Regeling vervallen per 01-01-2011

Beleidsregel Handhavingsuitvoeringsprogramma 2010

Geldend van 23-06-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Beleidsregel Handhavingsuitvoeringsprogramma 2010

Inleiding

Dit uitvoeringsprogramma is opgesteld als leidraad voor de uitvoering van de handhavingstaken van de eenheid handhaving van de gemeente Epe in 2010. De basis voor de uitvoering is het in maart 2007 vastgestelde handhavingskader. Dat biedt de algemene kaders voor de handhaving. Dit uitvoeringsprogramma is een jaarlijks programma dat de algemene werkzaamheden kort beschrijft maar met name de speerpunten van de handhaving in het betreffende jaar weergeeft.

In maart 2007 heeft de gemeenteraad van Epe een handhavingskader vastgesteld. Binnen dit handhavingskader en met de beschikbaar gestelde menskracht en middelen moeten de handhavingtaken van de gemeente Epe worden uitgevoerd, tenzij er een bijzonder project is (zoals de handhaving van permanente bewoning van recreatieobjecten).

Voor u ligt het handhavingsprogramma 2010, het vierde handhavingsuitvoeringsprogramma.

In dit uitvoeringsprogramma wordt allereerst een korte evaluatie van het uitvoeringsprogramma 2009 gegeven. Vervolgens worden de doelen per onderdeel benoemd.

Het handhavingsprogramma wordt jaarlijks door het college vastgesteld en vervolgens aan de gemeenteraad ter kennisname aangeboden. De prioriteiten moeten gesteld worden omdat er niet voldoende uren beschikbaar zijn om alle toezichts- en handhavingstaken volledig uit te voeren.

Daarnaast is het handhavingsuitvoeringsprogramma een uitvoering van de wettelijke verplichtingen als bedoeld met het bouwbeleidsplan en het handhavingsuitvoeringsprogramma milieu. Het handhavingsuitvoeringsprogramma milieu wordt overigens apart aangeboden aan college en raad. In dit programma zal daarvan een samenvatting worden gegeven.

Eerst worden nog kort de doelstellingen en speerpunten die waren gesteld voor 2009 opgesomd en geëvalueerd. Uit deze resultaten worden conclusies getrokken. Een conclusie kan inhouden dat een bepaalde doelstelling is gehaald of wordt doorgeschoven naar het komend jaar.

Evaluatie 2009

Er heeft in 2008 een doorlichting plaatsgevonden naar de mate waarin milieuhandhaving voldoet aan de professionaliseringsafpraken zoals die landelijk zijn vastgesteld. Epe voldoet inmiddels (als één van de eerste gemeenten in Gelderland) aan de professionaliseringseisen.

Bouwtoezicht

Het aantal controles preventieve handhaving is na een sterke groei nu ongeveer gestabiliseerd:

2006

1276

2007

1411

2008

2282

2009

2200

Een verdere stijging van het aantal controles met de huidige bezetting is eigenlijk niet mogelijk omdat dezelfde mensen naast de toezichtstaken ook de (bestuursrechtelijke) handhaving voor een groot deel op zich nemen. Uitgaande van circa 500 bouwvergunningen wordt ieder bouwwerk dus gemiddeld 4,5 keer bezocht. In de praktijk worden grote bouwwerken vaker bezocht en kleine minder vaak. Dit is geregeld in het toezichtprotocol.

Het intrekkingbeleid is in 2009 ook weer zeer consequent toegepast. Hierdoor zijn er vrijwel geen vergunningen meer voor bouwwerken die ouder zijn dan 3 jaar. In Epe bouwt men daardoor met actuele vergunningen. Dit komt niet alleen veiligheid, maar ook energiezuinigheid, bruikbaarheid en landschappelijke inrichting ten goede. Daarnaast verbetert het de inzichtelijkheid van de nog te controleren vergunningen (de werkvoorraad).

Epe voert duidelijk meer regie over haar preventieve handhavingsactiviteiten:

  • -

    te controleren vergunningen zijn bekend,

  • -

    per vergunning zijn de controleaspecten geprioriteerd.

  • -

    richting vergunninghouder voert Epe open schriftelijke communicatie: actieve meldingen bouwwerken gereed (voltooiingverklaring) of heldere (voor-)aanschrijvingen op basis van geconstateerde afwijkingen.

Wanneer de preventieve handhaving intensiever wordt, stijgt het aantal geconstateerde overtredingen normaal gesproken ook. Epe start regelmatig een handhavingstraject, waarbij opgelegde bouwstoppen, (voor-)aanschrijvingen en legaliseerbare overtredingen worden gezien als indicatoren binnen dit proces. Het aantal vooraanschrijvingen groeide de afgelopen jaren explosief, evenals het aantal (dwangsom)aanschrijvingen. Het is mooi om te constateren dat overtredingen door bouwbedrijven steeds minder plaatsvinden bij plaatselijk bekende bedrijven: deze zeggen te weten dat de gemeente Epe consequent toezicht uitoefent en dat men zich daarom strikt houdt aan de voorwaarden van de bouwvergunning. Vooral onbekende aannemers en particulieren begaan vaker een overtreding.

Een sterke verbetering zit er in het afgelopen jaar in de controles met de brandweer. Bouwtoezicht en de brandweer bezoeken samen de grotere panden.

Speerpunten:

Het reguliere werk van bouwtoezicht is hierboven behandeld. Daarnaast is er nog een aantal speerpunten benoemd in het handhavingsuitvoeringsprogramma 2009.

  • 1)

    Permanente bewoning: het college heeft een werkwijze afgesproken voor de aanpak van permanente bewoning. De evaluatie van het plan van aanpak wacht op enkele uitspraken van de rechter. Op basis daarvan zal een vervolgaanpak worden voorgesteld. Daarnaast moet iedere permanente bewoner van een recreatieobject voor 1 januari 2010 door de gemeente in kennis worden gesteld van de wijze waarop de gemeente met het object om denkt te gaan.

