Besluit Informatiebeheer provincie Fryslân 2014

Geldend van 05-03-2015 t/m heden

Intitulé

Besluit Informatiebeheer provincie Fryslân 2014

 BESLUIT INFORMATIEBEHEER PROVINCIE FRYSLAN 2014

De commissaris van de Koning in de provincie Fryslân,

en

Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân;

gelet op artikel 7 van de Archiefverordening Provincie Fryslân 2014;

 

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende:

Voorschriften betreffende het beheer van de provinciale archiefbewaarplaats en het beheer van de archiefbescheiden van provinciale organen, alsmede die van de commissaris van de Koning in de provincie Fryslân zoals bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de Archiefwet 1995, voor zover deze archiefbescheiden niet naar een provinciale archiefbewaarplaats zijn overgebracht. (Besluit informatiebeheer provincie Fryslân 2014)

I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.

  • 1 Dit besluit verstaat onder:

    • a.

      Wet: de Archiefwet 1995;

    • b.

      archiefregeling: Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2009, nr. WJZ/178205 (8189), met betrekking tot de duurzaamheid en de geordende en toegankelijke staat van archiefbescheiden en de bouw en inrichting van archiefruimten en archiefbewaarplaatsen, Stcrt. Nr. 70, 6 januari 2010 (sedert gewijzigd);

    • c.

      archiefverordening: de Archiefverordening provincie Fryslân 2014;

    • d.

      archiefbescheiden: archiefbescheiden als bedoeld in artikel 1 van de wet;

    • e.

      archiefbewaarplaats: archiefbewaarplaats als bedoeld in artikel 1 van de wet;

    • f.

      archiefruimte: archiefruimte als bedoeld in artikel 1 van de wet;

    • g.

      informatiebestand: een systematische verzameling van gegevens;

    • h.

      informatievoorziening: het opnemen, selecteren, bewaren, ontsluiten en verstrekken van de in de archiefbescheiden vastgelegde gegevens.

  • 2 Dit besluit is mede van toepassing op archiefbescheiden die ingevolge een selectielijst voor vernietiging in aanmerking komen, tenzij in dit besluit anders is bepaald.

II ARCHIEFBEWAARPLAATS

Artikel 2.

  • 1 De in artikel 28 van de wet bedoelde provinciale archiefbewaarplaats bevindt zich bij het Openbaar Lichaam “Letterhoeke” te Leeuwarden.

  • 2 In de provinciale archiefbewaarplaats kunnen zich, naast overgebrachte archiefbescheiden, ook niet openbaar gemaakte archiefbescheiden, zoals aangegeven in een de door het Openbaar Lichaam “Letterhoeke” bijgehouden depotstaat, bevinden.

Artikel 3.

De provinciearchivaris is belast met het beheer van de naar de provinciale archiefbewaarplaats overgebrachte en daar geplaatste provinciale archiefbescheiden.

Artikel 4.

  • 1 Voor zover enig wettelijk voorschrift zich daartegen niet verzet, verricht de provinciearchivaris onderzoek in de door hem beheerde provinciale archiefbescheiden ten behoeve van provinciale organen.

  • 2 Voor zover enig wettelijk voorschrift zich daartegen niet verzet, is de provinciearchivaris bevoegd ten behoeve van derden onderzoek te doen in de in de provinciale archiefbewaarplaats berustende provinciale archieven.

  • 3 De kosten voor het in het voorgaande lid beschrevene kunnen aan de verzoeker in rekening worden gebracht. Alvorens de hier bedoelde werkzaamheden een aanvang nemen, wordt de verzoeker van dit tarief op de hoogte gesteld.

Artikel 5.

De provinciearchivaris brengt tweejaarlijks schriftelijk verslag uit over het in artikel 3 van dit besluit bedoelde beheer van de provinciale archiefbewaarplaats.

III VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE INFORMATIEVOORZIENING

Artikel 6.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening is belast met de informatievoorziening.

IV ARCHIEFVORMING- EN ORDENING

Ontstaan van archiefbescheiden

Artikel 7.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt er zorg voor, dat de vervaardiging van archiefbescheiden op zodanige wijze en met zodanige materialen geschiedt dat hun toegankelijkheid, leesbaarheid en houdbaarheid tenminste in overeenstemming is met de bij of krachtens de wet gestelde eisen.

Artikel 8.

