Regeling vervallen per 12-03-2016

Subsidieregeling Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2009

Geldend van 12-03-2016 t/m 11-03-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Subsidieregeling Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2009

Verordening van 24 juni 2009 en 1 juli 2009, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van investeringen aan stuwende ondernemingen (subsidieregeling Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2009)

Provinciale staten van Fryslân, Groningen en Drenthe

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en artikel 13 van de Verordening (EG), Nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (“de algemene groepsvrijstellingsverordening”), (Publicatieblad van de Europese Unie L 214/3);

BESLUITEN:

vast te stellen hetgeen volgt:

Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2009

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    groep: economische eenheid waarin organisatorisch zijn verbonden:

  • enerzijds een natuurlijk persoon, een privaatrechtelijke rechtspersoon of een onderneming die direct of indirect:

    • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

    • volledig aansprakelijk vennoot is van, of

    • overwegende zeggenschap heeft over één of meer rechtspersonen, vennootschappen of andere ondernemingen en

  • anderzijds laatstbedoelde rechtspersonen, vennootschappen of ondernemingen;

  • b.

    onderneming: duurzame organisatie die er op is gericht met behulp van kapitaal en arbeid deel te nemen aan het maatschappelijk productie- of handelsproces met het oogmerk om winst te behalen, waarbij het behalen van winst ook redelijkerwijs verwacht wordt. Deze organisatie is geen publiekrechtelijk lichaam en wordt niet voor meer dan 10% structureel gefinancierd door overheidsbijdragen. In geval deze duurzame organisatie deel uit maakt van een groep, dient deze ten opzichte van andere groepsonderdelen binnen de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe in ieder geval:

    • organisatorische en bedrijfsmatige zelfstandigheid te bezitten;

    • een profit centre te zijn;

    • een specifiek eigen markt te bedienen;

  • c.

    stuwende onderneming: de onderneming in de zin van onderdeel b, die naar aard niet aan enige plaats van vestiging is gebonden, die de economische ontwikkeling van de regio van vestiging stimuleert en waarvan meer dan 50% van de omzet ter zake van de afzet buiten de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe wordt gerealiseerd;

  • d.

    duurzame bedrijfsuitrusting: bedrijfsuitrusting die geactiveerd wordt op de balans van de onderneming en die niet binnen twee jaar wordt afgeschreven tenzij de bedrijfsuitrusting willekeurig kan worden afgeschreven op grond van de artikelen 3.31, 3.34, 3.34a en 3.35 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • e.

    project: technisch, functioneel en in tijd samenhangend geheel van investeringen in duurzame bedrijfsuitrusting eventueel in combinatie met investeringen in immateriële activa of bedrijfsgebouwen waarbij de investeringen in duurzame bedrijfsuitrusting in redelijke verhouding staan tot het totale investeringsbedrag;

  • f.

    vestigingsproject: project inhoudende het stichten van een stuwende onderneming, een hoofdkantoor, een proeffabriek of een laboratorium of het verplaatsen daarvan van buiten de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe, naar de in de bijlage vermelde gebieden in de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Een project dat is gericht op het verplaatsen van een onderneming vanuit de overige steunkaartgebieden in Nederland naar de in de bijlage vermelde gebieden in de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe, wordt niet als een vestigingsproject aangemerkt. Een project dat gericht is op de verzelfstandiging van een in Noord-Nederland gevestigd groepsonderdeel waarin activiteiten worden verricht van overeenkomstige aard als voorheen in dat groepsonderdeel of reeds plaatsvinden binnen Noord-Nederland in de groep waartoe de subsidieaanvrager behoort, wordt niet als een vestigingsproject aangemerkt;

  • g.

    hoofdkantoor: kantoor van een groep waarin de centrale leiding of een zelfstandig onderdeel daarvan, is gehuisvest. De groep, in dit kader, heeft verschillende vestigingen binnen en buiten Noord-Nederland, waarbij de vestigingen buiten de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe een wezenlijke bijdrage dienen te leveren aan de winst van de groep;

  • h.

    proeffabriek: productie-eenheid van een stuwende onderneming uitsluitend bestemd voor de ontwikkeling van een nieuwe productiemethode die met technisch-economische risico's gepaard gaat;

  • i.

    laboratorium: niet zelfstandig onderdeel van een stuwende onderneming of een groep, op het gebied van technisch of fysisch onderzoek dat een belangrijke functie vervult voor de ontwikkeling van nieuwe producten voor de onderneming of de groep;