  • 2)

    Dakpanplaten: in afwachting van de evaluatie van de Welstandsnota wordt alleen actie ondernomen in 2009 als dakpanplaten nog steeds niet voldoen aan de (algemene) regels van Welstand. Wordt dit principe losgelaten na de evaluatie, dan zullen deze zaken niet worden opgepakt.

  • 3)

    Paardenbakken: Er is een paardenbakkenbeleid vastgesteld in 2007. Dit beleid is nog niet opgenomen in bestemmingsplannen. Het moment dat dat wel het geval is, zal volgens een vastgesteld plan van aanpak op vernieuwende wijze voor paardenbakken een toets worden uitgevoerd om te bezien of de betreffende bak vergunbaar is. De vergunning zal indien mogelijk per ommegaande worden afgegeven.

  • 4)

    De aanpak van illegale bewoning door arbeidsmigranten. In 2008 is, na klachten, een start gemaakt met de aanpak van een aantal panden. Gezien de ontwikkelingen zal ook in 2009 aandacht aan deze vorm van illegale bewoning worden besteed.

  • 5)

    Er zal samen met de brandweer toezicht plaatsvinden op een aantal bestaande bouwwerken. Eén en ander is gerelateerd aan de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit per 1-11-08, waardoor een groot aantal gebouwen niet meer Gebruiksvergunningplichtig is, maar onder algemene regels gaat vallen. Het betreft de volgende bouwwerken: - woongebouwen; - Eekterveld (gebouwen met meer dan gemiddeld risico); - Woningen boven winkels, met name in Vaassen; - Ondergrondse parkeergarages (7); - Logiesverblijven (bv hotels en groepskamperen); - Kerken.

Resultaten:

  • 1)

    Permanente bewoning: Bouwtoezicht heeft een groot aantal zaken opgepakt. Er is een aanpak opgesteld en uitgevoerd om alle mensen die voor 31 oktober 2003 in een recreatiewoning woonden en nu nog wonen een aanschrijving te sturen. Daarnaast zijn alle mensen die zich hebben ingeschreven in 2009 (“nieuw” in de GBA) in een recreatieobject en vrijwel alle andere mensen die ingeschreven staan in een recreatieobject in de GBA aangeschreven.

  • 2)

    Dakpanplaten: de evaluatie van de Welstandsnota is niet afgerond. Er zijn daarom geen verdere acties op dit punt ondernomen.

  • 3)

    Paardenbakkenbeleid: het beleid is inmiddels via een paraplubestemmingsplan opgenomen in de bestemmingsplannen. De aandacht op het onderwerp is ook sterk verminderd. Er zijn een paar zaken opgepakt waar om handhaving werd gevraagd. Over het algemeen betreft het hier burenruzies die bij voorkeur via (pre)mediation worden opgepakt.

  • 4)

    Illegale bewoning door arbeidsmigranten: dit is met succes opgepakt. De rechter heeft uitspraken gedaan dat we de zaken op de juiste wijze hebben aangepakt. Zowel omwonenden als degenen die woningen verhuren of bewonen weten daarmee waar ze aan toe zijn.

  • 5)

    Er is toezicht uitgevoerd bij een groot aantal bestaande panden om uitvoering te geven aan het nieuwe Gebruiksbesluit. Dit heeft geleid tot de constatering van een groot aantal overtredingen. De meeste daarvan zijn inmiddels opgelost. Door de brandweer (EVA) zijn plannen van aanpak opgesteld en uitgevoerd (deels samen met toezichthouders van de gemeente) voor de onderwerpen woongebouwen, industriegebouwen Eekterveld (gebouwen met meer dan gemiddeld risico), woningen boven winkels (met name in Vaassen), ondergrondse parkeergarages (7), logiesverblijven (bv hotels en groepskamperen) en kerken.

    Overige resultaten bouwtoezicht en -handhaving:

  • 6)

    Alle eerste controles zijn uitgevoerd op basis van het vastgestelde toezichtprotocol.

  • 7)

    Het prioriteitenschema binnen bouwhandhaving is toegepast zoals afgesproken.

  • 8)

    De handhavingsmatrix is gevolgd en verder doorgevoerd.

  • 9)

    Er is een beleid vastgesteld voor de vaststelling van de hoogte van dwangsommen.

    Wat zouden we niet gaan doen in 2009 bij bouwtoezicht

    • 1)

      In ieder geval zal niet gehandhaafd worden op aspecten die de welstand betreffen.

    • 2)

      Er zal geen aandacht besteed worden aan kleinere overtredingen. Voorbeelden daarvan betreffen hekwerken, zwembaden, andere bouwwerken en aanbouwen en bijgebouwen die net niet vallen onder de noemer “vergunningsvrij” omdat ze net iets te hoog of te groot zijn.

    • 3)

      Strijdigheden die wel vergund zijn zullen niet opgepakt worden onder de noemer “vergund is vergund”.

    • 4)

      Kleine overtredingen die geconstateerd worden bij bouwwerken waar ook grote overtredingen zijn geconstateerd zullen niet worden meegenomen in de handhavingsprocedure. Het betreft overtredingen die niet zouden zijn gehandhaafd als ze zelfstandig zouden zijn waargenomen.

    • 5)

      In 2009 zal geen toezicht op bestaande bouw plaatsvinden, behalve in geval van incidenten en behalve wat betreft de afspraken met de brandweer.

