Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van Gedeputeerde staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent dienstwoning Regeling gebruik dienstwoning

Geldend van 29-05-2018 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent dienstwoning Regeling gebruik dienstwoning

Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet op artikel 125 Ambtenarenwet en artikel 3.3.5 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling provincies besluiten vast te stellen een regeling gebruik dienstwoning

Artikel 1 Definities

  • a. CAP: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

  • b. betrokkene: de ambtenaar in de zin van de CAP die op grond van artikel 2.6.2 van de CAP door gedeputeerde staten is verplicht in de hem aangewezen dienstwoning te gaan wonen.

Artikel 2 Vergoeding

  • 1. Op de bezoldiging van de betrokkene wordt voor het genot van de dienstwoning en eventueel verdere verstrekkingen in die woning een korting toe­gepast overeenkom­stig de voor het burgerlijk rijksperso­neel vastgestelde bepalingen.

  • 2. De betrokkene draagt de onderhoudskosten welke volgens de wet en het plaatse­lijk gebruik gewoonlijk voor rekening van de huur­der zijn, tenzij daarvoor een afwijken­de regeling is vastgesteld.

Artikel 3 Gebruik

  • 1. De betrokkene is verplicht zich wat betreft de bewoning en het gebruik te ge­dragen naar de voorschriften die daarvoor zijn gesteld.

  • 2. De betrokkene mag zonder vergunning van gedeputeerde staten de woning noch geheel noch gedeeltelijk aan anderen verhuren of in ge­bruik geven.

Artikel 4 Vertrek uit de dienstwoning

  • 1. Bij het verlaten van een dienstwoning ten gevolge van de pensio­nering of het overlij­den van de betrokkene worden hem, c.q. zijn achterblijvende gezinsleden de ver­plaatsingskosten, conform het bepaalde in de verplaatsingskostenregeling vergoed, met dien verstande dat in het alge­meen niet meer wordt uitgekeerd dan het bedrag waarop de betrokkene(n) recht zou(den) hebben bij een ver­huizing binnen de plaats waar de verlaten woning is gevestigd.

  • 2. Gedurende de maand, waarin het overlijden van de betrokkene plaats vond, en de daaropvolgende 3 maanden, behouden de achterblijven­de gezinsle­den het gebruik van de dienstwoning, waarin zij met de betrokkene woonden.

    Daarvan kan echter worden afgeweken als gedeputeerde staten dat in het belang van de dienst noodzakelijk achten; alsdan wordt hun naar bil­lijkheid een schade­vergoe­ding gegeven.

  • 3. Bij vrijwillig verlaten van de dienstwoning binnen de termijn, geduren­de welke de woning nog mag worden gebruikt, kunnen gede­puteerde staten een vergoe­ding toekennen.

  • 4. Indien de betrokkene voor het gebruik van de dienstwoning een vergoeding verschuldigd was, voldoen de achtergebleven gezinsleden deze over de tijd gedurende welde zij het gebruik van die woning behouden.

Artikel 5 Slotbepalingen

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als "Regeling gebruik dienstwoning".

  • 4. Dit besluit treedt in werking na publicatie in het provincieblad en werkt terug tot  1 januari 2018.