Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Geldend van 01-01-2005 t/m heden

Intitulé

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Raadsbesluit 2004 Agendanummer: 04-114

DE RAAD DER GEMEENTE EPE;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (Handelingen van de raad, bijlagenr. 04-114)

gelet op artikel 18, zevende lid van de Wet inburgering nieuwkomers;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      a. de Wet: de Wet inburgering nieuwkomers (Win);

    • b.

      b. WWB: de Wet werk en bijstand;

    • c.

      c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe;

    • d.

      d. nieuwkomer: de nieuwkomer als bedoeld in artikel 1 van de wet;

    • e.

      e. bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de WWB;

    • f.

      f. boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;

  • 2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2 Het besluit tot opleggen van een bestuurlijke boete

  • 1. Het college legt een nieuwkomer een boete op indien hij in strijd handelt met de verplichtingen voortvloeiend uit artikel 18 van de wet.

  • 2. Het college neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet de bepalingen van deze verordening in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.

Artikel 3 Hoogte van de boete

  • 1. De boete bedraagt 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm.

  • 2. Indien de nieuwkomer geen belanghebbende in de zin van de WWB is, wordt bij toepassing van het eerste lid uitgegaan van de bijstandsnorm die voor hem zou gelden in het geval hij wel belanghebbende zou zijn.

  • 3. Het opleggen van een boete op grond van deze verordening blijft achterwege indien voor dezelfde gedraging de uitkering van de nieuwkomer is afgestemd op grond van de maatregelenverordening van de gemeente Epe.

Artikel 4 Recidive en afstemming

  • 1. Bij herhaling van een gedraging als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet, binnen twaalf maanden nadat aan de nieuwkomer ter zake van die gedraging een boete is opgelegd, bedraagt de boete 40% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm.

  • 2. Indien de nieuwkomer binnen een termijn van 12 maanden, nadat toepassing is gegeven aan de bepaling van het eerste lid van dit artikel, opnieuw in strijd handelt met de verplichting op grond van artikel 18 van de wet, dan wordt de duur van de boete als bedoeld in het eerste lid van dit artikel verdubbeld.

  • 3. Met het opleggen van een bestuurlijke boete wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen of bij ontbreken van iedere vorm van verwijtbaarheid, als bedoeld in artikel 18, vierde lid van de wet.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers.

Ondertekening

Epe, 16 december 2004.
De raad voornoemd,
de griffier, V.J.S.M. Smit.
de voorzitter, Drs. L. Eland.

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Het besluit tot opleggen van een bestuurlijke boete

Artikel 3 Hoogte van de boete

Artikel 4 Recidive en afstemming

Artikel 5 Inwerkingtreding

Artikel 6 Citeertitel

Nota-toelichting TOELICHTING BOETEVERORDENING WET INBURGERING NIEUWKOMERS

1. Algemene toelichting

In de Wet inburgering nieuwkomers (Win) is bepaald dat, indien de nieuwkomer niet voldoet aan de wettelijke inburgeringsverplichtingen, sanctionering plaatsvindt door het opleggen van een bestuurlijke boete (artikelen 18 tot en met 20).

De inburgeringsverplichtingen kunnen echter ook deel uitmaken van aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen. Indien niet voldaan wordt aan dergelijke aan de bijstand verbonden verplichtingen, dan vindt sanctionering plaats door een verlaging van de uitkering.

Omdat bijstandsgerechtigde nieuwkomers daardoor dubbel kunnen worden gesanctioneerd (zowel een boete als een verlaging van de uitkering) is ter voorkoming daarvan in de Win een anticumulatiebepaling opgenomen.

Sanctionering bij het niet voldoen aan de inburgeringsverplichtingen vindt dus op twee verschillende manieren plaats. Om te voorkomen dat het op twee verschillende manieren sanctioneren van dezelfde wettelijke bepalingen leidt tot verschillende sancties, was tot 1 januari 2004 in een Algemene Maatregel van Bestuur op grond van de Win de hoogte van de boetes geregeld.

Vanaf 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) van kracht. Op grond van de WWB dient de gemeente het sanctiebeleid bij het niet voldoen aan de verplichtingen die aan de uitkering zijn verbonden te regelen in een maatregelenverordening. Met de invoering van de WWB is ook de Win gewijzigd, en moet de gemeente in een verordening nadere regels stellen met betrekking tot het opleggen van de administratieve boete in het kader van de Win.

Op grond van artikel 18, eerste lid, van de Win moet het college een boete opleggen als een nieuwkomer in strijd handelt met een uit de Win voortvloeiende, in de betreffende bepaling nader aangeduide verplichting. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen.

De hoogte van de boete is, tot het moment dat de WWB en deze verordening op 1 januari 2005 in werking treedt, landelijk geregeld via het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. De boete bedraagt in dit Boetebesluit 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm, die voor hem geldt of voor hem zou gelden als hij bijstandsgerechtigde zou zijn. In geval van recidive binnen twaalf maanden nadat de eerste boete is opgelegd, wordt de boete verdubbeld tot 40% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Zodra deze verordening in werking treedt vervalt, op grond van de Invoeringswet WWB en artikel 2 van de Invoeringsregeling WWB, het Boetebesluit Win en treedt artikel 47 van de Invoeringswet feitelijk in werking.

Op grond van het aldus gewijzigde artikel 18, zevende lid, van de Win moeten vanaf dat moment, bij gemeentelijke verordening nadere regels zijn gesteld over de hoogte van de boete.

Nieuwkomers met een uitkering worden gesanctioneerd conform de maatregelenverordening WWB en nieuwkomers zonder WWB uitkering coform de Boeteverordening WIN.

Geen materiële wijziging2.

Deze verordening beoogt geen materiële wijziging aan te brengen ten opzichte van het Boetebesluit Win. De boete blijft 20% van de bijstandsnorm, alleen vormt, vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening, de Boeteverordening Win de formele grondslag voor de bepaling van de hoogte van de boete.

Dat betekent dat ook geen bijzondere overgangsbepalingen getroffen behoeven te worden, omdat nieuwkomers als gevolg van deze verordening materieel niet in een nadeliger positie komen te verkeren.

3.Relatie met het maatregelenbeleid WWB

Voor zover als het gaat om nieuwkomers die bijstand ontvangen, blijft een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand, is opgelegd (zie artikel 3 het vierde lid van de verordening).

Daarbij is van belang dat het volgen van een inburgeringsprogramma als verplichting aan de bijstand kan worden verbonden. Het verwijtbaar niet-nakomen van die verplichting leidt, net als onder de Abw, op grond van de WWB en de hierboven genoemde Maatregelenverordening tot een verlaging van de bijstand met eveneens 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand.

Bij recidive binnen twaalf maanden nadat een maatregel is opgelegd, wordt het percentage verdubbeld.

4.Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De begrippen in deze verordening hebben dezelfde betekenis als in de Win.Het begrip bijstandsnorm, waaraan de hoogte van de boete is gerelateerd, is ontleend aan de WWB. Het is het normbedrag per maand waarop krachtens de WWB aanspraak gemaakt kan worden als men over onvoldoende middelen beschikt om te kunnen voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van het bedrag is onder meer afhankelijk van de woon- en leefsituatie.

Artikel 2

In artikel 18, zevende lid, van de Win is bepaald dat de gemeente bij verordening nadere regels dient te geven met betrekking tot de hoogte van de bestuurlijke boete, die bij niet-nakomen van een verplichting aan de betrokken nieuwkomer is opgelegd.De bestuurlijke boete kan aan de nieuwkomer worden opgelegd indien hij in strijd handelt met één van de volgende verplichtingen:

- zich niet melden voor een inburgeringsonderzoek (art. 2 Win);

- geen medewerking verlenen aan een inburgeringsonderzoek ( art. 4, lid 4 Win);

- - zich niet laten inschrijven bij een educatie-instelling (art. 8 Win);

- niet aanwezig zijn bij alle onderdelen van het voor hem voorgestelde educatief programma,

- daaronder begrepen het afleggen van een toets (art. 9, lid 1 en art.10, lid 3 Win);

-niet verlenen van medewerking aan de overige onderdelen van het voor hem vastgestelde inburgeringsprogramma (art. 12, lid 1 Win).