  • j.

    arbeidsplaats: een op jaarbasis tot volledige dagtaak omgerekende structurele functie op basis van een arbeidsovereenkomst van minimaal één jaar;

  • k.

    loonkosten: bruto jaarloon van het direct betrokken personeel, exclusief volledig winstafhankelijke uitkeringen, verhoogd met de wettelijke dan wel de op grond van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten;

  • l.

    capaciteit: het door het productieapparaat bepaalde maximale technische vermogen tot produceren per tijdseenheid;

  • m.

    immateriële activa: activa die technologieoverdracht door de verwerving van octrooirechten, licenties, knowhow of niet-geoctrooieerde technische kennis inhouden;

  • n.

    vakantiewoningen: een vakantieverblijf bestemd voor recreatief gebruik, ongeacht of het aan de grond is verbonden of verplaatst kan worden, met eigen sanitair en keuken, waar men gezien de faciliteiten het hele jaar door zou kunnen verblijven.

Subsidieverstrekking

Artikel 2 Doel

De subsidieregeling heeft als doel de subsidiëring van investeringen aan stuwende ondernemingen die een vestigingsproject uitvoeren in de gebieden, die op basis van de door de Europese Commissie op 27 juni 2007 goedgekeurde “Nationale regionale-steunkaart: Nederland” voor regionale steun in aanmerking komen. De aanvrager heeft daarbij de keuze om de subsidie te laten berekenen op basis van de kosten van de investeringen of op basis van de kosten van loon.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie komen vestigingsprojecten in aanmerking die worden uitgevoerd in de gebieden in de provincies Fryslân, Groningen of Drenthe die in de bijlage nader zijn aangegeven.

Artikel 4 Uitsluiting van ondernemingen en activiteiten

  • 1 Subsidie wordt niet verleend ten behoeve van een project dat verband houdt met de primaire productie van de in bijlage I van het EG-Verdrag opgenomen landbouwproducten.

  • 2 In afwijking van het vorige lid kan wel subsidie worden verleend ten behoeve van een onderneming die zich bezig gaat houden met de verwerking en afzet van landbouwproducten, met uitzondering van werkzaamheden op het gebied van producten die zijn bedoeld om melk en zuivelproducten te imiteren of te vervangen, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad.

  • 3 Subsidie wordt niet verleend ten behoeve van een onderneming in de volgende sectoren:

    • a.

      de visserij- en aquacultuursector,

    • b.

      de scheepsbouwsector,

    • c.

      de kolenindustrie,

    • d.

      de ijzer- en staalindustrie,

    • e.

      de synthetische-vezelindustrie.

  • 4 Subsidie wordt niet verleend aan een project dat verband houdt met de vestiging van één of meerdere vakantiewoningen.

Subsidiabele kosten

Artikel 5 Berekening

De subsidiabele kosten worden berekend hetzij op basis van de in aanmerking komende materiële en immateriële kosten van de investering, hetzij op basis van de in aanmerking komende loonkosten van de in dienst genomen personen over een periode van twee jaar, voor arbeidsplaatsen die rechtstreeks door het investeringsproject worden geschapen.

Artikel 6 Investeringen of loonkosten

  • 1 Onverminderd de artikelen 9 en 10 omvatten de subsidiabele kosten:

  • 2 De in het eerste lid, onder a, b en c, bedoelde kosten zijn niet hoger dan de waarde in het economisch verkeer.

  • 3 Aan de hand van de aanvraag wordt het totaal van de begrote subsidiabele kosten van het project vastgesteld.

  • 4 Kosten van materiële activa die niet worden geactiveerd op de fiscale balans van de onderneming en kosten van materiële activa die binnen twee jaar worden afgeschreven, zijn geen subsidiabele kosten.

