Treasurystatuut

Geldend van 19-12-2015 t/m heden

Intitulé

Treasurystatuut

Hoofdstuk 1 Treasurystatuut

Paragraaf I Begrippenkader

Artikel 1

In dit statuut wordt verstaan onder:

Financiering

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

Geldstromenbeheer

Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren (overboeken) zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

Intern liquiditeitsrisico

De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

Intern liquiditeitsrisicobeheer

Intern liquiditeitsrisicobeheer is het beheersen van de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en de meerjaren investeringsplanning waardoor als gevolg daarvan de financieringskosten hoger kunnen uitvallen;

Kasgeldlimiet

Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Met de kasgeldlimiet wordt een grens gesteld aan het aantrekken van financiële middelen met een looptijd van korter dan 1 jaar om grote fluctuaties in de rentelasten te voorkomen;

Koersrisico

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

Koersrisicobeheer

Koersrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële vaste activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

Kredietrisico

De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

Kredietrisicobeheer

Kredietrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

L iquiditeitenbeheer

Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

Liquiditeitenplanning

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;

Rating

Taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming, bepaald door een ratingbureau, zoals Moody’s en Standard & Poors;

Renterisico

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;

Renterisicobeheer

Het renterisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat in de toekomst de rentelasten van het vreemd vermogen hoger respectievelijk dat de renteopbrengsten van de activa lager zullen zijn dan een bestuurlijk wenselijk geacht niveau, c.q. het in de meerjarenraming en begroting geraamde niveau;

Renterisiconorm

Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld (schuld met een rente typische looptijd van één jaar of langer) door het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningportefieulle;

Rente typische looptijd

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

Saldobeheer

Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

Rentevisie

Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

Risicobeheer

Het beheersen van financiële risico’s zoals renterisico’s, liquiditeitsrisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s;

Schatkistbankieren

Het aanhouden van overtollige middelen in de schatkist bij het ministerie van financiën;

Solvabiliteitsratio van 0%

Status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

Treasuryfunctie

De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

Uitzetting

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer;

Valutarisico

De risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment;

V alutarisicobeheer

Valutarisicobeheer is het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.

Paragraaf II Doelstellingen van de treasuryfunctie

Artikel 2

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

Hoofdstuk 2 Risicobeheer

Paragraaf III

Artikel 3

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    de gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen;

  • 2.

    de gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.

Paragraaf IV Renterisicobeheer

Artikel 4

  • 1. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 2. de renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 3. nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 4. de rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 5. de rentevisie van de gemeente (onderdeel van de treasuryparagraaf in de begroting) wordt jaarlijks opgesteld op basis van de rentevisie van de Nederlandse Bank.

Paragraaf V Koersrisicobeheer

Artikel 5

  • 1. De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door uitsluitend gelden uit te zetten in de vorm van producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het einde van de looptijd intact is of in vastrentende waarden, uitgezet bij een instelling die voldoet aan artikel 6;

  • 2. tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door conform artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

Paragraaf VI Kredietrisicobeheer

Artikel 6

  • 1. Uitzettingen van middelen uit hoofde van treasury vindt uitsluitend plaats bij de schatkist van het rijk;

  • 2. bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden indien mogelijk zekerheden of garanties geëist.

Paragraaf VII Intern liquiditeitsrisicobeheer

Artikel 7

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitenplanning.

Paragraaf VIII Valutarisicobeheer

Artikel 8

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Hoofdstuk 3 Gemeentefinanciering

Paragraaf IX Financiering

Artikel 9

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    financieringen worden enkel aangetrokken uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak onder de in artikel 4 en 8 vermelde voorwaarden;

  • 2.

    financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    de gemeente vraagt offertes op bij minimaal 3 instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken.

Paragraaf X Langlopende uitzettingen

Artikel 10

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer geldt het volgende uitgangspunt:

1. uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 3, 4, 5, 6 en 8 genoemde voorwaarden.

Paragraaf XI Relatiebeheer

Artikel 11

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste eens in de 5 jaar beoordeeld;

  • 2.

    bankrelaties dienen ten minste te beschikken over een AA-rating van één van de volgende erkende rating-bureaus Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;

  • 3.

    financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands Toezicht te vallen,

  • 4.

    tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

Hoofdstuk 4 Kasbeheer

Paragraaf XII Geldstromenbeheer

Artikel 12

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:

  • 1.

    het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • 2.

    het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Paragraaf XIII Saldo- en liquiditeitenbeheer

Artikel 13

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    de gemeente streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen één rente-compensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;

  • 2.

    indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • 3.

    toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening;

  • 4.

    toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden die onder de limiet van schatkist bankieren vallen zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen en deposito’s;

  • 5.

    bij het extern uitzetten van gelden boven de limiet van het schatkistbankieren is slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan.

Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle

Paragraaf xiv Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Artikel 14

n het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle

De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 1.

    bevoegdheden, verantwoordelijkheden en de daarbij behorende informatievoorziening zijn vastgelegd in de bijlage van dit statuut;

  • 2.

    bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

    • b.

      de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

  • 3.

    tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

Paragraaf XV Inwerkingtreding

Artikel 15

  • 1. Dit treasurystatuut treedt in werking op de dag volgend op de publicatie.

  • 2. met ingang van de datum van inwerkingtreding vervalt het "Treasurystatuut zoals deze is vastgesteld door de raad van 23 januari 2003.

Bijlage Bijlage “uitvoeringskader treasurystatuut

Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

Functie

Verantwoordelijkheden

De gemeenteraad

• Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, globale richtlijnen en limieten;

• Het vaststellen van de treasuryparagraaf in begroting en jaarrekening;

• Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan;

• Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid;

• Het uitvoeren van de niet aan het college van B&W overgedragen treasuryactiviteiten.

Het college van B&W

• Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

• Het achteraf bekrachtigen van de afgesloten transacties (voor zover de Gemeenteraad dit niet aan zich heeft voorbehouden);

• Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

De portefeuillehouder Financiën

• Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).

De medewerker eenheid Financiën (ID), belast met treasuryactiviteiten

• Het uitvoeren van de treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de treasuryparagraaf;

• Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten;

• Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasurybeheer;

• Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W;

• Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het relatiebeheer en het kasbeheer(=geldstromenbeheer en het saldo- en liquiditeitenbeheer). Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de treasuryparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door de teamleider Interne Dienstverlening;

• Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer;

• Het beheren van de geldstromen;

• Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

• Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

• Het beoordelen van bankrelaties en hun bancaire condities;

• Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier;

• Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;

• Het opzetten en het bijwerken van de financiële planning;

• Het verzamelen en het verstrekken van de wettelijke voorgeschreven informatie aan de provincie en het CBS;

• Het afleggen van verantwoording aan de teamleider Interne Dienstverlening over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

De medewerker eenheid Bedrijfsvoering, belast met treasury

• Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;

• Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen;

• Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college;

• Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: financiering en langlopende uitzettingen. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de treasuryparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door de teamleider eenheid Bedrijfsvoering;

• Het opstellen van de rentevisie;

• Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

• Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

• Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier;

• Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;

• Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de aan de gemeentelijke administratie;

• Het afleggen van verantwoording aan de teamleider eenheid Bedrijfsvoering over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

De afdelingshoofden

• Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan de eenheid Financiën met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten.

De teamleiders /

budgethouders

• Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun eenheden aanleveren aan de eenheid Financiën met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten;

• Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de eenheid Financiën;

• Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

De kassier

• Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

• Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

• Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;

• Het rapporteren aan de teamleider Interne Dienstverlening, belast met controle over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

De comptabele

• Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven in de verplichtingen- en financiële administratie.

Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

Bevoegd functionaris

(eerste handtekening)

Autorisatie door

(tweede handtekening)

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

1. Het uitzetten van geld voor een periode < 1 jaar

kassier

teamleider ID

2. Het aantrekken van geld voor een periode < 1 jaar

kassier

teamleider ID

3. Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

kassier

comptabele

Bankrelatiebeheer

4. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

comptabele

teamleider ID

5. Bankcondities en tarieven afspreken

medewerker eenheid Financiën, belast met treasury

teamleider ID

Financiering en uitzetting

6. Het afsluiten van kredietfaciliteiten

medewerker eenheid Bedrijfsvoering, belast met treasury

teamleider eenheid Bedrijfsvoering

7. Het aantrekken van gelden voor een periode > 1 jaar

medewerker eenheid Bedrijfsvoering, belast met treasury

teamleider eenheid Bedrijfsvoering

8. Het uitzetten van gelden zoals voor een periode > 1 jaar

medewerker eenheid Bedrijfsvoering, belast net treasury

teamleider eenheid Bedrijfsvoering

9. Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

college van B&W

gemeenteraad

10. Het garanderen van gelden uit hoofd van de publieke taak

college van B&W

gemeenteraad

Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

1. Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

kwartaal / incidenteel

afdelingshoofden

medewerker financiën

2. Liquiditeitenplanning

kwartaal

medewerker financiën & medewerker eenheid bedrijfsvoering belast met treasury

kassier / medewerker eenheid Bedrijfsvoering, belast net treasury

3. Beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf van begroting

jaarlijks

medewerker eenheid Financiën, belast met treasury / medewerker eenheid Bedrijfsvoering belast met treasury

gemeenteraad

4. Evaluatie treasuryactiviteiten in Treasuryparagraaf van jaarrekening

jaarlijks

medewerker eenheid Financiën, belast met treasury /. medewerker eenheid Bedrijfsvoering belast met treasury

gemeenteraad

5. Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido

binnen de wettelijke termijnen

comptabele

derden

6. Lenings- / uitzettings-/ garantiebesluiten

binnen 14 dagen na besluit

college van B&W

provincie