Van de te verzenden archiefbescheiden, die worden geregistreerd, wordt, ongeacht de wijze van verzending, een tweede identiek exemplaar bewaard als minuut of bewijsstuk voor de eigen administratie.

Artikel 9.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt, voor zover van toepassing, zorg voor het opstellen en handhaven van procedures voor de behandeling van ingekomen, uitgaande en interne archiefbescheiden, rekening houdend met de bij en krachtens de wet gestelde eisen.

Artikel 10.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt er zorg voor dat bij het wijzigen, verwijderen, selecteren, vervangen of vernietigen van archiefbescheiden, of onderdelen daarvan, de bij of krachtens de wet gegeven voorschriften worden toegepast.

Identificatie van archiefbescheiden

Artikel 11.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt er zorg voor dat de archiefbescheiden worden voorzien van de bij of krachtens de wet vereiste proces-, ontsluitings- en ordeningskenmerken, zodanig dat ze met behulp daarvan op eenvoudige wijze kunnen worden teruggevonden.

Artikel 12.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt zorg voor het opstellen en handhaven van procedures, waarmee de registratie van archiefbescheiden en hun afdoeningstermijnen worden bewaakt.

Ordening en toegankelijkheid van archiefbescheiden

Artikel 13.

  • 1 Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt er zorg voor, dat de ordening van de archiefbescheiden geschiedt volgens een doelmatige en doeltreffende systematiek.

  • 2 Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening ziet erop toe, dat van archiefbescheiden en informatiebestanden overeenkomstig artikel 18 van de Archiefregeling een overzicht wordt bijgehouden, waarin de archiefbescheiden en informatiebestanden worden beschreven en in verband kunnen worden gebracht met de verschillende werkprocessen en taken.

Artikel 14.

  • 1 Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt er zorg voor, dat ten aanzien van archiefbescheiden de navolgende kenmerken zodanig worden vastgelegd dat uit de archiefbescheiden, dan wel uit de daarbij behorende registratie ten minste, blijkt:

    • -

      wanneer archiefbescheiden zijn ontvangen of opgemaakt;

    • -

      wie de afzender of vervaardiger is;

    • -

      op welke taak de archiefbescheiden betrekking hebben;

    • -

      de samenhang met andere ontvangen en opgemaakte archiefbescheiden;

    • -

      wat de status en het ontwikkelingsstadium van de archiefbescheiden zijn; en

    • -

      wanneer en aan wie een exemplaar ervan is verzonden.

  • 2 Het vorige lid is niet van toepassing op archiefbescheiden, die niet benodigd zijn in het kader van uitvoering van taken en de verantwoording daarover, of die niet in verband met enig wettelijk voorschrift worden opgemaakt, ontvangen of bewaard.

  • 3 Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening ziet toe op tijdige signalering van de noodzaak tot conversie of migratie van archiefbescheiden en informatiebestanden bedoeld in het eerste lid en is verantwoordelijk voor de tijdige en daadwerkelijke uitvoering ervan.

Artikel 15.

Uit het in artikel 14, eerste lid, van dit besluit bedoelde overzicht blijkt steeds waar de archiefbescheiden en informatiebestanden en hun onderdelen zich bevinden of wanneer, onderscheidenlijk aan wie zij zijn overgebracht, overgedragen, ter beschikking gesteld, vernietigd of vervreemd.

V BEHEER VAN ARCHIEFBESCHEIDEN

Bewaring van archiefbescheiden

Artikel 16.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt er zorg voor, dat archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat worden bewaard.

Artikel 17.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt er zorg voor dat ten aanzien van het beheer van de archiefruimten wordt voldaan aan de bij of krachtens de wet gestelde eisen.

Artikel 18.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt er zorg voor dat plannen tot bouw, verbouw, inrichting, herinrichting of ingebruikneming van archiefruimten en informatiesystemen met de provinciearchivaris zijn afgestemd.

Raadpleging en beveiliging van archiefbescheiden

Artikel 19.

  • 1 Raadpleging of uitlening van archiefbescheiden is, onverminderd enige wettelijke verplichting tot openbaarmaking, slechts toegestaan aan het bestuur en bevoegde functionarissen van de griffie en de ambtelijke organisatie alsmede aan andere overheden en derden die terzake taken in opdracht van de provincie uitvoeren.

