Beleidslijn POP-UP Horeca 2021

Geldend van 02-04-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidslijn POP-UP Horeca 2021

Ook in 2021 hebben we nog te maken met de maatregelen als gevolg van Corona. Voor ondernemers in de horeca, detailhandel en evenementenbranche wordt het financieel steeds moeilijker om overeind te blijven. En als er straks weer een bezoek mag worden gebracht aan de horeca, winkels of evenementen zal dit met de nodige aanpassingen zijn is de verwachting. De 1,5 meter zal waarschijnlijk het uitgangspunt blijven totdat iedereen is gevaccineerd.

Om lokale ondernemers ook dit jaar weer de mogelijkheid te geven om tijdelijke horeca-initiatieven te ontplooien stellen we voor om wederom een beleidslijn POP-UP vast te stellen. Wel moet daarin een balans worden gevonden tussen extra mogelijkheden voor horeca enerzijds en de bestaande horeca anderzijds. Het POP-UP kader is grotendeels in lijn met de uitgangspunten uit 2020. Het stappenplan bij samenlopende aanvragen is nieuw toegevoegd en gebaseerd op het stappenplan bij evenementen.

Beleidslijn

Hieronder de beleidsuitgangspunten met daarbij de toelichting op het uitgangspunt.

  • 1.

    Voor alle initiatieven is een horecavergunning en in het geval van een nieuw bouwwerk een omgevingsvergunning verplicht. Ook is in voorkomende gevallen een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan nodig. Daar waar het Bibob beleid een bibob toets voorschrijft zal dit ook voor pop up horeca initiatieven nodig zijn.

  • Volgens de wet is het verplicht om een horecavergunning te hebben om een horeca inrichting te exploiteren. Hiervan kunnen en willen wij niet afwijken. Er is altijd een horecalokaliteit nodig waaraan de horecavergunning gekoppeld moet worden. Vanuit deze lokaliteit kan het terras worden geëxploiteerd. Para commerciële horeca is als initiatiefnemer van deze beleidslijn uitgesloten.

  • 2.

    Initiatieven mogen alleen plaatsvinden op locaties die passend zijn voor de tijdelijke functie, zoals bijvoorbeeld bestemmingen waar al recreatieve activiteiten mogen plaatsvinden, publieke ruimtes en evenementenlocaties. Er mag geen sprake zijn van onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat. Niet iedere locatie is geschikt voor een horeca-initiatief. Daarom gaan we uit van locaties waar het al mogelijk is om horeca of publieksgerichte activiteiten te houden of locaties die in hun huidig gebruik al een publieke functie hebben. Dit is een maatwerk afweging.

  • 3.

    Het horeca initiatief moet in omvang, inrichting, activiteit en openingstijden aansluiten op zijn omgeving.

  • Daar waar het initiatief plaatsvindt in de nabijheid van woningen moet de overlast voor omwonenden beperkt worden. Vooral openingstijden en het geluidsniveau zijn van belang, maar ook het hebben van voldoende voorzieningen zoals toiletten, prullenbakken en eventueel beveiliging. Daar waar initiatieven op publieke gronden plaatsvinden moet voldoende ruimte blijven voor reguliere bezoekers. Aanverwante activiteiten, zoals muziek en film vallen vooralsnog buiten deze beleidslijn. Het is nog niet duidelijk wat binnen de nieuwe Coronawet mogelijk is.

  • 4.

    Bij de initiatieven is sprake van (ketensamenwerking met) lokale ondernemers. De verruiming doen wij om de Enschedese ondernemers die zijn getroffen door Corona meer ruimte te bieden.

  • 5.

    In de afweging van initiatieven wordt de spreiding over de stad meegewogen

  • Een van de argumenten om mee te werken aan deze initiatieven is het bieden van een verspreid horeca aanbod in de stad. Om die reden kunnen we initiatieven weigeren als hierdoor te veel initiatieven in de nabijheid van elkaar worden gerealiseerd. Ook om de druk op de woonomgeving te beperken en de bestaande horecastructuur niet verder onder druk te zetten. DE VHSE wordt in kennis gesteld van de initiatieven en kunnen daarop reageren. Dit wordt meegenomen in de afweging.

  • 6.

    De initiatiefnemer moet bij voorkeur een professionele partij zijn

  • Een horeca-initiatief runnen in tijden van Corona vraagt om professionele partijen die dit doen. Ervaring met initiatievenorganisatie, horeca exploitatie, etc. is daarom bij voorkeur aanwezig.

  • 7.

    Het moet gaan om een tijdelijk initiatief dat plaatsvindt in een aaneengesloten periode van minimaal 4 weken in de periode tussen 1 april en 3 oktober.