  • 5 De kosten van investeringen waartoe verplichtingen zijn aangegaan vóór de ontvangst van de aanvraag zijn geen subsidiabele kosten, tenzij het kosten van de verwerving van bestaande bedrijfsgebouwen betreft, waartoe de aanvrager zich minder dan dertien weken vóór de ontvangst van de aanvraag heeft verplicht, en deze onroerende zaak wordt geleverd na de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7 Bedrijfsgebouwen

De subsidiabele kosten van verwerving van bedrijfsgebouwen en de daartoe te rekenen centrale voorzieningen zijn:

  • a.

    de aan derden verschuldigde bouwkosten of de koopsom en de overdrachtskosten met uitzondering van omzetbelasting in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 en vergelijkbare belasting van andere staten, interest en de winstopslag indien het bedrijfsgebouw wordt gebouwd door een natuurlijke persoon of rechtspersoon die tot dezelfde groep behoort; of

  • b.

    in geval van financiële lease, huurkoop of een vergelijkbare financieringswijze die minimaal vijf jaar in stand blijven, de aanschafwaarde van de bedrijfsgebouwen of, indien de aanschafwaarde niet kan worden bepaald, de som van de termijnbedragen, minus de daarin begrepen interest.

Artikel 8 Duurzame bedrijfsuitrusting

  • 1 Kosten van verwerving van duurzame bedrijfsuitrusting zijn in afwijking van artikel 6, vierde lid, subsidiabel, indien deze kosten op grond van artikel 3.31, 3.34, 3.34a en 3.35 van de Wet inkomstenbelasting 2001 willekeurig kunnen worden afgeschreven.

  • 2 De subsidiabele kosten van verwerving van duurzame bedrijfsuitrusting zijn:

    • a.

      de koopsom, exclusief de omzetbelasting in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 en vergelijkbare belasting van andere staten en de winstopslag indien de duurzame bedrijfsuitrusting wordt gekocht van een natuurlijke persoon, rechtspersoon of onderneming binnen dezelfde groep; en

    • b.

      in geval van financiële lease, huurkoop of een vergelijkbare financieringswijze, de aanschafwaarde van de duurzame bedrijfsuitrusting of, indien de aanschafwaarde niet kan worden bepaald, de som van de termijnbedragen, minus de daarin begrepen interest.

Artikel 9 Berekening subsidiabele kosten

  • 1 De subsidiabele kosten worden verlaagd, indien tussen één jaar voor de ontvangst van de aanvraag en de datum van de vaststellingsbeschikking binnen de onderneming van de subsidieontvanger of binnen de groep waartoe die onderneming behoort, materiële en immateriële activa buiten gebruik zijn of worden gesteld of arbeidsplaatsen zijn of komen te vervallen.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing, indien de buitengebruikstelling of het vervallen van arbeidsplaatsen buiten de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe, dan wel buiten de overige steunkaartgebieden binnen Nederland plaatsvindt.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde verlaging wordt bij bedrijfsgebouwen berekend op basis van de vloeroppervlakte en bij duurzame bedrijfsuitrusting op basis van de capaciteit die buiten gebruik is of wordt gesteld, in verhouding tot de vloeroppervlakte respectievelijk de capaciteit die door de uitvoering van het project wordt verworven dan wel tot stand gebracht.

  • 4 De in het eerste lid bedoelde verlaging wordt bij loonkosten berekend op basis van het aantal arbeidsplaatsen dat is of komt te vervallen, in verhouding tot het aantal arbeidsplaatsen dat door de uitvoering van het project tot stand wordt gebracht.

Artikel 10 Verlaging subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten worden eveneens verlaagd, indien de uitvoering van het project plaatsvindt in een bedrijfsgebouw waarin minder dan twaalf maanden voor de ontvangst van de aanvraag overeenkomstige activiteiten als waar de aanvraag op ziet, werden verricht.

Artikel 11 Subsidiegrondslag

  • 1 De subsidiegrondslag is de som van de subsidiabele kosten van verwerving van duurzame bedrijfsuitrusting, immateriële activa en een nader vast te stellen percentage van de kosten van verwerving van bedrijfsgebouwen of de som van de subsidiabele loonkosten, gedurende een aaneengesloten periode van twee jaren.

  • 2 De subsidiegrondslag is maximaal € 4.500.000,--.

Aanvraag

Artikel 12 Aanvraag subsidieverlening

Voor de aanvraag tot subsidieverlening maakt de aanvrager gebruik van het daartoe vastgestelde formulier, dat volledig ingevuld en voorzien van de noodzakelijke bijlagen wordt ingezonden.

Overige bepalingen omtrent de subsidiabele kosten en de hoogte van de subsidie

Artikel 13 Algemeen

  • 1 De subsidiepercentages voor de verschillende gebieden worden jaarlijks vastgesteld en bekendgemaakt.