  • 2 Raadpleging of uitlening van archiefbescheiden die betrekking hebben op persoonsdossiers is, onverminderd enige wettelijke verplichting tot openbaarmaking, slechts toegestaan aan namens het bestuur bevoegde functionarissen van de griffie en de ambtelijke organisatie en derden die terzake taken in opdracht van de provincie uitvoeren.

  • 3 Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt zorg voor het houden van aantekening van de uitlening van archiefbescheiden en voor controle op de tijdige en volledige terugbezorging, inclusief aanvullingen in het kader van voor de provincie uitgevoerde taken.

Artikel 20.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt zorg voor de nodige informatiebeveiliging, welke mede omvat de nodige organisatorische, procedurele en technische voorzieningen voor het tegengaan van wijziging, verwijdering, kopiëring, vervanging of vernietiging van archiefbescheiden die daarvoor gezien hun aard en status niet in aanmerking komen.

Artikel 21.

Het is verboden archiefbescheiden uit informatiebestanden te verwijderen, tenzij dit gebeurt op grond van wettelijke voorschriften.

Vervreemding, vervanging, selectie en vernietiging van archiefbescheiden

Artikel 22.

Ten aanzien van besluiten tot vervreemding van archiefbescheiden als bedoeld in artikel 7 van het Archiefbesluit 1995, wordt vooraf het advies van de provinciearchivaris ingewonnen.

Artikel 23.

Ten aanzien van besluiten tot vervanging van archiefbescheiden door reproducties als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Archiefbesluit 1995, wordt vooraf het advies van de provinciearchivaris ingewonnen.

Artikel 24.

  • 1 Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening draagt zorg voor het in een zo vroeg mogelijk stadium selecteren van archiefbescheiden en informatiebestanden voor bewaring, vervanging en vernietiging, overeenkomstig de daarvoor bij en krachtens de wet gegeven voorschriften.

  • 2 Ingeval van selectie voor vernietiging worden de archiefbescheiden en informatiebestanden voorzien van een kenmerk, dat de bewaartermijn aangeeft. Van deze bewaartermijn wordt tevens aantekening gehouden in de in artikel 15, eerste lid, van dit besluit bedoelde overzicht.

Artikel 25.

Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening stelt, alvorens tot vervanging of vernietiging van archiefbescheiden over te gaan, in overleg met de proceseigenaren een lijst op van te vervangen of met inachtneming van de geldende selectielijst vernietigbare archiefbescheiden. Deze lijst van te vervangen of vernietigbare archiefbescheiden behoeft de instemming van de provinciearchivaris, welke instemming geldt als door ons verleende machtiging tot vervanging of vernietiging.

Overbrenging van archiefbescheiden, als bedoeld in artikel 12 van de wet

Artikel 26.

Bij overbrenging van archiefbescheiden wordt, in het geval het in een informatiesysteem opgenomen archiefbescheiden en informatiebestanden betreft, het informatiesysteem, voor zover onmisbaar voor raadpleging, eveneens overgebracht.

Artikel 27.

Bij overbrenging van archiefbescheiden worden in samenspraak met de provinciearchivaris de bestandsformaten nader vastgesteld, ten einde de goede, geordende en toegankelijke staat te garanderen.

Artikel 28.

Bij overbrenging van archiefbescheiden adviseert de provinciearchivaris, op voorstel van het hoofd van de afdeling Informatievoorziening, over eventuele beperkende bepalingen ingevolge artikel 15, eerste lid, van de wet.

VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 29.

Het Archiefreglement provincie Fryslân 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 30.

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als Besluit Informatiebeheer provincie Fryslân 2014.

  • 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het provinciaal blad. 

Ondertekening

Leeuwarden, 4 februari 2014
Voorzitter J.A. Jorritsma
Secretaris Drs. A.J. van den Berg
 