  • De reden hiervoor is dat we echt een tijdelijke situatie willen creëren. Omdat het overwegend om activiteiten in de openlucht zal zijn is deze periode geschikt. De minimale periode van 4 weken heeft te maken met de investering die wij als organisatie moeten doen en omdat duidelijk moet zijn dat het niet om een evenement gaat.

  • 8.

    De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor afstemming met de omgeving en andere belanghebbenden. Een bepaalde mate van draagvlak is noodzakelijk

  • De procedureperiode is dermate kort dat er geen tijd is voor participatie en inspraak. Wel zijn de bestuursrechtelijke beschermingsvormen gewoon van toepassing. De verantwoordelijkheid voor het informeren van belanghebbenden ligt bij de initiatiefnemer. Wij zullen hier in de gesprekken op aansturen.

  • 9.

    De uitgangspunten die gelden in de Coronawet voor horeca en het lokale en regionale beleid voor terrassen is en blijft ook van toepassing.

  • Voor deze tijdelijke initiatieven gelden uiteraard dezelfde regels als voor reguliere horeca. O.a. het zichtcriterium. Het enige punt waarop wordt afgeweken is dat niet meer terrassen mogen op de locatie als voor Corona.

  • 10.

    Het moet gaan om kleinschalige initiatieven, passend bij de omgeving. Per initiatief zullen we beoordelen in hoeverre hier aan wordt voldaan. We streven naar een goede spreiding in de stad en per gebied/ locatie.

  • In het kader van spreiding en vermijd drukte, maar ook de druk op de (woon)omgeving stellen we voor om goed te kijken naar de draagkracht van een gebied bij de beoordeling. Het gaat om zowel de omvang van een enkel initiatief als de opstelsom van initiatieven in een gebied.

  • 11.

    Als sprake is van meerdere initiatieven voor dezelfde locaties of binnen een klein gebied worden de spelregels zoals ook bij het evenementenbeleid toegepast voor de afweging tussen plannen.

  • Het kan gebeuren dat meerdere aanvragen voor het houden van een evenement worden ingediend voor dezelfde locatie en tijdsperiode. We spreken dan over samenlopende aanvragen. Dat wil nog niet direct zeggen dat deze initiatieven niet gelijktijdig door kunnen gaan. Dat is pas het geval als deze initiatieven elkaar of de bestaande horeca negatief beïnvloeden. In situaties waarin vergunningaanvragen worden gedaan voor samenlopende initiatieven die potentieel concurrerend zijn, wordt aan de hand van het “Afwegingskader en procedureregels samenlopende aanvragen voor initiatieven” (zie bijlage) bepaald welk initiatief voorrang krijgt.

Stappenplan bij samenlopende aanvragen

Stappen

Het college toetst de aanvragen van samenlopende initiatieven aan de hand van de onderstaande stappen, waarbij bij elke stap aanvragen kunnen afvallen.

a. Niet concurrerend

Als samenlopende initiatieven niet met elkaar concurreren, of zodanig ingericht kunnen worden dat geen conflict zal optreden, dit ter beoordeling aan het college, kunnen deze initiatieven elk vergund worden.

b. Vooraankondiging

Na publicatie van dit besluit hebben organisatoren 2 weken de tijd om een initiatief kenbaar te maken bij de gemeente. Als er dan meerdere initiatieven voor een zelfde locatie zijn dan is onderstaande van toepassing. Na die periode worden op volgorde van binnenkomst de aanvragen behandeld.

c. Samenwerken

Aanvragers van concurrerende initiatieven worden op initiatief van het college bij elkaar gebracht om te onderzoeken of er samengewerkt, geschoven of anderszins een oplossing gevonden kan worden.

Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 6 weken voordat het initiatief zal plaatsvinden, dienen partijen schriftelijk bij de gemeente aan te geven of samenwerken mogelijk is en zo ja, op welke wijze.

De ingediende aanvragen dienen vervolgens te worden ingetrokken en vervangen door één gezamenlijke aanvraag, tenzij één van de aanvragen waarvoor een vergunning wordt gevraagd, aangepast wordt.

Indien samenwerken niet mogelijk blijkt te zijn, wordt voor wat betreft de keuze tussen de concurrerende aanvragen verder gegaan met stap d.

d. Loten

Wanneer samenwerking niet mogelijk is, dan wordt er door (of namens) het college via loting, in aanwezigheid van partijen, bepaald voor welke van de aanvragen de procedure wordt gestart tot vergunnen

Ondertekening

Vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders te Enschede op 29 maart 2021