Regeling vervallen per 01-01-2024

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Enschede 2018

Geldend van 16-03-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Enschede 2018

De raad van de Gemeente Enschede;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Enschede d.d. 6 februari 2018 en gelet op artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 5.4, vierde lid, en artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet en artikel 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Enschede 2018

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    archeologisch waardevol gebied: het gebied dat als zodanig is aangeduid in een vigerend bestemmingsplan of voorbereidingsbesluit;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede;

  • c.

    leiding: een buis of kabel waardoorheen of waarlangs het transport van vast, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie, warmte of van informatie wordt geleid, met uitzondering van bovengrondse hoogspanningsleidingen;

  • d.

    leidingentunnel: voor de geleiding van een leiding aangebrachte infrastructuur, waar door een of meerdere netbeheerders gebruik van kan worden gemaakt;

  • e.

    net(werk): een systeem van ondergrondse leidingen of samenstel van leidingen, daaronder mede begrepen lege buizen, bovengrondse en ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie, warmte of van informatie;

  • f.

    kunstwerk: civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water , spoorbanen, waterkeringen en leidingen;

  • g.

    netbeheerder; de natuurlijke persoon handelende in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel rechtspersoon onder wiens verantwoordelijkheid een leiding wordt aangelegd, beheerd of geëxploiteerd, waaronder tevens wordt begrepen degene die een vergunning voor het aanleggen van een leiding heeft aangevraagd;

  • h.

    ondergrondse obstakels: zich in de bodem bevindende verontreinigingen, materialen, objecten en stoffen die nadelige beïnvloeding van de staat van de aan te leggen of gelegde leiding tot gevolg (kunnen) hebben;

  • i.

    vergunning: een vergunning zoals bedoeld in artikel 2.1. van deze verordening.

  • j.

    werkzaamheden: alle stadia van werkzaamheden, die verband houden met de aanleg, het houden, het onderhoud, de exploitatie en het verwijderen van leidingen en het daarbij behorende herstel van de openbare ruimte;

  • k.

    wet: telecommunicatiewet;

  • l.

    Wibon: Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten, ook wel genoemd grondroerdersregeling;

  • m.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: het telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1. onder h van de wet;

  • n.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1 van de wet. Hieronder wordt eveneens verstaan: openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende trottoirs, groenstroken, glooiingen, (midden)bermen, duikers, beschoeiingen en andere werken, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen maar ook wateren met daartoe behorende kunstwerken zoals bruggen, die voor een ieder toegankelijk zijn.

  • o.

    aanbieder: een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid van de wet;

  • p.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid van de wet

  • q.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a van de wet;

  • r.

    huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan 25 meter in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met het netwerkaansluitpunt als bedoeld in artikel 1.1. onder k van de wet;

  • s.

    werkzaamheden van niet-ingrijpende aard:

    • het aanbrengen of verwijderen van leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 25 meter en niet vallend onder artikel 7.2 van deze verordening;

    • het maken van huisaansluitingen;

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

Deze verordening is van toepassing op de aanleg, het houden, het onderhoud, de exploitatie, het verleggen/verplaatsen en het verwijderen van leidingen in de openbare gronden welke in eigendom zijn van de gemeente Enschede.

Artikel 1.3 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering en uitwerking van deze verordening nadere regels vaststellen omtrent onder meer het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud verlegging/verplaatsing en het opruimen van leidingen alsmede de hoogte van de te vergoeden kosten voor opengebroken bestrating/verhardingen.

Deel 1 Leidingen voor netwerken niet zijnde openbare elektronische communicatienetwerken

Hoofdstuk 2 De vergunning en de meldingsplicht

Artikel 2.1. De vergunning

Het is verboden zonder vergunning of in afwijking van een verleende vergunning leidingen in, op of boven de openbare ruimte en in of op kunstwerken:

  • a.

    aan te leggen en of te houden;

  • b.

    te onderhouden of te exploiteren;

  • c.

    te wijzigen;

  • d.

    te verplaatsen of te verleggen;

  • e.

    een andere functie te geven;

  • f.

    te verwijderen.

Artikel 2.2. De aanvraag

  • 1. Een vergunning wordt door het college op aanvraag aan de netbeheerder verleend, nadat is gebleken dat wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2. Het college kan van de aanvrager verlangen dat de te verstrekken gegevens in digitale vorm worden verstrekt.