MEMORIE VAN TOELICHTING Dit Besluit Informatiebeheer is gebaseerd op artikel 7 van de Archiefverordening provincie Fryslân 2014. Met dit besluit wordt beoogd de ambtelijke verantwoordelijkheid voor het beheer van archiefbescheiden, het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en bewaren van archiefbescheiden te regelen. Het besluit is daarbij zowel van toepassing op digitale archiefbescheiden als op papieren archiefbescheiden. Het besluit bevat bepalingen inzake de verantwoordelijkheid voor het beheer, de archiefvorming en ordening en inzake het beheer van archiefbescheiden met inbegrip van e-mail. Het houdt nadrukkelijk rekening met het beheer van digitale informatiebronnen. In verband met de noodzaak de bepalingen van dit besluit te kunnen bespreken met personen, die niet werkzaam zijn in de documentaire informatievoorziening – bijvoorbeeld automatiseerders en systeembeheerders – is de terminologie van het besluit daarop aangepast. Het besluit is ook van toepassing op de archiefbescheiden van de commissaris van de Koning voor zover bedoeld in artikel 23 tweede lid van de wet en artikel 182, eerste en tweede lid van de Provinciewet; uiteraard met inachtneming van de Ambtsinstructie commissaris van de Koning (Stb. 1994, 445). Het besluit dient daarom door zowel de commissaris van de Koning als -op grond van artikel 7 van de archiefverordening- door gedeputeerde staten te worden vastgesteld en ondertekend.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 eerste lid Begripsbepalingen zijn alleen uit de wet overgenomen als daaraan in deze verordening een meer specifieke betekenis moest worden toegekend. De wetgever heeft – binnen de formele betekenis van het begrip archiefbescheiden – bedoeld onder deze term alle op enigerlei wijze vastgelegde informatie te begrijpen inclusief die welke slechts via informatietechnologie opgevraagd kan worden. Ondanks de ruimere betekenis van “archiefbescheiden” kan de materie veelal met de traditionele bepalingen worden geregeld, zij het dat sommige begrippen een andere, ruimere inhoud hebben gekregen.

Artikel 1 tweede lid De uitvoering van vele overheidstaken ligt vast in uiteindelijk vernietigbare archiefbescheiden. Deze dienen ter verantwoording van het beleid en de democratische controle daarop, alsmede in het belang van de rechtszekerheid van de provincie, de andere overheidsorganen en de burger gedurende de bewaartermijn in goede, geordende en toegankelijke staat te worden gehouden. Dit geldt zowel voor de klassieke papieren bescheiden als voor de digitale. Het is daarom van het grootste belang dat ook uiteindelijk voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden gedurende hun termijn van bewaring onder dezelfde regels vallen als de voor blijvende bewaring in aanmerking komende. Andere medewerkers dan die van de documentaire informatievoorziening zijn niet op de hoogte van de wettelijke regels omtrent het beheer van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden. Voorts is niet altijd vooraf duidelijk welk gedeelte van de archiefbescheiden voor blijvende bewaring dan wel voor vernietiging in aanmerking komt. Ook om deze reden dienen deze bescheiden onder de werking van dit besluit te vallen. Aangezien voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden, en vooral digitale archiefbescheiden, niet werkelijk aan alle eisen van de digitale duurzaamheid zoals omschreven in de Archiefregeling hoeven te voldoen.

Artikel 2 Dit artikel maakt vervroegde overbrenging van digitale archiefbescheiden mogelijk. In het licht van de ontwikkelingen van “Archief 2020” kan nader worden bezien welke consequenties dit heeft onder meer de aanwijzing van archiefruimten.

Artikel 3 De wet draagt de provinciearchivaris het beheer van de archiefbewaarplaats op, maar schept geen regeling ten aanzien van documentaire verzamelingen. Deze verzamelingen worden als onderdeel van de archiefbescheiden begrepen.

Artikel 7 Tot die bij of krachtens de wet gestelde eisen behoort de in artikel 11, tweede lid, Archiefbesluit 1995 bedoelde Archiefregeling.

Artikel 8 Een minuut is de vastgestelde versie van een document, waarnaar de uitgaande versie wordt opgemaakt. Een minuut bestaat in de praktijk veelal uit een exacte kopie, die door middel van kenmerken is geauthentiseerd. Deze bepaling van algemene strekking dient ook in een digitale omgeving te worden nagevolgd.

Artikel 9 De opstelling van de procedures wordt aan het hoofd van de afdeling Informatievoorziening overgelaten, omdat deze het best in staat is de relaties met de verschillende werkprocessen te leggen. Wijziging in die werkprocessen of in de technische ondersteuning daarvan door middel van informatiesystemen kan op deze wijze leiden tot snelle en eenvoudige aanpassing van de procedures.

Artikel 10 De bepaling in dit artikel heeft een algemene strekking, maar is specifiek van belang voor digitale informatiesystemen, waarin selectie en vernietiging dikwijls in de systemen is ingebouwd, zonder met de wettelijke voorschriften inzake selectie en vernietiging rekening te houden.

