Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdend regels omtrent een toezichthouder in Batavialand Aanwijzingsbesluit toezichthouder Stichting Erfgoedpark Batavialand

Geldend van 30-11-2017 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdend regels omtrent een toezichthouder in Batavialand Aanwijzingsbesluit toezichthouder Stichting Erfgoedpark Batavialand

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde in artikel 3:42, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat zij in hun vergadering van 21 november 2017, onder nummer 2144875 het volgende besluit hebben genomen:

Aanwijzingsbesluit toezichthouder in het kader van de subsidiering van Stichting Erfgoedpark Batavialand.

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Overwegende dat:

zij een incidentele en structurele subsidierelatie aangaan met Stichting Erfgoedpark Batavialand voor de museale en collectiebeheertaken;

zij het - gelet op het grote belang dat zij hechten aan de activiteiten van deze stichting en de omvang van de subsidie die hiervoor aan deze stichting wordt verstrekt - wenselijk vinden om gebruik te maken van de mogelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht biedt om in de betreffende subsidiebeschikkingen, afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing te verklaren, zodat gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheid om op grond van artikel 4:59 van deze afdeling een toezichthouder aan te wijzen die belast is met het toezicht op de naleving door deze stichting van de in deze subsidiebeschikkingen opgenomen verplichtingen;

de heer P. van Mil bereid is de rol van toezichthouder te vervullen,

gelet op artikel 4:59 van de Algemene wet bestuursrecht,

BESLUITEN:

Vast te stellen het onderstaande:

Aanwijzingsbesluit toezichthouder in het kader van de subsidiering van Stichting Erfgoedpark Batavialand.

Artikel 1. Aanwijzing toezichthouder

Gedeputeerde Staten wijzen op grond van artikel 4:59 van de Algemene wet bestuursrecht de heer P. van Mil aan als toezichthouder belast met het toezicht op de naleving van de aan Stichting Erfgoedpark Batavialand opgelegde subsidieverplichtingen zoals die zijn vastgelegd in de betreffende subsidiebeschikkingen van Gedeputeerde Staten.

Artikel 2. Bevoegdheden toezichthouder

  • 1. De toezichthouder beschikt voor het uitoefenen van het toezicht over de volgende bevoegdheden:

    • a.

      de in artikel 5:15 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheid om, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner;

    • b.

      de in artikel 5:16 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheid om inlichtingen te vorderen;

    • c.

      de in artikel 5:16 a van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheid om van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;

    • d.

      de in artikel 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde bevoegdheid om inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden en hiervan kopieën te maken.

  • 2. De toezichthouder maakt van de in het eerste lid genoemde bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.

Artikel 3. Verplichtingen toezichthouder

  • 1. De toezichthouder legt een keer per kwartaal een controlebezoek af bij de Stichting Erfgoedpark Batavialand, waarbij hij nagaat of deze stichting zich houdt aan de subsidieverplichtingen die Gedeputeerde Staten hebben opgenomen in de betreffende subsidiebeschikkingen.

  • 2. De toezichthouder legt zijn bevindingen over het door hem in het eerste lid afgelegde controlebezoek schriftelijk vast.

  • 3. De toezichthouder zal één keer per jaar een tussenrapportage en één keer per jaar een volledige rapportage opleveren en deze aan Gedeputeerde Staten voorleggen.

  • 4. De toezichthouder overlegt een keer per jaar met Gedeputeerde Staten over het uitgeoefende toezicht.

  • 5. Indien daartoe aanleiding bestaat vindt het in het derde lid genoemde overleg vaker plaats. Het initiatief voor dit overleg kan zowel van Gedeputeerde Staten als van de toezichthouder uitgaan.

  • 5. Aanwijzingsbesluit toezichthouder Stichting Erfgoedpark Batavialand

Artikel 4. Verplichtingen Gedeputeerde Staten

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken de toezichthouder de informatie die hij nodig heeft om zijn taak te kunnen oefenen.

  • 2. Gedeputeerde Staten verstrekken de toezichthouder het in artikel 3, vijfde lid genoemde legitimatiebewijs.

Artikel 5. Vergoeding

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken aan de toezichthouder een vergoeding van € 140 bruto per uur waarbij er van uit gegaan wordt dat met de werkzaamheden in het kader van het uit te oefenen toezicht vijf werkdagen per jaar gemoeid zijn. Over het jaar 2017 wordt de vergoeding naar rato van het verstreken deel van het jaar uitgekeerd. Daarnaast komt de toezichthouder in aanmerking voor een reiskostenvergoeding.

  • 2. De hoogte van de in het eerste lid genoemde reiskostenvergoeding wordt als volgt bepaald:

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in de artikelen 2 en 4 van de Reisregeling binnenland.

  • 3. Voor de betaling van de in de vorige leden genoemde vergoeding stuurt de toezichthouder jaarlijks uiterlijk 1 december een declaratie aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 6. Duur van de benoeming

  • 1. De toezichthouder wordt benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. Na deze vier jaar kan herbenoeming plaatsvinden.

  • 3. Wanneer de toezichthouder zijn werkzaamheden wil beëindigen, meldt hij dat schriftelijk aan Gedeputeerde Staten, die al het mogelijke doen om binnen redelijke termijn een opvolger te vinden.

  • 4. De toezichthouder blijft zijn werkzaamheden vervullen totdat Gedeputeerde Staten in zijn opvolging hebben voorzien, tenzij sprake is van omstandigheden die het voor de toezichthouder onmogelijk maken zijn werkzaamheden voort te zetten.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 21 november 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 21 november 2017.

Gedeputeerde Staten van Flevoland

secretaris, voorzitter,

De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland