Regeling vervallen per 01-04-2015

Beleidsregels bijzondere bijstand

Geldend van 03-11-2006 t/m 31-03-2015

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand

Het college van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg;gelet op de Wet werk en bijstand;gelezen de voorstellen van 25 juli 2006 en 10 oktober 2006;besluit:de beleidsregels bijzondere bijstand definitief vast te stellen.Raamsdonksveer, 17 oktober 2006,het college van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg,de secretaris, de burgemeester,A.J.L.G. van Oudheusden, l.s. M.J.A. MeijerWijzigingsvoorstellen tegemoetkomingsregeling en bijzondere bijstand waarin opgenomen witgoedregeling en overstapregeling.De nota gevolgen WWB voor beleid bijzondere bijstand en minimabeleid vastgesteld d.d. 1-4-2004 behoeft op een aantal onderdelen aanpassingen.De volgende wijzigingen worden voorgesteld;

  • 1.

    De geldende draagkrachtregels op alle onderdelen van de bijzondere bijstand toepassen met uitzondering van bijzondere bijstand voor woonkosten en aanvullende bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke kosten. De draagkrachtregels houden in dat de doelgroep van personen met een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de geldende bijstandsnorm en die niet over draagkracht uit vermogen beschikken voor de verlening van die bijstand in aanmerking komen. Voor personen of gezinnen die een inkomen hebben dat méér bedraagt dan 12O% van de geldende bijstandsnorm maar te maken hebben met hoge bijzondere noodzakelijke bestaanskosten is bijstand mogelijk naar rato van de draagkracht. De bepaling dat onderdelen van de bijzondere bijstand is voorbehouden aan bepaalde inkomenscategorieën vervalt daarmee.

  • 2.

    De bijzondere bijstand in het kader van de witgoedregeling om niet verlenen:a. tot een bedrag van maximaal € 250,00 voorzover niet binnen een periode van 12 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen bijzondere bijstand om niet als hier bedoeld is verstrekt;b. in afwijking van het onder a) bepaalde, wanneer de noodzakelijke kosten méér dan € 250,00 bedragen, tot een bedrag van maximaal € 500,00 voorzover niet binnen een periode van 24 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen bijzondere bijstand om niet als hier bedoeld is verstrekt;c. in afwijking van het onder b) bepaalde, wanneer de noodzakelijke kosten méér dan € 500,00 bedragen, tot een bedrag van maximaal € 750,00 voorzover niet binnen een periode van 36 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen bijzondere bijstand om niet als hier bedoeld is verstrekt. Voorzover de noodzakelijke kosten méér bedragen dan de bijstand, die op grond van het bepaalde in het vijfde lid maximaal om niet kan worden verstrekt, wordt de bijzondere bijstand:a. in beginsel, voorzover noodzakelijk, verleend in de vorm van borgstelling ten behoeve van een door Stadsbank Midden Nederland te verstrekken krediet;b. als de klant geen beroep kan doen op een lening bij de Stadsbank, bijvoorbeeld wegens ontbreken van aflossingscapaciteit, verleend in de vorm van een geldlening.

  • 3.

    De voorwaarde om bij de bijzondere bijstand in het kader van de witgoedregeling rekening te houden met de langdurigheidstoeslag laten vervallen. Voor de hoogte van de noodzakelijke kosten de normbedragen hanteren die zijn opgenomen in de prijzengids NISUD; Dit betreft niet de minimale noodzakelijke, maar de gemiddelde prijs van de betreffende goederen.

  • 4.

    Voor de aangegeven noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen een gemiddelde afschrijvingstermijn van 8 jaar hanteren.

  • 5.

    Voor de “kosten van het gebruik van sociale, sportieve en culturele voorzieningen” in aanmerking nemen de opsomming vermeld in de opgestelde beleidsregel bijgevoegd) en de hoogte van tegemoetkoming verhogen van € 110,00 naar €120,00 per jaar voor een volwassene als voor een minderjarig kind.

  • 6.

    De naamstelling bijzondere bijstand in het kader van de overstapregeling wijzigen in indirecte onderwijskosten en de restrictie aan deelname schoolkamp voortgezet onderwijs laten vervallen.