Artikel 12 De opstelling van de procedures wordt aan het hoofd van de afdeling Informatievoorziening overgelaten, omdat deze het best in staat is de relaties met de verschillende werkprocessen te leggen. Wijziging in die werkprocessen of in de technische ondersteuning daarvan door middel van informatiesystemen kan op deze wijze leiden tot snelle en eenvoudige aanpassing van de procedures.

Artikel 13 In tegenstelling tot traditionele ordeningsvoorschriften schrijft dit artikel geen specifieke ordeningssystematiek voor. Verandering van opvatting ten aanzien van ordeningsmethoden en de voortschrijdende technische ontwikkelingen maken dit weinig zinvol. Op grond van artikel 3 van de Archiefwet 1995 is de vastlegging van de gebruikte ordeningssystemen vereist. De toetsing van ordeningssystemen als doelmatig en doeltreffend dient te geschieden door de provinciearchivaris.

Artikel 14 In tegenstelling tot traditionele registratiebepalingen schrijft dit artikel niet voor hoe registratie van archiefbescheiden dient plaats te vinden. Voorgeschreven wordt alleen het resultaat. Voortschrijdende technische ontwikkelingen leiden daarom niet automatisch tot de noodzaak dit artikel te wijzigen. Gezien het arbeidsintensieve karakter van de registratie worden in het tweede lid belangrijke uitzonderingen gemaakt op de plicht tot registratie. De regeling vereist niet dat ook de functionarissen betrokken bij de behandeling van een zaak of werkproces worden geregistreerd. Om de behandelingen en werkprocessen te reconstrueren en aan andere wettelijke bepalingen te voldoen is dat echter wel noodzakelijk. Het ontwikkelingsstadium van een archiefbescheiden is het stadium waarin een archiefbescheiden verkeert tussen de eerste vastlegging in een ontwerp en de laatste vorm waarin het in één of meer archieven wordt opgenomen.

Artikel 15 Hiermee wordt het documentair structuurplan (DSP) bedoeld.

Artikel 17 Tot deze bij of krachtens de wet gestelde eisen behoort de Archiefregeling.

Artikel 20 De opstelling van de procedures wordt aan het hoofd van de afdeling Informatievoorziening overgelaten, omdat deze het best in staat is de relaties met de verschillende werkprocessen te leggen. Wijziging in die werkprocessen of in de technische ondersteuning daarvan door middel van informatiesystemen kan op deze wijze leiden tot snelle en eenvoudige aanpassing van de procedures.

Artikel 21 Archiefrechtelijke regels maken verwijdering mogelijk, bijvoorbeeld ingeval vervanging, vernietiging, vervreemding of uitlening plaatsvindt. De Wet Bescherming Persoonsgegevens bepaalt in welke gevallen persoonsgegevens uit registraties verwijderd dienen te worden. Vervolgens dienen de archiefrechtelijke regels inzake selectie en vernietiging te worden toegepast.

Artikel 22 en artikel 23 Bij vervreemding en vervanging dient ingevolge het bepaalde in het Archiefbesluit 1995 rekening te worden gehouden met culturele en historische aspecten. De archivaris heeft ook bij deze processen een belangrijke rol.

Artikel 23 Artikel 7 van de Archiefwet 1995 is ook van toepassing op de digitale archiefbescheiden en conversies en migraties. De routinematige conversie van archiefbescheiden in een geautomatiseerde omgeving wordt hierbij ook als vervanging als bedoeld in artikel 7 van de Archiefwet beschouwd.

Artikel 24 De bepaling, dat de selectie in een zo vroeg mogelijk stadium dient plaats te hebben, is van algemene strekking. De bepaling is echter specifiek van belang ten aanzien van digitale informatiesystemen. Wanneer niet al bij het ontstaan daarvan rekening wordt gehouden met selectie eisen, kan dit tot onherstelbaar verlies van informatie leiden.

Artikel 25 Deze lijst is enerzijds noodzakelijk als onderdeel van de in artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 bedoelde verklaring, en dient anderzijds om een toetsingsinstrument te verschaffen voor het correct toepassen van de selectielijst.

Artikel 26 Voor het op lange termijn toegankelijk houden van vooral digitale archiefbescheiden, zijn naast de gegevens ook de programmatuur, documentatie en apparatuur noodzakelijk. Wanneer dit nodig is, dienen ook deze te worden overgebracht. Van toepassing is ook de Archiefregeling.