Regeling vervallen per 17-11-2022

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent het subsidieplafonds, aanvraagperioden en/of de tarieven voor het begrotingsjaar 2019 ten behoeve van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Fryslân 2016 Openstellingsbesluit Fryslân 2019, d.d. 13 november 2018 voor agrarisch natuur en landschapsbeheer SRNL 2018

Geldend van 30-11-2018 t/m 16-11-2022 met terugwerkende kracht vanaf 14-11-2018

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent het subsidieplafonds, aanvraagperioden en/of de tarieven voor het begrotingsjaar 2019 ten behoeve van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Fryslân 2016 Openstellingsbesluit Fryslân 2019, d.d. 13 november 2018 voor agrarisch natuur en landschapsbeheer SRNL 2018

Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân;

maken bekend dat in hun vergadering van 13 november 2018, nr. 01584443 is vastgesteld hetgeen volgt:

Gedeputeerde Staten der provincie Fryslân;

Gelet op artikel 1.2 van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Fryslân 2016

Besluiten:

ARTIKEL I SUBSIDIEPLAFONDS

Lid 1: Voor de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer 2015 (SRNL) worden voor het begrotingsjaar 2019 het volgende subsidieplafond vastgesteld:

(Collectief) agrarisch natuur- en landschapsbeheer

€ 340.146,- voor subsidies als bedoeld in de Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer 2015:

  • artikel 4.1.1.1. ten behoeve van de agrarische beheertypen A01.01, A01.02, A02.01 en A02.02 die op grond van artikel 2.1, vierde lid zijn aangewezen voor collectief agrarisch natuurbeheer, (agrarisch natuurbeheer in het kader van collectief agrarisch natuurbeheer);

  • artikel 4.1.2.4, eerste lid (toeslag collectief agrarisch natuurbeheer);

  • artikel 5.1.1.1, eerste lid, onderdeel b, ten behoeve van de landschapstypen met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.04, L01.05, L01.06, L01.08, L01.11 en L01.13 die op grond van artikel 2.1, vierde lid zijn aangewezen voor collectief landschapsbeheer (collectief landschapsbeheer buiten natuurterreinen).

Dit subsidieplafond is alleen beschikbaar voor het uitdienen van de in 2019 nog van kracht zijnde subsidiebeschikkingen op grond van de SRNL Fryslân voor (collectief) agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

Voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 7.5 van de SRNL is geen budget beschikbaar.

Lid 2: Voor de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer 2016 Fryslân (SRNL2016) worden voor het begrotingsjaar 2019 de volgende subsidieplafonds vastgesteld:

Agrarisch natuur- en landschapsbeheer

  • a)

    Voor subsidies als bedoeld in artikel 3.2 voor het leefgebied met de aanduiding Open Akkerland:

    • in deelgebied noord-oost Fryslân: € 78.300 voor de periode van 3 jaar

    • (€ 26.100 per jaar).

  • b)

    Voor subsidies als bedoeld in artikel 3.2 voor het leefgebied met de aanduiding Open Grasland:

    • In deelgebied zuidwest Fryslân: € 18.300 voor gehele periode van 3 jaar

    • (€ 6.100 per jaar).

    • in deelgebied west Fryslân: € 48.300 voor gehele periode van 3 jaar

    • (€ 16.100 per jaar).

  • c)

    Voor subsidies als bedoeld in artikel 3.2 voor het leefgebied met de aanduiding Droge Dooradering:

    • in deelgebied de waddeneilanden: € 60.000 voor gehele periode van 3 jaar

    • (€ 20.000 per jaar).

    • in deelgebied zuidoost Fryslân: € 30.000 voor gehele periode van 3 jaar

    • (€ 10.000 per jaar).

  • d)

    Voor subsidies als bedoeld in artikel 3.2 voor het leefgebied met de aanduiding Natte Dooradering:

    • in deelgebied noord - Fryslân: € 37.800 voor gehele periode van 3 jaar

    • (€ 12.600 per jaar).

    • in deelgebied zuidoost Fryslân: € 108.300 voor gehele periode van 3 jaar

    • (€ 36.100 per jaar).

    • in deelgebied midden Fryslân: € 43.800 voor gehele periode van 3 jaar

    • (€ 14.600 per jaar).

    • in deelgebied west Fryslân: € 30.000 voor gehele periode van 3 jaar

    • (€ 10.000 per jaar).

  • e)

    Voor subsidie als bedoeld in artikel 3.2 voor het leefgebied met de aanduiding Water: € 1.000.000 voor gehele periode van 3 jaar (€ 333.333 per jaar).