  • 7.

    In de nota bijzondere bijstand een aparte beleidsregel opnemen voor energiebesparendemaatregelen.

  • 8.

    De tegemoetkomingsregeling integreren in de nota bijzondere bijstand onder de naamstelling; sociale, sportieve en culturele voorzieningen zodat eenvoudige en duidelijke voorlichting aan de burger gegeven kan worden en op een uniforme wijze gewerkt kan worden.

  • 9.

    Instemmen met de bijgevoegde gewijzigde beleidsregels bijzondere bijstand waarin de wijzigingen zijn opgenomen.

BELEIDSREGELSbeleidsregel 1: sociale, culturele en sportvoorzieningen

  • 1.

    De kosten van het gebruik van sociale, culturele en sportvoorzieningen worden aangemerkt als bijzonder.

  • 2.

    Deze kosten worden noodzakelijk geacht tot een bedrag van maximaal € 120,00 per inwoner per kalenderjaar.

  • 3.

    De bijzondere bijstand voor deze kosten wordt voor een periode van 12 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, op declaratiebasis toegekend.

  • 4.

    Onder ‘kosten van het gebruik van sociale, culturele en sportvoorzieningen’ wordt verstaan:a) lidmaatschap van een verenigingb) entree of abonnement zwembadc) entree museum of museumjaarkaartd) entree of abonnement attractiepark, dierentuin of vergelijkbare voorzieninge) kosten van bezoek van of deelname aan sociale of culturele bijeenkomsten, evenementen, studiedagen, congressen of symposiaf) kosten voor sociaal-culturele activiteiten van schoolkinderen (schoolfonds, schoolreisjes)g) reiskosten i.v.m. maatschappelijke activiteiten op basis van 2e klasse openbaar vervoerh) abonnement tijdschrift of dagbladi) lidmaatschap bibliotheekj) kosten van gebruik van een (vaste of mobiele) telefoon: maximaal € 9,67 per maand (abonnementskosten KPN BudgetBellen)k) kosten internetabonnement: maximaal € 14,95 per maand (abonnementskosten Chello Starter ADSL)

beleidsregel 2: energiebesparende maatregelen

  • 1.

    De kosten van het treffen van energiebesparende maatregelen worden als bijzonder aangemerkt.

  • 2.

    Deze kosten worden noodzakelijk geacht tot een bedrag van maximaal € 50,00 per huishouden.

  • 3.

    De bijzondere bijstand voor deze kosten wordt voor een periode van 12 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, op declaratiebasis toegekend.

  • 4.

    Onder ‘kosten van het treffen van energiebesparende maatregelen’ wordt ondermeer verstaan:a) aanschaf van spaarlampenb) aanschaf isolerende materialen

beleidsregel 3: duurzame gebruiksgoederen

  • 1.

    Er is sprake van bijzondere omstandigheden wanneer zich kosten van aanschaf of vervanging van duurzame goederen voordoen en de belanghebbende, gelet op zijn financiële omstandigheden, niet de mogelijkheid heeft gehad hiervoor te reserveren en evenmin de mogelijkheid heeft deze gespreid achteraf te betalen. Dit is het geval wanneer deze belanghebbende gedurende 3 jaren, direct voorafgaand aan de aanvraag, niet heeft beschikt over draagkracht als bedoeld in artikel 35, eerste en derde lid, van de WWB.

  • 2.

    Tot noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen wordt gerekend:a) wasmachineb) koelkastc) gas- of elektrisch fornuis of kookplaatd) stofzuigere) televisietoestelf) geluidsinstallatieg) computer met randapparatuurh) meubilair (eethoek, bankstel, salontafel, wandkast of —meubel, bed en matras, garderobekast)i) woningstoffering (vloerbedekking, vitrage en gordijnen) verwijderingsbijdragenj) bezorg- en installatiekostenk) reparatiekostenl) legloon van vloerbedekkingm) maakloon van vitrage en gordijnen

  • 3.

    Tot de noodzakelijke kosten van duurzame gebruiksgoederen wordt in ieder geval niet gerekend:a) kleine huishoudelijke apparaten (koffiezetapparaat, waterkoker, etcetera)b) afsluiten van extra garantieperioden

  • 4.

