Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2006

Nr. 07

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

besluit:

  • 1.

    de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Geertruidenberg, vastgesteld bijraadsbesluit van 26 mei 2005, in te trekken;

  • 2.

    de “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2006” vast te stellen conform bijlageA bij dit voorstel;

  • 3.

    burgemeester en wethouders opdracht verlenen tot het sluiten van het “Convenant betreffendede samenwerking van rekenkamercommissies” conform bijlage B bij dit voorstel;

Raamsdonksveer, 24 november 2005

De raad van de gemeente Geertruidenberg,

de griffier, de voorzitter,

drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere M.J.A. Meijer

BIJLAGE A behorende bij raadsvoorstel 07, 24 november 2005

De raad van de gemeente Geertruidenberg;gezien uw raadsbesluit van 29 september 2005;gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende:

VERORDENING GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE 2006

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de raad van de gemeente Geertruidenberg;

  • b.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Geertruidenberg;

  • c.

    voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie van de gemeente Geertruidenberg;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

  • e.

    gemeente: de gemeente Geertruidenberg.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

Ter uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 810, eerste lid, van deGemeentewet, is er een gemeentelijke rekenkamercommissie.

 

Artikel 3 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en derechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur alsmede vaninstellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeenteworden bekostigd.

     

  • 2. Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid vanhet door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekeningals bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet.

     

Artikel 4 Samenstelling van de rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit drie externe leden die door de raad worden benoemd.De raad benoemt twee externe plaatsvervangende leden. Benoeming vindt tijdelijk plaats toten met 31 december 2008.

     

  • 2. De raad benoemt uit de leden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter. Benoemingvindt tijdelijk plaats tot en met 31 december 2008.

     

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer-commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van deonderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de secretaris en de onderzoeker(s).

     

  • 4. Voorafgaand aan eventuele tussentijdse benoemingen als bedoeld in het eerste en tweedelid, pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie.

     

Artikel 5 Ontslag

  • 1. Een lid van de rekenkamercommissie wordt door de raad ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;

    • c.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld,dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbenemingtot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld,in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegensschulden is gegijzeld;

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hemgestelde vertrouwen.

  • 2. Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen bij geblekenongeschiktheid, indien hij door ziekte of gebreken blijven ongeschikt is zijn functie tevervullen of indien hij verboden handelingen als bedoeld in artikel 9 dezes jo artikel 15eerste en tweede lid van de Gemeentewet heeft verricht.

     

Artikel 6 Non-activiteit

  • 1. De raad stelt een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit indien:

    • a.

      hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf isveroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd dievrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance vanbetaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog nietonherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.

  • 2. De raad kan een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit stellen, indien tegenhem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien ereen ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die totontslag, anders dan op de gronden vermeld in artikel 5, eerste lid, onder a. en tweedelid, zouden kunnen leiden.

     

  • 3. De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen, metdien verstande dat in een geval als bedoeld in het tweede lid de non-activiteit in ieder gevaleindigt na zes maanden. In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogstedrie maanden verlengen.

     

Artikel 7 Openbaar maken nevenfuncties

Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 12 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 8 Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamercommissie in handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte) als opgenomen in artikel 81g van de Gemeentewet af, met dien verstande, dat voor ‘tekenkamer” wordt gelezen “rekenkamercommissie”.

 

Artikel 9 Verboden handelingen

Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 15, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 10 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisname aan de raad.

 

Artikel 11 Secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.Benoeming vindt tijdelijk plaats tot en met 31 december 2008.

     

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

     

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over dewijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

     

Artikel 12 Ondersteuning rekenkamercommissie

  • 1. De raad stelt, na overleg met de rekenkamercommissie, de rekenkamercommissie denodige middelen ter beschikking voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden.

     

  • 2. De rekenkamercommissie is bevoegd om binnen een aan haar bij de begrotingbeschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken

     

  • 3. Ten laste van het in tweede lid genoemde budget worden in ieder geval gebracht de kosten van:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      de secretaris, de onderzoeker(s) en het secretariaat;

    • c.

      de eventueel door de rekenkamercommissie ingeschakelde deskundigen;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening

    • e.

      van haar taken.

  • 4. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoordingverschuldigd aan de raad.

     

Artikel 13 Vergoeding leden rekenkamercommissie

  • 1. De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding vanrespectievelijk € 145,-- en € 130,-- voor het bijwonen van een vergadering van derekenkamercommissie. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met het percentagedat in tabel IV bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden wordt gehanteerd.

     

  • 2. Aan de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie wordt een vergoeding in dereis- en verblijfkosten toegekend:

    • a.

      voor reizen met eigen motorvoertuig of bromfiets: de in redelijkheid gemaakte kostenovereenkomstig de bedragen zoals opgenomen in artikel 2 van de Reisregelingbinnenland;

    • b.

      voor reizen met openbaar vervoer: de werkelijk gemaakte kosten;

    • c.

      voor verblijfkosten: de noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies.

Artikel 14 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie presenteert tenminste jaarlijks v66r 1 oktober eenontwerponderzoeksplan, waarin staat aangegeven welke onderwerpen voor het komendejaar in aanmerking zullen komen voor een onderzoek of quick-scan. De raad wordt in degelegenheid gesteld zijn zienswijze op het ontwerp-onderzoeksplan kenbaar te makenaan de rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie beslist welke onderwerpenworden onderzocht.

     

  • 2. Voor het jaar 2006 presenteert de rekenkamercommissie vóór 1 april een ontwerp-onderzoeksplan.

     

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij hetgemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is e.e.a. vanovereenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel vandegene die de administratie in opdracht van die derde voert. Het gemeentebestuur verstrektdesgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht.

     

  • 4. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij de besturen en/ofdirecties van de hierna genoemde organisaties te onderzoeken voorzover zij dat ter vervullingvan haar taak nodig acht. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed,is e.e.a. van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde danwel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert. Tevens verstrekkende besturen en/of directies van de hierna genoemde organisaties desgevraagd alle inlichtingendie de rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen, ingesteld krachtens deWet Gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jarendat de gemeente deelneemt in deze regeling;

    • b.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheidwaarvan de gemeente meer dan 5O% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over dejaren dat de gemeente meer dan 5O% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekeningen risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeftverstrekt ten bedrage van tenminste 5O% van de baten van deze instelling, over de jarenwaarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft;

  • 5. De rekenkamercommissie kan zich bij haar taakuitvoering laten bijstaan door deskundigen.

     

  • 6. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren,zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie terbeschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris en onderzoeker(s) vande rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

     

Artikel 15 Verzoeken tot het verrichten van onderzoek

  • 1. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan dooralle gemeentelijke bestuursorganen.

     

  • 2. Inwoners van en organisaties in de gemeente kunnen de rekenkamercommissie gemotiveerdattenderen op onderzoeksonderwerpen.

     

  • 3. Indieners van een gemotiveerd verzoek tot het verrichten van een onderzoek krijgenschriftelijk bericht over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aanhet verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

     

  • 4. De rekenkamercommissie doet geen onderzoek dat krachtens het tweede lid isaangemeld indien:

    • a.

      het een klacht betreft in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht overeen gedraging van een bestuursorgaan;

    • b.

      het een bezwaar betreft in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrechttegen een besluit van een bestuursorgaan, of

    • c.

      het een vraag betreft over het gemeentelijk beleid en/of de uitvoering daarvan.

Artikel 16 Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de rekenkamercommissie worden als regel in het openbaargehouden.

     

  • 2. Indien de voorzitter van de rekenkamercommissie of één van de aanwezige leden datnodig oordeelt, wordt de vergadering voor het publiek gesloten.

     

  • 3. De rekenkamercommissie besluit vervolgens of in besloten vergadering zal wordenberaadslaagd.

     

Artikel 17 Geheimhouding

  • 1. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van deWet openbaarheid van bestuur, omtrent de inhoud van stukken die aan haar wordenoverlegd, geheimhouding opleggen.

