Regeling vervallen per 05-01-2018

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent Besluit tot openstelling van de maatregel "Samenwerking voor innovatie" uit de Subsidieverordening P0P3 provincie Flevoland 2014-2020 (P0P3)

Geldend van 26-05-2018 t/m 04-01-2018

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent Besluit tot openstelling van de maatregel "Samenwerking voor innovatie" uit de Subsidieverordening P0P3 provincie Flevoland 2014-2020 (P0P3)

Gedeputeerde Staten maken bekend dat:

  • A.

    zij in hun vergadering van 26 september 2017 onder nummer 2106672 het volgende besluit hebben genomen:

    Besluit tot openstelling van de "Samenwerking voor innovatie" regeling uit de Subsidieverordening POP3 provincie Flevoland 2014-2020 (POP3), dat is gepubliceerd in het provinciaal blad 2017-37, kenmerk 2106784.

  • B.

    de publicatie in het provinciaal blad 2017-37 in mandaat door Secretaris bij besluit van 18 januari 2018, kenmerk 2182982, is gerectificeerd;

  • C.

    deze publicatie in het provinciaal blad bij besluit van Gedeputeerde Staten van 15 mei 2018, kenmerk 2234589, is gerectificeerd omdat abusievelijk artikel 4 de kring van begunstigde anders beschreef dan eerder gepubliceerd;

  • D.

    deze gerectificeerde publicatie als volgt luidt:

Gedeputeerde Staten van Flevoland;

Overwegende dat:

Zij bij besluit van 26 september 2017, nummer 2106672, het Besluit tot Openstelling van de regeling Samenwerking voor innovaties van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkeling Flevoland 2014 - 2020 (POP3) te hebben vastgesteld;

in artikel 4 van dit besluit is vermeld dat het subsidieplafond voor de in dit besluit genoemde periode van 30 oktober 2017 tot en met 5 januari 2018 € 1.080.000 bedraagt, bestaande uit 50 % ELFPO middelen en 50 % provinciale cofinanciering;

Overwegende dat het wenselijk is samenwerkingsverbanden te stimuleren die (duurzame) innovaties in de landbouwsector ontwikkelen en testen met als doel het verstevigen van haar positie.

Besluiten:

Artikel 1. Openstellingsperiode

Open te stellen: Hoofdstuk 2 Maatregelen §7 'Samenwerking voor innovatie' van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020 - verder te noemen de uitvoeringsregeling - voor de periode van 30 oktober 2017 tot en met vrijdag 5 januari 2018, uiterlijk 17 uur.

Artikel 2. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de in artikel 1 genoemde periode bedraagt € 3.000.000 bestaande uit 50% ELFPO middelen en 50% provinciale cofinanciering.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een innovatieproject mits de activiteiten gericht zijn op de handel in en de voortbrenging van landbouwproducten. Dan zijn ook de kosten voor de oprichting van een projectmatig samenwerkingsverband en het gezamenlijk formuleren van een projectplan subsidiabel.

  • 2. De activiteiten zijn gericht op het praktijkrijp maken van kennis en innovatie evenals één of meerdere van de volgende thema's:

    • a.

      verschuiving van de bestaande kostenreductiestrategie naar een meerwaardestrategie, met nieuwe marktconcepten, nieuwe verdienmodellen, meerwaardecreatie;

    • b.

      beter beheer van productierisico's, versterking van de positie van de primaire producent in, de handelsketen, verminderen van markt-falen;

    • c.

      maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een vermindering van de emissie van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlakte water en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen.

Artikel 4. Begunstigde

Subsidie wordt verstrekt aan de deelnemers van het samenwerkingsverband of de initiatiefnemer van het samenwerkingsverband in wording. Het samenwerkingsverband bestaat tenminste uit twee partijen die van belang zijn voor het verwezenlijken van de doelstelling van de projectaanvraag en bevat tenminste één landbouwer of een organisatie die hen vertegenwoordigt als penvoerder.

Artikel 5. Aanvraag

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Uitvoeringsregeling bevat de aanvraag het volgende:

  • 1.

    Een beschrijving van het te ontwikkelen, te testen aan te passen of uit te voeren innovatieve project;

  • 2.

    Een beschrijving van de verwachte resultaten en van de bijdrage aan de doelstelling om de productiviteit en het duurzame beheer van hulpbronnen te verbeteren;

  • 3.

    Een uitwerking van de beoogde activiteiten voor kennisverspreiding van de resultaten met een gebruik van de hiertoe geëigende netwerken;

  • 4.

