Regeling vervallen per 15-02-2013

Beheerregeling gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2010

Geldend van 24-03-2010 t/m 14-02-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Beheerregeling gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2010

BEHEERREGELING VOOR DE GEMEENTELIJKE BASISADMINISTRATIE PERSOONSGEGEVENS

Burgemeester en wethouders van de gemeente ,

Gelet op artikel 14, lid 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

Besluit:

Vast te stellen de volgende

Beheerregeling gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2010

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Deze regeling verstaat onder:

de Wet: de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 1994, 494);

verantwoordelijke: het college van burgemeester en wethouders dat via de Wet GBA is aangewezen als verantwoordelijke;

beheerder: de functionaris die onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke belast is met de dagelijkse zorg voor de basisadministratie;

informatiebeheer: het geheel van activiteiten gericht op beleidsvoorbereiding ter zake de gemeentelijke basisadministratie, de ontwikkeling van kwaliteitsprocedures, beveiligingsprocedures, verstrekking- en privacyprocedures, alsmede de coördinatie bij de uitvoering van deze procedures;

beveiligingsbeheer: het geheel van activiteiten gericht op het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan;

gegevensbeheer: het geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening;

systeembeheer: het geheel van activiteiten gericht op het onderhouden van de technische aspecten van het toepassingsysteem;

applicatiebeheer: het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van het GBA-toepassings- systeem en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening;

privacybeheer: het geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de ingeschrevenen bij het verzamelen en verwerken van gegevens en de informatievoorziening;

gegevensverwerking: het ontlenen van gegevens aan documenten en deze op een voorgeschreven wijze middels het daartoe bestemde toepassingssysteem opnemen in een gegevensbestand;

Artikel 2

  • 1. De manager eenheid Publiekszaken is beheerder van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en in die hoedanigheid informatiebeheerder en privacybeheerder. Hij kan de taak van informatiebeheerder en privacybeheerder geheel of gedeeltelijk mandateren aan een of meer aan zijn ondergeschikte ambtenaren.

  • 2. De senior DIV is . is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan GBA. rapporteert periodiek (minimaal eens per jaar) aan en het College van B&W.

Artikel 3

  • 1. 1.De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

    • a)

      gegevensbeheer;

    • b)

      applicatiebeheer;

    • c)

      gegevensverwerking;

    • d)

      het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 36, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring.

  • 2. wijst medewerkers aan die zijn belast met het systeembeheer.

Hoofdstuk 2 HET INFORMATIEBEHEER

Artikel 4

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a)

    een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b)

    een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c)

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 11 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d)

    administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de Wet in is voorzien;

  • e)

    periodiek overleg tussen hem en de applicatiebeheerder en de privacybeheerder.

  • f)

    halfjaarlijks overleg tussen hem en de systeembeheerder.

  • g)

    richtlijnen voor de bijhouding van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 5

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders als de verantwoordelijke van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens over de navolgende aspecten die voortvloeien uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens te weten:

  • a)

    persoonsinformatievoorziening;

  • b)

    beveiliging;

  • c)

    privacy;

  • d)

    gegevenskwaliteit;

  • e)

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 6

De informatiebeheerder beslist:

  • a)

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het GBA-toepassingssysteem;

  • b)

    op incidentele verzoeken van binnengemeentelijke afnemers tot rechtstreekse toegang tot de basisadministratie persoonsgegevens;

  • c)

    op overige verzoeken van binnengemeentelijke afnemers en derden tot het verkrijgen van gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie;

  • d)

    over het toekennen van autorisaties.

Artikel 7

De informatiebeheerder ziet er op toe dat:

  • a)

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b)

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens geschiedt volgens de bepalingen uit de Wet GBA en de Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • c)

    de bij of krachtens de Wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding, alsmede de beveiliging van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens worden nageleefd;

  • d)

    dat alle in artikel 3 genoemde functionarissen, alsmede de systeembeheerder op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het GBA-toepassingsysteem en van de gevolgen van deze installatie;

  • e)

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de wet en het beveiligingsplan GBA worden nageleefd.

Artikel 8

De informatiebeheerder, of een door haar aan te wijzen functionaris opgesomd in artikel 3, neemt deel aan buitengemeentelijk overleg inzake onderwerpen die het beheer van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens aangaan.

Hoofdstuk 3 HET GEGEVENSBEHEER

Artikel 9

  • 1. De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a)

      de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • b)

      het beheer van documentatie op het gebied van de Wet en overige regelgeving op het gebied van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • c)

      de communicatie met de afnemers en andere houders van gemeentelijke basisadministraties over gegevensverwerking.

  • 2. De gegevensbeheerder beslist binnen 5 dagen op het in behandeling nemen van een melding van een afnemer die gerede twijfel heeft over de juistheid van een (authentiek) gegeven en stelt de afnemer in kennis van deze beslissing.