     

  • 2. De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomentotdat de rekenkamercommissie haar opheft.

     

Artikel 18 Vergader- en stemmingsquorum

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert niet als behalve de voorzitter niet tenminste tweeleden aanwezig zijn.

     

  • 2. De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen.

     

Artikel 19 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie voert het onderzoek volgens de door haar vastgesteldeonderzoeksopzet uit.

     

  • 2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker tot het verrichten van een onderzoektussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek dat naar aanleiding van hetverzoek is ingesteld.

     

  • 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 185 van de Gemeentewet, stelt de rekenkamer-commissie betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn,die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapportaan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenenwier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer-commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

     

  • 4. De raad stelt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies enaanbevelingen vast.

     

Artikel 20 Voorziening

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de raad gehoord!

 

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2006”.

 

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

 

Ondertekening

Raamsdonksveer, 24 november 2005.
De raad van de gemeente Geertruidenberg,
de griffier,                                                    de voorzitter,
 
drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere           M.J.A. Meijer
 

Behorend bij raadsvoorstel 7, 24 november 2005. 1

CONVENANT

betreffende de samenwerking van rekenkamercommissies

Burgemeester en wethouders van de gemeenten Roosendaal, Bergen op Zoom, Halderberge, Oosterhout, Geertruidenberg en Zundert, hierna: de gemeenten;

Overwegende dat het om redenen van effectiviteit, efficiency en professionaliteit wenselijk is om ter uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81o, eerste lid, van de Gemeentewet, de afzonderlijke gemeentelijke rekenkamercommissies in gezamenlijkheid te doen functioneren;

Gelet op de door de afzonderlijke raden gegeven opdracht tot nadere regeling van deze samenwerking;

Gelet op de afzonderlijke gemeentelijke verordeningen m,b.t. de instelling en het fungeren van de gemeentelijke rekenkamercommissie;

Gelet op artikel 160, eerste lid, onder e., van de Gemeentewet;

Komen overeen het volgende:

Convenant betreffende de samenwerking van rekenkamercommissies

Artikel 1. Gezamenlijke rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een gezamenlijke rekenkamercommissie. Deze gezamenlijke rekenkamercommissiefungeert als gemeentelijke rekenkamercommissie van de gemeenten.

  • 2.

    De gezamenlijke rekenkamercommissie voert voor de gemeenten de taken uit alsopgenomen in de afzonderlijke gemeentelijke verordeningen m.b.t. de instelling en hetfungeren van de gemeentelijke rekenkamercommissie.

Artikel 2 Samenstelling van de gezamenlijke rekenkamercommissie

  • 1.

    De gezamenlijke rekenkamercommissie bestaat uit drie externe leden en twee externeplaatsvervangende leden die bij eensluidend besluit door de raden van de gemeentenworden benoemd. Selectie van de (plaatsvervangende) leden van de gezamenlijkerekenkamercommissie vindt plaats door een selectiecommissie, bestaande uit deburgemeester van een van de gemeenten als technisch voorzitter, de griffier van degemeente Roosendaal en één raadslid per gemeente. Benoeming vindt in eerste instantietijdelijk plaats tot en met 31 december 2008.

  • 2.

    De raden van de gemeenten benoemen uit de leden bij eensluidend besluit de voorzitteren de plaatsvervangend voorzitter. Benoeming vindt in eerste instantie tijdelijk plaats toten met 31 december 2008.

  • 3.

    Voorafgaand aan de eventuele tussentijdse benoemingen als bedoeld in het eersteen tweede lid plegen de voorzitters van de raden van de gemeenten namens deze radenoverleg met de gezamenlijke rekenkamercommissie.

Artikel 3 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    Een lid van de gezamenlijke rekenkamercommissie wordt bij eensluidend besluit doorde raden van de gemeenten ontslagen.

  • 2.

