Verordening werkgeverscommissie Provinciale Staten van Fryslân 2014

Geldend van 16-01-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Verordening werkgeverscommissie Provinciale Staten van Fryslân 2014

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE PROVINCIALE STATEN FRYSLAN 2014

Provinciale Staten;

Gelezen het voorstel van het Presidium van provinciale Staten van 20 november 2013, nummer 1092637;

Gelet op artikel 81, eerste lid, de artikelen 104 tot en met 104e, artikel 152 van de Provinciewet en afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het wenselijk is een werkgeverscommissie in te stellen waaraan bevoegdheden met betrekking tot het werkgeverschap jegens de griffie zijn overgedragen;

Besluiten:

1. Een werkgeverscommissie in te stellen ten behoeve van het uitvoeren van hun verantwoordelijkheden als werkgever voor de statengriffie; 2. Aan de onder 1 genoemde commissie de bevoegdheden te delegeren die rechtstreeks voortvloeien uit de Ambtenarenwet, de op deze wet gebaseerde en door provinciale staten vastgestelde rechtspositionele voorschriften en de artikelen 104 tot en met 104e Provinciewet, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in 104, 104a, tweede lid, 104d, eerste lid en 104e, eerste lid van de Provinciewet; 3. Vast te stellen de ‘Verordening werkgeverscommissie’.

Artikel 1 Taken en bevoegdheden van de werkgeverscommissie

  • 1 De werkgeverscommissie oefent het werkgeverschap uit ten aanzien van de griffier en de overige op de griffie werkzame ambtenaren, zoals dat door provinciale staten aan haar is gedelegeerd;

  • 2 Tot de bevoegdheden van de werkgeverscommissie behoren ook de voorbereiding en uitvoering van de overige tot het werkgeverschap van provinciale staten behorende besluiten en regelingen;

  • 3 De werkgeverscommissie mandateert een deel van de aan haar overgedragen bevoegdheden ten aanzien van het griffiepersoneel aan de griffier.

Artikel 2 Samenstelling werkgeverscommissie

  • 1 De werkgeverscommissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden.

  • 2 De vice-voorzitter van Provinciale Staten is voorzitter van de werkgeverscommissie.

  • 3 De fractievoorzitter van de grootste coalitiepartij en de fractievoorzitter van de grootste oppositiepartij zijn lid van de werkgeverscommissie.

  • 4 De Commissaris van de Koning is adviseur van de commissie en kan in voorkomende gevallen worden uitgenodigd om in de vergadering van de werkgeverscommissie aanwezig te zijn;

  • 5 De werkgeverscommissie kan zich laten bijstaan door andere adviseurs.

Artikel 3 Taken voorzitter

  • 1 De voorzitter draagt in ieder geval zorg voor:

    • a.

      Het tijdig en periodiek bijeenroepen van de werkgeverscommissie;

    • b.

      Het leiden van de vergaderingen;

    • c.

      Het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      Het ondertekenen van de stukken en de besluiten die van deze commissie uitgaan, alsmede het zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten van de werkgeverscommissie;

    • e.

      Het fungeren als schakel tussen de werkgeverscommissie en de griffier als eerstverantwoordelijke voor de personele en organisatorische zaken van de griffie.

Artikel 4 Werkwijze

De commissie bepaalt zelf haar werkwijze, waaronder de besluitvorming en ondersteuning. Van elke vergadering wordt een besluitenlijst gemaakt.

Artikel 5 Beslotenheid van de vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van de commissie vinden, in het belang als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e of f van de Wet openbaarheid van bestuur plaats in beslotenheid;

  • 2 Indien een lid van provinciale staten de agenda, de stukken of de besluitenlijst wil inzien, kan hij daartoe een verzoek indienen bij de voorzitter. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek slechts als er sprake is van strijd met het openbaar belang. De criteria van de Wet openbaarheid van bestuur zijn daarbij van toepassing.