Artikel 10

De gegevensbeheerder is bevoegd in overleg met de applicatiebeheerder vanuit de in artikel 9 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven inzake de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 11

Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten van ingezetenen onderworpen aan een audit door een namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen auditinstelling.

De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op het welslagen van de eerder vermelde audit.

Artikel 12

De gegevensbeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 4 HET SYSTEEMBEHEER

Artikel 13

De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van het toepassingssysteem.

Artikel 14

De systeembeheerder voorziet in:

  • a)

    de fysieke beveiliging van het toepassingssysteem;

  • b)

    een dagelijkse back-up die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de GBA-apparatuur is opgesteld;

  • c)

    de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van het toepassingssysteem;

  • d)

    de beschikbaarheid van het toepassingssysteem overeenkomstig hetgeen daarover intern en met derden is overeengekomen.

Artikel 15

De systeembeheerder is bevoegd:

  • a)

    direct maatregelen te treffen als de continuïteit van het toepassingssysteem of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is; hij is verplicht achteraf ter zake te rapporteren aan de informatiebeheerder;

  • b)

    aanwijzingen te geven over:

  • -

    beheer toepassingssystemen;

  • -

    beheer van bestanden;

  • -

    reconstructiemaatregelen.

Artikel 16

De systeembeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder f genoemde overleg.

Hoofdstuk 5 HET APPLICATIEBEHEER

Artikel 17

De applicatiebeheerder voorziet in:

  • a)

    een planning van periodieke gegevensverstrekking die op basis van het autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt gedaan;

  • b)

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • c)

    een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • d)

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualisering aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de applicatiebeheerder en de informatiebeheerder in overleg met de informatiebeheerder;

  • e)

    de bijhouding van een verzameling van de autorisaties, die overeenkomstig artikel 6 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • f)

    het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • g)

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

  • h)

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan en tracht eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor een oplossing te zorgen;

  • i)

    de voorlichting aan de alle in artikel 3 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

  • j)

    de coördinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met de systeembeheerder;

  • k)

    de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens worden ontleend;

  • l)

    de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;

  • m)

    een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zonodig door inschakeling van een derde.

Artikel 18

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a)

    de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b)

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • c)

    de technische afhandeling van de periodieke gegevensverstrekking die plaatsvindt op basis van een autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties, alsmede de systematische gegevensverstrekking die plaatsvindt op basis van de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde procedurebeschrijving voor de gemeentelijke basisregistratie;

  • d)

    het beheer van de tabellen van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • e)

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 19

De applicatiebeheerder is bevoegd:

  • a)

    gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de basisadministratie persoonsgegevens aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b)

    over het gebruik van de basisadministratie persoonsgegevens gedragsregels op te stellen.

Artikel 20

De applicatiebeheerder beslist -na overleg met de informatiebeheerder en de systeembeheerder- over gehele of gedeeltelijke inwerkingtreding van uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk.

Artikel 21

De applicatiebeheerder ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het informatiebeveiligingsplan GBA worden nageleefd.

Artikel 22

De applicatiebeheerder neemt deel aan:

  • a)

    het overleg genoemd in artikel 4, onder e en f;

  • b)

    het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 6 HET PRIVACYBEHEER

Artikel 23

De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de inhoudelijke afhandeling van de periodieke gegevensverstrekking die plaatsvindt op basis van een autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties, alsmede de systematische gegevensverstrekking die plaatsvindt op grond van de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • b.

    het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften die voortvloeien uit de Wet GBA en de Wet Bescherming Persoonsgegevens met betrekking tot de eenheid Publiekswinkel.

Artikel 24

De privacybeheerder voorziet in:

  • a.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage overeenkomstig artikel 79 van de wet (inzage);

  • b.

    de behandeling van alle verzoeken om geheimhouding die op basis van artikel 102 lid 1a ingediend worden en doet eventueel de privacytoets van art. 102 lid 2;

  • c.

    afhandeling verzoeken om inzage in verstrekkingen aan afnemers en derden.

Artikel 25

De privacybeheerder is bevoegd:

  • a.

    op grond van het in artikel 23 genoemde toezicht, alle gebruikers van het toepassingssysteem aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

Artikel 26

De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de wet en daarbij behorende regelingen,de Wet bescherming Persoonsgegevens voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 7 DE SPECIALISTISCHE WERKZAAMHEDEN GBA

Artikel 27

De GBA specialist is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • b.

    het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens.

