Regeling vervallen per 21-05-2012

Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2010 gemeente Etten-Leur

Geldend van 11-01-2010 t/m 20-05-2012

Intitulé

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WWB en WIJ GEMEENTE ETTEN-LEUR

De raad van de gemeente Etten-Leur,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Etten-Leur d.d. 10 november 2009 met overneming van de daarin vermelde motieven;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 12, eerste lid, onderdeel d van de Wet investeren in jongeren (WIJ) en artikel 150 van de Gemeentewet;

overwegende dat de gemeente bij verordening regels dient te stellen over de wijze waarop de cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten;

B E S L U I T

vast te stellen “Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2010 gemeente Etten-Leur”.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a. Wet: Wet werk en bijstand en/of Wet investeren in jongeren;

  • b. uitkeringsgerechtigde: degene, die algemene bijstand ontvangt op grond van de WWB;

  • c. niet-uitkeringsgerechtigde: de persoon, jonger dan 65 jaar, die als werkloze werkzoekende staat geregistreerd bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en die geen recht heeft op een uitkering op grond van de wet, de Werkloosheidswet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Algemene nabestaandenwet dan wel op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt (artikel 6, sub a van de wet);

  • d. jongere: degene die gebruik maakt van een werkleeraanbod en/of een inkomensvoorziening ontvangt op grond van de WIJ;

  • e. cliënten: de sub b, c en d van dit artikel bedoelde persoon, alsmede degene die een voorziening heeft in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • f. vertegenwoordiger: afgevaardigde van een maatschappelijke instelling of belangenorganisatie die direct of indirect deel uit maakt van het dagelijkse leven van de cliënt;

  • g. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur.

  • h. afdeling: de afdeling Samenleving;

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is het bevorderen van de betrokkenheid van de cliënt bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het sociale zekerheidsbeleid inclusief het Minima- en Wmo-beleid en daarmee het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening.

Ten behoeve van dit doel wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam “Cliëntenraad Sociale Zaken”.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

  • 1. De taak van de Cliëntenraad Sociale Zaken is het gevraagd of ongevraagd adviseren aan het college over:

    * de vorming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke sociale zekerheidsbeleid,

    * de uitvoering van landelijke sociale zekerheidswet- en regelgeving, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente

    * het Minima- en Wmo-beleid respectievelijk de uitvoering hiervan.

    Verder is de Cliëntenraad Sociale Zaken bevoegd om advies uit te brengen en initiatieven aan te dragen over het uitbreiden van de dienstverlening dan wel andere vormen van dienstverlening.

  • 2. Het college vraagt de Cliëntenraad Sociale Zaken in ieder geval om advies bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen.

  • 3. Niet tot de taak en bevoegdheid van de Cliëntenraad Sociale Zaken behoort het uitbrengen van advies bij klachten, bezwaarschriften of andere zaken van individuele klanten.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De Cliëntenraad Sociale Zaken bestaat uit een combinatie van cliënten en vertegenwoordigers.

  • 2. De Cliëntenraad Sociale Zaken heeft 11 zetels waarvan 6 zetels bezet worden door cliënten en 5 zetels door vertegenwoordigers.

  • 3. De leden worden door het college benoemd voor een periode van vier jaar. De zittingsperiode loopt gelijk aan die van de gemeenteraad.

  • 4. Zittende leden zijn maximaal een maal herbenoembaar voor een periode van vier jaar.

  • 5. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en secretaris

  • 6. Het lidmaatschap van de Cliëntenraad Sociale Zaken is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad of het college.

  • 7. De Cliëntenraad Sociale Zaken moet naast de voorzitter en secretaris uit minimaal 3 personen bestaan.

  • 8. De leden kunnen zich laten vertegenwoordigen door een vervanger.

Artikel 5 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap eindigt indien het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt indien het lid aftreedt;

  • 3. Het lidmaatschap eindigt indien de zittingsduur als bedoeld in artikel 4, vierde lid van de verordening is verlopen;

  • 4. In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het lid de functie blijven vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden.

Artikel 6 Taken voorzitter

  • 1. De voorzitter leidt de vergadering en zorgt voor een ordentelijk verloop van de vergadering.

