Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen

Geldend van 23-11-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 06-01-2014

Intitulé

Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Epe,

Gelet op de

Wet basisregistratie personen;

Wet bescherming persoonsgegevens.

Besluiten:

Vast te stellen de navolgende regeling beheer en toezicht basisregistratie personen gemeente Epe:

Hoofdstuk 1 Aanwijzen functionarissen

Artikel 1.1

Het college van burgemeester en wethouders wijst functionarissen aan die belast worden met het:

  • 1.

    informatiebeheer

  • 2.

    beveiligingsbeheer

  • 3.

    privacybeheer

  • 4.

    systeembeheer

  • 5.

    toezicht

Artikel 1.2

  • 1. De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

    • 1.

      gegevensbeheer;

    • 2.

      functioneelbeheer;

    • 3.

      gegevensverwerking;

    • 4.

      het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring. Opgenomen in bijlage 1.

Hoofdstuk 2 Het informatiebeheer

Artikel 2.1

De informatiebeheerder beheert de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en het autorisatiebesluit.

Artikel 2.2

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a)

    een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b)

    een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c)

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 13 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d)

    administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;

  • e)

    periodiek overleg tussen hem en de op basis van de regeling aangewezen beheerders;

  • f)

    richtlijnen voor de bijhouding van de basisregistratie personen.

Artikel 2.3

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • 1.

    de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

  • 2.

    de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan het College Bescherming Persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2.4

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:

  • a)

    persoonsinformatievoorziening;

  • b)

    beveiliging;

  • c)

    gegevenskwaliteit;

  • d)

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 2.5

De informatiebeheerder beslist:

  • a)

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening;

  • b)

    op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;

  • c)

    op verzoeken van derden als genoemd in artikel 3.6 van de Wet en als genoemd in de bij Verordening BRP genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;

  • d)

    over de wijze van de verstrekking van gegevens met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b en c. (Verstrekkingsmogelijkheden zijn: van ad hoc vragen op persoon of adres, mutatieberichten op papier of via het gegevensmagazijn en selectieverstrekkingen.)

Artikel 2.6

De informatiebeheerder ziet er op toe dat:

  • a)

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b)

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 7 geschiedt volgens de bepalingen uit de wet, de Verordening basisregistratie personen en Wet bescherming persoonsgegevens;

  • c)

    de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding, evenals de beveiliging van de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen worden nageleefd;

  • d)

    dat alle in artikel 3, lid 1 genoemde functionarissen, alsmede systeembeheerder op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen en van de gevolgen van deze installatie;

  • e)

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 2.7

De informatiebeheerder, of een op grond van de artikelen 1 en 2 aangewezen functionaris, neemt deel aan buiten gemeentelijk overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen aangaan.

Hoofdstuk 3 Het gegevensbeheer

Artikel 3.1

  • 1. De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a)

      de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen;

    • b)

      het beheer van documentatie op het gebied van de wet en overige regelgeving op het gebied van de basisregistratie personen;

    • c)

      de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de basisregistratie personen en andere houders van voorzieningen voor de basisregistratie personen over gegevensverwerking;

    • d)

      het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de basisregistratie personen;

    • e)

      het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen.

    De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.

Artikel 3.2

De gegevensbeheerder voorziet in:

  • 1.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wet BRP;

  • 2.

    controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de basisregistratie personen. 

Artikel 3.3

De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de functioneel beheerder BRP, vanuit de in artikel 10 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen.

Artikel 3.4

  • 1. Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de basisregistratie personen onderworpen aan een inhoudelijke controle door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2. De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

  • 3. De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening.

Hoofdstuk 4 Het systeembeheer

Artikel 4.1

De Systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van het toepassingssysteem waarmee de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen wordt gevoerd (hierna toepassingssysteem).

Artikel 4.2

Systeembeheerder voorziet in:

  • a)

    de fysieke beveiliging van het toepassingssysteem;

  • b)

    een dagelijkse back-up die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de apparatuur voor de gemeentelijke voorziening van de BRP is opgesteld;

  • c)

    de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van het toepassingssysteem;

  • d)

    de beschikbaarheid van het toepassingssysteem overeenkomstig hetgeen daarover intern en met derden is overeengekomen.