    De noodzaak tot aanschaf, reparatie of vervanging van het betreffende duurzame gebruiksgoed wordt individueel beoordeeld en de kosten daarvan worden noodzakelijk geacht tot maximaal de bedragen genoemd in de Prijzengids NIBUD.

  • 5.

    De bijzondere bijstand voor deze kosten wordt om niet verleend:a) tot een bedrag van maximaal € 250,00 voorzover niet binnen een periode van 12 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen bijzondere bijstand om niet als hier bedoeld is verstrekt;b) in afwijking van het onder a) bepaalde, wanneer de noodzakelijke kosten méér dan € 250,00 bedragen, tot een bedrag van maximaal € 500,00 voorzover niet binnen een periode van 24 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen bijzondere bijstand om niet als hier bedoeld is verstrekt;c) in afwijking van het onder b) bepaalde, wanneer de noodzakelijke kosten méér dan € 500,00 bedragen, tot een bedrag van maximaal € 750,00 voorzover niet binnen een periode van 36 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen bijzondere bijstand om niet als hier bedoeld is verstrekt.

  • 6.

    Voorzover de noodzakelijke kosten méér bedragen dan de bijstand, die op grond van het bepaalde in het vijfde lid maximaal om niet kan worden verstrekt, wordt de bijzondere bijstand:a) in beginsel, voorzover noodzakelijk, verleend in de vorm van borgstelling ten behoevevan een door Stadsbank Midden Nederland te verstrekken krediet;b) als de klant geen beroep kan doen op een lening bij de Stadsbank, bijvoorbeeld wegens ontbreken van aflossingscapaciteit, verleend in de vorm van een geld lening.

  • 7.

    De afschrijvingsduur voor de vervanging van duurzame goederen bedraagt 8 jaar.

beleidsregel 4: indirecte onderwijskosten

  • 1.

    De overstap van een ten laste komend kind van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs wordt aangemerkt als een bijzondere omstandigheid. De indirecte onderwijskosten die daaruit voortvloeien worden noodzakelijk geacht tot een bedrag van maximaal € 250,00 per kind.

  • 2.

    De bijzondere bijstand voor deze kosten wordt voor een periode van 12 maanden, gerekend vanaf de datum van de aanvraag, op declaratiebasis toegekend.

  • 3.

    De deelname van een ten laste komend kind aan een door de school waar deze onderwijs volgt georganiseerde werkweek of schoolkamp wordt aangemerkt als een bijzondere ömstandigheid. De indirecte onderwijskosten die daaruit voortvloeien worden noodzakelijk geacht tot een bedrag van maximaal € 250,00 per kalenderjaar per kind.

  • 4.

    De bijzondere bijstand voor deze kosten wordt op declaratiebasis toegekend.

Evaluatienota minimabeleid2O04-2OO5Gemeente GeertruidenbergInhoudsopgave.InleidingCollectieve aanvullende ziektekostenverzekeringCliëntenparticipatieTegemoetkomingsregelingAanvullend kwijtscheldingsbeleidBijzondere bijstand waarin opgenomenwitgoedregeling en overstapregelingKredietverlening/schuldsaneringInleiding.Over de jaren 2004-2005 heeft een evaluatie plaatsgevonden van het uitgevoerde gemeentelijke minimabeleid welke verwoord is in deze nota.Het gemeentelijk minimabeleid bestaat uit de onderdelen;

  • 1.

    Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering;

  • 2.

    Cliëntenparticipatie;

  • 3.

    Tegemoetkomingsregeling;

  • 4.

    Aanvullend kwijtscheldingsbeleid;

  • 5.

    Bijzondere bijstand waarin opgenomen witgoedregeling en overstapregeling;

  • 6.