    Een beschrijving van de interne procedures van het samenwerkingsverband waarmee transparante werking en besluitvorming gegarandeerd wordt en waarmee belangenconflicten worden voorkomen.

Artikel 6. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 wordt subsidie geweigerd:

  • 1.

    Indien er voor dezelfde activiteit en dezelfde subsidiabele kosten al op grond van hoofdstuk 3 van deze regeling LEADER subsidie is verstrekt;

  • 2.

    Voor kosten gericht op de reguliere bedrijfsvoering van bestaande reguliere samenwerkingsactiviteiten;

  • 3.

    Indien steun niet wordt aangevraagd voor een proefproject of de ontwikkeling van nieuwe producten, praktijken, processen of technieken in de landbouw- de voedings- of de bosbouwsector;

  • 4.

    Als het gewogen aantal behaalde punten, zoals berekend op basis van artikel 10 lager is dan minimaal 28 punten.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

  • a)

    De kosten voor het werven van deelnemers en het schrijven van een projectplan;

  • b)

    Coördinatie kosten voor het samenwerkingsverband;

  • c)

    De kosten voor het verspreiden van resultaten van het project;

  • d)

    De kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen;

  • e)

    De kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • f)

    De kosten van tweedehands goederen tot maximaal de marktwaarde;

  • g)

    De kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

  • h)

    De kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

  • i)

    Haalbaarheidsstudies;

  • j)

    Operationele kosten voor het testen en ontwikkelen van een innovatie in de praktijk;

  • k)

    De kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

  • l)

    De kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken; m) Bijdrage in natura;

  • n)

    afschrijvingskosten zoals bedoeld in artikel 69 lid 2 van Verordening (EU) Nr. 1303/2013;

  • o)

    Personeelskosten.

Artikel 8. Hoogte subsidie

  • 1. In afwijking van artikel 2.7.8 van de Uitvoeringsregeling bedraagt de hoogte van de subsidie:

    • a.

      70% van subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 7, onderdeel b en c, voor zover het kosten voor samenwerking en kennisverspreiding betreft, en o);

    • b.

      100% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 7, onderdeel d tot en met o), voor zover het kosten van niet productieve investeringen betreft;

    • c.

      40% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 7, onderdeel d tot en met o), voor zover het kosten van productieve investeringen betreft;

    • d.

      100% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 7, onderdeel a en o) I voor zover het kosten betreft voor de oprichting van een projectmatige samenwerking en het gezamenlijk formuleren van een projectplan.

  • 2. Geen subsidie wordt verleend indien de na de beoordeling berekende subsidie lager is dan € 75.000,-. De te verlenen subsidie bedraagt maximaal €250.000.

Artikel 9. Selectiecriteria

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Uitvoeringsregeling de volgende criteria, die nader zijn beschreven in de toelichting bij dit besluit:

a. de kosteneffectiviteit van de activiteit

Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin de doelstelling(en) zoals beschreven in de openstelling worden behaald.

Score

1 punt: de totale subsidiabele kosten zijn zeer hoog ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.

2 punten: de totale subsidiabele kosten zijn hoog ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.

3 punten: de totale subsidiabele kosten zijn redelijk ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.

4 punten: de totale subsidiabele kosten zijn zeer redelijk ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.

b. de kans op succes, haalbaarheid

De kans op succes is de kans dat samenwerkende partijen er in slagen het innovatie-idee uit te werken. Het samenwerkingsverband bestaat al en heeft een haalbare innovatie geïdentificeerd. Activiteiten betreffen uitwerking naar technische specificaties, bouwen, uitwerken businessplan, proefopstelling. Ook onderdelen die betrekking hebben op inrichting van een demonstratie-inrichting en/of activiteiten kennisoverdracht en/of marktintroductie (eerste uitrol) kunnen onderdeel zijn van de aanvraag. De aanvrager levert een goed onderbouwd Plan van Aanpak hiervoor. In deze fase van 'ontwikkelen innovatie' mag men resultaten van voorwerk verwachten.

Score

1 punt wordt behaald indien de haalbaarheid gelet op bovengenoemde aspecten onvoldoende is;

2 punten worden behaald indien de haalbaarheid gelet op bovengenoemde aspecten gemiddeld is;

3 punten worden behaald indien de haalbaarheid gelet op de bovengenoemde aspecten goed is;

4 punten worden behaald indien de haalbaarheid gelet op de bovengenoemde aspecten zeer goed is.

c. de effectiviteit/ impact

Met effectiviteit van de activiteit wordt bedoeld de mate waarin wordt bijgedragen aan het doel met de openstelling wordt nagestreefd ('wat voegt dit project toe'). Bij het thema samenwerking gaat het niet alleen om het effect van de innovatie, als deze slaagt, maar ook om de meerwaarde van het samenwerkingsproces, dat leidt tot meer kennisdeling regionaal, nationaal, internationaal, ontstaan van nieuwe innovatie-verbindingen (zoals cross-overs tussen meerdere sectoren) en nieuw samenspel tussen ketenpartijen.

