Regeling vervallen per 24-08-2019

Besluit van de secretaris van de provincie Flevoland houdende regels voor ondermandaat secretaris Besluit algemeen ondermandaat secretaris 2016-1

Geldend van 11-02-2017 t/m 23-08-2019

Intitulé

Besluit van de secretaris van de provincie Flevoland houdende regels voor ondermandaat secretaris Besluit algemeen ondermandaat secretaris 2016-1

 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde in artikel 136 van de Provinciewet bekend dat de secretaris op grond van artikel 2, tweede lid, van het Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2015, bij besluit van 6 januari 2016 met nummer 1813119, heeft vastgesteld het:

BESLUIT ALGEMEEN ONDERMANDAAT SECRETARIS 2016-1

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

     programmamanager: functionaris die door het college van gedeputeerde staten is benoemd om uitvoering te geven aan een concernbreed programma neergelegd in een door gedeputeerde staten vastgestelde bestuursopdracht.

  • b.

     aangewezen ambtenaar: medewerker opgenomen in een door het betreffende afdelingshoofd ondertekend overzicht waaruit blijkt dat deze binnen de afdeling is aangewezen als behandelend ambtenaar voor een specifieke taak.

  • c.

     budgethouder: ambtelijk functionaris zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Besluit algemeen budgetbeheer.

  • d.

     pMJP: provinciaal Meerjarenprogramma landelijk gebied.

  • e.

     IFA: Investeringsprogramma Flevoland – Almere.

  • f.

     ZZL: Project Zuiderzeelijn.

  • g.

     MBVI: Meerjarenprogramma Beheer en Vervanging Infrastructuur.

Artikel 2. Ondermandaat

  • 1  De secretaris wijst, op grond van artikel 2 van het Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2015 de functionarissen, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage I, als degenen die in het kader van de aan hen opgedragen werkzaamheden, het in deze bijlage genoemde ondermandaat kunnen uitoefenen.

  • 2  Onder het in het eerste lid genoemde ondermandaat, wordt eveneens machtiging bij feitelijke handelingen verleend.

  • 3  De in het eerste lid bedoelde functionarissen oefenen het ondermandaat uit met in achtneming van artikel 2 van het Algemeen Mandaatbesluit Flevoland 2015 en met inachtneming van het bepaalde in de Budgethoudersregeling Flevoland 2015.

  • 4  Bij afwezigheid van de functionaris als bedoeld in het eerste lid, wordt het mandaat uitgeoefend door diens plaatsvervanger, die als zodanig is vermeld in het door de secretaris vast te stellen overzicht van budgethouders. Wanneer de plaatsvervanger afwezig is wordt het mandaat uitgeoefend door de directeur.

  • 5  De uitoefening van het ondermandaat, als bedoeld in het eerste lid, geschiedt binnen de grenzen van de vastgestelde taken en met inachtneming van het ter zake geldende recht alsmede het vastgestelde provinciale beleid.

  • 6  Degene aan wie ondermandaat is verleend ziet er op toe dat de te nemen besluiten of handelingen integraal worden voorbereid.

  • 7  Degene aan wie ondermandaat is verleend doet periodiek, zo nodig volgens door het college van gedeputeerde staten nader vast te stellen regels, verslag van de in mandaat genomen besluiten.

  • 8  Degene aan wie ondermandaat is verleend stelt, zo nodig via de secretaris, het college van gedeputeerde staten in kennis van die besluiten en handelingen waarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat deze informatie bevatten waarvan de kennisneming door het college van gedeputeerde staten van belang is.

Artikel 3. Budgethouders

  • 1  De secretaris wijst de functionarissen, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage II, als budgethouder en plaatsvervanger, als bedoeld in artikel 2 van de Budgethoudersregeling Flevoland 2015.

Artikel 4. Schakelbepaling

Voor zover niet anders bepaald zijn de bepalingen van het Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2015 van overeenkomstige toepassing.