  • 3. De aanvraag voor een vergunning wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld (digitaal) formulier.

  • 4. Een netbeheerder die werkzaamheden wil verrichten kan hierover vooroverleg voeren met het college ten einde de aanvraag voor te bereiden.

  • 5. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden die in eigendom zijn van een andere eigenaar dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen netbeheerder en de eigenaar van de betreffende gronden.

Artikel 2.3. Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de aanvraag verstrekt de netbeheerder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres en woonplaats gegevens van de eigenaar en beheerder van het net alsmede de aannemer van de uit te voeren werkzaamheden aan het net;

    • b.

      een bewijs dat de eigenaar van de leiding staat geregistreerd bij het kadaster als netbeheerder;

    • c.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een tekening van het gewenste tracé, ingetekend op GBKN schaal 1:500 voor bestaand gebied. Voor deze tekening geldt dat:

      • de tekening moet zijn voorzien van een tekeninghoofd met een uniek tekeningnummer en een datum waarbij de laatste wijziging geldt.

      • de tekeningen moeten voorzien zijn van een noordpijl.

      • de maatvoering van het geplande tracé moet eenduidig en volledig zijn aangegeven ten opzichte van vaste punten in de omgeving.

      • het aantal leidingen op de tekening moet zijn aangegeven, inclusief de materiaalsoort en nummer van de leiding(en) alsook de diameter van de leiding(en).

    • e.

      KLIC-informatie van alle netbeheerders. Deze informatie mag niet ouder zijn dan 20 dagen, gerekend vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag.

    • f.

      een verklaring van de overige netbeheerder binnen het te volgen tracé of, en zo ja , binnen welke termijn, in datzelfde tracé werkzaamheden door hen zullen worden uitgevoerd.

  • 2. Voor gebieden die in ontwikkeling zijn dienen de volgende ondergronden gebruikt te worden voor de aanvraag van een vergunning:

    • de begrenzing van het plangebied;

    • het matenplan van het ontwikkelde gebied;

    • het leidingtracé vastgesteld door projectontwikkelaar, gemeente of derden voorzien van goedkeuring van de gemeente Enschede (bij projectontwikkelaar derden) voor het over te dragen openbaar gebied.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de gegevens die bij de aanvraag moeten worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze worden verstrekt.

  • 4. Het college stelt nadere regels vast over welke gegevens en documenten noodzakelijk zijn voor de beoordeling van bijzondere constructies.

Artikel 2.4. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op het besluit als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.5. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan aan de werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 2.1, voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast; waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 2. Het college kan aan de vergunning nadere voorschriften of beperkingen verbinden omtrent:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen,

    • b.

      een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

    • c.

      afmetingen, locatie en wijze van plaatsing van kasten en andere toebehoren behorende bij het netwerk

  • 3. De aanvrager dient omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal twee weken voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden. Indien verkeersmaatregelen genomen dienen te worden in verband met de werkzaamheden, bijvoorbeeld omleidingen of wegafzettingen, dient de aanvrager tevens de hulpdiensten te informeren. Dit tevens minimaal twee weken voor aanvang van de werkzaamheden.

  • 4. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her-)straatwerkzaamheden. In dat kader is het college tevens bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden van de bepalingen van deze verordening en de bepalingen uit de leidraad, hebben de bepalingen van deze verordening voorrang.

  • 5. De aanvrager vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud.

  • 6. De aanvrager is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en beplanting/groenvoorzieningen terug te brengen in de oude staat, tenzij de gemeente vooraf heeft aangegeven hier zelf zorg voor te willen dragen. De aanvrager draagt de marktconforme kosten voor herstel die gebaseerd zijn op de VNG richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom” en de “Tarieven (her)straatwerkzaamheden kabels- en/of leidingwerken, die jaarlijks opnieuw worden vastgesteld, gebaseerd op de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her-) straatwerkzaamheden”. Voor het herstel van asfalt verharding alsmede alle groenvoorzieningen/beplantingen worden de werkelijke kosten van herstel in rekening gebracht.

  • 7. Indien binnen vijf jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

  • 8. Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

  • 9. Bij uitzonderlijk omvangrijke projecten kan het college besluiten af te wijken van hetgeen gesteld is in lid 6.

  • 10. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van leidingen, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van de overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van de kasten, handholes en andere toebehoren.

Artikel 2.6 Wijzigen of intrekken vergunning

  • 1. Het college kan de vergunning intrekken indien:

    • a.

      de netbeheerder niet binnen een jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning met de werkzaamheden als omschreven in de vergunning is begonnen;

    • b.

      de in de vergunning benoemde werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden stilliggen;

    • c.

      de netbeheerder de leiding definitief buiten gebruik heeft gesteld;

    • d.

      de vergunning is verleend op grond van het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • e.

      de vergunning in strijd met enig wettelijk voorschrift is verleend;

    • f.

      de netbeheerder het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de vergunningvoorschriften niet naleeft.

    • g.

      na het verlenen van de vergunning naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor omwonenden, de openbare ruimte, natuur of milieu en hierdoor het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning niet kan worden tegemoet gekomen;

    • h.

      dit naar het oordeel van college redelijkerwijs nodig is vanwege de uitvoering van (gemeentelijke) werkzaamheden van openbaar belang en algemeen nut;

    • i.

      er sprake is van verkoop van gronden in eigendom van gemeente, behorende tot de openbare ruimte aan derden.

  • 2. Het college gaat niet over tot intrekking of wijziging van de vergunning dan nadat het college de houder van de vergunning heeft gehoord.

  • 3. Aan het besluit tot wijziging of intrekking van de vergunning kan de verplichting worden verbonden de betreffende leiding(en) te verleggen/verplaatsen en/of deze te verwijderen.

  • 4. In geval van lid 3 kan netbeheerder voor zijn rekening worden verplicht de openbare ruimte in de oorspronkelijke staat te herstellen.

Artikel 2.7 Intrekken vergunning op verzoek van netbeheerder

  • 1. Het college trekt de vergunning in indien de netbeheerder schriftelijk aan het college heeft verklaard van de vergunning geen gebruik meer te willen maken.

  • 2. Degene die een schriftelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid afgeeft, wordt gedurende de tijd dat de leiding na de verklaring nog in de openbare ruimte aanwezig is, beschouwd als netbeheerder tenzij de leiding is overgedragen of wordt geëxploiteerd of beheerd door een andere (rechts)persoon, in welk geval laatstgenoemde (rechts)persoon als netbeheerder wordt beschouwd.

Artikel 2.8 Melding werkzaamheden

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1. is geen vergunning vereist voor:

  • a.

    werkzaamheden met een sleuflengte van maximaal 25 meter in de openbare ruimte of een lasgat met een oppervlakte van maximaal 16 vierkante meter, mits de voorgenomen werkzaamheden minimaal 2 dagen voor de aanvang van de werkzaamheden door de netbeheerder zijn gemeld bij het college;

  • b.

    reparaties en werkzaamheden veroorzaakt door een storing, waarvoor uitstel niet mogelijk is, mits deze werkzaamheden door de netbeheerder binnen 2 werkdagen na aanvang van de werkzaamheden zijn gemeld.

  • 2. Met een melding zoals bedoeld in lid 1 onder a kan niet worden volstaan bij werkzaamheden aan hoogspanningsleidingen, zijnde ondergrondse leidingen van meer dan 380Volt.

  • 3. De melding vindt plaats doordat de melder de gemeente digitaal van de werkzaamheden op de hoogte stelt, zulks op een door het college te bepalen wijze.

  • 4. Het college kan nadere regels vaststellen over welke gegevens en documenten ten behoeve van de beoordeling van de melding nodig zijn.

  • 5. De netbeheerder die de melding heeft gedaan, krijgt door of namens het college een bewijs van ontvangst toegezonden of uitgereikt, waarin de datum van ontvangst is vermeld.

  • 6. Het college heeft de mogelijkheid om naar aanleiding van een melding voorschriften en beperkingen te stellen aan de uit te voren werkzaamheden.

Artikel 2.9 Verplichtingen netbeheerder en overdracht leiding

  • 1. De netbeheerder draagt er voor zorg dat de voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden of zijn gesteld naar aanleiding van een melding worden nageleefd.

