Uitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg 2020

Geldend van 22-12-2020 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Overwegende

dat op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg 2020:

  • -

    het college bevoegd is om nadere regels te stellen ten aanzien van de in de verordening genoemde onderwerpen;

  • -

    dat deze nadere regels zijn uitgewerkt in dit Uitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Geertruidenberg

BESLUIT:

Vast te stellen het Uitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg 2020.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Openstelling en begraaftijden

1. De openingstijden van de begraafplaatsen zijn van zonsopgang tot zonsondergang.

2. De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van as is op werkdagen en zaterdag van 09.00 uur tot 16.00 uur.

Artikel 2. Aantallen overledenen en asbussen

Per graf mogen maximaal worden geplaatst:

Particulier graf enkellaags

1 persoon

1 asbus

Particulier graf dubbellaags

2 personen

2 asbussen

Particuliere grafkelder

2 personen

2 asbussen

articulier kindergraf

1 kind

1 asbus

Particulier urnengraf

2 asbussen

Particuliere urnennis

2 asbussen

Columbarium

2 asbussen

Artikel 3. Graftermijnen

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 10 jaar het uitsluitend recht op een particulier graf/ kindergraf/ grafkelder.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt verlengd telkens met een termijn van 10 jaar mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 10 jaar het uitsluitend recht op een particulier urnengraf of urnennis.

  • 4.

    Het in het derde lid van dit artikel bedoelde recht wordt verlengd telkens met een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 5.

    Schudden van graven is niet toegestaan.

Hoofdstuk 2 Grafbedekking

Artikel 4. Vereisten vergunning

  • 1.

    Een vergunning voor het aanbrengen of vervangen van een gedenkteken of grafkelder dient schriftelijk bij het college te worden aangevraagd, onder overlegging van een ontwerptekening, schaal 1:10, een duidelijke omschrijving van de toe te passen materialen, naam en overlijdensdatum van overledene, begraafplaats en graflocatie.

  • 2.

    Op de ontwerptekening dienen tenminste vermeld te worden:

    a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    b. welke fundering wordt toegepast om verzakking te voorkomen;

    c. de soort, de kleur en de bewerking van het te gebruiken materiaal;

    d. of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    e. de tekst en figuratie;

    f. de handtekening van de rechthebbende.

  • 3.

    Bij wezenlijke wijzigingen van het gedenkteken na bijzetting dient opnieuw een vergunning te worden aangevraagd.

  • 4.

    Het gedenkteken moet recht boven het graf of het urnengraf op een fundering worden aangebracht.

  • 5.

    Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, gehard glas, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 6.

    De aanvraag zoals bedoel in lid 1, dient minstens vier weken voor het plaatsen worden ingediend bij het college.

  • 7.

    Alvorens de vergunning wordt verleend, worden de persoonsgegevens van de overledene geverifieerd. De beslissing op de aanvraag wordt door het college schriftelijk medegedeeld. Hierop is de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing.

  • 8.

    Het college kan de in de eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    a. niet voldaan is aan de in deze nadere regels gestelde bepalingen;

    b. de grafbedekking of andere voorwerpen afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d. de constructie van de grafbedekking, fundering, kelder of ander voorwerpen ondeugdelijk is.

  • 9.

    De aanvrager kan bezwaar indienen tegen het besluit van het college.

  • 10.

    Indien er geconstateerd wordt dat er een gedenkteken of urn is geplaatst zonder vergunning worden de kosten van de vergunning bij de steenhouwer in rekening gebracht.

Artikel 5. Beslissing

De beslissing op de aanvraag wordt door de burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

Artikel 6. Afmetingen gedenkteken

  • 1.

    Het gedenkteken voor een enkel graf mag maximaal de volgende afmetingen hebben:

    - Hoogte maximaal 90 centimeter (inclusief onderbalk);

    - Breedte maximaal 60 centimeter;

    - Onderbalk maximaal 8x15x60 centimeter;

    - Dikte balk maximaal 10 centimeter.

  • 2.

    Het gedenkteken voor een dubbel/naastgelegen graf dient in het midden van beide graven geplaatst te worden en mag maximaal en moet minimaal de volgende afmetingen hebben:

    - Hoogte maximaal 90 centimeter (inclusief onderbalk);

    - Breedte maximaal 120 centimeter en minimaal 85 centimeter;

    - Onderbalk maximaal 8x15x120 centimeter;

    - Dikte maximaal 10 centimeter.

  • 3.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 4.