Dit besluit treedt, met uitzondering van het bepaalde in bijlage 1, onder A11, met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de secretaris bij besluit van 6 januari 2016, nummer 1813119
Lelystad, 7 januari 2016
Secretaris, T. van der Wal

Bijlage 1 behorende bij Besluit algemeen ondermandaat secretaris 2016-1

De hieronder vermelde bevoegdheid:  

wordt namens de secretaris in onder-mandaat uitgeoefend en ondertekend door: 

onder de volgende voorwaarden:

A. ALGEMEEN  

1. Algemeen informatieverkeer:

  • a.

    toezenden zonder commentaar van gevraagde feitelijke openbare informatie;

  • b.

    beantwoorden van eenvoudige vragen;

  • c.

    doorzenden van stukken bestemd voor een ander bestuursorgaan of doorverwijzing naar een andere instantie;

  • d.

    terug naar de afzender zenden van stukken die niet bestemd zijn voor of doorgezonden door het bestuursorgaan;

  • e.

    ontvangst bevestigen van correspondentie waarbij om feitelijke informatie wordt gevraagd;

  • f.

    opvragen van informatie in het algemeen.

  • g.

    tussen projectleider en aannemer, voor zover passend binnen de scope van het betreffende p-MIRT of MBVI-project;

  • h.

    tussen directie UAV en aannemer, voor zover passend binnen de scope van het betreffende p-MIRT of MBVI-project.

Behandelend ambtenaar

Ten aanzien van g en h wordt correspondentie inhoudende financiële afspraken in ieder geval uitgesloten van deze bevoegdheid.

2. Verzenden van uitnodigingen en agenda’s voor en verslagen van externe ambtelijke overleggen.

Behandelend ambtenaar

3. Verzenden van uitnodigingen, agenda’s voor en verslagen van externe bestuurlijke overleggen.

Afdelingshoofd

Na afstemming portefeuille- houder.

4. Digitaal aanleveren aan het Kadaster van besluiten waaruit publiekrechtelijke beperkingen in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen voortvloeien.

Aangewezen ambtenaar

5. Elektronisch ondertekenen Manifest/ geleide-

formulier in het kader van Wet ruimtelijke ordening.

Aangewezen ambtenaar

6. Vaststellen van een verweerschrift in het kader van een bezwaarprocedure tegen een besluit van gedeputeerde staten, provinciale staten of de commissaris van de Koning.

Afdelingshoofd

7. Aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheidsorganen.

Afdelingshoofd

8. Procedurele correspondentie in het kader van de terinzagelegging van ontwerpbesluiten.

Afdelingshoofd of programmamanager

9

  • a.

    Beslissen op verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet hergebruik overheidsinformatie,

  • b.

    alsmede de betreffende procedurele correspondentie.

Hoofd afdeling Bestuurs- en directieondersteuning

Met instemming vakinhoudelijk portefeuillehouder

10. Doen van aanpassing in het register op grond van artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Hoofd afdeling Bestuurs- en directieondersteuning

11

  • a.

    Beslissing op verzoeken op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens,

  • b.

    alsmede de procedurele correspondentie.

Hoofd afdeling Bestuurs- en directieondersteuning

B. SUBSIDIEBESLUITEN 

1. Procedurele correspondentie in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en relevante wet- en regelgeving op het terrein van subsidiering, waaronder het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

Afdelingshoofd of programmamanager

 

2. Nemen van een besluit om gelabelde subsidie toe te kennen, alsmede het aangaan van een uitvoeringsovereenkomst behorende bij het in mandaat genomen besluit tot toekenning subsidie.

Afdelingshoofd of programmamanager

De overeenkomst wordt getekend namens de commissaris van de Koning.

3. Nemen van een besluit om voorschotten te verstrekken

Afdelingshoofd of programmamanager

 

4. Definitief vaststellen subsidie (moet passen binnen besluit om subsidie toe te kennen).

Afdelingshoofd of programmamanager

 

5. Het ondertekenen van een uitvoeringsovereenkomst die in mandaat door portefeuillehouder is aangegaan bij het verlenen van een subsidie.

Afdelingshoofd of programmamanager

De overeenkomst wordt getekend namens de commissaris van de Koning 

6. Nemen van een besluit tot weigering subsidie vanwege overschrijding subsidieplafond.

Afdelingshoofd of programmamanager

 

7. Op verzoek van ontvanger nemen van een besluit tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van de subsidie, dan wel wijzigen subsidieverlening of –vaststelling, dan wel terugvorderen voorschot.

