Regeling vervallen per 26-07-2016

Reglement van orde Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland

Geldend van 01-04-2010 t/m 25-07-2016

Intitulé

Reglement van orde Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland

Gedeputeerde Staten van Provincie Flevoland

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Paragraaf 1.1 Begripsbepalingen en reikwijdte

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

algemene kamer: kamer van de commissie die adviseert over bezwaarschriften niet van personele aard.

beroepschrift: het geschrift, waarmee beroep wordt ingesteld in het kader van administratief beroep als bedoeld in afdeling 7.3 van de wet.

bezwaarschrift: het geschrift, waarmee bezwaar wordt gemaakt als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de wet.

commissie: de ‘Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland’.

FUWAPROV: sectoraal functiewaarderingssysteem.

kamer administratief beroep: kamer van de commissie die uitsluitend adviseert over beroepschriften in het kader van administratief beroep als bedoeld in afdeling 7.3 van de wet.

personele kamer: kamer van de commissie die uitsluitend adviseert over bezwaarschriften van personele aard.

secretaris: de functionaris zoals bedoeld in artikel 7 van dit reglement.

voorzitter: algemeen voorzitter van de Commissie bezwaar en beroep, dan wel voorzitter van een van de kamers.

wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2

  • 1.

    Dit reglement is van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften die op grond van de artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht zijn ingediend tegen besluiten van Provinciale Staten dan wel Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Dit reglement is tevens van toepassing op de behandeling van beroepschriften tegen besluiten van andere bestuursorganen waarvoor administratief beroep bij Gedeputeerde Staten, als bedoeld in afdeling 7.3 van de wet open staat.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bezwaarschriften die op grond van artikel 5 van de ‘procedureregeling methodische functiewaardering’ uit de Collectieve Arbeidsvoorwaardenovereenkomsten Provincies (CAP), bij Gedeputeerde Staten zijn ingediend.

HOOFDSTUK 2. COMMISSIE BEZWAAR EN BEROEP PROVINCIE FLEVOLAND

Paragraaf 2.1 Instelling, taak, samenstelling, zittingsduur

Artikel 3

  • 1.

    Er is een ‘Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland’ ingesteld bij gezamenlijk besluit van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Het is een adviescommissie als bedoeld in artikel 7.13 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede een commissie op grond van artikel 163, 168 en 171 Provinciewet.

  • 2.

    De commissie is verdeeld in drie kamers: algemene kamer, personele kamer en kamer administratief beroep.

  • 3.

    De commissie heeft tot taak:

    • a.

      Provinciale Staten te adviseren over de afdoening van bezwaarschriften die bij hen zijn ingediend tegen door hen genomen besluiten;

    • b.

      Gedeputeerde Staten te adviseren over de afdoening van bezwaarschriften die bij hen zijn ingediend tegen door hen genomen besluiten, met uitzondering van bezwaarschriften ingediend tegen functiewaardering.

    • c.

      Gedeputeerde Staten te adviseren over de afdoening van beroepschriften in het kader van administratief beroep, als bedoeld in afdeling 7.3 van de wet, die bij hen zijn ingediend tegen door andere bestuursorganen genomen besluiten.

Artikel 4

  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal zeven leden, waarbij een in de functie van voorzitter en een in de functie van plaatsvervangend voorzitter, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Tot lid van de commissie zijn, met uitzondering van het bepaalde in het vijfde lid, niet benoembaar personen die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie Flevoland.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde leden worden, aan de hand van een profielschets, benoemd nadat een adviescommissie, bestaande uit één lid uit het college van Gedeputeerde Staten, één lid uit Provinciale Staten en één lid aangewezen door de provinciesecretaris, advies heeft uitgebracht.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten bepalen de samenstelling van de kamers als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in eerste lid, wordt de kamer administratief beroep gevormd door een lid, aan te wijzen uit en door het college van Gedeputeerde Staten, alsmede uit de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

Artikel 5

  • 1.