    Indien een van raden van de gemeenten op grond van artikel 5, eerste lid, onder b. ofe., of tweede lid, van de verordening m.b.t. de instelling en het fungeren van degemeentelijke rekenkamercommissie, een ontslagbesluit neemt, nemen de radenvan de overige gemeenten ïn beginsel een eensluidend besluit.

  • 3.

    Op non-activiteitstelling van een lid van de gezamenlijke rekenkamercommissie,alsmede de beëindiging of verlenging van de non-activiteit, geschiedt bij eensluidendbesluit van de raden van de gemeenten.

Artikel 4 Eed De leden van de gezamenlijke rekenkamercommissie leggen de eed als bedoeld in artikel 8 van de verordening m.b.t. de instelling en het fungeren van de gemeentelijke rekenkamercommissie, in een gezamenlijke bijeenkomst van de voorzitters van de raden van de gemeenten af.

Artikel 5 Reglement van orde De gezamenlijke rekenkamercommissie zendt het reglement van orde onverwijld ter kennisname aan de raden van de gemeenten.

Artikel 6 Vergoeding leden gezamenlijke rekenkamercommissie De hoogte van de vaste onkostenvergoeding per onderzoek voor de leden van de gezamenlijke rekenkamercommissie wordt bij een door de raden van de gemeenten eensluidend vastgestelde verordening vastgesteld.

Artikel 7 Secretariaat

  • 1.

    De secretaris van de gezamenlijke rekenkamercommissie wordt bij eensluidend besluitdoor de raden van de gemeenten en in overleg met de gezamenlijke rekenkamercommissieaangewezen.

  • 2.

    Benoeming van de secretaris, de onderzoeker(s) en eventueel ander ondersteunendpersoneel vindt in eerste instantie tijdelijk plaats tot en met 31 december 2008. Genoemdefunctionarissen zijn formeel in dienst van de gemeente Roosendaal en vallen organiekonder de griffier van die gemeente. Functionele aansturing van de secretaris, de onderzoeker(s)en eventueel ander ondersteunend personeel vindt alleen plaats door de gezamenlijkerekenkamercommissie.

Artikel 8 Onderzoeksplan

  • 1.

    De gezamenlijke rekenkamercommissie presenteert tenminste jaarlijks voor 1 oktober eenontwerp-onderzoeksplan waarin staat aangegeven welke onderwerpen voor het komende jaar in aanmerking komen voor een onderzoek of quick scan. Dit voorstel behelst: a. voor de gemeente Roosendaal 2 onderzoeken;b. voor de gemeente Bergen op Zoom 1 onderzoek en 1 quick scan;c. voor de gemeente Halderberge 1 onderzoek en 1 quick scan;d. voor de gemeente Oosterhout 2 onderzoeken;e. voor de gemeente Geertruidenberg 1 onderzoek;f. voor de gemeente Zundert 1 onderzoek. Voor het jaar 2006 presenteert de gezamenlijke rekenkamercommissie voor 1 april eenontwerp-onderzoeksplan.

  • 2.

    Op verzoek van een afzonderlijke gemeente kan de gezamenlijke rekenkamercommissiemeerdere onderzoeken en/of quick scans uitvoeren. De gezamenlijke rekenkamercommissiebrengt hiertoe een offerte uit aan de desbetreffende gemeente. De gezamenlijke rekenkamer-commissie beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 3.

    De gezamenlijke rekenkamercommissie kan zich in het kader van het uitvoeren van eenconcreet onderzoek of quick scan laten bijstaan door deskundigen. De kosten van deskundigebijstand komen ten laste van het door de desbetreffende gemeente aan de gezamenlijkerekenkamercommissie beschikbaar gestelde budget.

Artikel 9 Budget en kostenverdeling

  • 1.

    De raden van de gemeenten stellen ten behoeve van de gezamenlijke rekenkamer-commissie jaarlijks een budget beschikbaar. Deze bijdrage wordt jaarlijks op basis vanfacturering overgemaakt aan de gemeente Roosendaal en bedraagt:a. voor de gemeente Roosendaal € 61.182,00b. voor de gemeente Bergen op Zoom € 37.614,00c. voor de gemeente Halderberge € 37.614,00d. voor de gemeente Oosterhout €61.182,00e. voor de gemeente Geertruidenberg € 30.591,00f. voor de gemeente Zundert € 30.591,00

  • 2.

