Regeling vervallen per 01-01-2013

Nota Wet Inburgering

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2012

Intitulé

Nota Wet Inburgering

Het college van Geertruidenberg,besluit

  • 1.

    in te stemmen met de beleidsnota Wet inburgering en daarmee met de, op grond van de besluitenlijst, voorgestelde beleidskeuzen.

  • 2.

    de nota Wet inburgering gemeente Geertruidenberg vast te stellen voor een periode van 4 jaar (2009, 2010, 2011, 2012).

  • 3.

    In 2012 het gevoerde beleid op grond van voorliggende nota evalueren.

  • 4.

    Voor de periode na 2012 nieuw beleid vast te stellen.

Raamsdonksveer, 16 december 2009Het college van Geertruidenberg,de secretaris, de burgemeester,A.J.L.G. van Oudheusden M.J.A. MeijerNota Wet Inburgering

Hoofdstuk 1 Voorwoord

In Nederland wonen veel mensen uit verschillende landen. Om elkaar te begrijpen, is het belangrijk dat iedereen Nederlands spreekt en dat iedereen iets weet van Nederland. Daarom is er sinds 1 januari 2007 de Wet inburgering (Wi).De uitgangspunten van de Wi zijn:- er geldt een algemene inburgeringsplicht voor in beginsel nieuwkomers en oudkomers die duurzaam in Nederland verblijven en die niet gedurende minstens 8 jaar van de leerplichtige leeftijd in Nederland hebben gewoond- het inburgeringsproces voor nieuwkomers die op vrijwillige basis naar Nederland willen komen start in het land van herkomst met het behalen van het examenbuitenland- bij de inburgeringsplicht staat de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige centraal- inburgeringsplichtigen (die geen aanbod van de gemeente krijgen) moeten zelf hun cursus bekostigen (met de mogelijkheid van een leenfaciliteit bij de IB-groep) en hebbenkeuzevrijheid bij de inkoop van cursussen - aan de inburgeringsplicht is voldaan wanneer het inburgeringsexamen is behaald of vanaf 1 januari 2008 het Staatsexamen 1 of II (resultaatsverplichting)- gemeenten hebben een wettelijke spilfunctie als het gaat om informatievoorziening, facilitering en handhaving [1]Het Rijksbeleid met betrekking tot inburgering van immigranten die naar Nederland komen lukt zich momenteel (weer) in een stroomversnelling te bevinden. Sinds de invoering van de Wet Inburgering en de hieruit voortkomende verordening Wet inburgering volgen nieuwe ontwikkelingen zich in hoog tempo op: Deltaplan inburgering; wetswijzigingen; wijzigingen financieringssystematiek; participatiebonus; volumeverhoging; participatiefonds et cetera. Hiernaast kennen we nog de Regeling nalatenschap Oude Vreemdelingenwet, ook wel de Pardonregeling genoemd. De reden van deze snelle wijzigingen is dat de resultaten van inburgering achterblijven bij het wettelijk vastgestelde niveau én bij wat mensen minimaal nodig hebben om in de Nederlandse samenleving mee te kunnen doen. Meer dan de helft van de oud- en nieuwkomers behaalt het vereiste niveau niet. Het kabinet wil daarom de kwaliteit van de inburgering verbeteren. De introductie van het Deltaplan gaat uit van de bestaande wet- en regelgeving: er verandert niets aan de uitgangspunten van de Wet inburgering en de inburgeringsplicht. Wel wordt waar mogelijk de wet- en regelgeving verbeterd. Maar de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar en de resultaatsverantwoordelijkheid blijven overeind, Het gaat nu om versterking van de uitvoering van de Wet inhurgering door alle partners bij de inburgering.Reden temeer om het gemeentelijk beleid op deze ontwikkelingen af te stemmen met als doel het zo goed en doelmatig als mogelijk uitvoeren van de Wet inburgering.Het reeds ingezette beleid dan wel het nog in te zetten beleid vanaf 1 januari 2009 wordt in deze beleidsnota vertaald in beslispunten (zie besluitenlijst), waarvan een aantal reeds in werking is gezet — bijvoorbeeld als gevolg van aangenomen amendementen — en waarop voor het overige nog actiezal moeten worden ondernomen.Nota Wet inburgering

