Regeling vervallen per 01-01-2018

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent bezoldiging Aanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslân 2018

Geldend van 29-05-2018 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent bezoldiging Aanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslân 2018

Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet op artikel 125 Ambtenarenwet en de artikelen 3.4.4 en 3.3.2 lid 5 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling provincies besluiten vast te stellen een aanvullende bezoldigingsregeling.

Artikel 1

Vervallen

Artikel 2 Toelage onregelmatige dienst

  • 1.

    Ingevolge artikel 3.3.2 lid 5 wordt de toelage voor de brug- en sluiswachters, de sluismeesters en de schippers, die niet in ploegendienst werkzaam zijn, bepaald op 12 procent van het maximumsalaris van schaal 4.

  • 2.

    Ingevolge artikel 3.3.2 lid 5 wordt aan de ambtenaar die in ploegendienst werkzaam is, een toelage toegekend, welke wordt berekend naar een percentage van het maximumsalaris van salarisschaal 4.

    Dit percentage bedraagt:

    15% voor ambtenaren werkzaam op zeven dagen per week in tweeploegendienst;

    24% voor ambtenaren werkzaam op zeven dagen per week in drieploegendienst.

Artikel 3

Vervallen

Artikel 4 Gratificatie bij ambtsjubileum

  • 1.

    Aan de ambtenaar die een diensttijd bij de overheid van 25 jaar of 40 jaar heeft vervuld, kan een eenmalige dienstuitkering worden toegekend.

  • 2.

    Onder diensttijd wordt verstaan de diensttijd, bedoeld in de Regeling gratificatie bij ambtsjubileum (stscrt. 1989, 223).

  • 3.

    De diensttijduitkering bedraagt:

    • a.

      bij een diensttijd van ten minste 25 jaar een halve maand salaris en salaristoelagen;

    • b.

      bij een diensttijd van ten minste 40 jaar een hele maand salaris en salaristoelagen

  • 4.

    Ten aanzien van de ambtenaar, die de laatste 10 jaar een periode werkzaam is geweest in een functie met een onvolledige arbeidsduur, wordt het salaris (was salaris) gesteld op een bedrag dat overeenkomt met het salaris en salaristoeslagen die hij zou genieten indien rekening wordt gehouden met zijn gemiddelde arbeidsduur in de periode van 10 jaar voorafgaande aan het diensttijdjubileum.

  • 5.

    vervallen.

  • 6.

    Het bedrag van de uitkering wordt naar boven afgerond op een veelvoud van één euro.

  • 7.

    Indien een diensttijduitkering kan worden verleend, doch de ambtenaar ter zake van zijn dienstvervulling reeds een naar de aard vergelijkbare uitkering heeft ontvangen, blijft toekenning van de diensttijduitkering achterwege.

  • 8.

    Indien het tijdstip van het diensttijdjubileum valt in de periode waarin de ambtenaar niet in actieve dienst is, wegens het bekleden van een politiek ambt of wegens het genot van buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging, wordt op de datum van het bereiken van het diensttijdjubileum geen diensttijduitkering toegekend.

    Mits de ambtenaar in de functie welke tijdens dat verlof wordt vervuld geen diensttijduitkering of daarmee overeenkomende uitkering heeft ontvangen, kan de diensttijduitkering alsnog worden toegekend, zodra de ambtenaar na beëindiging van het verlof zijn werkzaamheden heeft hervat. De diensttijduitkering wordt dan berekend over de bezoldiging van de ambtenaar op de datum dat de ambtenaar in actieve dienst zou zijn geweest.

    Voorts met inachtneming van de salarisschaal waarin de ambtenaar was ingedeeld op de dag voorafgaande aan die van ingang van de inactieve dienst en van de op die datum voor toekenning van een periodieke verhogingen meetellende diensttijd.

  • 9.

    Een ambtenaar heeft bij 25- en 40-jarig ambtsjubileum (zowel provinciale- als overheidsdienst) aanspraak op één dag buitengewoon verlof. Deeltijdwerkers krijgen verlof naar rato van de omvang van de dienstbetrekking. Als het provinciale- en het overheidsjubileum op dezelfde dag vallen wordt één dag buitengewoon verlof gegeven.

Artikel 5 Diensttijdgratificatie bij ontslag

  • 1. Een met een diensttijduitkering overeenkomende uitkering kan eveneens worden toegekend aan een ambtenaar die ontslag verleend wordt aan de ambtenaar die ingevolge artikel 11.1.5 van de CAP, wegens invaliditeitspensionering is ontslagen.

  • 2. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, kan alleen worden toegekend indien de ambtenaar bij het voortduren van het dienstverband tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, voor het einde van de maand waarin hij deze leeftijd bereikt, op grond van het bepaalde in artikel 3, in aanmerking zou zijn gekomen voor een dienstuitkering.

  • 3. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt een naar evenredigheid van de dienstjaren op de datum van ontslag berekend deel van het bedrag als bedoeld in artikel 4, derde lid. De uitkering betreft alleen de eerstvolgende dienstuitkering na de datum van ontslag. De dienstjaren worden afgerond op hele jaren naar beneden. Berekening vindt plaats op basis van het salaris en toelagen in de maand voorafgaand aan het ontslag.

  • 4. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt zo spoedig mogelijk uitgekeerd na de datum van ontslag.

Artikel 6

  • 1. Deze regeling wordt aangehaald als aanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslân 2018.

  • 2. Dit besluit treedt in werking na plaatsing in het provinciaal blad en werkt terug tot 1 januari 2018.

Ondertekening