    Dit budget wordt met ingang van 1 januari 2007 jaarlijks verhoogd met de inflatiecorrectieop basis van de consumentenprijsindex (CPI)

  • 3.

    Na vaststelling van het jaarverslag als bedoeld in artikel 185, derde lid, van de Gemeentewet,komt een eventueel tekort op of overschot van het door de desbetreffende gemeente in hetvoorgaande jaar aan de gezamenlijke rekenkamercommissie beschikbaar gestelde budgetvoor rekening dan wel ten gunste van de desbetreffende gemeente.

Artikel 10 Geldigheidsduur en evaluatie

  • 1.

    Dit convenant geldt voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 20GB,

  • 2.

    De gemeenten garanderen gedurende de looptijd van deze overeenkomst hun bijdrageals bedoeld in artikel 9 van deze overeenkomst.

  • 3.

    De in dit convenant geregelde samenwerking en het functioneren van de gezamenlijkerekenkamercommissie wordt uiterlijk 1 juli 2008 geëvalueerd, waarna de samenwerkingeventueel per 1 januari 2009 op basis van een vervolgconvenant kan worden gecontinueerd,dan wel kan worden uitgebreid of beëindigd.

Artikel 11. Werkloosheidsrisico en kostenverdeling

  • 1.

    Indien uit de in artikel 10 bedoelde evaluatie blijkt dat voortzetting van de gezamenlijkerekenkamercommissie dan wel het gemeenschappelijk voeren van het secretariaat nietwenselijk of mogelijk is én indien als gevolg daarvan personeel, dat hiertoe is aangesteld,moet worden ontslagen, worden de kosten door de gemeenten gedragen.

  • 2.

    De verdeling van de kosten als bedoeld in het eerste lid vindt plaats naar rato van debijdragen, bedoeld in artikel 9 van dit convenant, zoals die voor de verschillende gemeentenzijn vastgesteld.

De burgemeester van de gemeente Roosendaal,

De burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom,

De burgemeester van de gemeente Halderberge,

De burgemeester van de gemeente Oosterhout,

De burgemeester van de gemeente Geertruidenberg,

De burgemeester van de gemeente Zundert.

Toelichting 1 Convenant betreffende de samenwerking van rekenkamercommissies

Om redenen van effectiviteit, efficiency en professionaliteit hebben de raden van de gemeenten Roosendaal, Bergen op Zoom, Halderberge, Oosterhout, Geertruidenberg en Zundert de wens uitgesproken om hun afzonderlijke gemeentelijke rekenkamercommissies in gezamenlijkheid te doen functioneren en de diverse colleges van burgemeester en wethouders opgedragen om deze voorgestane samenwerking te formaliseren. Hiertoe is overeengekomen om de afzonderlijke gemeentelijke rekenkamercommissie te doen bemensen door dezelfde rekenkamercommissieleden (personele unie) en te doen ondersteunen door een secretariaat, bestaande uit een secretaris, onderzoeker(s) en eventueel ander ondersteunend personeel. Voor een financiële onderbouwing wordt verwezen naar bijgevoegd “Financieel overzicht gezamenlijke rekenkamerfunctie regio West-Brabant”,

