Regeling vervallen per 01-01-2019

Subsidieverordening mondiale bewustwording

Geldend van 10-11-2005 t/m 31-12-2018

Intitulé

Subsidieverordening mondiale bewustwording

Nr. 345

Gemeenteblad van Enschede

De raad van de gemeente Enschede,

gelezen het voorstel van het college van 29 augustus 2005, nummer 05E0006015,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2004,

besluit vast te stellen de:

Subsidieverordening mondiale bewustwording

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Asv: de Algemene subsidieverordening 2004;

  • c.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende het begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening;

  • d.

    vrijwilligersorganisaties: organisaties die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend werken met vrijwilligers;

  • e.

    ontwikkelingslanden: landen die zijn genoemd in de bijlage “Ontwikkelingslanden volgens de Economic Cooperation and Development”.

Artikel 2 Toepassingsbereik; doel

  • 1.

    Deze verordening is een bijzondere subsidieverordening als bedoeld in artikel 3 van de Asv.

  • 2.

    Het verstrekken van subsidies krachtens deze verordening heeft betrekking op het beleidsterrein Algemeen vrijwilligerswerk.

  • 3.

    Subsidieverstrekking krachtens deze verordening heeft als doel:

    bewustwording van de Enschedese bevolking inzake de problematiek van de ontwikkelingslanden op het gebied van veiligheid, gezondheid en onderwijs.

Artikel 3 Bevoegdheid van het college

Het college besluit krachtens deze verordening op aanvragen om verlening en vaststelling van een subsidie.

Hoofdstuk 2 Subsidiebepalingen

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van activiteiten die zijn gericht op de bewustwording van de Enschedese bevolking ten aanzien van de problematiek in de ontwikkelingslanden op het gebied van veiligheid, gezondheid en onderwijs.

  • 2.

    De activiteiten worden uitgevoerd door vrijwilligersorganisaties.

  • 3.

    De activiteiten zijn duidelijk in tijd afgebakend.

Artikel 5 Subsidiehoogte

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de kosten van de in artikel 4 genoemde activiteiten, met een maximum van € 3.000,--.

  • 2.

    De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

    • a.

      algemene exploitatiekosten van de vrijwilligersorganisaties;

    • b.

      kosten die niet direct aan de uitvoering van een activiteit zijn verbonden, zoals

      • -

        aanschaf van duurzame goederen;

      • -

        kosten voor koffie, thee, lunches;

    • c.

      personeelskosten met inbegrip van stages, studiekosten;

    • d.

      reiskosten.

  • 3.

    Onvoorziene kosten mogen maximaal 5% van de begroting bedragen.

Artikel 6 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag

  • 1.

    Er is een subsidieplafond.

  • 2.

    Als subsidieplafond geldt het in de gemeentebegroting opgenomen of anders het door het college vastgestelde bedrag.

  • 3.

    Aanvragen worden afgehandeld in volgorde van binnenkomst.

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteiten dient de aanvrager schriftelijk een subsidieaanvraag in.

  • 2.

    De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      een activiteitenplan waarin wordt vermeld op welke wijze de activiteit de bewustwording van de Enschedese bevolking vergroot inzake de problematiek in de ontwikkelingslanden;

    • b.

      een begroting die tevens het gevraagde subsidiebedrag vermeldt.

Artikel 8 Beslistermijn; verlening of vaststelling;voorschotten of subsidiebedrag

  • 1.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college beslist in geval van toekenning of tot subsidieverlening of tot subsidievaststelling.

  • 3.

    De subsidieverleningsbeschikking vermeldt de eventuele voorschotverlening en de wijze van betaling ervan.

  • 4.

    De subsidievaststellingsbeschikking vermeldt de wijze van betaling van het subsidiebedrag.

Artikel 9 Aanvraag vaststelling na verlening

  • 1.

    Binnen 12 weken na afloop van de activiteiten dient de subsidieontvanger, indien eerst een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waarin wordt vermeld op welke wijze de activiteit de bewustwording van de Enschedese bevolking heeft vergroot inzake de problematiek in de ontwikkelingslanden;

    • b.

      een financieel verslag waarin uitgaven en inkomsten zijn vermeld.

Artikel 10 Vaststelling na verlening

  • 1.

    Binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag tot voorgaande artikel stelt het college de subsidie vast.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn eenmalig met 4 weken verlengen. Een dergelijke verlenging wordt schriftelijk meegedeeld aan de subsidie-ontvanger.

  • 3.

    De subsidiebeschikking vermeldt de wijze van betaling van het subsidiebedrag en eventueel een verrekening van voorschotten.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Subsidieaanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening maar waarop nog niet is beslist, worden aangemerkt als aanvragen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Subsidies die zijn verleend maar die nog niet zijn vastgesteld voor inwerkingtreding van deze verordening, worden vastgesteld krachtens de voor de inwerkingtreding van deze verordening geldende regelgeving.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening mondiale bewustwording.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van 3 oktober 2005.

Bijlage Ontwikkelingslanden volgens de Economic Cooperation and Developm