Hoofdstuk 1 Inleiding

Inburgering wil zeggen dat immigranten die langdurig in Nederland komen wonen de taal spreken, op de hoogte zijn van de Nederlandse samenleving en een aantal belangrijke normen en waarden kennen. De Nederlandse overheid beschouwt inburgering als een voorwaarde om te kunnen integreren. De etsen  voor inburgering zijn vastgelegd in de Wet inburgering. Inburgeringsplichtig is elke vreemdeling (met uitzondering van de genaturaliseerden, EU/EER onderdanen  of afkomstig uit Zwitserland) tussen de 16 en 65 jaar. Wel kan iemand op basis van uitsluitingscriteria of  ontheffing (analfabetisme is overigens geen grond voor ontheffing) ontheven worden van deze plicht.  In beginsel vindt de ontheffing plaats op verzoek van de inburgeringsplichtige, maar het college kan in bijzondere gevallen overgaan tot ambtshalve gehele of gedeeltelijke ontheffing. De wet biedt hiervoor  voldoende mogelijkheden zodat hierop geen eigen beleid behoeft te worden geformuleerd.Door wijziging van de Wi kan het college aan iedere inburgeringsplichtige een aanbod doen, De categorieën zoals deze voorheen bestonden, zijn dan ook gewijzigd. De gemeente had de plicht om aan 3 categorieën asielgerechtigden een aanbod te doen:Nieuwkomers, oudkomers en geestelijke bedienaren [2].Daarnaast waren op grond van de Wet inburgering zijn de volgende groepen als prioritair aangegeven:- uitkeringsgerechtigden die beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt (combinatie inburgering en reïntegratie).- oudkomers zonder werk en inkomen Op grond van een nieuw wetsvoorstel moeten inburgeringsplichtigen binnen drieënhalf jaar het verplichte inburgeringsexamen halen. Daarmee komt een einde aan de huidige verschillende examentermijnen van vijf en drieënhalf jaar. In het wetsvoorstel is ook het zogeheten persoonlijke inburgeringsbudget expliciet opgenomen.Een inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar krijgt hierdoor meer zeggenschap over de invulling van de inburgeringscursus. Zo kan er zelf een cursusaanbieder worden gezocht. Het geld van het persoonlijk inburgeringsbudget wordt beheerd door de gemeente. Tegelijkertijd krijgt de inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar meer eigen verantwoordelijkheid. Hij kan meer invulling geven aan een inburgeringsvoorziening die past bij zijn voorkeur en ambities. Het geld van het persoonlijk inburgeringsbudget wordt beheerd door de gemeente. Nu maken gemeenten nog nauwelijks gebruik van deze mogelijkheid. Het wetsvoorstel voorziet ook in het opnemen van de vrijwillige inburgering in de wet om het aantal regelingen te verminderen. Voor nieuwkomers begint de inburgeringstermijn te lopen vanaf het moment dat ze een inwilligende beschikking hebben ontvangen van de IND. Dat is in de Wi en Besluit inburgering, artikel 5, geregeld. Voor andere inburgeringsplichtigen (oudkomers) geldt dat de inburgeringstermijn begint te lopen vanaf het moment dat de beschikking van de gemeente(waarin handhavingstermijn en het eventuele aanbod is opgenomen) is opgelegd [3].

Hoofdstuk 2 Wet inburgering

Sinds 1 januari 2007 is er de Wet inburgering, welke inmiddels aan de Tweede Kamer ter wijziging is voorgelegd. In deze beleidsnota wordt naast de genoemde wijziging geanticipeerd op een wijziging van het Besluit inburgering die overigens nog niet is voorgelegd aan de Tweede Kamer. Deze wijzigingen worden van kracht na acceptatie van de wetsvoorstellen door de Tweede- en Eerste Kamer.Doelgroepen van het inburgeringsbeleidEr bestaan thans een tweetal categorieën:- inburgeringsplichtigen waaraan het college een aanbod kan doen (artikel 19, eerste 1 d).- inburgeringsplichtigen waaraan het college een aanbod moet doen (artikel 19, tweede lid, onderdeel a) [4].De Wi gaat uit van het uitgangspunt werk boven inburgering”. Uitkeringsgerechtigden zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor hun inburgering en het behalen van het examen. De gemeente kan deze groep een aanbod voor een duaal traject (combinatie inburgering en reïntegratie) doen [5]. Het aanvaarden van werk gaat daarbij boven een uitkering. De inburgeringsplicht blijft gelden: een uitkeringsgerechtigde moet, indien hu tussentijds werk aanvaardt, toch het inburgeringsprogramma afronden. De gemeente dient dan zoveel mogelijk via individuele maatwerkafspraken met de cliënt te bewerkstelligen dat een combinatie van werk en inburgering mogelijk wordt. Inburgeringsplichtigen zijn nu nog niet verplicht het aanbod dat de gemeente hen doet te aanvaarden. Weigert de inburgeringsplichtige het aanbod, dan zal hij zich zelfstandig moeten voorbereiden op het inburgeringsexamen. De gemeente zal dan een handhavingsbeschikking afgeven. Tevens zal de gemeente indien het een uitkeringsgerechtigde betreft melding maken aan de uitkeringsinstantie. Er komt een wetswijziging, waarschijnlijk per 1 januari 2009, waardoor de inburgeringsplichtige wordt verplicht het aanbod te aanvaarden [6].