Artikel 28

De GBA specialist voorziet in:

  • a.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 81, 82 en 83 van de wet;

  • b.

    controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 29

De GBA specialist is bevoegd in overleg met de gegevensbeheerder aanwijzingen te geven inzake de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Hoofdstuk 8 DE GEGEVENSVERWERKING

Artikel 30

De gegevensverwerkers voorzien in:

  • a.

    het verwerken van de gegevens overeenkomstig de krachtens de wet, middels het Logisch Ontwerp, handleiding uitvoeringsprocedures, voorgeschreven wijze, voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • b.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • c.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • d.

    de behandeling van mutaties;

  • e.

    de behandeling van het netwerkverkeer, behalve de periodieke gegevensverstrekking;

  • f.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

  • g.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 36 van de wet en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de wet geen ontleningstatus is gegeven;

  • h.

    de dagelijkse controle van in het systeem aangebrachte actualiseringen;

  • i.

    de kennisgeving aan de geregistreerde voor wat betreft de verwerking van:

    • -

      wijziging van het naamgebruik;

    • -

      vervolginschrijving voor zover het betreft een binnengemeentelijke verhuizing en een vervolginschrijving die leidt tot opname in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • j.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de geregistreerde ingeval van een:

    • -

      1e inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • -

      een vervolginschrijving uit het buitenland.

Artikel 31

De gegevensverwerkers beslissen op

  • a.

    op aangiften en verzoekschriften die op grond van de Wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 23 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • b.

    over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een afnemer en stelt de afnemer in kennis van deze beslissing.

Hoofdstuk 9 HET BEVEILIGINGSBEHEER

Artikel 32

is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligings-maatregelen en –procedures zoals uitgewerkt in het Informatiebeveiligingsplan GBA.

Artikel 33

is bevoegd om het management van de eenheid Publiekswinkel adviezen te geven ten aanzien van beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en het Informatiebeveiligingsplan GBA.

Artikel 34

ziet er op toe dat:

  • a)

    beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de wet en het Informatiebeveiligingsplan GBA worden nageleefd;

  • b)

    de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 35

adviseert burgemeester en wethouders rechtstreeks als verantwoordelijke van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens over beveiligingsaspecten die uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en het Informatiebeveiligingsplan GBA voortvloeien.

Artikel 36

voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het Beveiligingsbeheer.

Hoofdstuk 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 37

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden naast de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens tevens voor de in de gemeentelijke basisadministratie aangehaakte gegevens die onder de werkingssfeer van de Wet Bescherming Persoonsgegevens vallen.

Artikel 38

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 39

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als “GBA beheerregeling 2010”

  • 2.

    deze regeling en haar bijlagen liggen ter inzage bij de verantwoordelijke voor de gemeentelijke basisadministratie;

  • 3.

    de regeling treedt in werking de dag volgend op de vaststelling van deze regeling;

  • 4.

    met de inwerkingtreding van deze beheerregeling komt de “GBA beheerregeling 2004” te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 9 maart 2010
Burgemeester en wethouders van Epe
De Burgemeester, mevrouw M.J. van Lente
De Secretaris, de heer T.J.J. Peters

Bijlage 1 Aanwijzing van beheerfunctionarissen

Op grond van artikel 3, lid 1 van de GBA-beheerregeling zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

Gegevensbeheer

Als gegevensbeheerder is aangewezen de GBA-specialist van de eenheid Publiekswinkel. Functienummer:

51103

51104

51108

Zijn/haar plaatsvervanger is allround medewerker.

Applicatiebeheer

Als applicatiebeheerder is aangewezen functienummer:

51103

51104

Naast de gegevensbeheerder zijn tevens belast met het berichtenverkeer:

Functienummer:

51103

51104

51108

Gegevensverwerking

Functienummers:

51102

51103

51104

51105

51108

Afnemen verklaringen artikel 36, lid 2.

De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 36, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring wordt toegekend aan:

Functienummer:

51103

51104

51108

Op grond van artikel 3, lid 2 van de GBA-beheerregeling zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

Systeembeheer

Als systeembeheerder is aangewezen functienummer: 10404

Als zijn plaatsvervanger is aangewezen functienummer: 10405.

Bijlage A Procedure archivering brondocumenten GBA

Gelezen de GBA-beheerregeling worden GBA-brondocumenten, als volgt gearchiveerd:

  • ·

    Alle documenten, waaraan GBA-gegevenselementen worden ontleend voor opname op persoonslijsten, behoudens akten van de burgerlijke stand berustend in de registers van de burgerlijke stand in Nederland, gearchiveerd, met inachtneming van het bepaalde hetgeen hieronder vermeld is.

  • ·

    De archivering van akten en andere brondocumenten vindt plaats op naam van de persoon in alfabetisch-lexicografische volgorde;

  • ·

    het brondocumentenarchief wordt beheerd door de gegevensbeheerder;

  • ·

    behoudens aan andere houders van basisadministraties, de Vreemdelingendienst en de geregistreerde zelf worden geen afschriften van de brondocumenten verstrekt, tenzij de verstrekking wordt geëist voor een strafrechtelijk onderzoek.

