Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening, regelende de bezoldiging van ambtenaren in dienst van de gemeente Ferwerderadiel

Geldend van 21-05-1998 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1998

Intitulé

Verordening, regelende de bezoldiging van ambtenaren in dienst van de gemeente Ferwerderadiel

De raad van de gemeente Ferwerderadiel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 mei 1998, nummer 21/69.98;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en hoofdstuk 3 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst Car/Uwo, gelden voor de Sector gemeenten;

besluit:

vast te stellen de volgende:

I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

ambtenaren

:

zij die overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling / Uitwerkings-overeenkomst (Car / Uwo) in vaste of tijdelijke dienst zijn aangesteld of die in dienst der gemeente op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn, voor zover hun loonvoorwaarden niet op andere wijze zijn geregeld;

b.

salaris

:

het bedrag uit de ‘salaristabel voor gemeenteambte-naren’, die als bijlage is toegevoegd aan de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereen-komst (Car/Uwo), waarop volgens de geldende richtlijnen aanspraak kan worden gemaakt;

c.

bezoldiging

:

het salaris, vermeerderd met de vaste en tijdelijke toelagen, welke worden genoten;

d.

functie

:

het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen;

e.

functiewaardering

:

het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies, met als criterium de relatieve zwaarte van het werk.

II. Salaris

Artikel 2

Vaststelling salaris

  • 1.

    De gemeentesecretaris wordt gesalarieerd volgens salarisschaal 11 of 12 van de ‘salaristabel voor gemeenteambtenaren’, die als bijlage is toegevoegd aan de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (Car/ Uwo).

  • 2.

    De voor de overige ambtenaren geldende salarisschalen uit de in lid 1 be-doelde ‘salaristabel voor gemeenteambtenaren’ worden bepaald door de als bijlage bij deze verordening behorende ‘Conversietabel’ toe te passen op de uitkomsten van functiewaardering.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere richtlijnen vaststellen voor de salariëring van gemeenteambtenaren.

  • 4.

    De salariëring voor werkzaamheden die als nevenfuncties zijn aan te merken, wordt door burgemeester en wethouders bepaald.

Artikel 3

Periodieke verhoging

  • 1.

    De salarissen van de ambtenaren worden bij goed functioneren periodiek verhoogd totdat het maximum is bereikt.

  • 2.

    De periodieke verhogingen worden toegekend op 1 januari van het jaar, volgende op dat waarin de ambtenaar in dienst is getreden en zo vervolgens.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij exceptioneel goed functioneren, één of meer extra periodieke verhogingen toekennen, met dien verstande dat het maximum van de rang niet mag worden overschreden.

  • 4.

    Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (Car/Uwo) zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhoging.

Artikel 4

Bevorderingsperiodiek

Aan de ambtenaar, die wordt bevorderd, worden in de nieuwe rang zoveel periodieke verhogingen toegekend, dat het salaris in die rang, het salaris in de rang, welke de ambtenaar voor de bevordering genoot, met het bedrag van tenminste één periodieke verhoging overschrijdt.

Artikel 5

Achterwege laten periodieke verhoging

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat indien een ambtenaar naar hun oordeel van onvoldoende functioneren blijk geeft, één periodieke verhoging niet aan hem zal worden toegekend.

III. Toelagen en vergoedingen

Artikel 6

Persoonlijke toelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijk heeft gegeven van langdurige bijzondere uitoefening van de functie, kan een toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage is niet hoger dan 10% van het salaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt.

Artikel 7

Tijdelijke toelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar die naar het oordeel van burgemeester en wethouders bijzondere prestaties in de functie heeft geleverd, kan een tijdelijke toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage wordt ineens en ten hoogste éénmaal binnen een tijdvak van een jaar uitgekeerd. Een ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een tijdelijke toelage in aanmerking komen.

  • 3.

    De tijdelijke toelage bedraagt maximaal het voor de ambtenaar geldende salarisbedrag per maand.

Artikel 8

Beloningen bij afronding van gewenste opleidingen

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende functieschaal nog niet heeft bereikt en die een meerjarige opleiding, genoemd in de kolom ‘gewenste opleiding’ van het door burgemeester en wethouders vast te stelen opleidingsplan met succes heeft afgerond, kan door burgemeester en wethouders één periodieke verhoging worden toegekend.

  • 2.

    Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende functieschaal heeft bereikt en die een meerjarige opleiding, genoemd in de kolom ‘gewenste opleiding’ van het door burgemeester en wethouders vast te stellen opleidingsplan met succes heeft afgerond, kan door burgemeester en wethouders een éénmalige gratificatie worden toegekend.