    Kredietverlening/schuldsanering;

Raamsdonksveer 12-7-2006G. Naaijkens- Jansen

Hoofdstuk 1 Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering

Per 1 december 2003 is een collectieve aanvullende verzekering afgestoten met de grootste ziektekostenverzekeraar in onze gemeente VGZ. Deelname is mogelijk voor alle eigen uitkeringsgerechtigden van sociale zaken inclusief de WIW-ers. Alle uitkeringsgerechtigden kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan de aanvullende verzekering. Bovenop de basis ziekenfondspakket en de aanvullende verzekering krijgen de deelnemers een extra dekking voor brillen, contactlenzen en tandheelkundige hulp. De gemeente betaalt de premie van de extra dekking per maand. Per 1 januari 2005 is de nieuwe Zorgverzekeringswet ingevoerd. Het contract met de VGZ is ongewijzigd voortgezet.In 2004 hebben gemiddeld 122 cliënten deelgenomen aan de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, (49% van het totale uitkeringsbestand). In 2005 hebben 127 cliënten deelgenomen. (61% van het totale uitkeringsbestand). Bij de start eind 2003 is aandacht besteed aan de voorlichting van de cliënten met mailings en een nieuwsbrief. Bij de uitkeringsaanvraag worden de cliënten gewezen op de mogelijkheid van deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering. De kosten voor de gemeente voor de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering bedroegen in 2004 € 6.203,00 en in 2005 € 6.748,00.

Hoofdstuk 2 Clëntenparticipatie.

In april 1999 is gestart met een cliëntenraad voor de afdeling Sociale Zaken. In de raad werd zitting genomen door cliënten van de afdeling Sociale Zaken ondersteund door een ambtelijk secretaris. Een voldoende bemensing van de cliëntenraad was regelmatig een probleem doordat van de uitkeringsgerechtigden steeds meer tijd en energie gevraagd werd voor deelname aan eigen re-integratieactiviteiten en het lidmaatschap beëindigd moest worden doordat werk aanvaard werd en men geen cliënt meer was van Sociale Zaken. Diverse malen is er actie vanuit het cluster Sociale Zaken ondernomen om meer leden te vinden voor de cliëntenraad. Op grond van de Verordening op de Cliëntenraad van de gemeente Geertruidenberg, artikel 2 lid 1 en lid 2 diende de cliëntenraad minimaal uit 7 en maximaal uit 9 leden te bestaan, In 2004 bestond de cliëntenraad nog uit 2 personen, aanleiding om op zoek te gaan naar oplossingen in regionaal verband dan wel door te komen tot een andere samenstelling. Met de invoering van de WWB per 1-1-2004 is voor de gemeente de verplichting opgenomen om een inspraakmogelijkheid voor belanghebbenden te organiseren. Op 25 november 2004 is de Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en bijstand 2004 vastgesteld waarbij er voor gekozen is om maatschappelijke organisaties en belangengroeperingen te laten participeren. In de loop van 2005 zijn de verdere voorbereidingen getroffen. Op 17 januari 2006 is de raad geïnstalleerd. In de cliëntenraad hebben vertegenwoordigers van de FNV, de Inter-parochiale Vereniging regio Dongemond, SWOG, Trema, Stichting vluchtelingenwerk en bureau nieuwkomers Geertruidenberg en 2 onafhankelijke leden zitting. De cliëntenraad wordt secretarieel ondersteund door een ambtenaar van de cluster Sociale Zaken.

Hoofdstuk 3 Tegemoetkomingsregeling.

De Tegemoetkomingregeling van de gemeente Geertruidenberg biedt een financiële bijdrage in de kosten van het gebruik van sociale, sportieve en culturele voorzieningen voor inwoners met een minimuminkomen.Onder “minimuminkomen” wordt in dit verband verstaan: ten hoogste 12O% van de geldende bijstandsnorm, inclusief toeslagen en verlagingen. Het doel van de regeling is zoveel mogelijk mensen de mogelijkheid te bieden gebruik te maken van deze voorzieningen. De regeling is bedoeld voor elke inwoner van de gemeente Geertruidenberg met een laag netto besteedbaar inkomen (salaris of uitkering). Een bijdrage op grond van de regeling, die in 2004 en 2005 € 110,00 bedroeg, wordt op aanvraag verstrekt als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    Het gezinsinkomen (dus dat van de aanvrager en de eventuele partner samen) is niet hoger dan 12O% van de geldende bijstandsnorm, inclusief toeslagen en verlagingen.

  • 2.