Artikel 4.3

De Systeembeheerder is bevoegd:

  • a)

    a) direct maatregelen te treffen wanneer de continuïteit van het toepassingssysteem of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is; hij is verplicht achteraf ter zake te rapporteren aan de informatiebeheerder;

  • b)

    aanwijzingen te geven over:

  • - beheer toepassingssystemen;

  • - beheer van bestanden;

  • - reconstructiemaatregelen.

Hoofdstuk 5 Het functioneelbeheer

Artikel 5.1

De functioneel beheerder BRP voorziet in:

  • 1.

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • 2.

    een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • 3.

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualiseringen aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de functioneelbeheerder BRP en de informatiebeheerder op grond van een besluit van de informatiebeheerder;

  • 4.

    de bijhouding van een dossier van de autorisaties, die overeenkomstig artikel 7 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • 5.

    het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • 6.

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

  • 7.

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan;

  • 8.

    een oplossing, eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor de onder 7 genoemde problemen en klachten;

  • 9.

    de voorlichting aan de alle in artikel 2 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

  • 10.

    de coördinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met systeembeheerder;

  • 11.

    de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de basisregistratie personen worden ontleend;

  • 12.

    de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;

  • 13.

    een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zonodig door inschakeling van een derde.

Artikel 5.2

De functioneel beheerder BRP is verantwoordelijk voor:

  • a)

    de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b)

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • d)

    het beheer van de tabellen van de basisregistratie personen;

  • e)

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 5.3

De functioneel beheerder BRP is bevoegd:

  • a)

    gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de basisregistratie personen aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b)

    voor het gebruik van de basisregistratie personen gedragsregels op te stellen.

Artikel 5.4

De functioneel beheerder BRP is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk van het plan Informatiebeveiliging.

Artikel 5.5

De functioneel beheerder BRP ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 5.6

De functioneel beheerder BRP neemt deel aan het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 6 Het privacy beheer

Artikel 6.1

  • 1. De privacy beheerder adviseert de informatiebeheerder en het college van burgemeester en wethouders over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de Wet en Verordening BRP

  • 2. De privacy beheerder is verantwoordelijk voor:

    • a)

      de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 7, onder b, c en d van deze regeling;

    • b)

      het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacy voorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de Wet BRP en de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 6.2

De privacy beheerder adviseert over:

  • a)

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage);

  • b)

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet ingediend worden en de eventuele privacy toets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

  • c)

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • d)

    de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • e)

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 6.3

De privacy beheerder is bevoegd:

  • a)

    op grond van het in artikel 25, sub b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b)

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

Artikel 6.4

De privacy beheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet BRP en daarbij behorende regelingen, de Wet bescherming persoonsgegevens voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 7 De gegevensverwerking

Artikel 7.1

De gegevensverwerkers voorzien in:

  • 1.

    het verwerken van de gegevens in de basisregistratie personen overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de wet voorgeschreven systeembeschrijving (Logisch Ontwerp GBA) en de handleiding uitvoeringsprocedures, voor zover daartoe door de functioneel beheerder BRP geautoriseerd;

  • 2.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • 3.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • 4.

    de behandeling van mutaties;

  • 5.

    de behandeling van het netwerkverkeer;

  • 6.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

  • 7.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de wet en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de Wet geen ontleningstatus is gegeven;

  • 8.

    de dagelijkse controle van de in de basisregistratie personen aangebrachte actualiseringen;

  • 9.

    de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van:

  • - wijziging van het naamgebruik;

  • - vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft die leidt tot opname in de basisregistratie personen;

  • - wijziging adres;

  • - wijziging geheimhouding adres.

  • 10.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene ingeval van een: 

    - 1e inschrijving in de basisregistratie personen;

  •  - een vervolginschrijving uit het buitenland;

  •  - bij geboorte.

  • 11.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage)

  • 12.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet ingediend worden en de eventuele privacy toets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

  • 13.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • 14.

    de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • 15.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 7.2

De gegevensverwerkers:

  • 1.

    beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 26 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • 2.

    beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;

  • 3.

    stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.

Hoofdstuk 8 De toezichthouder

Artikel 8.1

De toezichthouders als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.