  • 2. Indien de leiding wordt overgedragen aan een nieuwe netbeheerder gaan de rechten en plichten uit hoofde van deze verordening en de op basis daarvan door het college verleende vergunning(en) over op de nieuwe netbeheerder. De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van de wijzingen in eigendom van de leiding of van het feit dat de leiding definitief buiten gebruik is gesteld.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen netbeheerder

Artikel 3.1. Start en voltooien werkzaamheden

  • 1. Het college kan netbeheerder verplichten binnen een door het college vast te stellen termijn na verlening van de vergunning en voor de beoogde aanvang van de feitelijke werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 2.1. sub a t/m f, gegevens en documenten in te dienen.

  • 2. De netbeheerder start de werkzaamheden binnen één jaar na vergunningverlening en voltooit de werkzaamheden zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 6 maanden na aanvang, tenzij in de vergunning anders is bepaald.

Artikel 3.2. Ondergrondse obstakels

  • 1. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden ondergrondse obstakels worden aangetroffen meldt de netbeheerder dit onverwijld aan het college.

  • 2. Het college kan bij gebleken ondergrondse obstakels in of nabij het tracé van de leiding aan de netbeheerder maatregelen opdragen ter bescherming van de belangen waartoe deze verordening strekt. De kosten van de te nemen maatregelen komen in beginsel ten laste van de netbeheerder, tenzij redelijkheid en billijkheid aanleiding geven om hiervan af te wijken.

  • 3. Het college kan opschorting van de werkzaamheden gelasten indien is gebleken dat geen uitvoering is gegeven aan de door het college aan netbeheerder opgedragen maatregelen.

Artikel 3.3. Plicht ten aanzien van ter beschikking stellen tekeningen

De netbeheerder is verplicht na voltooiing van het werk tekeningen, waaruit de feitelijke situatie na de uitvoering van de werkzaamheden blijkt, om niet aan het college ter beschikking te stellen.

Artikel 3.4. Zorgplicht netbeheerder

De netbeheerder is verplicht, met inachtneming van nadere door het college gestelde regels zorg te dragen voor een goede staat van onderhoud van de leiding.

Artikel 3.5 Aanvullende verplichtingen

  • 1. De netbeheerder is verplicht om bij aanleg van kabels/leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande aangelegde voorzieningen.

  • 2. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels/leidingen, dient de aanvrager een alternatief tracé te kiezen.

  • 3. De netbeheerder is verplicht omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden op de hoogte te stellen, minimaal twee weken voor aanvang van de werkzaamheden.

  • 4. In geval van grootschalige werkzaamheden kan het college in de vergunning voorschriften opnemen in afwijking van lid 1, zulks ter beoordeling van het college.

  • 5. Op het moment van de oplevering van de werkzaamheden is de netbeheerder op verzoek van het college verplicht gegevens omtrent de ligging van zijn leidingen te verstrekken en een overzicht te geven van de niet in gebruik zijnde leidingen.

Hoofdstuk 4 Informatie-uitwisseling, planning en coördinatie

Artikel 4.1. Informatieplicht gemeente

Het college initieert in de planfase van een project overleg met de desbetreffende netbeheerder(s) ten einde de gevolgen van dat project voor de ligging en het onderhoud van leidingen te analyseren.

Artikel 4.2. Informatie-uitwisseling

Op initiatief van het college wisselen alle betrokken partijen, waaronder netbeheerders, voorafgaand aan de start van een werk dat gevolgen heeft voor de ondergrondse infrastructuur, de noodzakelijke informatie met elkaar uit.

Artikel 4.3. Jaarlijks en periodiek plannings- en coördinatieoverleg

De gemeente initieert en faciliteert nader overleg tussen alle betrokken partijen over alle uit te voeren projecten in de openbare ruimte. Dit overleg vindt periodiek, doch tenminste eenmaal per jaar plaats. De gemeente doet per project een voorstel ten aanzien van het aantal overleggen de periodiciteit daarvan.

Hoofdstuk 5 Nadeelcompensatie

Artikel 5.1 Nadere regels

Het college kan nadere regels opstellen voor een door het college op aanvraag toe te kennen financiële tegemoetkoming (bij wijze van nadeelcompensatie) in het geval dat een netbeheerder als gevolg van een besluit van het college, inhoudende de intrekking of wijziging van een vergunning op grond van artikel 2.6, eerste lid onderdeel g, h en/of i schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en de vergoeding van deze schade niet op een andere wijze is verzekerd.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 6.1. Verontreiniging, gevaar en hinder: verplichtingen tijdens uitvoering werkzaamheden

  • 1. De netbeheerder is verplicht verontreiniging, gevaar of hinder, dan wel storingen waarbij verontreiniging gevaar of hinder kunnen optreden, onmiddellijk conform de procedures als bedoeld in de nadere door het college te stellen regels te melden en alle maatregelen te treffen teneinde verdere verontreiniging, gevaar, schade of hinder te voorkomen.