    Het gezinsvermogen is niet hoger dan de vermogensgrens.

  • 3.

    Er kosten zijn, die hieronder zijn opgesomd of die daarmee vergelijkbaar zijn:a) zwembaden;b) sport-, muziek-, zang- en toneelverenigingen;c) verenigingen voor specifieke bevolkingsgroepen (vrouwen, allochtonen, ouderen, enz.);d) museumjaarkaart, museumbezoeken;e) abonnement op een attractiepark (bijv. Efteling, Land van Ooit);f) abonnement op tijdschrift (leesmap) of dagblad.g) evenementen in buurt- en clubhuizen;h) lezingen, tentoonstellingen e.d.;i) volwasseneneducatie;j) ouderenwelzijn;k) telefooncirkel Rode Kruis;l) bibliotheek;m) NS dalurenkaart;n) kosten abonnement vaste telefoon of internet.

De Tegemoetkomingregeling voorziet behalve in kosten die samenhangen met sociaal- culturele en sportactiviteiten ook in de vergoeding van één entreebewijs voor een bezoek aan een voorstelling in De Schattelijn en een regeling tot vergoeding van kosten van energiebesparende maatregelen. In het kader van de Tegemoetkomingregeling werd in 2004 in totaal een bedrag van € 22942,00 uitgekeerd naar aanleiding van 143 aanvragen, waarvan er 134 werden toegekend. In 2005 was het aantal aanvragen 141 en het aantal toekenningen 133, hiermee was een bedrag van € 23.814,00 gemoeid.

Hoofdstuk 4 Aanvullend kwijtscheldingsbeleid

zAan inwoners met een inkomen dat ten hoogste gelijk is aan de geldende bijstandsnorm wordt op aanvraag volledige kwijtschelding van een aantal gemeentelijke belastingen verleend. Als het inkomen weinig hoger is, kunnen deze belastingen gedeeltelijk worden kwijtgescholden. Het gaat hierbij uitsluitend om:- Onroerende-zaakbelastingen;- Rioolrechten;- Reinigingsheffingen.Verzoeken om kwijtschelding worden ingenomen door de Gemeentewinkel en afgehandeld door de afdeling Belastingen. Aan degenen die een periodieke uitkering voor levensonderhoud van Sociale Zaken genieten wordt de kwijtschelding ambtshalve verleend. Het aantal verzoeken om kwijtscheldingen is in 2005 aanzienlijk gestegen, Dit is een gevolg van de burger die alerter wordt om verzoeken in te dienen en de voorlichting die hierover door het SWO aan ouderen verstrekt wordt. Kengetallen kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2004Verleende kwijtschelding op verzoekRioolrechten € 1.986,25Reinigingsrechten € 10.871,25Ozb Gebr € 3560,34Zalmsnip -/- € 2.269,00Totaal verleend € 16.417,84Er zijn in totaal 97 verzoeken ingediend.Hiervan zijn er 46 verzoeken afgewezen en 51 verleend.Automatisch verleende kwijtschelding aangegeven door Sociale ZakenRioolrechten € 5.797,78Reinigingsrechten € 32.097,64ZB Gebr. € 9.190,70Zalmsnip -/- € 6.126,30Totaal verleend € 47.086,12Er zijn in totaal 154 beschikkingen automatische vervaardigd.In totaal t.l.v. minimabeleid € 63.503,96Kengetallen kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2005Verleende kwijtschelding op verzoekEr zijn in totaal 219 verzoeken ingediend.Rioolrechten € 3.146,81Reinigingsrechten € 16.558,92Ozb Gebr € 6.917,80Totaal verleend € 26.623, 53Hiervan zijn er:164 volledig verleend11 gedeeltelijk verleend44 géén verleendAutomatisch verleende kwijtschelding aangegeven door Sociale Zaken peildatum 1.1.2005Er zijn in totaal 156 beschikkingen automatisch vervaardigd.Rioolrechten € 6.124,56Reinigingsrechten € 33.484,20Ozb Gebr € 10.545,16Totaal verleend € 50.153,92

 

Samenvatting

219 ingediende verzoeken om kwijtschelding € 26.623,53156 middels beschikking automatische kwijtschelding € 50.153,92375 beschikkingen met een totaalbedrag van € 76.777,45

Hoofdstuk 5 Bijzondere bijstand waarin opgenomen witgoedregeling en overstapregeling.