    Resultaten:

    Bovenstaande punten zijn conform uitgevoerd. In 2009 is wederom goed gebruik gemaakt van het toezichtsprotocol. Overtredingen die niet voldoende scoren worden nog wel genoemd in de handhavingsbrief, maar er wordt niet meer feitelijk op gehandhaafd. Het wordt overgelaten aan de verantwoordelijkheid van de overtreder om hier wel of niet iets mee te doen en dat wordt in de brief ook zo benoemd. Van alle afrondingen van zaken wordt ook een brief verzonden (gereedmelding).

    Naar aanleiding van adviezen van de bezwarencommissie is een beleidsregel vastgesteld voor het vaststellen van de hoogte van dwangsommen. Hiermee is voor eenieder (vooraf) inzichtelijk welke overtreding op welke dwangsom kan rekenen. Daarnaast is op advies van de commissie de toezichtsmatrix aangepast: verzoeken om handhaving die op basis van de matrix niet opgepakt zouden moeten worden krijgen vanwege dat verzoek om handhaving een zwaardere weging die vaak leidt tot een score waardoor gehandhaafd wordt.

    Een ander resultaat van handhaving BWT is dat er veel constateringen naar boven zijn gekomen van bewoning van bijgebouwen. Deze constateringen zijn op verschillende wijze boven komen drijven, bijvoorbeeld doordat digitale systemen meer informatie genereren. Daarnaast zijn er huisnummerbordjes in het buitengebied geplaatst en zijn er daardoor veel vragen hierom gekomen van mensen die in bijgebouwen wonen. Verder worden nu alle verzoeken om een huisnummer ook getoetst door bouwhandhaving. Als er nu voor een bijgebouw een huisnummer wordt aangevraagd, kan de handhaving worden opgepakt. Het aantal constateringen van (permanente) bewoning van bijgebouwen ligt inmiddels op meer dan 60 gevallen. Om deze bewoning daadwerkelijk aan te pakken is veel tijd nodig, gezien het te verwachten aantal bezwaren en beroepen. Daarom zal hiervoor in 2010, naar analogie van de aanpak van permanente bewoning van recreatiewoningen, een apart plan van aanpak worden ingediend bij het college met een verzoek om benodigde middelen.

    Handhaving Milieu

    Milieujaarverslag 2009 en milieuprogramma 2010

    Het is een wettelijke verplichting om een milieuprogramma en een milieujaarverslag op te stellen en vast te stellen. Voor de leesbaarheid en overzichtelijkheid is ervoor gekozen om deze apart vast te stellen. In het kort is een productieoverzicht gegeven. In het milieujaarverslag 2009 zal een uitgebreide toelichting op de jaarproductie worden gegeven.

    Productieoverzicht 2006-2009

    Tabel: Uitgevoerde milieucontroles

    Categorie

    Controles 2009

    Hercontroles 2009

    Controles 2008

    Hercontroles 2008

    1

    0

    0

    0

    0

    2

    108

    35

    151

    37

    3

    96

    40

    92

    18

    4

    34

    11

    32

    10

    4+

    12

    3

    nvt

    nvt

    Categorie

    Controles 2007

    Hercontroles 2007

    Controles 2006

    Hercontroles 2006

    1

    0

    0

    18

    8

    2

    115

    72

    129

    81

    3

    88

    123

    95

    60

    4

    26

    10

    9

    10

    4+

    nvt

    nvt

    nvt

    nvt

    De afgesproken productie is ruimschoots gehaald. Het aantal hercontroles is wederom relatief laag. Dit wordt gezien als een indicator voor de handhavingskwaliteit: hoe beter/meer gehandhaafd wordt, hoe meer bedrijven daarmee rekening houden en het voldoen aan milieuwetgeving als eigen verantwoordelijkheid zien.

    Speerpunten Milieuhandhaving 2009:

    • 1.

      Uitvoering geven aan een project “Propaantanks bij recreatiebedrijven in relatie tot externe veiligheid en natuurbranden”;

    • 2.

      Doorontwikkelen bestaand prioriteringssysteem;

    • 3.

      Invoeren toezichtprotocol voor het Activiteitenbesluit;

    • 4.

      Betere en gestructureerde aanpak van complexe handhavingszaken en klachten;

    • 5.

      Controle op overtredingen uit de top 10;

    • 6.

      Communicatie meer in te zetten als preventieve handhaving;

    • 7.

      Nadruk op controleren van de categorie 3 en 4 bedrijven;

    • 8.

      Opstellen lichtbeleid in relatie tot lichthinder sportverlichting;

    • 9.

      Inventariseren en evt. opzetten regionale samenwerking met de Regio Stedendriehoek;

    • 10.

      Uitvoeren project bodemlozingen.

    Resultaten speerpunten handhaving milieu:

    • 1.

      Het project “Propaantanks bij recreatiebedrijven” is uitgevoerd. Er hebben zich geen onveilige situaties voorgedaan. Met deze actie zijn de gegevens voor PUEV II actueel gemaakt voor de inrichtingen met een propaantank.

    • 2.

      Het prioriteringssysteem is nog onvoldoende doorgevoerd. Daarom is eind 2009 een actie uitgezet om dit recht te zetten. In 2010 bekijken we of het nodig is om de tabel aan te vullen of te wijzigen.

    • 3.

      Er is nog geen toezichtprotocol opgesteld voor de handhaving van het Activiteitenbesluit. In hoofdlijnen is het wel bekend bij de handhavers alleen nog niet op papier gezet; dit zal begin 2010 alsnog gedaan worden.

    • 4.

      Er is een protocol voor complexe klachten opgesteld. Hierin is aangegeven dat bij, mogelijke, langslepende klachten een plan van aanpak wordt opgesteld. Terugkoppeling vind ook plaats via het werkoverleg.

    • 5.

      Er heeft nadrukkelijk toezicht plaatsgehad op “overtredingen uit de top 10”. Dit heeft geleid tot meerdere constateringen van bijvoorbeeld de opslag van gevaarlijke stoffen bij bedrijven.

    • 6.