  • 2. Het college kan de netbeheerder opdragen een milieutechnisch onderzoek dan wel een onderzoek naar mogelijk gevaar of hinder uit te voeren, indien een redelijk vermoeden bestaat van verontreiniging, gevaar of hinder.

  • 3. Het college kan bij gebleken of ernstige dreiging van verontreiniging, gevaar of hinder in of nabij het tracé van de leiding opschorting gelasten van de exploitatie van de betreffende leiding.

Artikel 6.2 Breekverbod

  • 1. Als er sprake is van een gesloten sneeuwdek of vorst in de grond is het college bevoegd een breekverbod in te stellen. Of er sprake is van een gesloten sneeuwdek of vorst in de grond is naar oordeel van het college.

  • 2. Tijdig of in ieder geval één dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken bedrijven hierover informeren.

  • 3. Indien er sprake is van een breekverbod is het verboden breek- en graafwerkzaamheden uit te voeren in de grond en/of bestrating.

  • 4. Het breekverbod zal onderdeel uitmaken van het instemmingsbesluit, dan wel de melding die gedaan wordt.

  • 5. Overtreding van het breekverbod zal leiden tot stillegging van het werk conform artikel 9.2 van deze verordening.

  • 6. Het breekverbod is niet van toepassing in geval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing, waarvan uitstel niet mogelijk is en de belemmering of storing mogelijkerwijs buiten de normale werktijden plaatsvindt.

Artikel 6.3 Eigendom

  • 1. Indien de eigendom, exploitatie of beheer van de kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netbeheerder over op de nieuwe netbeheerder. De oude netbeheerder draagt zorg voor het daadwerkelijk overdragen van de rechten en plichten op de nieuwe netbeheerder.

  • 2. De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

Artikel 6.4 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen geldt dat deze op verzoek van de gemeente, altijd op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen, uitgevoerd dienen te worden.

Artikel 6.5 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden.

  • 2. Op verzoek van het college moet de netbeheerder een overzicht overleggen van alle (niet) in gebruik zijnde kabels, leidingen en ondersteuningsnetwerken. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Deel II Leidingen ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken

Hoofdstuk 7 De vergunning en de meldingsplicht

Artikel 7.1. Schakelbepaling.

  • 1. De artikelen van hoofdstuk 2, 3, 4 en 6 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken, tenzij in dit hoofdstuk anders bepaalt.

Artikel 7.2 Ernstige belemmeringen en storingen

In afwijking van artikel 2.8 lid1 sub b geldt dat ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid van de wet de aanbieder volstaat met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een door de burgemeester vast te stellen formulier aan de burgemeester of aan een door het college aangewezen toezichthouder.

Deel III Toezicht en handhaving

Hoofdstuk 8 Toezicht op de naleving

Artikel 8.1. Toezicht op de naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Hoofdstuk 9 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 9.1. Overgangsbepaling

Kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van een van de vorige versies van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren van de Gemeente Enschede en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, worden per ingangsdatum van deze Algemene verordening ondergrondse infrastructuren 2018 beheerst door de regels daarvan. De AVOI 2011 blijft dus van toepassing ten aanzien van aanvragen ingediend bij de gemeente, voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening (AVOI 2018).

Artikel 9.2. Strafbare feiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen bestuursrechtelijke sanctiemiddelen hanteren indien de vergunninghouder voorschriften van de aan hem verstrekte vergunning dan wel voorschriften bij of krachtens deze verordening overtreedt.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bestuursrechtelijke sanctiemiddelen hanteren indien degene die op grond van artikel 2.8 van deze verordening verplicht is werkzaamheden te melden en voorschriften bij of krachtens deze verordening overtreedt.

Artikel 9.3. Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2018 (AVOI 2018).

  • 3. De Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2011 vervalt op het tijdstip van inwerkingtreding van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2018 (AVOI 2018).

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 12 maart 2018.

De Griffier, De Voorzitter,

R. M. Jongedijk dr. G.O. van Veldhuizen