  • 2. De voorzitter schorst de vergadering indien hij daartoe reden aanwezig acht.

  • 3. De voorzitter vertegenwoordigt de Cliëntenraad Sociale Zaken.

Artikel 7 Taken secretaris

  • 1. De secretaris stelt in overleg met de voorzitter de agenda voor de vergaderingen op.

  • 2. De secretaris nodigt de leden van de Cliëntenraad Sociale Zaken uit voor vergaderingen en zorgt dat de agenda en de benodigde stukken tijdig worden verstuurd.

  • 3. De secretaris woont de vergaderingen bij, maakt de notulen en zorgt voor de afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college de Cliëntenraad Sociale Zaken om advies inzake het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3 van de verordening.

  • 2. De Cliëntenraad Sociale Zaken is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college inzake het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3 van de verordening.

  • 3. Het advies dat de vertegenwoordiger binnen de Cliëntenraad Sociale Zaken uitbrengt, wordt gezien als het advies van de maatschappelijke instelling en/of van de belangenorganisatie, namens wie de vertegenwoordiger zitting heeft in de Cliëntenraad Sociale Zaken.

  • 4. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd en verstrekt, dat het toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming van college of raad ter beschikking te stellen stukken.

  • 5. De Cliëntenraad Sociale Zaken heeft minimaal twee maal per jaar bestuurlijk overleg met het college of zoveel meer als voor een goede uitoefening van zijn taak nodig is.

  • 6. Tijdens dit overleg wordt het college vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Sociale

    Zaken.

  • 7. Tijdens dit overleg zal de afdeling vertegenwoordigd zijn door het afdelingshoofd.

    Al naar gelang het onderwerp kan een inhoudelijk deskundige medewerker van de afdeling

    dit overleg bijwonen.

  • 8. Wanneer de Cliëntenraad Sociale Zaken advies uitbrengt gebeurt dit schriftelijk.

  • 9. De Cliëntenraad Sociale Zaken kan binnen de budgettaire kaders advies inwinnen van deskundigen.

  • 10. De Cliëntenraad Sociale Zaken brengt over zijn werkzaamheden in het voorafgaande jaar vóór 1 april verslag uit aan het college.

Artikel 9 Ambtelijk coördinator

  • 1. De Cliëntenraad Sociale Zaken krijgt ondersteuning van een ambtelijke coördinator van de afdeling Samenleving.

  • 2. De ambtelijke coördinator neemt periodiek deel aan de vergaderingen van de Cliëntenraad Sociale Zaken maar is geen lid van de Cliëntenraad Sociale Zaken.

  • 3. Contacten tussen de Cliëntenraad Sociale Zaken en de afdeling Samenleving lopen via de voorzitter en de ambtelijke coördinator.

  • 4. De ambtelijke coördinator woont het bestuurlijk overleg bij.

Artikel 10 Faciliteiten

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de Cliëntenraad Sociale Zaken de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Cliëntenraad Sociale Zaken.

  • 2. Ten behoeve van de Cliëntenraad Sociale Zaken wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen.

  • 3. Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, organisatiekosten, het inhuren van externe deskundigen en voorlichting.

  • 4. De gemeente stelt vergaderruimte en andere faciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Cliëntenraad Sociale Zaken.

Artikel 11 Nadere regels

  • 1. Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

  • 2. Voordat het college nadere regels stelt wordt de Cliëntenraad Sociale Zaken hierover gehoord.

Artikel 12 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 13 Verantwoording

Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks verantwoording af aan de raad.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de “Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2004, gemeente Etten-Leur” ingetrokken.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald: “ Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2010 gemeente Etten-Leur”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering
van
De raad voornoemd.
De griffier, De voorzitter,
drs. W.C.M. Voeten. Mw. H. van Rijnbach-de Groot.

Toelichting

Algemene Toelichting

Zowel in de Wet werk en bijstand (WWB) als in de Wet investeren in jongeren (WIJ) is vastgelegd dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over de wijze waarop cliënten worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten.

Met deze verordening komt de gemeenteraad tot een invulling van deze voortvloeiende plicht.