Artikel 6 Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling provincies

  • 1 De Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling provincies, de bijbehorende arbeidsregelingen en alle overige rechtspositionele regelingen die zijn vastgesteld vóór datum van inwerkingtreding van deze verordening voor het ambtelijk personeel van de provincie Fryslân (dat onder de verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten valt), en zoals deze gelden op de datum van inwerkingtreding van deze verordening, zijn ook van toepassing op de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie die door of vanwege Provinciale Staten zijn benoemd.

  • 2 In de uitoefening van de in lid 1 vallende (rechtspositie)regelingen ten aanzien van de (adjunct-)Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie treden in plaats van:

    • - Gedeputeerde Staten: Provinciale Staten

    • - De Provinciedirecteur: De Statengriffier

Artikel 7

  • 1 De wijzigingen van de onder artikel 6 vallende (rechtspositie)regelingen, alsmede nieuwe (rechts)positieregelingen of -besluiten die worden vastgesteld voor het onder verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten vallende personeel, na het moment waarop het onderhavige besluit is genomen, zullen op gelijke wijze van toepassing zijn op de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie, tenzij Provinciale Staten anders besluiten. Het bepaalde in artikel 6, lid 2, van dit besluit is op deze gewijzigde of nieuwe regelingen van toepassing.

Artikel 8

De door Gedeputeerde Staten of de Provinciedirecteur op grond van artikel 6 en 7 bedoelde rechtspositieregelingen genomen generieke besluiten en vastgestelde nadere regelingen zijn op gelijke wijze van toepassing op de Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie, voor zover daarvan niet door Provinciale Staten wordt afgeweken.

Artikel 9

Indien één van de in artikel 6, 7 en 8 bedoelde regelingen komt te vervallen, zal deze tevens vervallen voor de (adjunct-)Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie, tenzij Provinciale Staten anders besluiten.

Artikel 10

  • 1 Gedeputeerde Staten of de provinciedirecteur stellen de Werkgeverscommissie binnen drie weken in kennis van de onder 6, 7 en 9 genomen besluiten.

  • 2 Op advies van de Werkgeverscommissie kunnen Provinciale Staten binnen 6 weken na de kennisgeving aan de Werkgeverscommissie besluiten een (rechtspositie)regeling niet van toepassing te laten zijn op de Statengriffie en de medewerkers van de Statengriffie. Na het ongebruikt laten verstrijken van de termijn van 6 weken wordt de door Gedeputeerde Staten vastgestelde (rechtspositie)regeling geacht mede te zijn vastgesteld door Provinciale Staten voor de (adjunct-) Statengriffier en de medewerkers van de Statengriffie.

Artikel 11 Medezeggenschap

  • 1 De griffie kan worden beschouwd als zelfstandige onderneming in de zin van de Wet op de ondernemingsraden.

  • 2 De griffie voert samen met de ambtelijke organisatie een gemeenschappelijke ondernemingsraad als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de ondernemingsraden.

  • 3 De griffier is bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden.

  • 4 De griffier kan met de provinciedirecteur afspraken maken over het overleg met de ondernemingsraad, alsmede de uitoefening van eventuele overige in de Wet op de Ondernemingsraden aan de bestuurder opgedragen bevoegdheden.

  • 5 De op de griffie werkzame ambtenaren hebben actief en passief stemrecht in de gemeenschappelijke ondernemingsraad.

 Artikel 12 Verantwoording

De commissie brengt desgevraagd verslag uit van haar werkzaamheden aan het presidium.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over toepassing ervan beslist de voorzitter.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Artikel 15 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Verordening werkgeverscommissie Provinciale Staten van Fryslân 2014’.

Ondertekening

Leeuwarden, 18 december 2013
Voorzitter J.A. Jorritsma
Griffier A. Oortgiesen
 

Toelichting

Algemeen De provincie is werkgever van de ambtenaren die werkzaam zijn bij deze rechtspersoon. Provinciale Staten (PS) en Gedeputeerde Staten (GS) vullen dit werkgeverschap in. Provinciale Staten zijn daarbij het bevoegde gezag van de griffie. Gelet op de publieke taken, de grootte en de samenstelling van PS is het praktischer dat zij voor de feitelijke invulling van het werkgeverschap een commissie instellen waaraan deze taak wordt gedelegeerd. Een werkgeverscommissie ligt daarbij, gezien de artikelen 81 en 152, eerste lid, van de Provinciewet het meest voor de hand. De delegatie van bevoegdheden ziet alleen op het nemen van personele besluiten en niet op het vaststellen van rechtspositionele regelingen. Het vaststellen van rechtspositionele regelingen leent zich uit de aard van de bevoegdheid niet voor delegatie en is daarom niet toegestaan. Deze regelingen worden via de werkgeverscommissie ter vaststelling aan PS voorgelegd. Zodra het college een voorstel ontvangt tot vaststelling of wijziging van de arbeidsvoorwaardenregeling wordt dit voorstel via de werkgeverscommissie voorgelegd aan PS. Vervolgens stellen PS deze regeling op voorstel van de werkgeverscommissie vast, inclusief eventuele afwijkingen vanwege de eigenheid van de griffie.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie De werkgeverscommissie vervult alle bij het werkgeverschap behorende taken en bevoegdheden. Dat houdt in dat deze commissie zich, naast het nemen van personele besluiten, ook bezighoudt met de voorbereiding van voorstellen aan PS die voortvloeien uit het werkgeverschap. Verder is de werkgeverscommissie belast met het voeren van overleg met de griffier over de voortgang van de werkzaamheden van de griffie, het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier en het bespreken van voorstellen over de organisatie van de griffie. Het gaat dan bijvoorbeeld over een voorgenomen besluit tot reorganisatie, een plan van aanpak voor de reorganisatie, een inrichtingsplan, functietyperingen en dergelijke. Een aantal bevoegdheden kan, gelet op de aard van deze bevoegdheden, niet aan de werkgeverscommissie worden overgedragen. Dit zijn, bijvoorbeeld, het benoemen, schorsen en ontslaan van de (adjunct-)griffier, de vervanging van de griffier, het vaststellen van de instructie griffier, het vaststellen van een organisatieverordening voor de griffie en het nemen van een (voorgenomen) reorganisatiebesluit.

Artikel 2 Samenstelling werkgeverscommissie De samenstelling van de werkgeverscommissie heeft bij voorkeur een oneven aantal leden. De plaatsvervangend voorzitter van PS is voorzitter van de commissie. Naast de voorzitter van de werkgeverscommissie zijn er twee andere leden: de fractievoorzitter van de grootste coalitiepartij en de fractievoorzitter van de grootste oppositiepartij. Uit artikel 81 van de Provinciewet vloeit voort dat de commissaris van de koning geen lid kan zijn van de werkgeverscommissie. Dit komt ook overeen met het feit dat de Staten het bevoegde gezag zijn over de statengriffie. Maar omdat de commissaris van de koning (technisch) voorzitter is van provinciale staten en nauw samenwerkt met de griffier kan hij een belangrijke informatiebron zijn wanneer het functioneren van de griffier aan de orde is. Daarom wordt de commissaris van de koning als adviseur verbonden aan de werkgeverscommissie. Daarnaast kunnen ook andere adviseurs worden geraadpleegd, bijvoorbeeld personeelsadviseurs.

Artikel 3 Taken van de voorzitter De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 4 Werkwijze werkgeverscommissie De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 5 Beslotenheid van de vergaderingen Het ligt voor de hand dat een commissie, die over personele zaken en over personen vergadert, in beslotenheid bij elkaar komt. Statenleden moeten echter, desgewenst, wel inzage kunnen hebben in de stukken, aangezien provinciale staten van oorsprong ook het bevoegde orgaan zijn.

Artikel 6 Verantwoording Provinciale staten hebben er sinds de dualisering een taak bij gekregen, namelijk de invulling van het werkgeverschap. Het is belangrijk dat provinciale staten inzicht kunnen krijgen en houden hoe met de gedelegeerde invulling van het werkgeverschap wordt omgegaan. Uit praktisch oogpunt wordt er voor gekozen om deze verantwoording af te leggen aan het Presidium.