Verordening tijdelijke onderzoekscommissie Maatwerk uitvoering sociaal domein gemeente Enschede

1. De commissie heeft als taak het onafhankelijk en verantwoord (laten) uitvoeren van een onderzoek naar de uitvoering van de wetten in het sociaal domein, om de ruimte voor lokaal maatwerk te bepalen en te achterhalen in hoeverre daar gebruik van wordt gemaakt.

2. De commissie start met het formuleren van de onderzoeksvraag en neemt daarin mee de inbreng van Diaconaal Platform Enschede en die van de fracties en het college in de stedelijke commissievergaderingen.

3. De commissie formuleert op basis van het onderzoek conclusies en doet concrete aanbevelingen in de vorm van lessen en verbetermogelijkheden voor bestuur, beleid en uitvoering.

1. De commissie bestaat uit drie leden die geen lid zijn van de gemeenteraad van Enschede.

2. Tot commissielid kunnen worden benoemd personen die een specifieke deskundigheid bezitten waarmee zij een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het uitvoeren van de opdracht van de commissie.

3. De drie commissieleden beantwoorden aan het volgende profiel:

• •

  een voorzitter met gezag en bestuurlijke ervaring bij complexe maatschappelijke opgaven, bij voorkeur in het sociaal domein;

• •

  een lid met staat van dienst in wetenschappelijk onderzoek in het sociaal domein;

• •

  een lid met maatschappelijke reputatie in het kader van onafhankelijk ombudswerk/rechtsbescherming.

4. De raadsgriffie verleent administratieve en logistieke-facilitaire ondersteuning aan de commissie.

5. De leden van de commissie worden zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van deze verordening benoemd door de gemeenteraad.

6. De leden van de commissie worden benoemd voor de duur van het onderzoek en de behandeling van haar eindrapport in de raad.

7. De commissie kan op eigen verzoek gebruik maken van een klankbordgroep.

8. De klankbordgroep bestaat uit vier raadsleden, waarvan twee raadsleden deel uitmaken van een fractie in de coalitie en twee raadsleden deel uitmaken van een fractie in de oppositie.

1. De commissie wordt in staat gesteld om op eigen initiatief onderdelen van het onderzoek uit te besteden aan externe adviseurs of onderzoekers en deze externen daarin te begeleiden.

2. Het onderzoek bestaat in elk geval uit de elementen:

• •

  feitenverzameling,

• •

  interviews met betrokkenen binnen de gemeente,

• •

  interviews met maatschappelijke stakeholders,

• •

  vergelijking van de feitelijke gang van zaken met wetgeving, normen en/of formele afspraken,

• •

  bevindingen en aanbevelingen.

3. Het college geeft de commissie alle verlangde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

4. Niemand is gehouden de commissie te informeren over zaken waaromtrent hem of haar geheimhouding is opgelegd.

5. Degene aan wie gevraagd is de commissie informatie te verschaffen kan de commissie verzoeken vertrouwelijkheid te betrachten.

1. De commissie rapporteert haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen aan de raad. De commissie kan, alvorens haar eindrapport te presenteren en indien zij dat nodig acht, ook tussentijds aan de raad rapporteren.

2. De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen redelijke termijn, hun zienswijze op het concept-onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen van wie de taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

3. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport, de conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden, vergelijkbaar met de procedure rekenkamerrapporten.

1. De commissie vergadert op de door haar te bepalen dagen en uren.

2. De voorzitter roept de leden digitaal in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

3. De voorzitter zorgt dat de stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden.

4. De voorzitter draagt zorg voor de kwaliteit van functioneren van de commissie en de voortgang van de werkzaamheden, en kan zich zo nodig tot het gemeentebestuur richten om gewenste (extra) faciliteiten te vragen.

1. De secretaris van de commissie maakt een beknopt verslag van de vergadering, dat in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

2. De verslagen van de commissie zijn openbaar, tenzij hiertegen een zwaarwegend bezwaar bestaat.