Voor uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten, waarin niet kan worden voldaan uit de bijstandsnorm en de aanwezige draagkracht, bestaat recht op bijzondere bijstand. De langdurigheidstoeslag wordt hierbij buiten beschouwing gelaten en niet aangemerkt als draagkracht. Het college bepaalt het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen als draagkracht in aanmerking wordt genomen. In de gemeente Geertruidenberg wordt een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm in dat verband als “draagkrachtloos” aangemerkt, Van het deel van het inkomen dat tussen 120 en 150% van de bijstandsnorm ligt wordt 35% als draagkracht beschouwd en van het deel boven 150% de helft. Dit met uitzondering van bijzondere bijstand voor woonkosten en aanvullende bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke kosten: daarbij wordt het inkomen voor zover dat méér bedraagt dan de geldende bijstandsnorm voor 100% als draagkracht in aanmerking genomen. Het beschikbare vermogen wordt, voor dit méér bedraagt dan de ingevolge artikel 34 van de WWB geldende vermogensgrens, volledig als draagkracht aangemerkt.Witgoedregeling.Aan personen die gedurende tenminste 3 jaar onafgebroken op een minimuminkomen aangewezen zijn en in die periode een zelfstandige huishouding voerden kan een bijzondere bijstand om niet worden verstrekt voor de aanschafkosten van duurzame gebruiksgoederen. Onder “minimuminkomen” wordt in dit verband verstaan: ten hoogste 120% van de geldende bijstandsnorm, inclusief toeslagen en verlagingen. De bijzondere bijstand bedraagt maximaal € 250,00 per huishouden per jaar; wanneer de aanvrager hogere noodzakelijke kosten voor duurzame gebruiksgoederen moet maken, kan maximaal € 750,00 per huishouden worden verleend voor een periode van 3 jaar.Voor de vergoeding onder de witgoedregeling komen uitsluitend de volgende duurzame gebruiksgoederen in aanmerking (limitatief):- wasmachine/-droger- koelkast- diepvrieskist/-kast- fornuis/kookplaat/magnetron- televisie/radio- stereoapparatuur- stofzuiger- meubilair (eethoek, bankstel, kast, bed + matras)- woningstoffering (vloerbedekking, gordijnen, vitrage)- computer (met toebehoren)Niet onder de witgoedregeling vallen (niet limitatief:- extra garantieperiode- kleine huishoudelijke apparaten (waterkoker, koffiezetapparaat etc.)- legloon vloerbedekking- maakloon gordijnen- bezorg- en installatiekosten- reparatiekostenIn het kader van de Witgoedregeling werd in 2004 in totaal een bedrag van € 19.218,00 uitgekeerd naar aanleiding van 36 aanvragen, waarvan er 30 werden toegekend, In 2005 was het aantal aanvragen 35 en het aantal toekenningen 28, In totaal werd een bedrag van € 16.925,00 uitgekeerd.Overstapregeling voortgezet onderwijsOp aanvraag kan bijzondere bijstand om niet worden verstrekt tot maximaal € 250,00 per kind voor kosten die niet via een reguliere tegemoetkoming in de studiekosten in het kader van de Wtos of de Wsf 2000 worden vergoed, aan een ieder die:- tenminste 1 jaar onafgebroken op een minimuminkomen is aangewezen, en- een kind heeft dat overstapt van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Onder “minimuminkomen” wordt in dit verband verstaan: ten hoogste 120% van de geldende bijstandsnorm, inclusief toeslagen en verlagingen. In het kader van de Overstapregeling werd in 2004 in totaal een bedrag van € 896,00 uitgekeerd naar aanleiding van 4 aanvragen, waarvan er 3 werden toegekend. In 2005 was het aantal aanvragen 10 en het aantal toekenningen 7, hiermee was een bedrag van € 1.511,00 gemoeid.Aanvragen om bijzondere bijstand van personen die een periodieke uitkering voor levensonderhoud van Sociale Zaken genieten worden door het cluster zelf ingenomen en door de vaste klantmanager afgehandeld. Aanvragen van andere personen worden ingenomen en afgehandeld door de medewerkers in de Gemeentewinkel.In 2004 werd op 83% van de 271 aanvragen van het totale aantal aanvragen bijzondere bijstand toekennend beslist. Er werden 25 aanvragen afgewezen, 12 door de klant ingetrokken en 10 buiten (verdere) behandeling gelaten omdat niet alle benodigde inlichtingen werden verstrekt.In 2005 steeg het aantal aanvragen met 12% naar 304. Daarvan werd 88% toegekend. Er werden 24 aanvragen afgewezen, 5 ingetrokken en 7 buiten (verdere) behandeling gelaten. De totale uitgaven bijzondere bijstand over 2004 bedroegen € 97.448,00. Over 2005 € 109.960,00.