Afdelingshoofd of programmamanager

 

8. Het nemen van besluiten in het kader van subsidiering wanneer sprake Is van de situatie dat: 

  • I.

    het de subsidieaanvrager c.q. -ontvanger niet verweten kan worden dat hij:

    • a.

      zich bij indienen van zijn subsidieaanvraag/doen van een melding niet heeft gehouden aan de datum die de ASF hiervoor voorschrijft onder de randvoorwaarde dat de termijnoverschrijding niet meer dan 10 werkdagen mag zijn;

    • b.

      de aan de subsidieverstrekking verbonden verplichtingen en prestaties niet (geheel) is nagekomen en hij heeft nagelaten dit tijdig te melden, onder de randvoorwaarde dat hiervoor wel een goede reden is.

  • II.

    Afwijkingen ten opzichte van een goedkeurende controleverklaring door een onafhankelijke accountant, waarbij het voor de provincie aannemelijk is dat de door de accountant geconstateerde tekortkoming geen invloed heeft op de verwachte prestaties uit de beschikking tot subsidieverlening.

 

Afdelingshoofd

 

C. BESLUITEN VERGUNNING, ONTHEFFING, ETC.

1. Procedurele correspondentie in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en andere relevante wet- en regelgeving, waaronder het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

Afdelingshoofd Bureauhoofd

 

2. Besluit tot het verlenen van ontheffing:

  • a.

    voor het leggen van kabels en leidingen;

  • b.

    voor het schutten van schepen met extra lengte;

  • c.

    in het kader van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Voertuigreglement;

  • d.

    voor wedstrijden conform artikel 10 Wegenverkeerswet 1994;

  • e.

    voor werkzaamheden door derden op of aan onze wegen.

Hoofd afdeling Infrastructuur

 

3. Intrekking ontheffing/vergunning op verzoek houder ontheffing/vergunning. 

Afdelingshoofd

 

4. Nemen van uitvoerende besluiten die op grond van aan een vergunning verbonden voorschriften moeten worden genomen.

Afdelingshoofd

 

5. Uitbrengen van advies in het kader van milieueffectrapportages aan de initiatiefnemer, bestuursorganen.

Hoofd afdeling Ruimte en Economie

 

6. Intrekken of wijzigen van ontheffing voor het leggen van kabels en leidingen

Hoofd afdeling Infrastructuur

 

7. In te stemmen met een door een andere provincie:

  • a.

    te nemen besluit met betrekking tot projecten of handelingen in de situatie op grond van artikel 1.3, derde lid en/of vierde lid, Wet natuurbescherming;

  • b.

    goed te keuren faunabeheerplan op grond van artikel 3.12, zevende lid, Wet natuurbescherming.

Hoofd afdeling Ruimte en Economie

8. Verkeersbesluiten op grond van:

  • a.

    de Wegenverkeerswet juncto het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

  • b.

    de Scheepvaartverkeerswet juncto het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer.

Hoofd afdeling Infrastructuur

9. Vaststellen grenzen bebouwde kom

Hoofd afdeling Infrastructuur

10. Het verzenden van een kennisgeving dat een gedane melding in het kader van de Wet natuurbescherming is geaccepteerd.

Behandelend ambtenaar

D. INKOOP/AANBESTEDING  

1.Besluiten tot het door middel van opdrachtbon, opdrachtbrief, overeenkomst of anderszins aangaan van verplichtingen met betrekking tot

  • -

    het leveren van zaken,

  • -

    het verrichten van diensten, en

  • -

    het uitvoeren van werken,

met uitzondering van besluiten tot (voortijdige) beëindiging van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken, verrichten van diensten en het uitvoeren van werken.

Bureauhoofd

Tot € 50.000,--

Opzichter van Dienst, als zodanig aangewezen door het afdelingshoofd Infrastructuur 

Tot € 50.000,- Opzichter Infrastructuur maakt uitsluitend gebruik van deze bevoegdheid onder de volgende voorwaarden:

- er is sprake van spoedeisendheid;

- er wordt ten spoedigste verantwoording afgelegd aan bureauhoofd Infrastructuur.

Afdelingshoofd of programmamanager

Tot € 100.000,

Directeur

Tot € 400.000,- 

Meerjarige verplichtingen mogen worden aangegaan voor zover het betreft gebruikelijke contracten met betrekking tot bedrijfsvoering en onderhoud van provinciale eigendommen en de daarmee gemoeide jaarlijkse lasten niet groter zijn dan € 250.000,-, tenzij is bepaald dat het een hoger bedrag dan € 250.000,-, betreft.

2. Paraferen facturen voor levering akkoord behorende bij, door of namens gedeputeerde staten genomen besluiten tot het aangaan van verplichtingen met betrekking tot:

  • -

    het leveren van zaken,

  • -

    het verrichten van diensten, en

  • -

    het uitvoeren van werken.

Bureauhoofd

Tot € 50.000,-

Ambtelijk opdrachtgever p-MIRT- of MBVI-project, als zodanig aangewezen door het afdelingshoofd Infrastructuur

Voor zover passend in het aan het betreffende project toegekende budget;

Afdelingshoofd of programmamanager  

Ongelimiteerd

3. Afwijken van de Algemene inkoopvoorwaarden provincie Flevoland.

Afdelingshoofd

Na consultatie aanbestedingsjurist

4. Besluiten inzake p-MIRT- of MBVI-projecten, waaronder (maar niet uitsluitend) besluiten over

  • -

    inkoop- en aanbesteding van leveringen, diensten en werken,

  • -

    voortijdige beëindiging van verplichtingen betreffende leveringen, diensten en werken,

  • -

    de aan- en verkoop van gronden,

  • -

    het vestigen van zakelijke rechten,

  • -

    het aangaan van pacht-, huur- en gebruiksovereenkomsten met betrekking tot gronden,

  • -

    het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten met andere overheden,

  • -

    het aangaan van planschadeverhaalsovereen- komsten,

  • -

    het afhandelen van nadeelcompensatieclaims,

 

alle bovenstaande besluiten voor zover passend binnen het door het college van gedeputeerde staten vastgestelde p-MIRT en MBVI. 

Bureauhoofd Infrastructuur

Tot € 50.000,-;

Ambtelijk opdrachtgever p-MIRT- of MBVI-project, als zodanig aangewezen door het afdelings hoofd Infrastructuur

Voor zover passend in het aan het betreffende project toegekende budget;

Hoofd afdeling Infrastructuur

Ongelimiteerd

5. Besluiten tot het door middel van opdrachtbon, opdrachtbrief of overeenkomst aangaan van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken en het verrichten van diensten, betreffende zaken die verband houden met de ondernemingsraad. (omvat tevens paraferen facturen voor levering akkoord).

Voorzitter ondernemingsraad

E. PERSONELE AANGELEGENHEDEN

1.Functiegebouw/wijzigen functie

 

a. Wijzigen functie-inhoud individuele medewerker.

Afdelingshoofd van betreffende medewerker

Passend binnen de in de geldende rechtspositionele regelingen vastgelegde grenzen en procedures.

b. Vaststellen formatiewijziging binnen de afdeling.

Afdelingshoofd

Passend binnen de beschikbare formatieruimte

c. Externe detachering individuele medewerker

Afdelingshoofd

2. Aanstelling en ontslag op eigen verzoek

 

a. Medewerker (ook programmamanager wanneer deze onder afdeling valt).

Afdelingshoofd van betreffende medewerker

Passend binnen de beschikbare formatieruimte en voor ten hoogste de voor de functie vastgestelde salarisschaal

b. Afdelingshoofd/ programmamanager (wanneer deze niet onder een afdeling is geplaatst)

Directeur

c. Ontslag anders dan op eigen verzoek, met uitzondering van strafontslag.

Afdelingshoofd

d. Toekennen en intrekken van toelagen zoals bedoeld in de CAP en de daarop gebaseerde regelingen, met uitzondering van toekennen arbeidsmarkttoelage en bindingspremie.