      De communicatie inzetten als preventieve handhaving heeft met name plaatsgevonden tijdens milieucontroles, en minder in meer algemene zin via de media. Waar in het verleden door het volgen van het 2-stappenbeleid nog veel klachten waren van ondernemers, zijn door eenduidige communicatie hier geen klachten meer over bekend.

    • 7.

      De nadruk bij de controles heeft vooral gelegen op de categorie 3 en 4 bedrijven. Daarnaast hebben meer controles bij agrariërs plaatsgevonden.

    • 8.

      Lichtbeleid is nog niet opgesteld in 2009 maar is doorgeschoven naar 2010, als uitwerking van het milieubeleidsplan. Wel zijn alle bekende klachten ten aanzien van lichthinder bij sportverenigingen opgelost.

    • 9.

      Er hebben op regioschaal gesprekken plaatsgevonden ter oriëntatie op samenwerking. In dat kader is ook een onderzoek uitgevoerd naar de mate waarin de gemeenten van de stedendriehoek fysiek berekend zijn op de taak milieuhandhaving. Dit onderzoek is ter kennisname aan het college aangeboden. Verdere samenwerking zal worden opgepakt in het licht van Epe-regiegemeente, gekoppeld aan de verplichte vorming van Regionale UitvoeringsDiensten, die per 2012 zullen moeten worden gerealiseerd.

    • 10.

      Het project bodemlozingen is uitgevoerd en bijna volledig afgerond. Gebleken is dat er vrijwel geen panden bekend zijn die op de bodem lozen terwijl ze aangesloten zouden moeten zijn op de riolering. Waar dat nog wel het geval is, is een aanschrijving opgesteld.

    Wat zou handhaving milieu niet doen in 2009?

    • 1)

      Lichthinder: alleen in geval er sprake is van grote overtredingen.

    • 2)

      Lichte overtredingen worden alleen vermeld in een toezichtsbrief; het wordt aan de verantwoordelijkheid van de ondernemer overgelaten alsnog te voldoen aan het voorschrift.

    • 3)

      Controles op bedrijven met een geringe kans op milieuschade/hinder, bepaald door het risico-inventarisatiesysteem (voormalige categorie-1-bedrijven).

    Resultaten:

    • -

      Lichthinder: alle bekende gevallen zijn opgelost.

    • -

      Lichte overtredingen komen weinig meer voor, wegens het in werking treden van het Activiteitenbesluit. Daar waar ze nog voorkomen, is alleen opgenomen in de toezichtsbrief dat het een verantwoordelijkheid van de ondernemer betreft.

    • -

      Er zijn niet of nauwelijks bedrijven bezocht met een geringe kans op milieuschade door de toepassing van het risico-inventarisatiesysteem.

    Handhaving APV en bijzondere wetten in 2009.

    Resultaten speerpunten 2009 APV en Bijzondere Wetten

    Evenementen

    Vrijwel alle grotere evenementen zijn bezocht in 2009. Waar nodig is dat interdisciplinair gedaan. Dat heeft geleid tot meer verantwoordelijkheidsgevoel en begrip bij de organisatoren. Gevaarlijke situaties zijn ter plekke besproken en binnen de afgesproken termijn verholpen.

    Bij acute dreigende situaties, bijvoorbeeld stormachtig weer, is gebleken dat een redelijk aantal organisatoren gedurende het evenement telefonisch onbereikbaar waren. Deze onwenselijke situatie is door middel van aanvullende vergunningvoorschriften en duidelijke afspraken met de organisator verholpen. Het calamiteitenplan van de politie heeft daarbij ook een goede uitwerking gehad. De hulpverlening en bereikbaarheid tijdens het Emsterfeest is daar een goed voorbeeld van.

    Jeugd & alcohol

    Er is veel aandacht besteed aan jeugd en de daaromtrent optredende problemen. Het beeld is dat deze aandacht nog vergroot zal moeten worden. Jeugd en alcohol is vanuit de regio opgepakt en daar zijn enkele verassende initiatieven uit voortgekomen. Voor jongeren die onder invloed van drank een delict plegen, geldt vanaf 2010 het project ‘Boete of Kanskaart’. Jongeren kunnen kiezen voor een boete of een taakstraf gecombineerd met een leerstraf op het gebied van verantwoord alcohol gebruik.

    Om het alcoholgebruik bij evenementen te verminderen, heeft de APV-werkgroep Stedendriehoek een aantal beleidsregels opgesteld die gemeenten (gedeeltelijk) kunnen implementeren. Een aantal van deze beleidsregels worden nu als voorschrift in de evenementenvergunning en ‘drankontheffing’ opgenomen. Het schenken van alcohol vanaf 13.00 uur en een alcoholverbod bij ‘jeugdige evenementen’ zijn daar enkele voorbeelden van. Er komt geen apart evenementenbeleid.

    De in het openbaar aanwezige groepen jongeren binnen de gemeente Epe worden in kaart gebracht en geclassificeerd volgens de ‘shortlist methodiek’ van onderzoeksbureau Beke/Ferwerda. Aan de hand van deze methodiek kan het aantal en soort overlastgevende groepen jongeren bepaald worden. Het is de bedoeling dat deze ‘shortlist’ in samenwerking met betrokken partners zoals politie en jongerenwerkers geactualiseerd blijft.

    Nadat overlast rondom het gemeentehuis is toegenomen is een stagiaire beveiliging aangetrokken, die zowel de veiligheid in als rondom het gebouw in de gaten heeft gehouden, zowel in een aantal dagdelen als in een aantal avonddelen. Dit heeft geleid tot aanzienlijk minder overlast en vernielingen rondom het gemeenthuis. Daarnaast hebben bodes en de collega’s aan de balie het gevoel dat de veiligheid is toegenomen.