  • 3.

    De leden 1 en 2 vinden geen toepassing voor zover voor het behalen van een zogenaamde ‘gewenste opleiding’ een afzonderlijke beloningsregeling geldt.

Artikel 9

Inconveniëntentoelage

  • 1.

    Aan ambtenaren, bij de uitoefening van wier functie zich incidenteel sterk bezwarende werkomstandigheden voordoen, wordt maandelijks een door burgemeester en wethouders te bepalen bruto vergoeding toegekend.

  • 2.

    Door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld wat onder incidenteel voorkomende, sterk bezwarende werkomstandigheden dient te worden verstaan en bij de uitoefening van welke functies zich zodanige omstandigheden voordoen.

Artikel 10

Onregelmatigheidstoelage sporthalbeheerders

Aan de ambtenaren, belast met het beheer van de sporthal, wordt boven hun salaris een vergoeding van 15% van het voor betrokkenen geldende schaalbedrag uitbetaald wegens het verrichten van werkzaamheden in de avonduren en het weekend.

Artikel 11

Onregelmatigheidstoelage/consignatievergoeding bode-conciërge

De bode-conciërge van het gemeentehuis geniet boven zijn salaris een door burgemeester en wethouders te bepalen toelage voor het verrichten van werkzaamheden in de avonduren en het buiten kantooruren beschikbaar zijn bij calamiteiten.

Artikel 12

Consignatievergoeding

  • 1.

    Ambtenaren die buiten de reguliere werktijden telefonisch bereikbaar moeten zijn in verband met calamiteiten, komen in aanmerking voor een bruto consignatievergoeding.

  • 2.

    Ambtenaren die tijdens het winterseizoen beschikbaar moeten zijn voor gladheidsbestrijding, ontvangen wegens de gebondenheid aan huis een bruto consignatievergoeding.

  • 3.

    De ambtenaar die is belast met de bediening van de bruggen te Burdaard komt, in verband met de verplichting om op afroep voor brugbediening bereikbaar te zijn op de zaterdagen in het tijdvak van 1 november tot 1 april, in aanmerking voor een bruto consignatievergoeding.

  • 4.

    De hoogte van de in dit artikel bedoelde vergoedingen wordt bepaald door burgemeester en wethouders.

Artikel 13

Vergoeding voor controle wegen met het oog op gladheidsbestrijding

  • 1.

    Aan de daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende ambtenaren wordt per winterseizoen een bruto vergoeding toegekend wegens de controle op de wegen in verband met de gladheidsbestrijding. De hoogte van de vergoeding wordt door burgemeester en wethouders bepaald.

  • 2.

    Onder winterseizoen wordt verstaan de periode van 1 oktober tot 1 april daaropvolgend.

Artikel 14

Vergoeding toezicht opslagterrein

  • 1.

    De ambtenaar die de dienstwoning bij het opslagterrein aan de Kleasterwei te Ferwert bewoont, komt wegens het uitoefenen van toezicht in aanmerking voor een bruto vergoeding.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen de hoogte van de in het eerste lid bedoelde vergoeding.

Artikel 15

Vergoeding voor grafdelfwerkzaamheden

Aan de ambtenaren die regelmatig op afroep grafdelfwerkzaamheden verrichten op de algemene begraafplaats te Burdaard, wordt een door burgemeester en wethouders te bepalen bruto vergoeding toegekend.

Artikel 16

Vergoeding voor dienstreizen

Aan ambtenaren die voor dienstreizen gebruik maken van een eigen personenauto, motorrijwiel of scooter, wordt een door burgemeester en wethouders vast te stellen vergoeding toegekend.

IV. Refertetijdvak bij ziekte

Artikel 17

Voor de toepassing van het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (Car/Uwo) worden de toelage onregelmatige dienst en de prestatiebeloning slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding of die beloning.

Voor zover de ambtenaar op de bedoelde datum minder dan drie kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

V. Slotbepalingen

Artikel 18

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen.

Artikel 19

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van de vaststelling en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 1998.

  • 2.

    Met ingang van de in lid 1 genoemde datum vervalt de ‘Bezoldigingsverordening 1981', zoals deze sedertdien is gewijzigd.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Bezoldigingsverordening 1998'.

Ondertekening

ALDUS besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ferwerderadiel van 20 mei 1998.
,voorzitter.
,secretaris.