Opgemerkt wordt dat reeds eerder (bij de invoering van de WWB) een Cliëntenraad Sociale Zaken in het leven is geroepen op het gebied van gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid en landelijke sociale zekerheidswet- en regelgeving, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente.

Opnieuw wordt beoogd de continuïteit te borgen door expliciet te kiezen voor een Cliëntenraad Sociale Zaken die is samengesteld uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties én cliënten.

Artikelsgewijze toelichting.

Artikel 1

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de WWB en/of WIJ

Artikel 2 Doel cliëntenparticipatie

Dit artikel behelst een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie en omarmt de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoering van een beleidsgebied waarin de cliënt centraal staat.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden Cliëntenraad Sociale Zaken

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de Cliëntenraad Sociale Zaken zijn toebedeeld. Naast een adviserende taak wat betreft de algemene werkzaamheden en dienstverlening van de afdeling Sociale Zaken, heeft de Cliëntenraad Sociale Zaken ook recht van initiatief op dit terrein. De Cliëntenraad Sociale Zaken wordt in ieder geval om advies gevraagd bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen. Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met de Cliëntenraad Sociale Zaken gehouden omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren.

Zoals ook uit artikel 2 blijkt wordt gekozen voor een ruimere doel- en taakstelling dan het uitsluitend gevraagd of ongevraagd adviseren over de beleids- en uitvoeringszaken betreffende de Wet Werk en Bijstand en Wij. De Cliëntenraad Sociale Zaken wordt ook gevraagd als adviesorgaan te fungeren t.b.v. de uitvoering van het Minimabeleid, inclusief bijzondere bijstandsbeleid, en het Wmo-beleid met name als het individuele voorzieningen betreft.

Uiteraard zullen de adviezen en standpunten van de Cliëntenraad Sociale Zaken in het kader van besluitvormingsprocedures altijd ter kennis worden gebracht aan het college en indien van toepassing de leden van de raad.

Artikel 4 Samenstelling.

Er is gekozen voor een mix van cliënten en vertegenwoordigers. Omwille van de werkbaarheid is ervoor gekozen het aantal leden en vertegenwoordigers beperkt te houden. Benoeming geschiedt voor een periode van 4 jaar, met een mogelijke herbenoeming voor nog eens vier jaar.

Bewust wordt er voor gekozen de zittingsperiode gelijk te laten verlopen met die van de gemeenteraad. Deze systematiek wordt meer gehanteerd.

De cliënten worden geworven via mailing vanuit de afdeling. Bij de werving zal worden gezocht naar instrumenten om potentiële kandidaten op een positieve wijze te prikkelen. Het aanbieden van scholing om de deskundigheid te bevorderen is een belangrijk instrument.

De vertegenwoordigers zijn afgevaardigden van maatschappelijke instellingen en/of belangenorganisaties, die hun zetel binnen Etten-Leur hebben.

Hierbij wordt gedacht aan: het Platform Minima, de EVA-groep; de Seniorenraad, het Gehandicaptenplatform, Kerken etc. Deze maatschappelijke instellingen en belangenorganisaties wijzen uit hun midden een vertegenwoordiger en plaatsvervanger aan.

In dit artikel wordt voorts de onverenigbaarheid van functies aangeduid.

Om te spreken van een representatief adviesorgaan en t.b.v. de werkbaarheid wordt ervoor gekozen, te bepalen dat de Cliëntenraad naast de voorzitter en secretaris moet bestaan uit minimaal 3 personen.

De leden kunnen zich bij afwezigheid laten vervangen. Dit kunnen zij zelf binnen de eigen organisatie c.q. instelling regelen.

Artikel 5 Beëindiging lidmaatschap.

Een belangrijk uitgangspunt van de WWB is arbeidsreïntegratie van uitkeringsgerechtigden. Ook de WIJ beoogt arbeidsparticipatie voor jongeren.

In dit artikel wordt onder meer geregeld dat het lidmaatschap eindigt wanneer het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is. Hierdoor blijft de binding met de doelgroep optimaal gewaarborgd.

Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen, en de Cliëntenraad Sociale Zaken zijn taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie blijft vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden. Deze bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak.