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Gezamenlijke rekenkamercommissie Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Samenstelling van de gezamenlijke rekenkamercommissie In dit artikel wordt bepaald dat de leden van de gezamenlijke rekenkamercommissie, en daarmee dus van de afzonderlijke gemeentelijke rekenkamercommissies, bij eensluidend besluit van de raden van de deelnemende gemeenten worden benoemd. Indien een van de gemeenteraden zich niet in benoeming van een bepaalde kandidaat kan vinden, zal de kandidaat derhalve niet als lid van de (gezamenlijke) rekenkamercommissie kunnen worden benoemd. Eenzelfde regeling geldt voor de benoeming van de (plaatsvervangend) voorzitter van de rekenkamercommissie, die uit de leden wordt benoemd. Gekozen is voor een collegiaal samengestelde rekenkamercommissie van drie externe leden, waarbij er twee plaatsvervangende externe leden worden benoemd. Het quorum van de rekenkamercommissie wordt daarmee zo goed als zeker gesteld. Tevens heeft benoeming van de externe plaatsvervangers als voordeel dat de leden van de gemeenschappelijke rekenkamercommissie feitelijk op roulatiebasis kunnen fungeren. Vanwege de opgenomen evaluatiebepaling (artikel 10) vindt benoeming van de leden van de rekenkamercommissie in eerste instantie plaats voor een periode van drie jaren. Ingeval van eventuele tussentijdse benoemingen zijn de voorzitters van de raden gemandateerd om namens de gemeenteraden het overleg te voeren als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de verordening.

Artikel 3 Ontslag en non-activiteit Ook voor wat betreft ontslag en non-activiteit is de eis van eensluidende besluitvorming door de gemeenteraden gesteld. In het tweede lid is een zogenaamde “solidariteitsbepaling” opgenomen, op grond waarvan de gemeenten zich in beginsel bereid verklaren om, ingeval een gemeenteraad een lid van de rekenkamercommissie wil ontslaan op grond van artikel 5, eerste lid, onder b. of e. of op grond van het tweede lid, van de verordening m.b.t. de instelling en het fungeren van de gemeentelijke rekenkamercommissie, een eensluidend ontslagbesluit te nemen. 

Bijvoorbeeld kan een lid van de rekenkamercommissie de functie van raadslid van een van de deelnemende gemeenten aanvaarden en daardoor formeel geen zitting meer mogen hebben in de rekenkamercommissie van die gemeente en dus ook niet in de gezamenlijke rekenkamercommissie (die immers fungeert als gemeentelijke rekenkamercommissie). De aanvaarding van de onverenigbare functie bijt” echter het lidmaatschap van de overige gemeentelijke rekenkamercommissies niet, zodat er in beginsel geen reden is tot ontslag van het desbetreffende rekenkamercommissielid. Eenzelfde geval kan zich voordoen indien een lid van de rekenkamercommissie het vertrouwen van een van de gemeenteraden ontbeert, terwijl dit vertrouwen bij de overige gemeenteraden nog wel aanwezig is. Op grond van de “solidariteitsbepaling” verklaren alle gemeenteraden zich bereid om zich in principe te conformeren aan de besluitvorming van de initiërende gemeenteraad.

Artikel 4 Eed In dit artikel wordt een praktische oplossing gevonden voor het feit dat de leden van de gezamenlijke rekenkamercommissie, formeel leden van alle afzonderlijke rekenkamercommissies, meermalen, nl. in handen van alle burgemeesters afzonderlijk, de eed (verklaring of belofte) moeten afleggen. Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 5 Reglement van orde Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 6 Vergoeding leden gezamenlijke rekenkamercommissie Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 7 Secretariaat De secretaris wordt bij eensluidend besluit van de raden van de deelnemende gemeenten aangewezen; vanwege het feit dat het secretariaatspersoneel in dienst is van de gemeente Roosendaal, vindt benoeming plaats door de raad van die gemeente. Om die reden worden ook de onderzoeker(s) en eventueel overig ondersteunend personeel (bijv. secretaresse) benoemd door de gemeente Roosendaal. Eensluidende aanwijzing is hier vanwege het meer technische en ondersteunende karakter van die functies achterwege gelaten. Vanwege de opgenomen evaluatiebepaling (artikel 10) vindt benoeming van de secretaris, de onderzoeker(s) en eventueel overig ondersteunend personeel in eerste instantie plaats voor een periode van drie jaren.