Hoofdstuk 3 Inburgeringsvoorziening

De gemeente kan tevens een aanbod doen aan inburgeringsbehoeftigen op grond van de Regeling vrijwillige inburgering. Omdat de regelgeving is aangepast, is ook de uitvraag vereenvoudigd. In de uitvraag wordt nu uitgegaan van twee inburgeringsvoorzieningen: de reguliere inburgeringsvoorziening en de inburgeringsvoorziening die wordt gecombineerd met een re-integratietraject. Voor beide categorieën gelden aparte voorschotvergoedingen: 

Soorten inburgeringsvoorzieningen

Vergoeding

Inburgeringsvorziening niet gecombineerd met een re- integratietraject

€ 5.950,00

Inburgeringsvoorziening wel gecombineerd met een re- integratietraject

€ 4.005,00

De inburgeringsvoorziening leidt op tot het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II en moet minimaal de onderdelen Nederlandse taal, kennis van de Nederlandse samenleving en het eenmaal kosteloos afleggen van het inburgeringexamen bevatten. De Wet voorziet tevens, en dat is nieuw, in een bevoegdheid voor het college om ten behoeve van een inburgeringsplichtige die een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 volgt, een zogenoemde taalkennisvoorziening vast te stellen in plaats van een inburgeringsvoorziening. Een taalkennisvoorziening is geen inburgeringsvoorziening die leidt naar het inburgeringsexamen, maar een voorziening die inburgeringsplichtigen ondersteunt bij het halen van een mbo-diploma, niveau 1 of 2 (dat vrijstelt voor het inburgeringsexamen). De taalkennis voorziening wordt door het Rijk vergoed op basis van het aantal vastgestelde taalkennisvoorzieningen. Het aantal afgelegde examens wordt geen bekostigingsparameter, omdat er geen inburgeringsexamen wordt gedaan. De persoon in kwestie doet immers een mbo-examen.De hoogte van de vergoeding per taalkennisvoorziening bedraagt € 4.005,00. De vergoeding die het Rijk aan gemeenten beschikbaar stelt voor de uitvoering van een taalkennisvoorziening wordt voldoende geacht om de door gemeenten te maken kosten voor de inkoop van de voorziening, alsmede voor de uitvoeringskosten te bestrijden. Er worden voor het aanbieden van taalkennisvoorzieningen geen extra middelen uitgetrokken. De gemeenten dienen dit aanbod te financieren uit de reeds verstrekte inburgeringsmiddelen. Om deze trajecten vergoed te krijgen, wordt de SiSa bijlage aangepast en de variabele ‘aantal aangeboden taalkennisvoorzieningen’ toegevoegd. Het is, en dit is tevens nieuw, ook mogelijk om vrijwillige inburgeraars een taalkennis-voorziening aan te bieden, Daartoe wordt binnenkort de Regeling gewijzigd. De bekostiging van de taalkennisvoorziening voor de vrijwillige inburgeraars verloopt op dezelfde wijze als bij de inburgeringsplichtigen.Aanbodverordening of VaststellingsverordeningGemeenten dienen een keuze te maken voor hetzij het zogenaamde “aanbodstelsel” dan wel het “vaststellingsstelsel”. Indien gemeenten voor het vaststellingsstelsel, hebben zij de mogelijkheid om  inburgeringsplichtigen, voor wie zij dat noodzakelijk achten, te verplichten een inburgeringsvoorziening/taalkennisvoorziening te volgen door middel van een “vaststellingsbeschikking”. De gemeente die het aanbodstelsel hanteert is, als ze een aanbod doet afhankelijk van de medewerking van de inburgeringsplichtige. Stichting Vluchtelingenwerk geeft vanuit praktijkervaring aan dat men de voorkeur heet voor het “aanbodstelsel” omdat het weinig zinvol is om tegen de zin van betrokkene in een een inburgeringsvoorziening vast te stellen. Indien een gemeente het aanbodstelsel handhaaft, moet de verordening op een aantal punten worden aangepast. Dit betreft met name de bepaling dat de gemeente aan iedere inburgeringsplichtige een aanbod kan doen en de toevoeging “taalkennisvoorziening".