Score:

1 punt wordt behaald als de activiteit in onvoldoende mate bijdraagt aan het thema en/of onvoldoende doorwerking heeft;

2 punten worden behaald indien de mate waarin de activiteit waardoor subsidie wordt gevraagd bijdraagt aan het thema voldoende/ gemiddeld is;

3 punten worden behaald indien de mate waarin de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd bijdraagt aan het thema goed is;

4 punten worden behaald indien de mate waarin de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd bijdraagt aan het thema zeer goed is.

d. de mate van de innovativiteit

Om de mate van innovativiteit te beoordelen wordt in samenhang gekeken naar de aard van de innovatie en het vernieuwende karakter van de innovatie.

Score

1 punt: de mate van innovativiteit is gelet op de genoemde aspecten matig.

2 punten: de mate van innovativiteit is gelet op de genoemde aspecten voldoende.

3 punten: de mate van innovativiteit is gelet op de genoemde aspecten goed.

4 punten: de mate van innovativiteit is gelet op de genoemde aspecten zeer goed.

Artikel 10. De puntensystematiek

Na sluiting van de openstellingstermijn worden alle aanvragen beoordeeld op basis van de selectiecriteria uit artikel 8 en in een bepaalde rangorde op een lijst geplaatst. Het puntentotaal per project wordt samengesteld uit de te behalen punten op basis van deze methodiek:

Criterium 8.a: 1-4 punten, gewicht 3

Criterium 8.b: 1-4 punten, gewicht 3

Criterium 8.c: 1-4 punten, gewicht 2

Criterium 8.d: 1-4 punten, gewicht 3

Artikel 11. Inwerktreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin hij wordt geplaatst.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten d.d. 15 mei 2018

de secretaris, de voorzitter,

Toelichting

Algemeen

Flevoland is gemaakt voor voedselproductie. We hebben hier goed water, optimale drooglegging, vruchtbare grond, goed doordachte verkaveling en ontsluiting. De landbouw is beeldbepalend voor Flevoland. Voor dit gebied selecteerde de overheid de beste boeren uit het hele land. Zij waren uitverkoren om hier te ondernemen op de beste landbouwgrond. Het heeft geleid tot 's werelds hoogste productie en opbrengsten. Het landbouwgebied kreeg binnen en buiten Flevoland een iconische betekenis.

De toekomst van de agrosector wordt voor een groot deel internationaal bepaald. Flevoland produceert voor de wereldmarkt. De consumentenvraag staat onder invloed van vele maatschappelijke, politieke en economische factoren. Europa beïnvloedt bijvoorbeeld met haar beleid de markt. De uitkomst van het samenspel van al die factoren is niet goed voorspelbaar. De uitdaging voor de Flevolandse agrosector is om zich maximaal voor te bereiden op alle mogelijke scenario's voor de toekomst.

In de actuele uitwerking van de nieuwe omgevingsvisie in wording heeft de landbouw een eigen perspectief. Landbouw: Meerdere Smaken. In 2030 en verder staat Flevoland bekend om haar meerdere smaken in de agrosector, die door haar aanpassingsvermogen vernieuwingen en innovaties voortvarend en snel in praktijk brengt. Dat is de ambitie die nu voorgelegd is aan het gebied en haar bestuurders.

Het versterken van de agrosector in positie, kennis en diversifiëring als ambitie sluit goed aan bij de thema's a) meerwaardestrategie, b) positie versterking producent en c) gesloten kringloop van het POP3.

Adviescommissie

Een adviescommissie wordt samengesteld om de beoordeling van de projecten te doen aan de hand van de opgestelde criteria. De behaalde punten worden gebruikt om de rangorde van de projecten te bepalen.

Criteria

Er is gekozen voor een selectie van de projecten op basis van criteria kosteneffectiviteit, kans op succes, de effectiviteit/ impact en mate van innovativiteit.