    Opiumwet

    Naar aanleiding van klachten van buurtbewoners en vermoedens van drugsgebruik in en rondom een pand in Vaassen heeft de politie in september 2009 een actie gehouden. Tijdens deze inval zijn diverse hard- en softdrugs opgespoord en in beslag genomen. De hoofdbewoner en enkele ‘drugsklanten’ zijn aangehouden. Op 29 december 2009 is het pand op grond van de Opiumwet door middel van een dwangbevel voor de duur van drie maanden gesloten. In de tussentijd zou de huurovereenkomst met de hoofdbewoner door Triada ontbonden moeten worden. De hoofdbewoner is op 12 januari 2010 door de rechtbank veroordeeld tot 10 maanden gevangenisschap met aftrek van voorarrest. Gedurende het jaar 2010 wordt deze zaak nauwlettend gevolgd en indien nodig wordt het dwangbevel verlengd.

    Vliegende brigade

    Het aantal geconstateerde overtredingen tijden de vliegende brigade heeft aangetoond dat integrale prikacties noodzakelijk blijven. Van de 11 gecontroleerde horecazaken in december 2009, waren er 5 in overtreding. Bijna de helft heeft zich niet aan de voorschriften voor brandveiligheid, milieu, bouwzaken en bijzondere wetten gehouden. In het jaar 2010 wordt bekeken hoe de sancties verzwaard kunnen worden om laksheid bij ondernemers tegen te gaan.

    Een aantal zaken die tijdens vorige vliegende brigades een gele of rode kaart hebben gehad, waren nu niet in overtreding en kregen als gevolg daarvan een groene kaart.

    Kapbeleid

    Illegaal kappen heeft niet tot het aantal processen verbaal geleid van 2008. Er zijn aanbevelingen gekomen van burgers hoe beter toezicht gehouden kan worden op zowel de verleende vergunningen en de daarin opgenomen herplantplicht als op illegale kap. Op basis daarvan en op basis van het nieuwe kapbeleid (bomenbeleidsplan) is het toezichts- en handhavingsplan op dit onderdeel aangescherpt. Hiervan zullen de resultaten in 2010 naar verwachting zichtbaar worden.

    Illegale stort is nog steeds een probleem dat bij vlagen in grote mate de kop opsteekt. De pakkans is nog te laag en kennelijk is het nog steeds aantrekkelijk om op deze wijze van afval verlost te raken. Prettig is dat in 2009 burgers te hulp zijn geschoten met het noteren van kentekens van mensen die hun afval op illegale wijze bij bijvoorbeeld verzamelcontainers hebben neergezet. Hierdoor is de rekening van een aantal gevallen gepresenteerd aan de vervuiler.

    Het rookverbod wordt gehandhaafd door de Voedsel- en Warenautoriteit. Op plaatsen waar illegale rooktenten zijn geplaatst is/wordt opgetreden vanuit de bouwregelgeving.

    Hondenpoep

    Er is relatief veel aandacht besteed aan de controle van het hondenpoepbeleid. Dit is in samenspraak gedaan met de afdeling Openbare Ruimte om direct te kunnen terugkoppelen naar de beleidsvormers. Er heeft inmiddels een evaluatie plaatsgevonden. Daaruit is gebleken dat de aandacht vanuit de handhaving onvoldoende bij de burger herkenbaar is. Dat komt omdat te vaak is gewaarschuwd en te weinig verbaliserend is opgetreden. Hierop is halverwege 2009 actie ondernomen door met name BOA’s te laten controleren en geen toezichthouders meer. Het is echter niet eenvoudig om hondenbezitters te betrappen op het niet opruimen van poep. De meeste p.v.’s zijn dan ook opgemaakt voor loslopende honden.

Strategisch doel

Het achterliggende, strategische doel van handhaving is dat er bij burgers en bedrijven meer duidelijkheid in de regels komt en de toepassing ervan. Uiteindelijk moet handhaving, als sluitstuk van de reguleringsketen, een bijdrage leveren aan het verminderen van het aantal overtredingen. Steeds vaker melden burgers en bedrijven dat hun bekend is dat met de gemeente Epe niet te sollen valt en dat ze zullen voldoen aan de aanschrijving die door de gemeente is opgesteld.

Dat moet ook het doel zijn van de handhaving: burgers moeten de beleving hebben dat de “subjectieve pakkans” in Epe groot is en dat het dus niet loont om niet te voldoen aan de regels. Als indicator voor het succes van handhaving zou dan ook genoemd kunnen worden dat het naleefgedrag steeds beter wordt en dat er steeds minder inzet van dwangmiddelen noodzakelijk is.

Bij bovenstaande is handhaving dus duidelijk geen doel op zich: naleving van de regels wordt bevorderd. Hoe beter regels nageleefd worden, hoe minder handhaving als in te zetten instrument noodzakelijk is.

Doelen 2010

Het grootste deel van 2009 is gewerkt met een volledige bezetting, zodat er (wederom) geen achterstanden zijn en de basis op orde is. Hierdoor heeft verdere ontwikkeling op kwaliteit kunnen plaatsvinden, bijvoorbeeld die van verzonden brieven.

  • 1.

    Een algemeen doel is de ontwikkeling van de eenheid handhaving naar integrale handhaving en ketenhandhaving. Door integrale handhaving is contact met dezelfde klant minder vaak nodig. Daarnaast levert dit een efficiencyslag op voor de gemeente Epe: er is minder tijd nodig per klant. Deze ontwikkelingsslag is tevens nodig om voorbereid te zijn op de komst van de Omgevings-vergunning in 2010. Ketenhandhaving houdt in dat niet alleen het moment wordt gehandhaafd, maar dat ook gekeken wat er in het vervolg gebeurt (concreet: als uit het toezicht op een sloopvergunning blijkt dat het asbest juist gescheiden wordt gehouden, moet je ook controleren wat er vervolgens mee gebeurt, anders heeft het nog geen zin). Daarbij is het betrekken van en afstemmen met ketenpartners (zoals politie en brandweer) heel belangrijk en die afstemming zal dan ook nadrukkelijk worden gezocht.