Hoofdstuk 4 Regeling nalatenschap Oude Vreemdelingenwet

In 2007 kondigde het kabinet een Generaal Pardon af voor een groep van vele duizenden vluchtelingen, uitgeprocedeerde mensen die eveneens het inburgeringsexarnen moeten halen. Op grond van de wijziging van het Besluit inburgering komt onze gemeente in aanmerking voor een voorschot op de rijksbijdrage ten behoeve van personen die vallen onder de doelgroep van de Regeling nalatenschap oude vreemdelingenwet (de zogenaamde “gepardonneerden”) [7]. Dit voorschot wordt bepaald aan de hand van de aanvragen die die door de gemeenten zijn ingediend. Het aantal aangevraagde voorzieningen 2008 betreft zes, terwijl er vier zijn toegekend. Wegens overschrijding van het budget is uiteindelijk een bedrag € 26.880,- betaald.Inmiddels heeft het ministerie verzocht een aanvullende aanvraag in te dienen voor het aantal nieuwe inburgeringsplichtigen binnen de gemeente dat in de jaren 2007, 2008 en 2009 reeds een aanbod voor een voorziening hebben gehad of waarvan de gemeente voornemens is een aanbod te doen, die nog niet gefinancieerd worden uit de (inmiddels volledig) gehonoreerde) aanvraag over 2008.Stand van zaken:- Er zijn tot nu toe in Geertruidenberg 17 mensen met een pardonvergunning, waarvan er 11 een WI-traject zijn gestart of gaan starten.- De pardontaakstelling tot 1-4-2010 voor de gemeente Geertruidenberg ïs 33. Dit betekent dat er in 2009 nog 33 17 = 16 personen een woning toegewezen moeten krijgen. We schatten dat daarvan ongeveer 9 personen een Wi-traject krijgen aangeboden.- De conclusie over 2007, 2008 en 2009 is dat er in totaal totaal 20 trajecten kunnen starten dan wel reeds gestart zijn. De gemeente heeft voor 6 personen een budget gekregen en heeft daarom voor 14 personen nog een budget aangevraagd.De hoogte van de voorschotvergoeding 2009 bedraagt € 4.480,-.Vaststelling van de definitieve bijdrage vindt plaats voor 1 februari 2013, op basis van de indicatoren die in de SiSa bijlage zijn opgenomen in de gemeenterekening of jaarrekening 2011.

Hoofdstuk 5 Niet inburgeringsplichtig

Niet iedere immigrant hoeft in te burgeren. Een inburgeraar ken met een korte vrijstellingstoets aantonen dat hij/zij voldoende is ingeburgerd. Deze vrijstellingstoets kan worden afgelegd bij de Informatie Beheer groep (IB-groep).Inburgeren is niet nodig als de inburgeraar:* jonger is dan 16 jaar* ouder is dan 65 jaar* acht jaar of langer in Nederland woonde, toen men nog leerplichtig was* een diploma, certificaat of een ander bewijs van een school heeft* uit een land komt van de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of uit ZwitserlandRedenen voor ontheffing en gedeeltelijke vrijstellingDe gemeente kan in twee gevallen ontheffing verlenen van de inburgeringsplicht:* om medische redenen, zoals bij psychische of lichamelijke belemmeringen. Of bij een verstandelijke handicap, waardoor iemand blijvend niet in staat is het inburgeringsexamen te halen.* als de gemeente binnen een halfjaar voor het einde van de inburgeringstermijn oordeelt dat het iemand niet lukt het inburgeringsexamen te halen, ook al heeft hij of zij er hard voor gewerkt.De ontheffing kan een inburgeraar aanvragen bij het college van B&W van de eigen gemeente. Zij beslissen of iemand voor ontheffing in aanmerking komt [8].Een aantal gedeeltelijke vrijstellingen die gelden voor de inburgeringsplicht zijn nog niet vrijstellend voor naturalisatie. Daar is met ingang van 1 oktober 2008 verandering in gekomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor gedeeltelijke vrijstellingen op grond van het Wincertificaat en de verklaring educatie [9].