    Voor de onderdelen waterberging, waterkwaliteit, vernatten en water vasthouden de bedragen verdeeld in de deelgebieden, per jaar:

    • *

      noord Fryslân: € 161,499 voor de periode van 3 jaar, (€ 53.833 per jaar),

    • *

      midden Fryslân: € 161,499 voor de periode van 3 jaar, (€ 53.833 per jaar),

    • *

      west Fryslân: € 161,499 voor de periode van 3 jaar, (€ 53.833 per jaar),

    • *

      noordelijke wouden: € 161,499 voor de periode van 3 jaar, (€ 53.833 per jaar),

    • *

      zuidoost Fryslân: € 161,499 voor de periode van 3 jaar, (€ 53.833 per jaar),

    • *

      waddeneilanden: € 30.000 voor de periode van 3 jaar, (€ 10.000 per jaar),

    • *

      zuidwest Fryslân: € 161,499 voor de periode van 3 jaar, (€ 53.833 per jaar),

De begrenzing van de deelgebieden in opgenomen in bijlage 2 bij dit openstellingsbesluit.

ARTIKEL II AANVRAAGPERIODEN EN LOKET VOOR INDIENING

Aanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel I van dit besluit kunnen in de periode van 14 november 2018 tot en met 23 november 2018 worden ingediend bij de provincie Fryslân, afdeling F&S (Subsidiezaken), Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden.

ARTIKEL III TARIEVEN BEGROTINGSJAAR 2019

  • 1. De jaarvergoeding voor de agrarische beheerpakketten, opgenomen in bijlage 3, onderdelen B.1 en B.2, van de SRNL, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 1, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 2. De jaarvergoeding voor de beheerpakketten landschap buiten natuurterreinen, opgenomen in bijlage 6, onderdelen B.1 en B.2 van de SRNL, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 1, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 3. De jaarvergoeding voor de toeslag, bedoeld in artikel I, lid 1, van dit besluit, wordt voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 1, in euro's per eenheid vastgesteld.

ARTIKEL IV

De subsidies als opgenomen in dit besluit worden uitsluitend verstrekt voor die onderdelen welke ook door de Europese Commissie zijn of worden goedgekeurd.

ARTIKEL V

Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal blad en treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 14 november 2018.

ARTIKEL VI

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit Fryslân 2019, d.d. 13 november 2018 voor agrarisch natuur en landschapsbeheer SRNL 2018.

Ondertekening

Leeuwarden 13 november 2018,

Gedeputeerde Staten voornoemd:

drs. A.A.M. Brok, voorzitter

R.E. Bouius - Riemersma, MBA MCM, secretaris

Uitgegeven, De secretaris:

R.E. Bouius - Riemersma

Bijlage 1 jaarvergoeding voor de agrarische beheerpakketten

Bijlage 4 Tarieven agrarische beheerpakketten (oud stelsel)

Agrarisch beheertype/beheerpakket

€/ha/j

A01.01.01

Weidevogelgrasland met een rustperiode

 

A01.01.01a

Rustperiode van 1 april tot 1 juni

274,95

A01.01.01b

Rustperiode van 1 april tot 8 juni

400,09

A01.01.01c

Rustperiode van 1 april tot 15 juni

531,75

A01.01.01d

Rustperiode van 1 april tot 22 juni

598,98

A01.01.01e

Rustperiode van 1 april tot 1 juli

1028,35

A01.01.01f

Rustperiode van 1 april tot 15 juli

1190,39

A01.01.01g

Rustperiode van 1 april tot 1 augustus

1375,57

A01.01.02

Weidevogelgrasland met voorweiden

 

A01.01.02a

Voorweiden 1 mei tot 15 juni

229,73

A01.01.02b

Voorweiden 8 mei tot 22 juni

229,73

A01.01.03

Plas-dras

Plas-dras

 

A01.01.03a

Inundatieperiode 15 februari tot 15 april

758,5

A01.01.03b

Inundatieperiode 15 februari tot 15 mei

1211,05

A01.01.03c

Inundatieperiode 15 februari tot 15 juni

1981,43

A01.01.03d

Inundatieperiode 15 februari tot 1 augustus

Greppel plas-dras

1981,43

A01.01.03e

Inundatieperiode 15 februari tot 15 april

758,5

A01.01.03f

Inundatieperiode 15 februari tot 15 mei

1211,05

A01.01.03g

Inundatieperiode 15 februari tot 15 juni

1981,43

A01.01.03h

Inundatieperiode 15 februari tot 1 augustus

1981,43

A01.01.04

Landbouwgrond met legselbeheer

 