Artikel 6 Taken voorzitter.

In dit artikel staan een aantal taken opgesomd die de voorzitter heeft. Deze hebben hoofdzakelijk te maken met de ordehandhaving tijdens de vergaderingen.

Artikel 7 Taken secretaris

In dit artikel staan een aantal taken opgesomd die de secretaris heeft.

Artikel 8 Werkwijze.

Dit artikel geeft nog eens aan dat gevraagd en ongevraagd advies gegeven kan worden door de Cliëntenraad Sociale Zaken. Dit advies moet op een zodanig tijdstip gevraagd worden dat het nog kan worden meegenomen in het besluitvormingstraject. In procedures dient hiermee rekening gehouden te worden.

Bij het verstrekken van advies gaan wij er van uit dat de vertegenwoordiger het advies namens zijn of haar achterban uitbrengt. Dit werkt efficiënt. Op die manier behoeven die maatschappelijke instellingen en belangenorganisaties niet meer individueel gehoord te worden.

Dit artikel bepaald tevens dat de Cliëntenraad Sociale Zaken bestuurlijk overleg voert met het college. Het college is immers het bestuursorgaan dat is belast met de uitvoering van de WWB en WIJ. In beginsel zal het college zich tijdens dit overleg laten vertegenwoordigen door de portefeuillehouder Sociale Zaken.

Met name waar het gaat om beleidszaken wordt de positie van de portefeuillehouder in dit overleg van belang geacht. De mogelijkheid wordt geboden dat het afdelingshoofd de plaats van de portefeuillehouder overneemt. Dit zal met name aan de orde zijn wanneer het gaat om dienstverleningsaspecten.

De Cliëntenraad Sociale Zaken is bevoegd, om binnen de budgettaire kaders, advies in te winnen van deskundigen. Het is de bevoegdheid van de Cliëntenraad een deskundig te betrekken bij hun vergaderingen en desgewenst mee te nemen in het overleg met de portefeuillehouder en het afdelingshoofd.

Artikel 9 Ambtelijke coördinator

De ambtelijke coördinator biedt ondersteuning, maar is geen lid van de Cliëntenraad Sociale Zaken.

De taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven in dit artikel. De ambtelijke coördinator is binnen de ambtelijke organisatie het centrale aanspreekpunt voor de Cliëntenraad Sociale Zaken.

Artikel 10 Faciliteiten.

DeCliëntenraad Sociale Zaken wordt actief voorzien van informatie.

De vakafdeling informeert, via de ambtelijk coördinator, de Cliëntenraad over actuele landelijke en gemeentelijke ontwikkelingen op het terrein van de WWB, WMO en WIJ en stelt desgewenst vakliteratuur beschikbaar.

Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg met de Cliëntenraad Sociale Zaken naar behoren te laten verlopen. Hier wordt expliciet onder verstaan het beschikbaar stellen van een vergaderruimte en het kopiëren en verspreiden van noodzakelijke stukken. Verder draagt het college bij aan deskundigheidsbevordering onder de leden van de Cliëntenraad Sociale Zaken. Daarbij kan gedacht worden aan periodieke instructies aan de leden c.q. deelnemende belangengroepen en maatschappelijke organisaties.

Onder het faciliteren wordt ook verstaan dat door de afdeling, zonder in de bevoegdheden van de Cliëntenraad te willen treden, een actieve bijdrage wordt geleverd in de werving van leden uit het cliëntenbestand. Dit kan door middel van de aandacht te vestigen van het bestaan van de Cliëntenraad in reguliere correspondentie e.d. , alsmede het op verzoek van de Cliëntenraad verzenden van correspondentie e.d. onder de cliënten. Uit een oogpunt van privacy mogen namelijk geen persoonlijke gegevens verstrekt worden aan de Cliëntenraad.

Artikel 11 Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

In het tweede lid wordt geregeld dat de Cliëntenraad Sociale Zaken hier vooraf over gehoord wordt.

Artikel 12 Uitvoering

Evenals de uitvoering van de WWB en WIJ ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.

Artikel 13 Verantwoording

In dit artikel is bepaald dat het college jaarlijks verslag moet doen over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.