Hoofdstuk 6 Inburgeren

Iemand is ingeburgerd als hij/zij geslaagd is voor het inburgeringsexamen of staatsexamen, dat moet worden behaald binnen 3,5 jaar. De inburgeraar krijgt dan een diploma. Het is mogelijk dat iemand niet hoeft in te burgeren, maar toch niet genoeg afweet van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving. In dat geval kan hij/zij in aanmerking komen voor een zogeheten inburgeringsvoorziening van de gemeente. Dit betekent dat de gemeente de cursus en één examen betaalt. De inhurgeraar moet dan zelf overigens wel een eigen financiële bijdrage betalen. De gemeente beslist of zij de inburgeraar een inburgeringsvoorziening aanbiedt. De gemeente nodigt betreffende uit voor een gesprek als zij een inburgeringsvoorziening aan wil bieden. Als deze denkt in aanmerking te komen voor een inburgeringsvoorziening, kan deze ook zelf naar de gemeente gaan. Als iemand zelf meent de Nederlandse taal en Nederland goed genoeg te kennen, kan hij of zij twee dingen doen:* een korte toets maken (korte vrijstellingstoets). Als de inburgeraar deze haalt, hoeft hij/zij niet meer in te burgeren.Deze toets is korter, maar moeilijker dan het inburgeringsexamen* het inburgeringsexamen of het staatsexamen maken. Als de inburgeraar deze haalt, is hij/zij ingeburgerd.

Hoofdstuk 7 Lening of vergoeding voor de inburgeringscursus

Iemand kan een lening bij de Informatie Beheer Groep (IB-groep) aanvragen om de inburgeringscursus en het inhurgeringsexamen of staatsexamen te betalen [10]. Na het behalen van het examen, moet de inburgeraar de lening terugbetalen. Onder een aantal voorwaarden kan iemand aanspraak maken op een vergoeding. De gemeente i.c. stichtingVluchtelingenwerk kan er ook meer over vertellen, zoals bijvoorbeeld:* of iemand in aanmerking komt voor een inburgeringsvoorziening;* waar cursussen in de buurt zijn;* hoe iemand zich kan aanmelden voor een cursus;* hoe iemand het examen kan aanvragen.

Hoofdstuk 8 Het niet halen van het inburgeringsexamen

Als een inburgeraar het inburgeringsexamen niet haalt, moet hij of zij nog een keer examen doen. Net zo lang tot het wel lukt. Als de inburgeraar niet genoeg meewerkt en het examen niet behaalt, kan de gemeente een boete opleggen. Ook krijgt deze persoon dan geen verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.Met ingang van 15 maart 2008 is de zak-/slaaggrens voor de Toets Gesproken Nederlands van het inburgeringsexamen in Nederland verhoogd. Het gaat om een tussentijdse aanpassing. Hoewel het niveau van de toets hetzelfde blijft (namelijk A2) wordt er nader onderzoek gedaan naar een definitieve instelling van de zak-/slaaggrens. Wetenschappelijk onderzoek heeft bevestigd dat de zak-/slaaggrens te laag is ingesteld. De minister voor Wonen, Wijken en Integratie vindt het daarom op dit moment onverantwoord om de huidige zak-/slaaggrens te behouden, Echter, met de onderzoeksgegevens die TNO heeft verzameld kan nog geen wetenschappelijk verantwoordbare zak-/slaaggrens worden vastgesteld. Hiervoor is aanvullend onderzoek nodig, onder meer op basis van praktijkdata die in de afgelopen anderhalf jaar zïjn verzameld. Het is mogelijk dat de zak-/slaaggrens op een later tijdstip nog iets wordt verhoogd, maar dat zal het onderzoek moeten uitwijzen. De toets zal in elk geval niet makkelijker worden.Aan inburgeraars die uit overmacht, bijvoorbeeld wegens het ontbreken van kinderopvang- voorzieningen, onvoldoende tijd hebben gehad om binnen de voor hen vastgestelde trajectduur het inburgeringsexamen te behalen wordt in voorkomende gevallen een verlengd traject aangeboden. Bekostiging vindt plaats uit het inburgeringsbudget van het Rijk.AnalfabetenAnalfabete inburgeringsplichtigen mogen een alfabetiseringscursus volgen. Dat betekent echter voor nieuwkomers niet dat zij langer mogen doen over het behalen van het inburgeringsexamen. Voor oudkomers is dit afhankelijk van wat de gemeente beslist.