  • 2.

    Een doel dat meeloopt met het eerste doel is dat de eenheid Handhaving zich evenals de eenheid Vergunningverlening moet voorbereiden op de omgevingsvergunning. Dit is een project waarbij burgers en bedrijven via één loket bij de overheid via één aanvraag een vergunning aan kunnen vragen voor een ontwikkeling die betrekking kan hebben op milieu, apv, bouwen en veel andere vergunningen. Dit vraagt van zowel vergunningverlening als handhaving een verdere professionalisering om dat op voldoende niveau te kunnen behappen.

  • 3.

    Afgesproken in het handhavingskader 2007-2011 is dat zal worden begonnen met “naming & shaming”: van de uitgevoerde handhavingsacties zal bericht worden gegeven in de media. Het gaat dan in ieder geval om notoire overtreders, zware overtredingen en om het melden van de totale opgelegde of geïnde dwangsommen. In het kader van Europese verplichtingen (verdrag van Aarhus) worden milieuovertreders reeds gepubliceerd, dus daarvoor worden geen nadere acties ondernomen. Op andere terreinen moet worden gezocht naar de wijze van “naming & shaming”.

  • 4.

    Als uitwerking van de nota “Epe regiegemeente” en ter oriëntatie op de landelijk geïntroduceerde Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) zal bekeken worden of en zo ja op welke wijze Handhaving in Epe gereorganiseerd zal moeten worden. Vooralsnog hebben de RUD’s alleen betrekking op milieu. De minister heeft inmiddels toegestaan dat in Gelderland de Gelderse Maat mag worden toegepast. Dat betekent dat voor de schaal gekozen mag en zal worden voor de regio Stedendriehoek. In 2010 zal e.e.a worden opgestart.

Uitvoering en speerpunten

De wijze waarop de eenheid handhaving een bijdrage aan het strategisch doel in 2010 zal geven wordt in deze paragraaf beschreven.

In zijn algemeenheid wordt de inzet van toezicht en handhaving bepaald door de risico’s die zijn vastgelegd door college en raad in 2004 in de prioriteitstelling. Deze risico’s zijn per vakgebied verder uitgewerkt.

Daarnaast is er ieder jaar een aantal speerpunten benoemd. Deze speerpunten geven aan welke punten, naast de reguliere prioritering vanuit veiligheid, gezondheid en milieu, in dat jaar extra aandacht zullen krijgen. Het hanteren van speerpunten betekent niet dat er extra handhavingscapaciteit wordt ingezet. Het geeft aan welke aandachtsvelden extra inzet kunnen verwachten. Bij zowel bouwen als milieu volgen de aandachtsvelden waar meer aandacht op gevestigd wordt uit de risicomatrices die voor die onderdelen zijn opgesteld. Hiervoor zullen geen aparte speerpunten meer worden opgesteld, omdat deze al zijn opgebouwd vanuit risico’s. Dat is systematisch inzichtelijk gemaakt voor bouwhandhaving en milieuhandhaving in 2010.

Doelen per eenheid

6.1 Bouwtoezicht

Hoe gaan we het doen in 2010

Bouwtoezicht: op basis van het toezichtsprotocol. Met behulp van het toezichtsprotocol wordt vooraf beslist, op basis van prioriteiten, hoeveel aandacht geschonken wordt aan welke bouwwerken en waar dan op gecontroleerd wordt. Er vindt afstemming plaats op vergunningverlening, waar een vergelijkbaar proces plaatsvindt (toetsingsprotocol). Er vindt digitale verslaglegging plaats van controles middels een vastgesteld controleformulier. Deze werkwijze is gestandaardiseerd in 2009.

In 2007 is begonnen met de toepassing van het toezichtsprotocol. Het college geeft via dit toezichtsprotocol aan welke aspecten zij belangrijk vindt binnen de handhaving en welke onderdelen minder van belang zijn en dus een eigen verantwoordelijkheid betreffen van de vergunninghouder.

Bouwhandhaving: Er is een handhavingsmatrix (prioriteitenschema, zie bijlage) opgesteld op basis waarvan de geconstateerde overtredingen tijdens het toezicht worden beoordeeld. Er worden punten toegekend per overtreding. Naarmate de overtreding meer te maken heeft met veiligheid, gezondheid, milieu of leefbaarheid worden meer punten gescoord. Boven een bepaalde score wordt een handhavingstraject ingezet, daaronder wordt afgezien van handhaving. Voor wat betreft handhavingsverzoeken zal daarnaast toch (in gevallen) ook gekeken moeten worden naar de “hinder” die een ander van deze overtreding heeft. Daarmee wordt dus ook naar de (on)evenredigheid van de handhaving voor wat betreft aard en ernst van de overtreding gekeken, en worden niet meer alle handhavingsverzoeken in prio 1 en 2 zonder meer afgewezen onder verwijzing naar de handhavingsmatrix. Juridisch kan dat niet overeind gehouden worden.

De handhavingsmatrix is na de evaluatie van 2009 aangepast en past nu meer binnen het doel waarvoor hij is opgesteld. Tegen een kleine overtreding wordt minder snel opgetreden, een grote overtreding zal altijd worden opgepakt. Bij kleine overtredingen moet worden gedacht aan overtredingen met betrekking tot schuttingen, kleine gevelwijzigingen tijdens de bouw en het plaatsen van zwembaden. Grote overtredingen waartegen wel handhavend wordt opgetreden zijn veelal zaken die een wat groter ruimtelijk effect hebben of waarbij de veiligheid of de gezondheid in het geding is. In de handhavingsmatrix worden bij het gebruik en het bouwen zonder of in afwijking van de vereiste vergunning drie kwalificaties genoemd te weten: ernstig, matig en licht. Voor de kwalificaties ernstig, matig en licht is aansluiting gezocht bij de beleidsregel dwangsomhoogten in bouwzaken.