  • 2 Het aantal arbeidsplaatsen dat met het project dient te worden gerealiseerd, wordt jaarlijks vastgesteld en bekendgemaakt.

  • 3 Het bedrag van de subsidie wordt bij verlening of vaststelling van de subsidie verlaagd indien de normen van de Europese Commissie daartoe nopen.

Artikel 14 Verdeelsystematiek

  • 1 Op basis van volgorde van ontvangst van de aanvraag wordt besloten.

  • 2 Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 15 Besluit op de aanvraag

  • 1 De termijn voor het nemen van een besluit op een subsidieaanvraag wordt gesteld op 13 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2 Het besluit tot verlening van een subsidie vermeldt de begrote subsidiabele kosten, de subsidiegrondslag, het subsidiepercentage en het maximale subsidiebedrag.

Artikel 16 Advies

  • 1 Over de aanvraag kan advies ingewonnen worden van daartoe aan te wijzen adviseurs.

  • 2 Van de toepassing van dit artikel wordt mededeling gedaan aan de aanvrager.

Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden en verplichtingen

Artikel 17 Weigeringsgronden

De subsidie wordt, onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    vóór de ontvangst van de aanvraag verplichtingen tot uitvoering van wezenlijke onderdelen van het project zijn aangegaan. Dergelijke verplichtingen zijn niet verplichtingen tot het verwerven van bestaande bedrijfsgebouwen, mits deze verplichtingen niet langer dan dertien weken voor de ontvangst van de aanvraag zijn aangegaan en deze bestaande bedrijfsgebouwen worden geleverd na de ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    de subsidiabele kosten minder dan € 500.000,-- bedragen;

  • c.

    de subsidiabele kosten meer dan € 4.500.000,-- bedragen;

  • d.

    de totale kosten van het project niet met minimaal een nader vast te stellen en bekend te maken percentage aan eigen middelen worden gefinancierd;

  • e.

    na uitvoering van het project de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de onderneming gezien de rentabiliteit en de aard van de onderneming naar verwachting niet aanvaardbaar zal zijn;

  • f.

    de structuur van de betrokken sector van het bedrijfsleven zich tegen het project verzet;

  • g.

    minder dan het jaarlijks vastgestelde en bekendgemaakte aantal arbeidsplaatsen wordt gecreëerd;

  • h.

    de aanvrager onvoldoende aannemelijk maakt dat de aard van het project zodanig is dat dit als zelfstandige activiteit het jaarlijks vastgestelde en bekendgemaakte aantal arbeidsplaatsen oplevert;

  • i.

    de gecreëerde arbeidsplaatsen niet rechtstreeks door het investeringsproject tot stand komen;

  • j.

    de aanvrager niet belastingplichtig is in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 of van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

  • k.

    het project niet in overeenstemming met het doel van de regeling is;

  • l.

    het project niet voldoet aan de voorschriften van deze regeling of de subsidieontvanger handelt in strijd met die voorschriften; of

  • m.

    tegen het project anderszins overwegende bezwaren bestaan.

Artikel 18 Wijzigings- of intrekkingsgronden

Het besluit tot subsidieverlening kan onverminderd de artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien het project niet voldoet aan de voorschriften van deze regeling of de subsidieontvanger handelt in strijd met die voorschriften.

Artikel 19 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 Onverminderd artikel 15 van de Kaderverordening Subsidies SNN mogen de met de verleende subsidie te realiseren investeringen en arbeidsplaatsen niet binnen vijf jaar na de verzending van het vaststellingsbesluit buiten gebruik worden gesteld respectievelijk komen te vervallen binnen de onderneming van de subsidiegerechtigde of binnen de groep waartoe de onderneming behoort, voor zover die onderneming of die groep is gevestigd in de provincies Fryslân, Groningen of Drenthe.

  • 2 Bij iedere subsidieverlening wordt de verplichting opgelegd dat de uitvoering van het project en de ingebruikneming van de gerealiseerde capaciteit binnen 24 maanden na de verzending van het verleningsbesluit voltooid is.

  • 3 In bijzondere gevallen kan een langere termijn worden vastgesteld voor de uitvoering van het project en de ingebruikneming van de gerealiseerde capaciteit.

  • 4 In het kader van subsidieverlening op basis van investeringskosten dient binnen 24 maanden na de verzending van het verleningsbesluit een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te zijn ontvangen.

