Regeling vervallen per 01-08-2013

Beleidsregel Gemeenschappelijk Kader versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland

Geldend van 01-08-2013 t/m 31-07-2013

Intitulé

Beleidsregel Gemeenschappelijk Kader versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland

Gedeputeerde Staten van Flevoland, Gelet op artikel 4:81 eerste lid van de Algemene Wet Bestuursrecht en gelet op de Wet milieubeheer, Wet Bodembescherming, de Grondwaterwet, de Ontgrondingenwet, de Wet hygiëne en veiligheid van bad- en zwemgelegenheden, de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de Flora- en Faunawet, overwegende dat het wenselijk is om het door ons te voeren beleid met bestrekking tot de handhaving op het gebied van de bij of krachtens voornoemde wetgeving in een beleidsregel vast te leggen. BESLUITEN: Vast te stellen de navolgende BELEIDSREGEL Gemeenschappelijk Kader versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland (met als bijlage de”Kernbepalingen: De 6 van Flevoland”) en deze beleidsregel van overeenkomstige toepassing te verklaren op de handhaving van de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de Flora- en Faunawet.

1. Inleiding

Deze beleidsregel geeft inzicht in het beleid van de Gedeputeerde Staten met betrekking tot de handhaving van de hiervoor genoemde wetgeving. Dit houdt in dat het Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland wordt vastgesteld als beleidsregel voor de provincie. In het Gemeenschappelijk Kader hebben diverse handhavingspartners (zoals het Openbaar Ministerie, de gemeenten, het Waterschap Zuiderzeeland, de Regiopolitie Flevoland en de provincie Flevoland) afgesproken op welke (uniforme) wijze gehandhaafd wordt binnen de provincie Flevoland. Het Gemeenschappelijk Kader is op 7 september 2005 vastgesteld door het Bestuurlijk Handhavingsoverleg. Het Gemeenschappelijk Kader is daarmee een strategisch uitgangspunt voor wat betreft de bestuurs- en strafrechtelijke samenwerking. Het Gemeenschappelijk Kader wordt al feitelijk gebruikt door Gedeputeerde Staten bij het opstarten van en invulling geven aan een handhavingstraject. Daarnaast is in het Gemeenschappelijk Kader de sanctie- en de gedoogstrategie opgenomen. Ter invulling van de sanctiestrategie zijn het “Afwegingsmodel bestuursrechtelijk sanctiemiddel” en de “Richtlijn hersteltermijnen, dwangsombedragen en begunstigingstermijn” opgenomen. Met behulp van dit model en deze richtlijn kan worden afgewogen voor welk sanctiemiddel (bestuursdwang, dwangsom of intrekken vergunning) wordt gekozen en binnen welke termijnen de overtredingen moeten worden beëindigd. Indien wordt gekozen voor een dwangsom dan biedt de richtlijn hulp bij het bepalen van de dwangsomhoogten. Ter invulling van de gedoogstrategie is aansluiting gezocht bij de kabinetsnota Grenzen aan gedogen (TK 1996-197, 25 085 nrs. 1-2) en het gezamenlijke beleidskader van de ministers van VROM en Verkeer en Waterstaat van 10 oktober 1991 (TK 1991-1992, 22343, nr. 2). Deze nota’s vormen een belangrijk uitgangspunt en toetsingskader bij beslissingen over het al dan niet gedogen van milieuovertredingen en de wijze waarop in het Gemeenschappelijk Kader daarmee omgegaan wordt. Dit Gemeenschappelijk Kader vormt samen met de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer en de jurisprudentie een goede basis om invulling te geven aan de handhavingsbevoegdheid van Gedeputeerde Staten van Flevoland. In zoverre zijn beleidsregels zoals vastgesteld op 11 februari 2003 overbodig. Een deel van de beleidsregels is terug te vinden in het Gemeenschappelijk Kader, de jurisprudentie en de wetgeving. Deze beleidsregels zijn dus al “geregeld”. Daarnaast blijkt dat de overige beleidsregels, eigenlijk geen beleidsregels zijn maar (interne en externe) bedrijfsvoeringsafspraken en uitgangspunten. Gelet op het vorenstaand kan het Gemeenschappelijk Kader als beleidsregel daarom de Beleidsregels handhaving milieuwetgeving van 11 februari 2003 vervangen. In het kader van de handhaving van de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming, de Grondwaterwet, de Ontgrondingenwet, de Wet hygiëne en veiligheid van bad- en zwemgelegenheden, de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de Flora- en faunawet nemen Gedeputeerde Staten het Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland, als opgenomen in de bijlage, als uitgangspunt. 

2. Doel van de beleidsregel

De beleidsregel heeft betrekking op de handhavingsbevoegdheden van Gedeputeerde Staten. Het gaat daarbij om het handhaven van de Wet milieubeheer, Wet Bodembescherming, de Grondwaterwet, de Ontgrondingenwet, de Wet hygiëne en veiligheid van bad- en zwemgelegenheden, de Natuurbeschermingswet, de Boswet, de Flora- en faunawet en alle daarmee samenhangende algemene maatregelen van bestuur, ministeriële besluiten, provinciale verordeningen, vergunningen en ontheffingen. Een ieder heeft door deze beleidsregel de mogelijkheid kennis te nemen van wat in bepaalde handhavingsituaties van de provincie mag worden verwacht. Anderzijds geeft de beleidsregel de provincie zelf een referentie kader. De beleidsregel geeft een gedragslijn waarnaar in de besluitvorming verwezen kan worden. Gedeputeerde Staten handelen in beginsel in overeenstemming met de in dit stuk neergelegde beleidsregel. Afwijking van een beleidsregel is alleen mogelijk als de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden onevenredige gevolgen heeft in verhouding met de door de beleidsregel te dienen doelen. Vaststelling van deze beleidsregel draagt zo bij aan kwaliteitsverbetering van de handhaving.  

3. Intrekken Beleidsregels handhaving milieuwetgeving

De Beleidregels handhaving milieuwetgeving, door ons vastgesteld op 11 februari 2003, worden ingetrokken.

4. Inwerkingtreding van de beleidsregel

De Beleidsregel Gemeenschappelijk Kader, versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland treedt in werking op 1 maart 2008.

5. Citeertitel van de beleidsregel:

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als BELEIDSREGEL Gemeenschappelijk Kader versie 2005, Regionale Milieuhandhaving Flevoland.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 29 januari 2008. de secretaris, de voorzitter,