Ook een verzoek om handhaving zal nu minder snel worden afgedaan. Dit overeenkomstig een advies van de commissie voor de Bezwaarschriften. De hieronder genoemde speerpunten krijgen door het aanpassen van de handhavingmatrix minimaal prioriteit 4.

Wat zijn de speerpunten in 2010

  • 1)

    Permanente bewoning: er wordt een vervolgaanpak vastgesteld door het college in 2010. Hierbij zal het vooral gaan over de aanpak van recreatieobjecten die geen woningen zijn, maar chalets en stacaravans. Het betreft hier een groot aantal gevallen die voor de bewijslast grotendeels afhankelijk zijn van constateringen buiten, wat zeer arbeidsintensief is. De uitvoering van dit werk wordt grotendeels uitgevoerd door derden.

  • 2)

    Er zal samen met de brandweer toezicht plaatsvinden op een aantal bestaande bouwwerken. Eén en ander is gerelateerd aan de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit per 1-11-08, waardoor een groot aantal gebouwen niet meer Gebruiksvergunningplichtig is, maar onder algemene regels gaat vallen. De volgende onderwerpen zullen met de brandweer worden opgepakt:

    Restanten 2009:

    • -

      Ondergrondse bouwwerken;

    • -

      Kerken;

    • -

      Bedrijven op Industrieterrein Eekterveld.

    Regulier handhavingswerk:

    • -

      Evenementen en vliegende brigades zoals in 2009;

    • Adviserende/voorliggende taken

      • -

        prioriteit ligt bij kinderopvang/kinderdagverblijven en basisonderwijs;

      • -

        naar een aantal geschikte instellingen wordt gezocht om mee te oefenen en te adviseren;

      • -

        Uitvoering geven aan het onderzoek van Team BrandOnderzoek: zorgen voor werkende rookmelders en CO2-melders in woningen;

      Er wordt door de brandweer niet gecontroleerd op:

      • -

        bouwmarkten: de huidige bouwmarkten zullen verplaatsen. Bij nieuwvestiging zal aan alle eisen moeten worden voldaan;

      • -

        Recreatieterreinen: vanwege het intrekken van de Wet op de Openluchtrecreatie kan er niet meer gehandhaafd worden op recreatieterreinen. Er zal wel gekeken worden welke beleidsdocumenten in Epe zijn en hoe ze moeten worden aangepast zodat er weer toezicht vanuit de brandweer kan plaatsvinden.

  • 3)

    Milieutechnisch

    In een steeds milieu bewuster wordende maatschappij is het van belang om tijdens bouwcontroles meer aandacht te hebben voor de energiezuinigheid van bouwwerken. Dit is ook een onderwerp dat in de duurzaamheidsnota naar voren is gekomen. Hierom zal de prioriteit tijdens bouwcontroles meer worden gelegd op energiezuinigheid en zal na het controleren van afwijkingen hier ook tegen worden opgetreden. Hierbij moet bijvoorbeeld worden dacht aan het controleren van de EPN berekening, de toegepaste isolatiematerialen en een juiste verwerking hiervan en het voorkomen van koudebruggen.

    Gezondheidstechnisch Bij het goed isoleren hoort ook het goed ventileren. Het ministerie van Vrom heeft de afgelopen tijd aandacht besteed aan het ventileren van gebouwen. Een goede ventilatie voorkomt veel gezondheidsklachten. Met name voor kantoren, woningen en scholen is een goede ventilatie van belang. Tijdens het bouwen zal extra worden gelet op de ventilatie van bovengenoemde gebouwen. Hierbij zal aandacht worden besteed aan het toepassen van de juiste ventilatieroosters, voldoende ventilatiecapaciteit, positionering van ventilatievoorzieningen en warmte- terugwinsystemen.

  • 4)

    Er zal meer toezicht op bestaande bouw plaatsvinden Geconstateerd is dat er veel overtredingen plaatsvinden op het Asbestbesluit en dat er meerdere gebouwen zijn die in onvoldoende staat van onderhoud verkeren waardoor er gevaren kunnen optreden.

    Wat gaan we niet doen in 2010

    Op basis van het toezichtsprotocol en het prioriteitenschema (zie toezichtsmatrix) wordt de keuze gemaakt om een groot aantal elementen niet op te pakken. Deze keuze zit in de systematiek besloten door de weging die aan de verschillende onderwerpen wordt toegekend. Per gebouwtype worden de elementen uit de wetgeving aangegeven in een overzichtsstaat. Aan deze wetgevingselementen (bijvoorbeeld daglichttoetreding) kunnen prioriteiten toegekend worden waar een tijdsbesteding aan hangt. Door die prioriteiten toe te kennen die betrekking hebben op gezondheid, veiligheid en milieu en niet aan minder prioritaire zaken, is het mogelijk om minder tijdsbesteding per product te creëren en daardoor tijd te reserveren voor prioritaire zaken.

    • 1)

      In ieder geval zal niet gehandhaafd worden op aspecten die de welstand betreffen.

    • 2)

      Er zal geen aandacht besteed worden aan kleinere overtredingen. Voorbeelden daarvan betreffen hekwerken, zwembaden, andere bouwwerken en aanbouwen en bijgebouwen die net niet vallen onder de noemer “vergunningsvrij” omdat ze net iets te hoog of te groot zijn.

    • 3)

      Strijdigheden die wel vergund zijn zullen niet opgepakt worden onder de noemer “vergund is vergund”.