De selectie van projecten zal plaatsvinden via een zogenaamde 'tendermethode': alle binnen de in artikel 1 genoemde periode ingediende projecten worden, indien ze voldoen aan de subsidievoorwaarden, beoordeeld en er zal een puntentoekenning plaatsvinden. Indien de score tenminste gelijk is aan het minimum aantal punten (artikel 8) komen de projecten voor subsidie in aanmerking. De projecten worden vervolgens gerangschikt aan de hand van het puntentotaal, waarbij de projecten aflopend (hoog naar laag aantal punten) worden gerangschikt. Is het beschikbare subsidieplafond ontoereikend voor alle voor subsidie in hoogte van de score. Bij meerdere projecten met gelijke score prevaleren projecten die hoger scoren op criterium 7c en als dit niet volstaat criterium 7a. Voor zover dit onvoldoende onderscheidend is kan loting plaatsvinden.

  • a.

    kosteneffectiviteit

    Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin de doelstelling(en) zoals beschreven in de openstelling worden behaald. De gekozen invulling van dit criterium maakt het mogelijk dat projecten met de hoogste 'value for money' het beste scoren.

    Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin wordt bijgedragen aan de thema's zoals beschreven in de openstelling. Hierbij wordt gekeken naar de thema's uit artikel 3 lid 2 a t/m c. De kosten van een investering kunnen zeer hoog zijn, maar tegelijk kan de investering ook heel effectief zijn (door de investering wordt een hele kringloop gesloten en de investering draagt ook bij aan andere thema's). Zijn de kosten van de investering relatief hoog ten opzichte van het effect (het gaat om een relatief kostbare investering met bijvoorbeeld een beperkt effect op één thema), dan zal de kosteneffectiviteit matig zijn.

    De wegingsfactor is 3 omdat wij de kosteneffectiviteit van hoog belang vinden.

  • b.

    de kans op succes / haalbaarheid

    Bij dit criterium wordt in samenhang gekeken naar de volgende aspecten: A De kwaliteit van het procesplan voor samenwerking en/ of ontwikkeling innovatie - zijn alle randvoorwaarden goed in beeld gebracht en vertaald naar beheermaatregelen, zijn er goede kwaliteitseisen gesteld aan de trekker van het project;

    B De blijk van oriëntatie op (technische) haalbaarheid en voor handen kennis - geeft de groep er blijk van zich te hebben georiënteerd of te gaan oriënteren op bestaande kennis, aanbevelingen, best practices en dergelijke rond het beoogde innovatiedoel;

    C Blijk van oriëntatie op businessmodel en marktpotentieel- heeft de groep de probleemstelling of kans die ten grondslag ligt aan de beoogde innovatie scherp voor ogen en kijken de aanvragers naar hoe de innovatie in praktijk gebracht kan worden;

    D Kwaliteit in relatie tot breedte van de samenstelling, kennisniveau en werkafspraken samenwerkingsverband - past de samenstelling van de groep bij de ambitie.

    Dit criterium heeft een wegingsfactor 3 omdat wij samenwerken hoog waarderen.

  • c.

    de effectiviteit / impact

    In samenhang worden de volgende aspecten bezien:

    A Meerwaarde beoogde innovatie voor doel innovatiethema/ urgentie -betreft de aanvraag een goede oplossing voor de in de openstelling omschreven behoefte;

    B Bijdrage project aan duurzame nieuwe samenwerkingsverbanden - heeft het project voorbeeldwerking, levert het ervaringen op waarmee andere groepen hun voordeel kunnen doen;

    C Mate van geschiktheid van de beoogde innovatie voor brede toepasbaarheid/ uitrol - is er goede kans op snelle vertaling naar de praktijk;

    D Kwaliteit communicatieplan t.b.v. kennisdeling tijdens het innovatietraject en t.b.v. verspreiding van de resultaten - is er blijk van actieve beoogde koppeling van wetenschappelijke en praktijkkennis, bevat de begroting ruimte voor actieve kennisdeling?

    Dit criterium heeft een wegingsfactor 2 aangezien er ook ruimte is voor experimenteren en andere uitkomsten dan ingezet.

  • d.

    de mate van innovativiteit

    De mate van innovativiteit blijkt uit de mate waarin de investering uniek is voor Nederland en waarin het zich onderscheidt van alternatieven. Om de mate van innovativiteit te beoordelen wordt in samenhang gekeken naar: de aard van de innovatie: een precieze omschrijving van de innovatie (bijvoorbeeld techniek, bedrijfsmanagement) waaruit blijkt op welk onderdeel van het bedrijfsproces de innovatie zich richt en op welke wijze de innovatie bijdraagt aan één van de thema's uit artikel 3 lid 2 a t/m c.

    De wegingsfactor is 3 omdat dit het centrale onderwerp van deze maatregel is en daarmee van groot belang voor de provincie.