  • 5 In het kader van subsidieverlening op basis van loonkosten dient binnen 36 maanden na de verzending van het verleningsbesluit een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te zijn ontvangen.

  • 6 In bijzondere gevallen kan een langere termijn worden vastgesteld voor de inzending van de in het vierde dan wel het vijfde lid bedoelde aanvraag.

Voorschotten

Artikel 20 Algemeen

Voor de aanvraag tot verlening van een voorschot maakt de aanvrager gebruik van het daartoe vastgestelde formulier, dat volledig ingevuld en voorzien van de noodzakelijke bijlagen wordt ingezonden.

Artikel 21 Besluit op voorschotaanvraag

  • 1 Op aanvraag van de subsidieontvanger kan maximaal driemaal een voorschot worden verstrekt. Bij de eerste voorschotaanvraag zijn in ieder geval minimaal 20 procent van de begrote subsidiabele kosten gemaakt en betaald. Bij de tweede voorschotaanvraag zijn in ieder geval minimaal 50 procent van de begrote subsidiabele kosten gemaakt en betaald. Bij de derde voorschotaanvraag zijn in ieder geval minimaal 80 procent van de begrote subsidiabele kosten gemaakt en betaald.

  • 2 Een voorschot wordt berekend naar rato van de gemaakte en betaalde subsidiabele kosten, voor zover deze nog niet eerder bij de verstrekking van een voorschot in aanmerking zijn genomen. In totaal zal het bedrag aan voorschotten niet groter zijn dan 80 procent van het maximale subsidiebedrag dat in het verleningsbesluit is vermeld.

Artikel 22 Verplichtingen van de subsidieontvanger bij voorschotverlening

  • 2 Bij de verlening van een voorschot kunnen nadere verplichtingen worden opgelegd.

Subsidievaststelling

Artikel 23 Aanvraag subsidievaststelling

Voor de aanvraag tot vaststelling van het subsidiebedrag maakt de subsidieontvanger gebruik van het daartoe vastgestelde formulier, dat volledig ingevuld en voorzien van de noodzakelijke bijlagen wordt ingezonden.

Artikel 24 Termijnen

De termijn voor het nemen van een besluit op een aanvraag tot subsidievaststelling wordt gesteld op zes maanden na de datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 25 Besluit op aanvraag vaststelling

  • 1 Het subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis van de subsidiabele kosten die ten behoeve van het project zijn gemaakt en betaald.

  • 2 Deze kosten zijn op eenduidige wijze uit de administratie van de ondernemer af te leiden.

  • 3 Het subsidiebedrag wordt niet hoger vastgesteld dan het maximaal verleende subsidiebedrag, met dien verstande dat het bedrag hoogstens het bedrag is dat mag worden verleend op grond van de maximale subsidiepercentages die door de Europese Commissie zijn vastgesteld.

  • 4 De subsidieontvanger bewaart ten minste tot 10 jaar nadat de vaststelling van de subsidie onherroepelijk is geworden de administratie ten aanzien van de kosten van de uitvoering van het project en houdt deze toegankelijk.

Algemene en slotbepalingen

Artikel 26 Toezicht

  • 1 Ten behoeve van de uitvoering van deze regeling worden toezichthouders, bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht aangewezen.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde toezichthouders zijn belast met het toezicht op de naleving van de in of krachtens de Algemene wet bestuursrecht en in of krachtens deze verordening gegeven voorschriften.

Artikel 27 Bijlage

Bij deze regeling behoort één bijlage die onderdeel van de regeling is.

Artikel 28 Overgangsrecht

  • 1 De Subsidieregeling Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2008 wordt ingetrokken met ingang van 3 juli 2009.

  • 2 Op aanvragen die zijn ingediend vóór 3 juli 2009 blijft de Subsidieregeling Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2008 van toepassing.

Artikel 29 Afkondiging en inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening wordt geplaatst in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van 3 juli 2009.

  • 2 Deze verordening werkt terug tot 3 juli 2009, voor zover de afkondiging, bedoeld in artikel 136 van de Provinciewet, plaatsvindt na 3 juli 2009.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als IPR 2009.