    • 4)

      Kleine overtredingen die geconstateerd worden bij bouwwerken waar ook grote overtredingen zijn geconstateerd zullen niet worden meegenomen in de handhavingsprocedure. Het betreft overtredingen die niet zouden zijn gehandhaafd als ze zelfstandig zouden zijn waargenomen.

Paragraaf 6.2 Doelen milieuhandhaving

Hoe gaan we het doen in 2010

Speerpunten worden op het gebied van milieuhandhaving grotendeels bepaald door het soort bedrijf. Een milieuhygiënisch zwaar bedrijf met een slecht nalevingsgedrag wordt veel vaker bezocht dan een milieuhygiënisch licht bedrijf met een goed nalevingsgedrag. Kleine bedrijven met nauwelijks milieugevolgen of –risico’s zullen niet bezocht worden of slechts wanneer daarover wordt geklaagd. Alle bedrijven zullen systematisch worden beoordeeld op basis van een risico-inventarisatiesysteem. Met dit systeem wordt de toezichtsfrequentie bepaald.

Acties uit Milieubeleidsplan

  • -

    Stimuleren naleefgedrag bij bedrijven door meer controle op aandachtsbedrijven en categorie 3 en 4 bedrijven. Dus meer gericht controleren op gevaar- en milieuaspecten. -> Speerpunt 2010;

  • -

    Alle inrichtingen uit het bestand zijn bezocht in 2009. De cyclus begint dan weer van voor af aan;

  • -

    Opstellen richtlijn voor afwijkende controlefrequentie -> Is vertaald naar de notitie “Prioritering Milieucontroles en niet inrichtingsgebonden taken”;

  • -

    Uitvoering geven aan mobiel handhaven. -> Project “Integrale handhaving” loopt nog;

  • -

    Opstellen lokaal lichtbeleid, met veel aandacht voor sportverlichting. -> Speerpunt 2010;

Paragraaf 6.3 Handhaving APV en bijzondere wetgeving

Wat gaan we doen in 2010

De handhaving van de APV en bijzondere wetgeving (APV/bw) is anders vormgegeven dan handhaving milieu en bouwen. Hoewel binnen de kaders van de APV de meeste vergunningen worden verstrekt, vindt toezicht en handhaving vooral plaats op basis van klachten over het gebruik van de openbare ruimte. Het betreft (klachten over) o.a. zwerfvuil, gestort vuil, overhangende takken, het parkeren van voertuigen, het kappen van houtopstanden/bomen, het aanleggen van uitritten, het maken van muziek zonder vergunning, het toezicht op de markt, het toezicht op evenementen, enz. De afgelopen jaren is er steeds vaker overlast van jongeren. Hierbij kan het gebruik van alcohol of andere drugs een versterkend effect op deze overlast hebben. Samen met de regio en andere handhavingspartners wordt gezocht naar een aanpak van dit probleem.

In ieder geval zal prioriteit worden gegeven aan de taken van 1 van de BOA’s voor wat betreft de aanpak van jeugd.

  • 1.

    In 2010 zal, net als in 2009, actief toezicht gehouden worden op evenementen. In ieder geval zullen alle grote evenementen worden bezocht. Daarnaast zijn er sinds medio 2007 2 BOA’s in dienst bij handhaving. Dat maakt een steeds specifieker toezicht mogelijk. Landelijk is er ook een beweging zichtbaar van de politie die zich meer met haar “kerntaken” bezig houdt, terwijl algemener toezicht en handhaving meer aan gemeenten wordt toegedicht.

  • 2.

    De bijzondere wetgeving maakt een meer programmatische handhaving mogelijk. Het betreft hier de controle op de verstrekking van drank, de aanwezigheid van speel- en behendigheidsautomaten, inrichtingseisen e.d.

Steeds vaker is hierbij sprake van een integrale benadering (ketenregie). Hierbij wordt vooral samengewerkt met politie en brandweer.

Het doel van de handhaving van de APV is dan ook veel meer de handhaving van de kwaliteit van de leefomgeving, vroeger ook wel het voorkomen van kleine ergernissen genoemd.

In 2010 zal in het reguliere werk veel aandacht besteed worden aan jeugdoverlast, jeugd en alcohol, parkeren, het nieuwe kapbeleid en de herplantplicht, hondenpoep en loslopende honden, illegale stort, fietsen in voetgangersgebieden, (grote) evenementen, drank- en horecawetgeving en vernielingen.

Speerpunten in het toezicht en de handhaving zullen zijn de controle op jeugd en alcohol, illegale kap en herplantplicht, illegale afvalstort en de grotere evenementen. In deze acties vindt steeds meer afstemming plaats met de politie.

Naar verwachting zal in 2010 de nieuwe wet Drank en Horeca van kracht worden. Als dat zo is zullen controles bij supermarkten moeten worden uitgevoerd. Nog bekeken moet worden hoe hiervoor uren beschikbaar gesteld kunnen worden.

Daarnaast zullen medewerkers opnieuw meedraaien in het toezicht tijdens de oudejaarsavond en de periode tussen kerst en oud en nieuw.

De positieve ervaringen van de “vliegende brigade” zullen moeten uitmonden in het directer optreden nadat overtredingen geconstateerd zijn bij ondernemingen. Het uitdelen van een gele kaart, zoals afgesproken, leidt tot onvoldoende resultaat. Er moeten afspraken gemaakt worden welke sanctie op welke overtreding gezet zal moeten worden, in samenspraak met politie en brandweer.

Bijlage: toezichtmatrix bouwen.

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Inhoudsopgave

Inleiding

Evaluatie 2009

Strategisch doel

Doelen 2010

Uitvoering en speerpunten

Doelen per eenheid

6.1 Bouwtoezicht

Paragraaf 6.2 Doelen milieuhandhaving

Paragraaf 6.3 Handhaving APV en bijzondere wetgeving