buiten de begrenzing van het hiervoor benoemde kernwinkelgebied, waarbij het voorbereidingsbesluit specifiek gericht is op het aanhouden van bouwaanvragen voor ongewenste publieksfuncties (winkels c.a.) als bedoeld in dit algeheel besluit. In dit specifieke

bestemmingsplan worden de in bovengenoemde bestemmingsplannen voor winkels c.a. opgenomen vrijstellingsmogelijkheden beperkt. Het onderhavige voorbereidingsbesluit is er niet op gericht om bouwaanvragen die voor het overige in overeenstemming zijn met de vigerende bestemmingsplannen aan te houden.

4.

Te verklaren dat de beleidsregels als genoemd onder 1 en 2 en het voorbereidingsbesluit als genoemd onder 3 in werking treden op 26 november 1998.

5.

De beleidsregels als genoemd onder 2f komen te vervallen op het moment dat het bestemmingsplan als genoemd onder 3 onherroepelijk is.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering
van 16 november 1998
De wnd secretaris, De voorzitter,