Artikel 8.2

De toezichthouder controleert of de burger voldoet aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP. De toezichthouder werkt in lijn met de Beleidsregel bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen van de gemeente Epe.

Artikel 8.3

De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet BRP.

Artikel 8.4

  • 1. De toezichthouder ontleent de in lid 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden aan hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 8.2,  bevoegd:

    • a)

      met uitzondering van het zonder toestemming van een bewoner betreden van een woning, elke plaats te betreden met medeneming van apparatuur (zoals laptop, fotocamera);

    • b)

      zich zo nodig toegang verschaffen met behulp van de sterke arm;

    • c)

      zich te laten vergezellen door personen die door hem zijn aangewezen;

    • d)

      inlichtingen te vorderen;

    • e)

      inzage te vorderen van een identiteitsbewijs;

    • f)

      zakelijke gegevens te vorderen, kopieën te maken of documenten mee te nemen om te kopiëren;

    • g)

      onderzoek te doen;

    • h)

      rapport op te maken ter zake een geconstateerde overtreding van de bepalingen van de Wet BRP, als genoemd in artikel 32.

Artikel 8.5

De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in samenspraak met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.

Artikel 8.6

De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.

Hoofdstuk 9 Het beveiligingsbeheer

Artikel 9.1

  • 1. De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor de inrichting, organisatie en uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid op het gebied van de persoonsinformatievoorziening.

  • 2. De beveiligingsbeheerder is in het bijzonder verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van het plan Informatiebeveiliging voor de gemeentelijke voorzieningen waarmee de gemeente Epe uitvoering geef aan de Wet BRP en voor het gegevensmagazijn.

Artikel 9.2

  • 1. De beveiligingsbeheerder ondersteunt en adviseert de informatiebeheerder op het gebied van informatiebeveiliging op zodanige wijze, dat de informatiebeheer diens verantwoordelijkheid op grond van de artikelen 2.2 en 2.3van dit reglement op deugdelijke wijze kan invullen.

  • 2. De beveiligingsbeheerder coördineert de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen van het plan Informatiebeveiliging.

Artikel 9.3

De beveiligingsbeheerder is bevoegd:

  • a)

    uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 9.1, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b)

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de beveiliging in het geding is.

Artikel 9.4

De beveiligingsbeheerder:

  • a)

    onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;

  • b)

    stelt passende normen en controlemaatregelen op;

  • c)

    implementeert beveiligingsmaatregelen;

  • d)

    coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als genoemd onder c.

Artikel 9.5

De beveiligingsbeheerder is het aanspreekpunt op het gebied van Informatiebeveiliging en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.

Artikel 9.6

De beveiligingsbeheerder:

  • a)

    neemt deel aan het in artikel 2.2, onder e genoemde overleg;

  • b)

    participeert in de ontwikkeling en formulering van het gemeente brede informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 9.7

De beveiligingsbeheerder rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de gemeente brede managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 10.1

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet BRP evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP in het gegevensmagazijn.

Artikel 10.2

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt en werkt terug tot 6 januari 2014.

Artikel 10.3

  • 1. Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling Beheer en Toezicht 2016”;

  • 2. Deze regeling en haar bijlagen liggen ter inzage bij de verantwoordelijke voor de basisregistratie personen;

  • 3. De regeling treedt in werking de dag volgend op de vaststelling van deze regeling ;

  • 4. met de inwerkingtreding van deze Regeling beheer en toezicht BRP 2016 komt de “Beheerregeling gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2013” te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgermeester en wethouders van
Epe, 27 september 2016
Burgemeester en wethouders van Epe
De burgemeester, Ir. H. van der Hoeve MPA
De secretaris, mevrouw C. Kats

Toelichting op regeling beheer en toezicht BRP

Inleiding

Sinds 1 januari 2010 geldt voor de hele overheid, en dus ook binnen gemeenten, de verplichting om bij de uitvoering van taken gebruik te maken van persoonsgegevens uit de gemeentelijke basisadmini­stratie persoonsgegevens (GBA), thans basisregistratie personen (BRP). Organisatieonderdelen (volgens de wet ‘organen’) van de gemeente (voorheen gemeentelijke afnemers) dienen gegevens over de personen met wie ze zaken doen te betrekken uit de BRP.