Hoofdstuk 9 Deltaplan Inburgering

Het Deltaplan inburgering is een plan van de rijksoverheid om de kwaliteit van de inburgering te verbeteren en om meer mensen in te laten burgeren. Doel van het Deltaplan is dat meer mensen hun inburgering afronden met een hoger niveau. Het Deltaplan laat zich samenvatten als: betere uitvoering, meer kwaliteit en meer rendement uit de inburgering. Voor de uitvoering van het Deltaplan Inburgering is deze kabinetsperiode 460 miljoen euro beschikbaar. Met het Deltaplan Inburgering kunnen jaarlijks ongeveer 60.000 mensen starten met inburgeren. Op 7 september 2007 is het Deltaplan naar de Tweede Kamer gestuurd, op 13 november gevolgd door de Integratienota ‘Zorg dat je erbij hoort!’ In dit laatste stuk staan de hoofdlijnen van het integratiebeleid voor de komende jaren beschreven.De belangrijkste maatregelen en acties uit het Deltaplan Kwaliteitsverbetering van inburgeringsprogramma’s:* Meer maatwerk bij het aanbieden van inburgeringsprogramma’s. Er wordt meer gekeken naar de mogelijkheden van de individuele inburgeraar. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat een inburgeraar voor een hoger niveau kiest dan het inburgeringsexamen of voor taallessen naast beroepsonderwijs.* Versterking van de verbinding tussen inburgering en participatie: 80 procent van de Inburgeringsprogramma’s moet in 2011 duaal zijn. Dat wil zeggen dat je naast de inburgeringscursus ook nog vrijwilligerswerk doet, een opleiding of stage volgt of werkt. * Faciliteren en stimuleren van een inhoudelijke kwaliteitsslag in het aanbod: aandacht voor vergroting van de kwaliteit van docenten en begeleiders en onderzoek naar succesfactoren in het aanbod, De eigen bijdrage van 270 euro voor een inburgeringsprogramma blijft bestaan. Het college heeft echter op 25 maart 2008 besloten dat aan inburgeringsplichtigen en Vrijwillige inburgeraars, met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm, die gebruik maken van het gemeentelijk aanbod en die het inhurgeringsexamen binnen de voor hen gestelde termijn halen, na aanvraag bij de gemeente, de betaalde eigen bijdrage van € 270,- terugbetaald wordt. Echter, inburgeringsplichtigen die door eigen toedoen het inburgeringsexamen niet halen wordt de eigen bijdrage zonder terugbetaling in rekening gebracht.Vereenvoudiging regelgeving:* Eén wet voor verplichte en vrijwillige inburgering* Er komt een Participatiefonds, van waaruit aanbod makkelijker op de inburgeraar kan worden afgestemd.* Mogelijkheid om direct staatsexamen NT2 te doen (zonder tussenstap via inburgeringsexamen).Versterking van de uitvoering:* Het kabinet komt met onder andere de Vereniging van Nederlandse Gemeenten tot een inburgeringsakkoord. Onderdeel van dit akkoord is onder meer een vermindering van administratieve lasten* Het kabinet is ook van plan om een inburgeringsakkoord met maatschappelijke organisaties te sluiten die een bijdrage willen en kunnen leveren aan de uitvoering van inburgering* Inzet van inburgergidsen, Deze gidsen helpen de inburgeraar bij het leren van de taal maar ook bij culturele of sportactiviteiten (zie ook 9).

Hoofdstuk 10 Samenwerkende partijen

De Wet inburgering wordt, onder regie van de gemeente, uitgevoerd door de volgende factoren: stichting Vluchtelingenwerk en Bureau voor Nieuwkomers Geertruidenberg (uitvoering van een deel van de wettelijk voorgeschreven inburgeringstaken); ROC West-Brabant/Kellebeek College (aanbieden van inburgeringstrajecten) en stichting Trema welzijnsinstelling (voor het verzorgen van de kinderopvang voor inburgeringsplichtigen). Met al deze instellingen zijn of worden overeenkomsten gesloten.

Met stichting Vluchtelingenwerk is een overeenkomst gesloten met een looptijd van 1 augustus 2007 tot en met 31 december 2008

De belangrijkste taken van dit informatiepunt zijn:- voorlichting geven aan inburgeringsplichtigen en derden ten aanzien van hun rechten en plichten- een informatiepunt voor alle vragen die samenhangen met de inburgering- informatie verstrekken over lokale of regionale aanbieders van inburgeringsprogramma’s,

Met het ROC is voor de contractduur een totale omvang van maximaal 15 trajecten afgesloten.De omvang betreft een indicatie waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. De duur van de raamovereenkomst heeft een looptijd van 1,5 jaar (1 september 1007 tot en met 31 december 2008. Inzet is om vooralsnog de overeenkomst te verlengen met een jaar [11].

Financiering van stichting Vluchtelingenwerk en ROC vindt plaats op grond van door het rijk ontvangen financiële middelen (zie 3. Wijziging van de Wet en het Besluit).Voor de verzorging van kinderopvang ligt momenteel een conceptovereenkomst voor tussen enerzijds gemeente Geertruidenberg en Stichting Vluchtelingenwerk en Bureau voor nieuwkomers Geertruidenberg en anderzijds Stichting Trema.