    Een gedeelte van de strook grond gelegen voor en grenzende aan het gedenkteken kan gebruikt worden voor het plaatsen van een grondplaat waarvan de afmetingen niet breder mogen zijn dan 60 centimeter en niet dieper dan 35 centimeter.

Artikel 7. Vereisten grafkelder

  • 1.

    Het stichten en/of in gereedheid brengen van een grafkelder geschiedt door de zorg en voor rekening en risico van de aanvrager na verkregen vergunning van het college.

  • 2.

    De afmetingen van de ruimte waarbinnen een grafkelder voor het begraven van lijken mag worden aangebracht zijn: lengte 250 cm, breedte 110 cm en diepte 150 cm beneden maaiveld.

  • 3.

    De afmetingen van de ruimte waarbinnen een grafkelder voor het bijzetten van asbussen, met of zonder urnen, mag worden aangebracht, zijn: lengte 50 cm, breedte 50 cm en diepte 50 cm beneden maaiveld.

  • 4.

    De rechthebbende die in een grafkelder wil doen begraven, is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven terstond te laten sluiten.

  • 5.

    Het openen van een grafkelder, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan 24 uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder van de begraafplaats hiervoor toestemming heeft verleend.

  • 6.

    Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

Artikel 8. Tijdstip van plaatsing

  • 1.

    Het tijdstip van plaatsing, herstel of vervanging van het gedenkteken of de grafkelder dient tenminste 2 werkdagen tevoren afgestemd te worden met de beheerder. Het plaatsen van een gedenkteken of grafkelder kan plaatsvinden van maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 16.00 uur.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 9. Gedenksteen particuliere urnennis

  • 1.

    De urnennissen kunnen worden afgesloten met een afdekplaat;

  • 2.

    In een urnennis kunnen sierurnen worden geplaatst.

  • 3.

    Voor een particuliere urnennis geldt dat bloemen alleen mogen worden geplaatst, voor of in de buurt van de muur.

Artikel 10. Winterharde gewassen, losse bloemen en planten

  • 1.

    Winterharde gewassen en andere beplanting, zoals potplanten en bloemen in vazen, dienen te blijven binnen een strook grond gelegen voor en grenzende aan het gedenkteken, welke strook maximaal de volgende afmetingen mag hebben:

    - Breedte maximaal 60 centimeter;

    - Diepte maximaal 50 centimeter.

De hoogte van deze gewassen mag de voor het gedenkteken toegestane hoogte op het graf niet overschrijden.

  • 2.

    Gewassen buiten de in lid 1 beschreven ruimte worden van gemeentewege verwijderd zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor afgestorven beplanting.

Artikel 11. Overige grafbedekking

  • 1.

    Op een voor het graf beschikbare ruimte kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

  • 2.

    Potten, vazen of andere voorwerpen die buiten de voor het graf beschikbare oppervlakte zijn geplaatst, kunnen van gemeentewege verwijderd worden zonder dat de gemeente enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    Verwelkte bloemen, potplanten of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Alle sporen van afval, ontstaan ten gevolge van werkzaamheden op of aan de grafbedekking, moeten van de begraafplaats meegenomen worden.

  • 5.

    Het aanbrengen van kettingen en hekwerken is niet toegestaan.

  • 6.

    Verstrooien van as is enkel op de daartoe bestemde plek op de begraafplaats toegestaan.

Artikel 12. Onderhoud rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking op het graf “in goede staat te houden of te herstellen”. Onder dit onderhoud wordt onder andere verstaan: het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekking, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en eventueel vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige planten en het verwijderen van dode planten en het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen.

  • 2.

    Wild woekerende kruiden die de voor het graf beschikbare oppervlakte overgroeien, boomvormers en plantensoorten die vanwege ziektes of aantrekkingskracht van ongewenste dieren zorgen, dien op aanwijzing van de beheerder verwijderd te worden.

  • 3.

    Het groenafval dat vrij komt bij het onderhoud dient door de veroorzaker in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

  • 4.

    Indien de rechthebbende het onder lid 1 en 2 bedoelde onderhoud nalaat, dan wel de aanwijzingen rondom herstel van de beheerder niet opvolgt, zal de rechthebbende worden aangeschreven het verzuim te herstellen binnen een fatale doch redelijke termijn. Na deze termijn heeft het gemeentebestuur het recht het verzuim verwijderen.

Artikel 13. Citeertitel

Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als “Uitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaatsen Geertruidenberg 2020”.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt een dag na bekendmaking in werking. Met de inwerkingtreding van deze voorschriften wordt het “Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen” ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 15 december 2020

De secretaris, de burgemeester,

R.C.J. Nagtzaam, M. Witte