Mutaties op basis van brondocumenten

  • ·

    Aangiften van verhuizingen, vertrek naar het buitenland en vestiging in de gemeente worden in een kast bij de eenheid Publiekswinkel opgeslagen en tenminste 5 dagen bewaard.

  • ·

    Akten van de burgerlijke stand worden opgeslagen in een kast bij de eenheid Publiekswinkel en zijn altijd beschikbaar.

  • ·

    Beschikkingen en circulaires ten aan zien van straatnaamgeving en huisnummering worden gedateerd met de datum van inbreng en in een kast bij de eenheid Publiekswinkel opgeslagen en tenminste 5 dagen bewaard.

  • ·

    Andere brondocumenten die ten grondslag liggen aan de bijhouding van de gemeentelijke basisadministratie worden gedateerd met de datum van inbreng en in een kast bij de eenheid Publiekswinkel opgeslagen en tenminste 5 dagen bewaard.

Bijlage B Onderzoek naar woon- en/of briefadressen

Onderzoeken naar woon- en/of briefadressen via de navolgende procedure verricht:

  • ·

    Bij ontvangst van een specifieke mededeling door een natuurlijke of andere rechtspersoon dat een woonadres of briefadres van een ingeschrevene niet meer overeenkomt met de actuele situatie, wordt getracht deze mededeling schriftelijk bevestigd te krijgen. Als dit niet mogelijk is, volgt verslaglegging van de mededeling door de behandelend ambtenaar. Hierbij worden minimaal de navolgende gegevens vastgelegd: datum ontvangst mededeling, geslachtsnaam, voorna(a)m(en), geboortedatum, adres en telefoonnummer van degene die de mededeling doet. Indien de mededeling gedaan wordt door een vertegenwoordiger van een niet-natuurlijke persoon, dienen de eerdergenoemde gegevens van deze vertegenwoordiger vastgelegd te worden.

  • ·

    In het verslag wordt voorts vastgelegd de datum waarop de ingeschrevene vermoedelijk het woonadres heeft verlaten of geen gebruik meer maakt van het briefadres, de geslachtsnaam, voorna(a)m(en) geboortedatum van desbetreffende ingeschrevene en aanwijzingen die kunnen leiden tot het achterhalen van het actuele woon- en/of briefadres.

    Na ontvangst van de schriftelijk mededeling of na afronding van de verslaglegging worden de adresgegevens, categorie 08, in onderzoek gesteld;

  • ·

    na ontvangst van de mededeling onder ad 1 tracht de behandelend ambtenaar het vermoeden van adreswijziging bevestigd te krijgen door een rechtspersoon, die niet over hetzelfde woon- of vestigingsadres beschikt als degene die de mededeling heeft gedaan;

indien de mededeling genoemd onder ad 1 aanknopingspunten biedt met betrekking tot het nieuwe woonadres van de burger in kwestie, wordt deze burger op dit nieuwe adres aangeschreven;

indien de mededeling genoemd onder ad 1 geen aanknopingspunten biedt om de burger in kwestie aan te schrijven, worden de volgende instanties/personen benaderd met de vraag of zij op de hoogte zijn van het nieuwe adres:

  • ·

    eventuele achterblijvende bewoners;

  • ·

    ouders of andere familieleden;

  • ·

    sociale verzekeringsbank;

  • ·

    zorgverzekeraar betrokkene;

  • ·

    medewerkers van de vreemdelingendienst;

  • ·

    medewerkers van de woningbouwstichting;

  • ·

    werkgever van betrokkene.

Als één van de bovenstaande bronnen een aanknopingspunt voor aanschrijving van de desbetreffende burger biedt, zal overeenkomstig het vermelde bij ad 3 gehandeld dienen te worden;

indien een tijdvak van twee maanden is verstreken na de in ad 4 genoemde openbare kennisgeving zal de procedure zoals vastgelegd in artikel 83, lid d van de wet GBA opgestart worden. Hiertoe wordt twee keer een brief verzonden naar het laatste adres waar betrokkene gewoond heeft. De eerste brief heeft betrekking op het voornemen over te gaan tot ambtshalve opneming van de vertrekgegevens, in de tweede brief wordt de desbetreffende burger op de hoogte gesteld van de beslissing over te gaan tot ambtshalve opneming van de vertrekgegevens;

indien gedurende het afhandelen van de eerder beschreven procedure een aangifte van adreswijziging wordt ontvangen, zal het onderzoek worden beëindigd en de persoonslijst worden geactualiseerd;

de aan de ingeschreven burger verzonden brieven worden samen met het verslag van bevindingen en/of het onderzoeksverslag gearchiveerd in archief van de gemeente Epe.