Hoofdstuk 11 Kinderopvang

Inburgeringsplichtigen die een inburgeringsvoorziening onder de WI volgen aangeboden door de gemeente, gelden als doelgroep volgens de Wet kinderopvang.Voor zelfmelders, dat wil zeggen personen die op eigen kosten of met behulp van een lening aan inburgering doen, geldt dat ze hiervoor geen gebruik kunnen maken van kinderopvang. De Lening voor Inburgering wordt in de WKO niet beschouwd als studiefinanciering conform art 6 onder j. Hiermee wordt de bekostiging van andere opleidingen bedoeld. Indien de zelfmelder de inburgering met een van deze opleidingen combineert heeft deze ook weer recht op kinderopvang. Gemeenten ontvangen via een algemene uitkering in het gemeentefonds budget om het ontbrekende werkgeversdeel voor doelgroepen te betalen. Aangezien de doelgroep groter is geworden door de invoering van de WI, is er een extra budget voor het ontbrekende werkgeversdeel toegekend door SZW. Dit extra budget wordt door BZK, in samenwerking met VNG, versleuteld over alle gemeenten [12]Inburgeringsbehoeftigen die een aanbod krijgen onder de Regeling vrijwillige inburgering 2007 gelden niet als doelgroep volgens de Wet Kinderopvang. Deze Regeling zorgt ervoor dat de gemeenten ook inburgeringstrajecten kunnen verzorgen voor burgers die niet inburgeringsplichtig zijn, maar wel Nederlands willen leren.De behoefte aan kinderopvang blijft een knelpunt. De kosten voor kinderopvang voor vrijwillige inburgeraars (inburgeringsbehoeftigen) zonder Wwb-uitkering doch met een inkomen 120% WSM vanuit de bijzondere bijstand vergoed kunnen worden neemt een financiële belemmering weg voor minder draagkrachtigen. Het neemt echter niet weg dat er wachtlijsten bestaan voor kinderopvang in Geertruidenberg en inburgeraars daardoor nog niet kunnen starten met hun inburgeringstraject. De gemeente Geertruidenberg vindt dit een zorgelijke situatie en zal zoeken naar creatieve oplossingen voor dit probleem.

Hoofdstuk 12 taalcoach

Een taalcoach is een vrijwilliger die een inburgeraar helpt met het leren van de taal. Dit doet de coach door vooral de taal in de praktijk te oefenen. Een taalcoach en inburgeraar kunnen samen boodschappen doen, naar het gemeentehuis gaan om iets af te handelen, of praten over de kinderen. Iedereen kan taalcoach zijn: van de buurvrouw, de scholier, de gepensioneerde tot de collega en de andere moeder van school. Er zijn al veel organisaties in Nederland die werken met taalcoaches zoals Humanitas, Vluchtelingenwerk Nederland, het Nederlandse Rode Kruis en Het Gilde. Ook het Oranjefonds ondersteunt veel maatjesprojecten. Bij het ministerie van VROM is een subsidieverzoek ingediend om - voor de werving, training en begeleiding van vrijwilligers die taalcoach willen worden - voor de komende 3 jaar een project op te zetten voor de realisatie van minimaal 10 koppelingen per jaar en waarvan de totale kosten zijn begroot op € 22.500,- [13].

Hoofdstuk 13 Participatiebudget

Het Participatiebudget bundelt de gemeentelijke geldstromen voor arbeidsreïntegratie, inburgering en volwasseneneducatie. In de Julibrief 2008 over het Gemeentefonds is een toelichting gegeven op het wetsvoorstel participatiebudget. Het betreft de bundeling van de inburgeringsbudgetten, het WWB-werkdeel en de Web-middelen voor volwasseneneducatie.Onder voorbehoud van goedkeuring van het wetsvoorstel participatiebudget door het parlement worden met ingang van 1 januari 2009 het Wwb-werkdeel, de budgetten voor inburgeringsvoorzieningen en de middelen voor volwasseneneducatie gebundeld in het participatiebudget. Gemeenten kunnen uit dit budget participatievoorzieningen financieren (dat wil zeggen re-integratievoorzieningen, inburgeringsvoorzieningen, educatieopleidingen en combinaties daarvan), maar géén uitvoeringskosten. Deze uitvoeringskosten voor inburgering worden dan ook overgeheveld naar het gemeentefonds, met ingang van 2009. Volgens de voornemens zouden deze middelen in het jaar 2009 worden verdeeld over alle gemeenten (behalve de G 31-gemeenten). In 2010 en 2011 wordt een incidentele stijging verwacht van het aantal door gemeenten aan te bieden inburgeringsvoorzieningen (en daarmee de uitvoeringskosten inburgering) in het kader van het Deltaplan inburgering. Dat zou leiden tot een hogere toevoeging aan het gemeentefonds voor de jaren 2010 en 2011. Vanaf 2012 zal het bedrag op een structureel niveau komen. De verdeling vindt plaats als een vast bedrag van € 30.000 per gemeente en daar bovenop een variabel deel, te verdelen via de maatstaf minderheden.