Op grond van artikel 4.15 van de Wet BRP mag de gemeente tot aan het moment dat ze overgaat op het gebruik van een nieuwe ‘BRP-voorziening’, gebruik blijven maken van het GBA-systeem waarmee ze werkte tot aan het moment van inwerkingtreding van de Wet BRP. In aansluiting op artikel 4.15 van de Wet BRP, wordt in deze regeling de term ‘oude gemeentelijke voorziening voor de uitvoering van de BRP’ gebruikt, in deze toelichting afgekort tot GV. In GV registreert de gemeente gegevens over haar inwoners.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op grond van artikel 1.9 Wet BRP verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen waarmee de Wet BRP wordt uitgevoerd. De centrale voorzieningen (afgekort CV) zullen gegevens gaan bevatten over alle personen die in Nederland woonachtig zijn (ingezetenen) en over personen die niet in Nederland wonen maar wel een relatie hebben met de Nederlandse overheid (niet-ingezetenen). Vooralsnog zal de minister aan de Wet BRP uitvoering geven met behulp van de reeds bestaande landelijke voorziening voor de GBA, de GBA-V, en met een voorziening voor registratie voor de niet-ingezetenen (RNI). Het feitelijk gebruik van de RNI is gestart vanaf 5 september 2014.

afbeelding binnen de regeling

figuur 1: Distributie BRP-gegevens

Voor het gebruik van persoonsgegevens uit de GV zijn nadere regels gesteld bij Verordening. Binnen de gemeente Epe zijn met de Verordening en het Reglement gegevensverstrekking basisregistratie

personen gemeente Epe 2014, nadere regels gesteld d.d. De verkrijging van gegevens uit de BRP is gebaseerd op een autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

In de praktijk vindt distributie van persoonsgegevens doorgaans niet (meer) rechtstreeks vanuit de BRP plaats, maar vanuit een specifiek daarvoor ingericht gegevensmagazijn. Dat gegevensmagazijn wordt gevoed zowel vanuit de GV (inwoners) als vanuit de centrale voorziening (voor de niet-inwoners en niet-ingezetenen). Het hiervoor beschrevene wordt geïllustreerd met figuur 1.

Beheer én toezicht

Uit oogpunt van privacy, beveiliging en beheer en toezicht is het noodzakelijk voor de GV een aantal taken te benoemen en vast te leggen in een regeling waarin de hoofdlijnen van het beheer van en toezicht op de GV is geregeld. Los van de noodzaak verplicht ook de wetgever het college van burgemeester en wethouders via artikel 1.11 Wet BRP, zich te houden aan de nadere regels van de systeembeschrijving (vooralsnog Logisch Ontwerp GBA). Het logisch ontwerp schrijft in hoofdstuk 8 de aanwijzing door burgemeester en wethouders voor van functionarissen die een aantal beheertaken uitvoeren. Deze hebben alleen betrekking op de GV.

De regeling is formeel gezien bedoeld voor de gegevensgegevensverwerking in de GV. Op de gegevens van inwoners en niet-inwoners in het gegevensmagazijn is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. De verwerking van de uit de BRP afkomstige gegevens met behulp van het gegevensmagazijn dient te worden gemeld bij het Autoriteit Persoonsgegevens (Ap), maar de Wbp schrijft geen vergelijkbare regeling voor.

Desondanks is het van belang om uit oogpunt van eenheid van persoonsinformatie- en privacybeleid en beheersbaarheid van de informatiestromen ook de voor het gegevensmagazijn relevante beheeraspecten onder te brengen respectievelijk te integreren in de regeling voor de GV. Daarmee ontstaat een ‘regeling voor informatievoorziening basisgegevens’, die zowel betrekking heeft op het beheer van de GV als op het gegevensmagazijn.

Verdeling beheer- en toezichtrollen

Deze regeling onderkent een aantal beheerrollen: informatiebeheer, gegevensbeheer,  functioneelbeheer, systeembeheer, technisch beheer, beveiligingsbeheer en privacybeheer ook de rollen van de gegevensverwerker, toezichthouder en informatiebeveiliging. Daarnaast gegevensverwerkers die verwerken uitsluitend de persoonsgegevens voor de GV. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de basisgegevens van personen die niet tot de bevolking van de gemeente worden gerekend, ligt namelijk bij de beheerder van de GV’s van de andere gemeenten en bij de beheerder van de CV’s’', de Minister van BZK.