Ondertekening

Leeuwarden, 24 juni 2009
voorzitter J.A. Jorritsma
griffier O. Bijlsma

Bijlage 1

De gemeenten en delen van gemeenten, bedoeld in artikel 3 eerste lid, van de IPR 2009, periode 2007/2013

A. Periode 2007–2013

Provincie Groningen Oost-Groningen Menterwolde (Zuidbroek; Uiterburen; Heiligelaan; Westeind; W A Schottenweg; Verspreide huizen Zuidbroek; Muntendam met Oude Verlaat; Tussenklappen; Tripscompagnie; Borger-compagnie (gedeeltelijk); Verspreide huizen Muntendam), Pekela (Boven-Pekela; Verspreide huizen Nieuwe Pekela), Scheemda (Scheemda; Eexta; Eexta-Zuid; Heiligerlee; Scheemdermeer; Napels; Nieuw-Scheemda; 't Waar; Hamrikkerweg; Scheemderzwaag), Stadska-naal (Mussel; Verspreide huizen Mussel; Kopstukken; Vledderveen; Alteveer; Verspreide huizen Alteveer; Ceresdorp; Industriegebied; Dideldom; Buitengebied-Zuid), Veendam, Vlagtwedde (Ter Apel; Ter Apelkanaal; Ter Apel 't Heem; Verspreide huizen Ter Apel en Ter Apelkanaal; Agobuurt; Jipsingboermussel en Zandberg), Winschoten.

Delfzijl en omgeving Appingedam, Delfzijl (Delfzijl-Centrum; Delfzijl-Noord; Delfzijl-West; Fivelzigt; Tuikwerd; Meedhuizen; Uitwierde; Verspreide huizen Eemskanaal (ten Zuiden); Industrieterrein; Verspreide huizen in het Noorden; Farsum; Bierum; Verspreide huizen Bierum; Spijk; Holwierde; Godlinze; Losdorp; Krewerd).

Overig Groningen Eemsmond (Uithuizermeeden; Verspreide huizen Uithuizermeeden; Oosternieland; Roodeschool; Oosteinde; Hooilandseweg; Hefwal; Oudeschip; Oldenzijl; Eemshavengebied), Groningen, Haren (Paterswolde (gedeeltelijk); Verspreide huizen ten Westen, Noord Willemskanaal); Hoogezand-Sappemeer, Leek (Diepswal; Centrum Leek en omgeving; Rodenburg en omgeving; Nienoordsrand; Buitengebied ten oosten van Leek; Buitengebied ten zuiden van Leek; Drostinnewijk; Buitengebied ten noorden van Zevenhuizen; Bebouwde kom Tolbert; Sint Maheerdt; Buitengebied Tolbert; Bebouwde kom Midwolde; Pasop; Buitengebied Midwolde; Bebouwde kom Lettelbert; Bebouwde kom Oostwold; Buitengebied-Oostwold; Bebouwde kom Enumatil; Buitengebied Enumatil; Overschild; Verspreide huizen Overschild; Rengerslaan; Knijpslaan; Verspreide huizen ten zuiden van Kolham; Harkstede; Borgweg (gedeeltelijk); Verspreide huizen in het Westen).

Provincie Fryslân Noord-Friesland Franekeradeel (Franeker Binnenstad; Professorenbuurt; Oostelijk en zuidelijk industrieterrein; Vliet, Tuinen westelijke industrieweg; Kaatsersbuurt en Sexbierumerplan; C. van Saarloosstraat e.Ooster; Noordelijk Burg. J. Dijkstraweg; Plan Arkens; Watertoren, Bloementerp en Zevenhuize; Verspreide huizen Franeker; Zweins; Herbaijum; Verspreide huizen Herbaijum), Harlingen, Leeuwarden, Menaldumadeel (Dronrijp; Verspreide huizen Dronrijp; Deinum; Verspreide huizen Deinum; Blessum; Boksum; Verspreide huizen Boksum).

