Verordening op de vertrouwenscommissie Ermelo 2011

1. De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Ermelo te beoordelen en daarover schriftelijk en gemotiveerd verslag uit te brengen aan de raad en aan de commissaris.

2. De commissie ontvangt een opgave van alle sollicitanten van de commissaris. De commissaris vermeldt hierbij per kandidaat waarom hij vindt dat de kandidaat wel of niet door de vertrouwenscommissie ontvangen zou moeten worden.

3. De commissie kan besluiten naast de door de commissaris als geschikt geachte kandidaten ook andere kandidaten die gesolliciteerd hebben bij haar beoordeling te betrekken; in dat geval stelt de commissie de commissaris van dit besluit op de hoogte.

4. De commissie voert gesprekken met de geselecteerde kandidaten.

5. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten;

6. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld door de raad.

1. De commissie bestaat uit leden van de zeven fracties in de gemeenteraad van Ermelo, zijnde:

- mevrouw drs. E. Heutink-Wenderich;

- mevrouw A.G. Verhoef-Franken;

- de heer J. van Eijsden;

- de heer drs. J.A. de Haan;

- de heer B.A.C. van der Knaap;

- de heer F.N. Snoek;

- de heer W. Vogelsang.

2. Het lid van de grootste fractie in de raad is voorzitter van de commissie.

3. Het lid van de op een na grootste fractie in de raad is plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

4. Plaatsvervangende leden worden niet aangewezen. Het lidmaatschap is persoonlijk.

5. Wethouder J. van den Bosch wordt als adviseur toegevoegd aan de commissie. Hij is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

6. De plaatsvervangend griffier is secretaris van de commissie en verleent, waar nodig, ambtelijke bijstand. Zij neemt als adviseur deel aan de beraadslagingen, maar heeft geen stemrecht.

7. Als plaatsvervangend secretaris van de commissie treedt de gemeentesecretaris op.

1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk achten.

2. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

3. De commissie vergadert niet, indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

4. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt, die niet openbaar wordt gemaakt.

5. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning in de voorbereiding op de sollicitatieprocedure en voor de beoordeling van kandidaten ten aanzien van persoons- en bestuursstijlkenmerken.

1. De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken die aan de commissie worden voorgelegd, alsmede ten aanzien van het behandelde tijdens de vergadering.

2. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

3. De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen.

4. De commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, opheffen.

5. De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

6. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de adviseur, de secretaris en de plaatsvervangend secretaris van de commissie.

1. De commissie doet het in artikel 2 bedoelde verslag vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

2. De bevindingen, bedoeld in artikel 2, worden vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij ieder lid van de commissie één stem heeft; de commissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming.

3. De mening van de minderheid wordt desgewenst in het verslag vermeld.

1. De voorzitter nodigt, in overleg met de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

2. Plaats, datum en tijdstip van dit gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

1. De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister aan de gemeenteraad is bekend gemaakt wie als burgemeester van Ermelo is benoemd.

2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in het eerste lid alle archiefbescheiden, die door de commissie zelf zijn opgemaakt, onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar een krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

3. Van de in tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van de kandidaten worden onmiddellijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip aan betrokkenen teruggezonden.

5. Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk, na het in het eerste lid bedoelde tijdstip door de leden bij de secretaris van de commissie ter vernietiging ingeleverd. Deze bescheiden worden door de secretaris van de commissie onmiddellijk vernietigd.

1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de secretaris van de commissie en daar bewaard.

3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.