De verdeling van de beheer- en toezichtrollen is mede afhankelijk van de inrichting van de (persoons-) informatiehuishouding en het informatie- en beveiligingsbeleid van de gemeente. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol en de bijbehorende competenties zijn richtinggevend voor de plaats in de organisatie waar deze belegd worden.

Het eerste hoofdstuk betreft de aanwijzing van de functionarissen die worden belast met de verschillende beheer- en toezichtrollen. Het college van burgemeester en wethouders wijzen de functionarissen aan waarvan de inhoud van de rol die zij vervullen, zich niet beperkt tot de GV of het gegevensmagazijn.

Gelet op de noodzaak van een onafhankelijke rolinvulling, wijzen burgemeester en wethouders de privacy beheerder aan. In de praktijk zal aan de rol van de privacy beheerder BRP veelal invulling gegeven worden door de functionaris die verantwoordelijk is voor het totale privacy beheer van de gemeente.

De informatiebeheerder voorziet in de aanwijzing van het functioneel inhoudelijk beheer en het verstrekkingenbeheer uit de GV en het gegevensmagazijn. De informatiebeheerder als bronhouder beheert inhoud en kwaliteit van de gegevens in de GV en stelt tevens leveringsvoorwaarden (i.c. privacy voorwaarden) aan de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen.

De gegevensverstrekking binnen de gemeentelijke organisatie over niet-inwoners uit BRP, dient gebaseerd te zijn op het autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken. Het beheer en de uitvoering van dat autorisatiebesluit, maken deel uit van het functioneel inhoudelijk en verstrekkingenbeheer.

Leeswijzer

Hoofdstuk 1 betreft de aanwijzing van de functionarissen door het college van burgemeester en wethouders en door de informatiebeheerder. De hoofdstukken 2 tot en met 9 bevatten de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol. De slotbepalingen zijn opgenomen in hoofdstuk 10.

De besluiten tot aanwijzing van de functionarissen die invulling geven aan de rollen in deze regeling door burgemeester en wethouders respectievelijk de informatiebeheerder zijn opgenomen in de bijlagen 1 en 2

Bijlage 1: Aanwijzing van beheerfunctionarissen door het college burgemeester en wethouders

Op grond van artikel 1, van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

Informatiebeheer

Als informatiebeheerder is aangewezen De heer D.K.  van der Velde, afdelingsmanager Samenleving

Als plaatsvervanger is aangewezen De heer. J. Spaans, afdelingsmanager Ondersteuning

Beveiligingsbeheer

Als beveiligingsbeheerder is aangewezen

De heer  A. van Egteren, Beleidsuitvoerder B, team Services van de afdeling Ondersteuning;

Als plaatsvervanger is aangewezen De heer B. Klaassen,  Intern Adviseur A, Financiën, team Advies&Administratie van de afdeling Ondersteuning

 

Privacybeheer

Als privacybeheerder is aangewezen

De heer D.K.  van der Velde, afdelingsmanager Samenleving

Als plaatsvervanger is aangewezen De heer J. Spaans, afdelingsmanager Ondersteuning

Systeembeheer

Als systeembeheerder is aangewezen De heer J.B. van Beek, Medewerker middelen B (Systeembeheerder), team Informatisering van de afdeling Ondersteuning;

De heer J.P. van Roon, beleidsuitvoerder B, team Informatisering van de afdeling Ondersteuning

 

Toezicht

Als toezichthouders zijn  aangewezen

Mevrouw  F.M.O. Brack-Visser, beleidsuitvoerder C, team KCC van de afdeling Samenleving;

Mevrouw  J.H. van Schoonhoven-Tiemens, medewerker E, team KCC van de afdeling Samenleving;

Mevrouw H. Kikken-de Haan, medewerker D, team KCC van de afdeling Samenleving;

De heer  R.H.J. Bosch, medewerker Handhaving/BOA, team Leefbaar van de afdeling Samenleving.

 

Beveiligingsbeheer

Als beveiligingsbeheerder is aangewezen de heer A. van Egteren, Beleidsuitvoerder B, team Services van de afdeling Ondersteuning;

Als plaatsvervanger is aangewezen de heer B. Klaassen, Intern Adviseur A, Financiën, team Advies&Administraite van de afdeling Ondersteuning.

Afnemen verklaringen artikel 2.8, lid 2 van de wet

De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring wordt toegekend aan:

Mevrouw F.M.O. Brack-Visser, Beleidsuitvoerder C (BRP-specialist), team KCC van de afdeling Samenleving;

Mevrouw M. Cazemier-Meuleman, Beleidsuitvoerder C (BRP-specialist), team KCC van de afdeling Samenleving.

Burgemeester en wethouders van Epe.

De burgemeester, de heer Ir. H. van der Hoeve MPA

De secretaris, Mevrouw C. Kats

 

Bijlage 2: Aanwijzing van beheersfunctionarissen door de informatiebeheerder

Op grond van artikel 1.2  van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

Gegevensbeheer

Medewerkers beleidsuitvoerder C van het team KCC van de afdeling Samenleving.

Functioneelbeheer

Vacant: beleidsuitvoerder C  van het team KCC van de afdeling Samenleving;

Zijn plaatsvervanger beleidsuitvoerder C (in de rol van BRP-specialist), team KCC van de afdeling Samenleving.

Naast de gegevensbeheerder zijn tevens belast met het berichtenverkeer:

Beleidsuitvoerder C (in de rol van BRP specialist),  team KCC van de afdeling Samenleving.

Gegevensverwerking

Medewerkers beleidsuitvoerder C,D,E van het team KCC van de afdeling Samenleving.

Epe, ………………………

Informatiebeheerder,

De heer D.K. van der Velde, afdelingsmanager Samenleving

Bijlage 3: Begripsbepalingen

de Wet brp:

de Wet basisregistratie personen (Stb. 2013, 315);

gemeente voorziening:

de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over

ingeschrevenen van de gemeente Epe waarvoor het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1.9 de Wet verantwoordelijk is;

gegevensmagazijn:

magazijn met persoonsgegevens over personen die zijn ingeschreven in de gemeentelijke voorziening aangevuld met de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over personen die niet behoren tot de bevolking van de gemeente Epe;

ingeschrevene:

degene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de Wet brp, in de basisregistratie is opgenomen;

centrale voorzieningen:

de (toekomstige) centrale voorzieningen waarmee de minister van BZK uitvoering geeft aan artikel 1.4. van de Wet brp;

autorisatiebesluit:

een besluit als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Wet brp betreffende de systematische verstrekking van persoonsgegevens uit de centrale voorzieningen;

informatiebeheerder:

de functionaris die namens het college van burgemeester en wethouders is belast met de dagelijkse zorg voor de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en het beheer van het autorisatiebesluit;

informatiebeheer:

het geheel van activiteiten gericht op beleidsvoorbereiding ter zake de basisregistratie personen, de ontwikkeling van kwaliteitsprocedures, beveiligingsprocedures, verstrekking- en privacy procedures, evenals de coördinatie bij de uitvoering bij deze procedures;

plan Informatiebeveiliging:

informatiebeveiligingsplan voor de gemeentelijke voorziening;

beveiligingsbeheer:

het geheel van activiteiten gericht op de inrichting, organisatie en uitvoering van de beveiliging van de persoonsinformatievoorziening;

beveiligingsbeheer:

het geheel van activiteiten gericht op het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen

uit het plan Informatiebeveiliging;

gegevensbeheer:

het geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening;

systeembeheer:

het geheel van activiteiten gericht op het onderhouden van de technische aspecten van het toepassingssysteem, waarmee de gemeente uitvoering geeft aan de Wet brp;

functioneel beheer:

het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening;

privacy beheer:

het geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens in de basisregistratie personen en informatievoorziening daaruit;

gegevensverwerking:

het ontlenen van gegevens aan documenten en deze op een voorgeschreven wijze middels het daartoe bestemde toepassingssysteem opnemen in een gegevens bestand;

toezicht;

het geheel van activiteiten op grond van de Wet brp nakomt.