    De leden van de commissie, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden benoemd voor de duur van maximaal vier jaar.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde leden kunnen maximaal voor nog vier jaar worden herbenoemd.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde onder 1 en 2 geldt dat de benoemingstermijn voor de voormalige leden van de Adviescommissie bezwaarschriften provincie Flevoland loopt tot het einde van de zittingsperiode van Provinciale Staten in 2015.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde leden kunnen op ieder moment hun lidmaatschap van de commissie beëindigen. Een verzoek daartoe moet schriftelijk worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

Paragraaf 2.2 Vergoeding en ondersteuning

Artikel 6

De leden van de commissie, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, ontvangen een vergoeding van Gedeputeerde Staten overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, tweede dan wel derde lid, van de “Verordening rechtspositie Gedeputeerden, Staten- en Commissieleden Provincie Flevoland 2003.

Artikel 7

De commissie wordt ondersteund door medewerkers van de afdeling Kabinet, Bestuurs- en Juridische zaken, in de functie van secretaris of plaatsvervangend secretaris. De aanwijzing van secretaris en plaatsvervangend secretaris geschiedt door Gedeputeerde Staten.

HOOFDSTUK 3. PROCEDURE

Paragraaf 3.1 Ontvangst, bemiddeling, verweer en inlichtingen

Artikel 8

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen een bij hen of bij Provinciale Staten ingediend bezwaar- of beroepschrift zo spoedig mogelijk ter advisering in handen van de commissie.

  • 2.

    De secretaris bevestigt zo spoedig mogelijk namens Gedeputeerde Staten dan wel Provinciale Staten de ontvangst van het bezwaarschrift en vermeldt in deze ontvangstbevestiging dat het bezwaarschrift ter advisering in handen is gesteld van een externe commissie, zoals bedoeld in artikel 7:13 van de wet.

  • 3.

    De secretaris doet aan belanghebbenden schriftelijk mededeling van de ontvangst van het beroepschrift.

Artikel 9

De secretaris kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met de portefeuillehouder voor het beleidsterrein waarop het bezwaar of beroep betrekking heeft, onderzoeken of een bezwaar tegen een besluit van Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten, dan wel het besluit waartegen administratief beroep is ingesteld, in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 10

  • 1.

    Desecretaris verzoekt de afdeling voor het beleidsterrein waarop het bezwaar betrekking heeft om een verweerschrift.

  • 2.

    De secretaris verzoekt het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen waarop het beroepschrift betrekking heeft om een verweerschrift.

  • 3.

    De secretaris wint – ter voorbereiding van de door de commissie te houden hoorzitting – alle overige voor een zorgvuldige voorbereiding van het advies gewenste inlichtingen in.

Paragraaf 3.2 Hoorzitting

Artikel 11

  • 1.

    De secretaris bepaalt – in overleg met de voorzitter – plaats en tijdstip van de hoorzitting en deelt dit tijdig aan betrokkenen mee.

  • 2.

    De secretaris nodigt in geval van een bezwaarschrift, naast de indiener hiervan en derde belanghebbenden, Gedeputeerde Staten uit voor de hoorzitting.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten machtigen, naar aanleiding van het bepaalde in het tweede lid, het hoofd, respectievelijk diens plaatsvervanger of bureauhoofd, van de afdeling die het besluit heeft voorbereid waartegen bezwaar is gemaakt, om namens hen de hoorzitting bij te wonen.

  • 4.

    De secretaris nodigt in geval van een beroepschrift, naast de indiener hiervan en derde belanghebbenden, het bestuursorgaan uit dat het besluit heeft voorbereid waartegen beroep is ingesteld.

  • 5.

    Belanghebbenden kunnen de op het bezwaar of beroep betrekking hebbende stukken die bij de provincie aanwezig zijn inzien vanaf de datum waarop de uitnodiging voor de hoorzitting is verzonden.

  • 6.

    Het bepaalde in het vijfde lid is niet van toepassing indien het stukken betreft waarvan naar het oordeel van de commissie of ingevolge een wettelijke bepaling geheimhouding is geboden.