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 35 broedparen

69,17

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 50 broedparen

87,82

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 75 broedparen

108,41

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 100 broedparen

129,84

A01.01.04b

Legselbeheer op bouwland en/of grasland

51,66

A01.01.04c1.ut

Legselbeheer op grasland 150 broedparen plus maaitrappen

316,31

A01.01.04c2.ut

Legselbeheer op grasland 200 broedparen plus maaitrappen

359,11

A01.01.04c3.ut

Legselbeheer op grasland 300 broedparen plus maaitrappen

380,9

A01.01.05

Kruidenrijk weidevogelgrasland

 

A01.01.05a

Kruidenrijk weidevogelgrasland

1028,35

A01.01.05b

Kruidenrijk weidevogelgraslandrand

926,62

A01.01.06

Extensief beweid weidevogelgrasland

 

A01.01.06

Extensief beweid weidevogelgrasland

495,04

A01.02.01

Bouwland met broedende akkervogels

 

A01.02.01a1 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond

2138,73

A01.02.01a2 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond

1652,31

A01.02.01b1 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd op kleigrond

2138,73

A01.02.01b2 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd op zandgrond

1652,31

A01.02.01c1 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond

2138,73

A01.02.01c2 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond

1652,31

A01.02.01a1

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond

2138,73

 

A01.02.01a2

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond

1652,31

A01.02.01b1

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd op kleigrond

2138,73

A01.02.01b2

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd op zandgrond

1652,31

A01.02.01c1

Bouwland met broedende akkervogels: In 3e en 4e jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel… Roulatie mogelijk op klei

2138,73

A01.02.01c2

Bouwland met broedende akkervogels: In 3e en 4e jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel… Roulatie mogelijk op zand

1652,31

A01.02.01d1

De beheereenheid is minimaal 12 meter breed. Tussen 15 april en 31 aug mag max. 10% van de oppervlakte bedekt zijn met rijsporen …. Roulatie mogelijk op klei

1739,63

A01.02.01d2

De beheereenheid is minimaal 12 meter breed. Tussen 15 april en 31 aug mag max. 10% van de oppervlakte bedekt zijn met rijsporen …. Roulatie mogelijk op zand

1302,33

A01.02.02

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels

 

A01.02.02a

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels klei

2028,24

A01.02.02b

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels zand

1744,97

A01.02.03

Bouwland voor hamsters

 

A01.02.03a

Bouwland voor hamsters, vollevelds

2240,05

A01.02.03b

Opvangstrook voor hamsters

2028,24

A01.03.01

Overwinterende ganzen

 

A01.03.01a

Ganzen op grasland

min 118 max 725,81

A01.03.01b

Ganzen op bouwland

min 73

max 756,8

A01.03.01c

Ganzen op vroege groenbemester

252 

A01.03.01d

Ganzen op late groenbemester

252 

A01.03.02

Overzomerende ganzen

 

A01.03.02.Lb

Opvang overzomerende grauwe ganzen Maasplassen

940 

A01.04

Insectenrijke graslanden

 

A01.04.01a.Lb

Insectenrijk graslandperceelsbeheer Roerdal: basis

1386,98 

A01.04.01b.Lb

Insectenrijk graslandperceelsbeheer Roerdal: plus

1991,11 

A01.04.02.Lb

Insectenrijke graslandranden Roerdal

1991,11 

A01.05.01

Foerageerrand Bever

 

A01.05.01.Lb

Foerageerrand Bever

A02.01

Botanisch grasland

 

A02.01.01

Botanisch weiland

1020,09 

A02.01.02

Botanisch hooiland

1164,83 

A02.01.03

Botanische weide-of hooilandrand

 

A02.01.03a

Botanische weiderand

1020,09 

A02.01.03b

Botanische hooilandrand

1350,02 

A02.01.04

Botanisch bronbeheer

1803,98 

A02.02

Akker met waardevolle flora

 

A02.02.01a

Akker met waardevolle flora: Drie van de zes jaar graan

149,63 

A02.02.01b

Akker met waardevolle flora: Vier van de zes jaar graan

441,76 

A02.02.01c

Akker met waardevolle flora: Vijf van de zes jaar graan

521,6 

A02.02.02

Chemie en kunstmestvrij land

 

A02.02.02a

Chemie en kunstmestvrij land: Drie van de zes jaar graan

663,24 

A02.02.02b

Chemie en kunstmestvrij land: Vier van de zes jaar graan

725,42 

A02.02.02c

Chemie en kunstmestvrij land: Vijf van de zes jaar graan

766,5 

A02.02.03

Akkerflora randen

 

A02.02.03

Akkerflora randen

1652,31 

 

Bijlage 2 kaart begrenzing leefgebieden

afbeelding binnen de regeling