Afdelingshoofd

e. Toekennen arbeidsmarkttoelage en bindingspremie

Directeur 

3. Reorganisatie

 

a. Beslissen omtrent plaatsing bij reorganisatie.

Afdelingshoofd

Wanneer door betrokkene geen wensen of bedenkingen tegen ontwerpbesluit zijn ingediend, anders directeur.

b. Beslissen omtrent niet-plaatsing, herplaatsing en boven formatief plaatsen bij reorganisatie.

Directeur 

c.

  • -

    Toepassen van flankerende maat- regelen bij reorganisatie;

  • -

    het overeenkomen van specifieke arrangementen met individuele werknemers (zoals afspraken over volgen opleiding).

 

Afdelingshoofd

Het besluit dient in overeenstemming te zijn met het sociaal statuut.

4. Sancties

 

a. Opleggen van disciplinaire maatregelen: schriftelijke berisping, vermindering verlof, geldboete, benoeming in andere functie binnen de afdeling.

Afdelingshoofd

b.

  • -

    Opleggen disciplinaire straf met benoeming in andere functie buiten de afdeling;

  • -

    schorsen;

  • -

    nemen van maatregelen van orde;

  • -

    strafontslag.

 

Directeur

5. Overige besluiten

 

a. Nemen van individuele besluiten in het kader van de in de secundaire arbeidsvoorwaarden opgenomen regelingen met uitzondering van het genoemde onder 5 b en c.

Afdelingshoofd van betreffende medewerker

b. Toekennen vergoeding wegens schade aan kleding of uitrusting.

Hoofd afdeling Managementondersteuning

c. Afnemen ambtseed

Directeur

 

F. BUDGETBEHEER 

1. Overhevelen van bedragen binnen de beheers- lasten van een product in de productenraming, alleen bij kostensoorten:

  • -

    aankoop duurzaam roerende zaken,

  • -

    overige goederen en diensten,

  • -

    belastingen.

Budgethouder

Mutaties tot en met € 100.000,- 

2a. Overhevelen van budgetten binnen de beheerlasten of beheerbaten van het programmaonderdeel “Bedrijfsvoering”

Afdelingshoofd

Betreft budget van budget- houder. Afdelingshoofd Managementondersteuning is bevoegd budget personele lasten en baten over de andere afdelingen onder te verdelen. Overhevelen is toegestaan voor zover totale personeelslaten of –baten niet toenemen. Wanneer wijziging binnen programma- onderdeel ‘bedrijfsvoering” meerdere afdelingen aangaat ondertekening betreffende afdelingshoofden.

2b. Doorgeven bijdragen van derden met een specifiek doel, binnen het programmaonderdeel “bedrijfsvoering”.

Afdelingshoofd

Betreft budget van de budgethouder. Ophogen is toegestaan voor zover wijziging in de begroting budgetneutraal is binnen programmaonderdeel “bedrijfsvoering”.

3. Overhevelen van bedragen tussen verschillende uitvoeringskredieten binnen de vastgestelde raamkredieten NJO wegen, NJO vaarwegen en Investeringen Wegen, alsmede het overhevelen van bedragen tussen de uitvoeringskredieten Vervangingsinvesteringen binnen de vastgestelde raamkredieten Vervangingsinvesteringen.

Hoofd afdeling Infrastructuur

G. AANSPRAKELIJKSTELLINGEN 

1. Het aansprakelijk stellen van derden voor de door hun toedoen door de provincie geleden schade, alsmede het indienen van een schadeclaim naar aanleiding hiervan.

Afdelingshoofd

2. Afhandelen van door derden ingediende aansprakelijkstelling van de provincie voor geleden schade, voor zover het schadebedrag het eigen risico van € 2.500,- niet te boven gaat bij inwilliging verzoek schadevergoeding.

Afdelingshoofd

Boven € 2.500,- vindt afhandeling plaats door de verzekeraar van de provincie

3. Het als oninbaar aanmerken van (een gedeelte van) een vordering wegens aansprakelijkheid bij schades en het afboeken van het opgenomen recht in de financiële administratie met een maximum van € 2.500,-

Afdelingshoofd