Hoofdstuk 6 Kredietverlening/schuldsanering.

Per 1-1-2003 is het Meldpunt Schuldhulpverlening gestart. Kredieten en budgetregelingen worden afgesloten bij de Stadsbank Midden Nederland. De gemeente heeft een regierol binnen het Meldpunt. De maatschappelijke zorg en ondersteuning van de klant ligt bij het Maatschappelijk Werk. Mensen die schulden hebben of in schulden dreigen te raken kunnen zich tot het Meldpunt Schuldhulpverlening wenden. Door de medewerker van het meldpunt worden allereerst de schulden en de onderliggende problemen geïnventariseerd. Vervolgens wordt een plan opgesteld, waarin staat welke hulp de klant bij het oplossen van de schuldenproblematiek nodig heeft en wie die hulp kan bieden. Het meldpunt werkt nauw samen met ondermeer het Algemeen Maatschappelijk Werk en de Stadsbank Midden Nederland. Wanneer dat nodig is, vindt budgetbeheer plaats. Zo divers als de oorzaken voor schulden zijn, zijn ook de oplossingen die het Meldpunt kan bieden. In een aantal gevallen volstaat het dat de medewerker van het Meldpunt de klant helpt de inkomsten en uitgaven inzichtelijk te krijgen en een regeling met de schuldeiser(s) te treffen. Wanneer dit niet mogelijk is wordt de klant doorverwezen naar de Stadsbank Midden Nederland, die zoekt naar een passende oplossing. Mogelijkheden daarbij zijn het treffen van een integrale schuldregeling met alle schuldeisers, budgetbeheer en (wanneer dit geen oplossing biedt) een beroep op de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Het komt ook voor dat de klant niet bereid is aan de voorwaarden voor schuldhulpverlening te voldoen. In dat geval wordt de aanvraag afgewezen, maar worden wel adviezen en tips gegeven zodat de aanvrager hier zelf mee verder kan. Sommige mensen met schulden kunnen zowel minnelijk als wettelijk niet meer geholpen worden. In een aantal situaties kan een oplossing gevonden worden deze mensen steunen door het treffen van een budgetregeling.Kengetallen 2004:Totaal aantal aanvragen bij meldpunt schuldhulp: 99Aanvragen doorgestuurd naar Stadsbank voor officiële schuldregelingsanering/WSNP/ budgetbeheer: 31Totaal aantal budgetbeheerrekeningen. Cumulatief t/m 31-12-2004: 21Overige aanvragen ca. 68 % is niet doorgegaan naar de Stadsbank omdat niet voldaan is aan de voorwaarden, dan wel met advies en/of bemiddeling volstaan kan worden waardoor geen noodzaak tot officiële schuldregelingstraject aanwezig is.2005:Totaal aantal aanvragen bij meldpunt: 104Aanvragen door naar Stadsbank t/m 31-12-2005: 25 (volgen nog een aantal)Totaal aantal budgetbeheerrek. t/m 31-12-2005: cumulatief t/m 31-12-2005: 3Overige aanvragen ca. 75% is niet doorgegaan naar de Stadsbank omdat niet voldaan is aan de voorwaarden, dan wel met advies en/of bemiddeling volstaan kan worden waardoor geen noodzaak tot officiële schuldregelingstraject aanwezig is.