Artikel 12

  • 1.

    De voorzitter kan hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van belanghebbenden plaatsopneming gelasten.

  • 2.

    De voorzitter stelt belanghebbenden in de gelegenheid de plaatsopneming, als bedoeld in het eerste lid, bij te wonen.

Artikel 13

  • 1.

    De commissie hoort partijen en overige belanghebbenden en stelt hen in de gelegenheid hun zienswijzen op het bezwaarschrift mondeling toe te lichten.

  • 2.

    Belanghebbenden kunnen hun standpunt persoonlijk of door een gemachtigde tijdens de hoorzitting toelichten of doen toelichten.

  • 3.

    Gemachtigden die niet als advocaat zijn ingeschreven, dienen te beschikken over een door belanghebbende ondertekende schriftelijke machtiging, tenzij belanghebbende zelf tijdens de hoorzitting aanwezig is.

Artikel 14

  • 1.

    De voorzitter bepaalt de orde tijdens de hoorzitting. Hij kan hiertoe de hoorzitting schorsen of verdagen indien hij dit wenselijk acht.

  • 2.

    De hoorzitting is openbaar.

  • 3.

    Van het bepaalde in het tweede lid kan, al dan niet op verzoek van belanghebbenden, worden afgeweken, indien naar het oordeel van de voorzitter, gewichtige redenen zich verzetten tegen openbaarheid van de zitting

  • 4.

    Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op de hoorzitting van de personele kamer. Deze vindt achter gesloten deuren plaats.

Paragraaf 3.3 Verslag en advies

Artikel 15

De commissie kan, indien zij dat voor de advisering wenselijk acht, adviseurs c.q. deskundigen raadplegen.

Artikel 16

  • 1.

    Van de hoorzitting wordt een zakelijk gesteld verslag gemaakt van hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht.

  • 2.

    Het verslag van de hoorzitting wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 17

  • 1.

    Na afloop van de hoorzitting beraadslaagt de commissie over het aan Gedeputeerde Staten dan wel Provinciale Staten uit te brengen advies.

  • 2.

    Het advies wordt met meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 3.

    Het advies wordt schriftelijk, via de betreffende vakafdeling, aan Gedeputeerde Staten dan wel Provinciale Staten uitgebracht.

  • 4.

    Het advies van de commissie wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 5.

    Het door de commissie uitgebrachte advies is, voor zover het geen personeel bezwaarschrift betreft, openbaar.

Artikel 18

  • 1.

    De voorzitter kan bepalen alvorens advies wordt gegeven dat een hernieuwde behandeling tijdens een hoorzitting zal plaats vinden

  • 2.

    Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, geschiedt dit onderzoek onder leiding van de voorzitter.

  • 3.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt door de secretaris in afschrift aan de leden van de commissie, de bij de hoorzitting aanwezige vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 4.

    De leden van de commissie, de bij de hoorzitting aanwezige vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na datum van verzending van de in het tweede lid bedoelde informatie, aan de voorzitter, een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op het verzoek.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Paragraaf 4.1 Overgang, hardheidsclausule, inwerkingtreding, citeertitel

Artikel 19

Bezwaar- en beroepsschriften die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit reglement en waarvoor een hoorzitting gepland is, worden behandeld volgens het recht dat voor dat tijdstip van toepassing was.

Artikel 20

Provinciale Staten, dan wel Gedeputeerde Staten kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de toepassing van dit reglement, wanneer dit zou leiden tot een overweging van onbillijke aard.

Artikel 21

Dit reglement treedt in werking de dag na ondertekening door Gedeputeerde Staten voor zover het de bevoegdheden van Gedeputeerde Staten betreft en de dag na ondertekening door Provinciale Staten voor zover het de bevoegdheden van Provinciale Staten betreft.

Artikel 22

Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement van orde Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland”

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2010.

Ondertekening

Lelystad, 29 januari 2010,
 
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
T. van der Wal, secretaris,
L. Verbeek, voorzitter,
 
Uitgegeven op 29 januari 2010,
De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland.