Regeling vervallen per 01-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

Geldend van 10-12-2009 t/m 30-11-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

Raadsbesluit 2009registratienummer: 2009-62247

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van honden binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

    • a.

      die uitsluitend dienen om blinde personen te geleiden;

    • b.

      die uitsluitend als hulphond dienen voor personen met een lichamelijk handicap;

    • c.

      die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij samen met de moederhond worden gehouden;

    • d.

      waarvan de houder in het bezit is van een geldend certificaat van de Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider, op wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen;

    • e.

      waarvan de houder woonachtig is in het gebied dat is gelegen buiten de bebouwde komgrenzen, zoals deze zijn vastgesteld bij raadsbesluit van 16 april 2009, nummer 09-011 of zoals dit besluit laatstelijk is gewijzigd of vervangen.

  • 2. De vrijstelling genoemd onder lid 1, onderdeel a en b, geldt voor één hond per belastingplichtige.

  • 3.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar € 51,56 per hond.

  • 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland € 309,36 per kennel.

  • 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien de belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op de voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 5. Voor de toepassing van het bepaalde in het derde onderscheidenlijk het vierde lid wordt het totaal van op één biljet verenigde aanslagen respectievelijk ontheffingen hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag respectievelijk ontheffing.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor aanslagen die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop deze betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 maar minder dan € 1.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen één maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 3. De verordening hondenbelasting 2006 van 9 november 2005, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 13 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 5. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 6. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening hondenbelasting 2010’.

Ondertekening

Epe, 12 november 2009
De raad voornoemd,
de voorzitter, M.van Lente.
de griffier, V. Smit.

Inhoudsopgave

Artikel 1 Belastbaar feit

Artikel 2 Belastingplicht

Artikel 3 Belastingplicht

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Artikel 5 Belastingtarief

Artikel 6 Belastingjaar

Artikel 7 Wijze van heffing

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Artikel 9 Termijnen van betaling

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 11 Kwijtschelding

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel