Verordening Beslistermijn schuldhulpverlening 2021

Geldend van 25-03-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening Beslistermijn schuldhulpverlening 2021

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

gezien het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 12 januari 2021;

gelet op artikel 4a derde lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Geertruidenberg van 14 november 2021;

overwegende dat het noodzakelijk is om bij verordening de termijn waarbinnen de gemeente na het eerste gesprek over de hulpvraag besluit of een inwoner voor schuldhulpverlening in aanmerking komt, te regelen.

Besluit

vast te stellen: de “Verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg 2021”.

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • b.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Geertruidenberg;

    • c.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

    • d.

      Inwoner: degene die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven;

    • e.

      Schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

    • f.

      Eerste gesprek: Het eerste gesprek waarin de schriftelijke of mondelinge hulpvraag wordt vastgesteld;

Artikel 2 Beslistermijn schuldhulpverlening

De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, wordt genomen binnen een termijn van 8 weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet, heeft plaatsgevonden.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 februari 2021.

de griffier, de voorzitter

drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere, M. Witte

Toelichting Verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg 2021

Algemeen

De Verordening beslistermijn schuldhulpverlening geeft uitvoering aan artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: wet), zoals deze met ingang van 1 januari 2021 zal gelden. Artikel 4a van de wet is ingevoerd bij Wet van 24 juni 2020 tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 239).

Artikelsgewijs

Artikel 2. Beslistermijn schuldhulpverlening

De wet regelt dat inwoners met problematische schulden bij gemeenten terecht kunnen voor onder meer advies, schuldbemiddeling of een saneringskrediet. Het uitgangspunt is dat schuldhulpverlening breed toegankelijk is. Daarbij is van belang dat het voor de inwoner duidelijk is binnen welke termijn na het eerste gesprek over de hulpvraag wordt besloten of diegene voor een schuldenregeling in aanmerking komt.

Om deze reden is bij de genoemde wetswijziging in navolging van het advies van de Nationale Ombudsman besloten een wettelijke termijn op te nemen waarbinnen de gemeente na het eerste gesprek over de hulpvraag moet besluiten of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. Niet alleen burgers dienen zich aan wettelijke termijnen te houden. Ook van een dienende overheid mag verwacht worden dat zij op een verzoek van een burger binnen een redelijke, door de raad in een gemeentelijke verordening vastgestelde, termijn reageert.

Deze termijn mag volgens artikel 4a, derde lid, van de wet niet langer zijn dan acht weken. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld. Een kortere beslistermijn vaststellen is wel toegestaan.

De beslistermijn is bepaald op 8 weken, vanwege het onvoorspelbare karakter van aanmeldingen is het wenselijk om de maximale flexibiliteit hierbij mogelijk te houden.

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

De datum van inwerkingtreding valt samen met de inwerkingtreding van artikel 4a van de wet.