Artikel 3

Zoals in het algemeen deel van de toelichting is verwoord, beoogt deze verordening geen wijziging te brengen in het materiële recht. In deze bepaling is dan ook vastgelegd dat de hoogte van de boete 20% van de bijstandsnorm blijft.Indien een bijstandsgerechtigde nieuwkomer bedoelde verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, zal het college hem veelal een maatregel in de zin van de WWB opleggen. Indien een maatregel is opgelegd mag het college ten aanzien van dezelfde gedraging geen bestuurlijke boete meer opleggen (art.18, lid 5 Win). Dit is nog eens uitdrukkelijk aangegeven in het derde lid. Het primaat ligt dus duidelijk bij het opleggen van een maatregel. Er bestaat een aantal fundamentele verschillen tussen het opleggen van een boete en een maatregel. Indien een boete wordt opgelegd dan dienen bepaalde voorschriften uit de Win in acht te worden genomen. Het gaat om bepalingen die de rechten van de overtreder moeten waarborgen, zoals het verplicht horen en het zwijgrecht van de overtreder. Voor het opleggen van een maatregel gelden in principe alleen de bepalingen en beginselen van de Algemene wet bestuursrecht. Ten tweede is de wijze van inning anders. Een maatregel kan worden ingehouden op de uitkering en wordt dus direct door de gemeente “ontvangen”. De boete moet daadwerkelijk worden betaald door de overtreder. Bij weigering zal de gemeente maatregelen moeten nemen om alsnog de boete te kunnen innen (zie artikel 20 Win).

Artikel 4

In dit artikel is geregeld dat bij recidive de boete 40% van de bijstandsnorm bedraagt. Ook het begrip recidive is ten opzichte van het, in het Boetebesluit Win gehanteerde begrip, niet gewijzigd.Artikel 18, tweede lid, Win bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. De boete mag, met andere woorden, niet disproportioneel zijn.Verder kan het college op grond van artikel 18, vierde lid, Win, afzien van het opleggen van een boete als daarvoor dringende redenen zijn. Deze bepaling kan worden gezien worden als een hardheidsclausule. Gelet op de mogelijkheden om op grond van de in artikel 18, tweede lid, van de wet genoemde criteria al een vergaande individualisering toe te passen, in het bijzonder doordat rekening gehouden kan worden met de omstandigheden van de klant, zal er slechts in zeer uitzonderlijke situaties aanleiding zijn om toepassing aan deze bepaling te geven. De dringende redenen kunnen geen verband houden met de omstandigheid waaronder een verplichting niet is nagekomen, maar uitsluitend gelegen zijn in de onaanvaardbaarheid van de gevolgen die een boete voor de belanghebbende heeft. Indien een nieuwkomer binnen een termijn van 12 maanden na het toepassen van de recidive-bepalingen nogmaals zijn verplichtingen niet nakomt dan wordt de termijn van de boete (dus: de 40% boete) verdubbeld. Dit laat echter de mogelijkheden tot nadere afstemming onverlet. Indien belanghebbende na verdubbeling van de termijn volhardt in het niet-nakomen van zijn verplichting dan zal nadere afstemming dienen plaats te vinden op grond van artikel 18 het tweede lid van de wet. Deze afstemming dient ook naast de bepalingen uit deze verordening plaats te vinden. De hoogte van de boete kan dus altijd worden aangepast.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005. De verordening heeft, wanneer na inwerkingtreding de wettelijke grondslag voor toepassing van het Boetebesluit Win is komen te vervallen en bovendien in de Invoeringswet WWB geen bijzondere overgangsbepalingen zijn opgenomen, exclusieve werking. Dit betekent dat de nieuwe regels ook van toepassing zijn op gedragingen die voor datum van inwerkingtreding van deze verordening hebben plaats gevonden. Dit spoort ook met de overwegingen van de wetgever om in het domein van bijstand te voorzien in exclusieve werking op het terrein van verhaal en terugvordering van bijstand en de boete en de maatregel, zoals verwoord in de toelichting op het vervallen van artikel 6 van de Invoeringswet WWB (kamerstuk 28960, nr.7)Omdat deze verordening, in vergelijking tot het Boetebesluit Win, materieel geen wijzigingen tot gevolg heeft, behoeven ook in deze verordening geen overgangsregelingen getroffen te worden, nu nieuwkomers door deze verordening niet in een nadeliger positie komen te verkeren.