Zuidwest-Friesland Sneek

Zuidoost-Friesland Heerenveen (Kanaal; Leeuwarderstraatweg; Businesspark Friesland; Nijehaske; Noord; Mobilisatieweg; Centrum; Het Meer; de Greiden; Midden; de Heide; de Akkers; ten Woude; Nieuweschoot; Zuid), Opsterland (Gorredijk; Verspreide huizen Gorredijk; Langezwaaag; Luxwoude; Verspreide huizen Luxwoude; Terwispel; Verspreide huizen Terwispel; Beetsterzwaag; Olterterp; Ureterp; Verpsr. huizen Ureterp), Skarsterlân (Jonkersland; Blaauwhof, Centrum; Westermeer; Zuiderveld; Skipsleat; Wylderhoarne; Sewei/De Ekers; Woudfennen; Haskerhorne, Verspreide huizen Haskerhorne; Oudehaske; Verspreide huizen Haskerhorne; Oudehaske; Verspreide huizen Oudehaske; Nijehaske; Broek; Verspreide huizen Broek; Goingagrijp), Smallingerland (Centrum; De Wiken; De Singels; De Drait; De Wiken-Oost; De Venen; De Folgeren; De Swetten; De Bouwen; Noordoost; De Haven; Buitengebied Drachten; Fennepark; Bedrijvenpark; Vrijburg; Burmaniapark; Opeinde; Drachtstercompagnie).

Provincie Drenthe Noord-Drenthe Assen, Noordenveld (Roden; Roden West; Industrieterrein Roden; Nieuw-Roden; Buitengebied Roden zuid; Buitengebied Roden-West; Lieveren; Roderesch; Steenbergen; Norg; Verspreide huizen Norg; Langelo; Verspreide huizen Langelo; Peest; Verspreide huizen Peest; Eelde; Oosterbroek en vliegveld; Verspreide huizen Eelde; Eelderwolde; Verspreide huizen Eelderwolde), Midden-Drenthe (Wijster; Verspreide huizen Wijster).

Zuidoost-Drenthe Coevorden (Coevorden-Centrum; Lootuinen; Poppenhare; Binnenvree Buitenvree Pikveld; De Heege; Klooster; Ballast; De Loo; Verspreide huizen Coevorden; Holwert; Hare; Leeuwerikenveld; De Heegte en De Mars; Klinkenvlier; Ossehaar; Steenwijksmoer; Verspreide huizen Steenwijksmoer; Nieuwe Krim; Verspreide huizen Nieuwe Krim; Verspreide huizen Wij-erswold; Verspreide huizen Vlieghuis en Padhuis; Stieltjeskanaal; Verspreide huizen Stiel-tjeskanaal), Emmen (Noordbarge; Zuidbarge; Weerdinge; Westenesch; Emmerschans; Bar-ger-Oosterveld; Verspreide huizen overig dorpsgebied Emmen; Emmen Centrum; Emmermeer; Emmen-Oude Roswinkelerstraat; Emmen over het spoor; Angelslo; Emmenhout; Bargeres; Bargermeer industrieterrein; Rietlanden; Delftlanden; Nieuw-Dordrecht; Verspreide huizen Nieuw-Dordrecht; Oranjedorp; Vastenow; Nieuw-Amsterdam-Centrum; Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam; Barger-Erfscheidenveen; Langs de Vaart; Klazienaveen-Noord; Klazienaveen-Zuid; Schoonebeek; Verspreide huizen Schoonebeek; Oosterse Bos en Mid-dendorp; Westerse Bos; Zandpol; Industrieterrein De Vierslagen; Ermerveen; Veenoord; Verspreide huizen Veenoord).

Zuidwest-Drenthe De Wolden (Echten; Verspreide huizen Echten; Koekange; Koekange Noord; Koekange Zuid; Koekangerveld; Verspreide huizen Koekange), Hoogeveen (Centrum; Noord; Bentinckspark; Krakeel; Wolfsbos; Zuid; Venesluis; West; Oost; Steenbergerweiden; Kinholt; Grittenhof; Schoonvelde-West; Schoonvelde-Oost; Schutlanden-Oost; Schutlanden-West; Kattouw; Trasselt; Erflanden; Industriegebied Toldijk; Industriegebied Noord A; Industriegebied Noord B; Industriegebied Buitenvaart; Hollandscheveld kern; Verspreide huizen Hollansche-veld-West; Verspreide huizen Hollanscheveld-Oost; Noordscheschut Kern; Verspreidehuizen Noordsche Schut; Nieuwlande Kern; Verspreide huizen Nieuwlande; Stuifzand Kern; Ver-spreide huizen Stuifzand; Verspreide huizen Alteveer; Verspreide huizen Nijstad), Meppel (Centrum; Watertoren; Haveltermade; Koedijkslanden; Ezinge; Oosterboer; Industrieterrein Oevers en omgeving; Industrieterrein-Noord; Bedrijvenpark Blankenstein; Verspreide huizen Meppel; Berggierslanden; Kern Rogat; Verspreide huizen Rogat).