Regeling vervallen per 01-01-2016

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen

Geldend van 02-03-2005 t/m 31-12-2015

Intitulé

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen

Collegebesluit 2005 Dossiernummer: 2005-00669

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS DER GEMEENTE EPE

gelezen het voorstel (bijlagenr. 2005-00669);

gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 231, 242 en 244 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen.

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1. Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet, met dien verstande dat onder gemeentelijke belastingen mede worden begrepen rechten die door de gemeente kunnen worden geheven.

  • 2. Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.

  • 3. Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet;

    • b.

      de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede-aansprakelijke heeft betaald;

    • c.

      de driejaarstermijn: de termijn door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld op de voet van artikel 11, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de bevoegdheid tot het vaststellen van een aanslag vervalt. Zie voorts de toelichting, onder Termijn;

    • d.

      het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag;

    • e.

      de belastingaanslag: de aanslag bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

      • i.

        de aanslag, de voorlopige aanslag, de navorderingsaanslag: het gevorderde bedrag, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde, het nagevorderde bedrag;

      • ii.

        het aanslagbiljet: de kennisgeving van het in onderdeel i) bedoelde lbedrag.

    • f.

      de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste € 5,-- per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de heffings-ambtenaar ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien een bezwaarschrift of een verzoekschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift dan wel om andere redenen van formele aard.

Artikel 3 Uitzonderingen

  • Het bepaalde in artikel 2 vindt geen toepassing indien:

    • 1.

      ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift, dan wel op het tijdstip waarop het in artikel 2, onder b, bedoelde feit ter kennis van de heffingsambtenaar komt, de driejaarstermijn is verstreken;

    • 2.

      aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuld de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift of een verzoekschrift ongebruikt heeft laten verstrijken;

    • 3.

      niet is voldaan aan de verplichtingen, genoemd in artikel 2, tweede lid van de Regeling gemeentelijke belastingen 2000, of zoals deze regeling laatstelijk is gewijzigd of vervangen. In dat geval geldt ten aanzien van de hondenbelasting het volgende:

      • a.

        wanneer de belanghebbende aantoont dat de hond is overleden, verkocht en/of weggedaan vindt ambtshalve vermindering over het lopende belastingjaar slechts plaats over de periode ingaande vanaf het moment waarop het afmeldingsbiljet hondenbelasting bij de gemeente is ingekomen;

      • b.

        er vindt geen ambtshalve vermindering plaats over reeds verstreken belastingjaren, zelfs niet indien alsnog wordt aangetoond dat de belasting onterecht is geheven.

Artikel 4 Jurisprudentie

  • 1. Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het gerechtshof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

  • 2. Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

Artikel 5 Melding en afwijzing

Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift of een verzoekschrift, bedoeld in artikel 2, onder a.

Artikel 6 Slotbepaling

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

  • 2. De Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen gemeente Epe 2002 van 27 december 2001, laatstelijk gewijzigd 13 oktober 2003, worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels ambtshalve vermindering 2005.

Ondertekening

Epe, 8 februari 2005
Het college voornoemd,
de voorzitter, Drs. L. Eland.
de secretaris, Mr. T.J.J. Peeters.

Inhoudsopgave

Vaststelling

Artikel 1 Reikwijdte en definities

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

Artikel 3 Uitzonderingen

Artikel 4 Jurisprudentie

Artikel 5 Melding en afwijzing

Artikel 6 Slotbepaling