Artikel 8 Onderzoeksplan In dit artikel zijn de onderzoeksambities van de deelnemende gemeenten neergelegd. De gezamenlijke rekenkamercommissie presenteert jaarlijks voor 1 oktober het ontwerponderzoeksplan, zodat e.e.a. bij de begrotingsbehandeling kan worden meegenomen. Aangezien de gezamenlijke rekenkamercommissie pas per 1 januari 2006 zal zijn geïnstalleerd, is voor het jaar 2006 bepaald dat de gezamenlijke rekenkamercommissie uiterlijk op t april een ontwerp-onderzoeksplan presenteert. Aangezien er op 7 maart 2006 gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, zal pas in een nieuwe raadsperiode besluitvorming omtrent de te onderzoeken onderwerpen plaatsvinden. Eventueel kunnen meerdere onderzoeken en/of quick scans worden uitgevoerd, e.e.a, op basis van een offerte van de rekenkamercommissie aan de desbetreffende gemeente. In de gemeentelijke bijdrage aan de gezamenlijke rekenkamercommissie is een “inhuurbudget” opgenomen (zie bijgevoegd “Financieel overzicht gezamenlijke rekenkamerfunctie regio West-Brabant”). Voor alle duidelijkheid: eventuele externe drukkosten worden eveneens ten laste van het “inhuurbudget” gebracht.

Artikel 9 Budget en kostenverdeling In dit artikel worden de jaarlijkse gemeentelijke bijdragen aan de gezamenlijke rekenkamercommissie genoemd. Basis voor deze bijdragen is gelegen in de onderzoeksambities. Zie verder het bijgevoegde “Financieel overzicht gezamenlijke rekenkamerfunctie regio West-Brabant”. Onverminderd het feit dat er op basis van een nadere offerte van de gezamenlijke rekenkamercommissie voor een gemeente meerdere onderzoeken en/of quick scans kunnen worden uitgevoerd, geldt als uitgangspunt dat bij het uitvoeren van de geambieerde onderzoeken en/of quick scans de op grond van dit artikel verschuldigde gemeentelijke bijdrage niet wordt overschreden, Mocht bij de vaststelling van het jaarverslag van de gezamenlijke rekenkamercommissie blijken van een eventueel tekort op of overschot van de jaarlijkse bijdrage van een desbetreffende gemeente, bijvoorbeeld omdat een onderzoek meer of minder inzet en capaciteit heeft gekost dan voorzien, dan komt dit tekort/restant voor rekening van/ten gunste van de desbetreffende gemeente. De gemeente Roosendaal geldt treedt op als budgetbeheerder van de gezamenlijke rekenkamercommissie; het budgethouderschap is echter in handen van de gezamenlijke rekenkamercommissie gelegen.

Artikel 10 Geldigheidsduur en evaluatie Het convenant wordt aangegaan voor de duur van drie jaren. Bij wijze van uittredingsregeling geldt, dat de gemeenten gedurende de looptijd van het convenant garant staan voor de overeengekomen bijdrage; immers worden de leden van de rekenkamercommissie en secretaris, onderzoeker(s) en secretaresse voor een periode van drie jaren aangesteld. Na 21/2 jaar dient de samenwerking en het functioneren van de gezamenlijke rekenkamercommissie te worden geëvalueerd, op basis waarvan de gemeenteraden een besluit kunnen nemen over het al dan niet (gewijzigd) voortzetten van de samenwerking. Hiervoor is alsdan wel een nieuw convenant vereist.

Artikel 11 Werkloosheidsrisico en kostenverdeling Vanwege de tijdelijkheid van het convenant wordt het ambtelijk personeel op tijdelijke basis tot en met uiterlijk 31 december 2008 aangesteld. Ondanks dat er sprake is van een tijdelijk dienstverband, kan het toch mogelijk zijn dat bij niet-voortzetting van de arbeidsrelatie een vergoeding verschuldigd is. In dit artikel wordt voor dat geval een kostenverdelingsregeling gegeven, waarbij wordt bepaald dat de gemeenten de kosten in gezamenlijkheid en naar rato van hun jaarlijkse bijdrage dragen.

Bijlagen: Financieel overzicht gezamenlijke rekenkamerfunctie regio West Brabant