Hoofdstuk 14 Het financieel kader

De RijksbijdrageUitgangspunt van de bekostiging is dat de gemeente wordt gestimuleerd om aan de inburgering de nodige aandacht te besteden. De totale gemeentelijke bijdrage voor alle activiteiten en taken ten aanzien van de inburgering is uit verschillende componenten opgebouwd en bestaat uit een vast, een prestatieafhankelijk en een variabel deel Daarnaast is voor de invoering van de Wi eenmalig een invoeringsbudget beschikbaar gesteld. Uit het prestatieafhankelijke deel moet de gemeente naast de apparaats- en uitvoeringskosten, de volgende taken bekostigen:- het oproepen van een inburgeringsplichtige (intake).- het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan specifieke groepen inburgeringsplichtigen (asielgerechtigden, uitkeringsgerechtigden en verzorgende ouders).- het aanbieden van maatschappelijke begeleiding aan de doelgroep asielgerechtigde nieuw – en oudkomers.- het nemen van besluiten betreffende de gehele of gedeeltelijke ontheffing van de inburgeringsplicht op grond van psychische of lichamelijke beperkingen.- het opleggen van een bestuurlijke boete indien het examen verwijtbaar niet is behaald na afloop van de gestelde termijn.- het verstrekken van informatie aan het informatiesysteem inburgering - het verstrekken van beleidsinformatie.Het budget is vastgesteld op basis van een prognose (verwacht aantal aan te bieden inburgeringsvoorzieningen). Het variabele deel is bedoeld voor de bekostiging van de handhaving van de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtigen die geen inburgeringsvoorziening krijgen aangeboden en voor het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen aan geestelijke bedienaren. Voorts ontvangt de gemeente een eigen bijdrage ad € 270,- van deelnemers aan een inburgeringsprogramma dat door de gemeente is aangeboden. In de verordening wordt vastgelegd hoe en wanneer de eigen bijdrage zal worden geïnd (minimaal € 27,- per maand voor een periode van maximaal 10 maanden). Daar waar mogelijk vindt een maandelijkse verrekening met de uitkering ingevolge de Wwb plaats. Hierbij moet worden opgemerkt dat de meeste nieuwkomers bij vestiging in de gemeente direct een lening (voor 3 jaar) aangaan voor een woninginrichting. Indien er sprake is van een dergelijke samenloop komt de inburgeringsplichtige in aanmerking voor vergoeding van de eigen bijdrage vanuit de bijzondere bijstandHet indicatieve voorschotOm de taken van het inburgeringsstelsel te kunnen uitvoeren, ontvangen gemeenten in 2009 een voorschot op de Rijksbijdrage. Het voor de gemeente berekende voorschot bevat een drietal componenten, te weten een vast, een variabel en een prestatieafhankelijk deel. Het prestatieafhankelijke deel is slechts een indicatief voorschot. Dit betekent dat dit afhankelijk van de prognose en de vaststelling nog kan wijzigen. Hieronder wordt ieder deel apart toegelicht evenals de hoogte van ieder deel van het (indicatieve) voorschotvoor de gemeente Geertruidenberg.a. Het vaste deelHet vaste deel is bedoeld voor de informatie- en adviesfunctie van gemeenten. De vaststelling van het vaste deel van de Rijksbijdrage volgt jaarlijks achteraf, dus voor het vaste deel van de Rijksbijdrage van 2009 zal dit in 2010 plaatsvinden, Overigens is de hoogte van het vaste deel van de Rijksbijdrage in principe gelijk aan het verleende voorschot en vindt dus achteraf geen verrekening meer plaats. Het voorschot op het vaste deel van de Rijksbijdrage voor de gemeente Geertruidenberg voor 2009 bedraagt dan ook € 670,27.b. Het variabele deelHet variabele deel is bedoeld voor de bekostiging van de handhaving van de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtigen, die geen inburgeringsvoorziening krijgen aangeboden, Het variabele deel is tevens bedoeld voor het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen aan geestelijke bedienaren.De gemeente doet achteraf bij de gemeentelijke jaarrekening over 2009 een opgave van het aantal handhavingsbeschikkingen en het aantal geestelijke bedienaren dat een voorziening is aangeboden. Op basis daarvan wordt het variabele deel vastgesteld en verrekend met het verleende voorschot.Het voorschot op het variabele deel van de Rijksbijdrage voor uw gemeente of samenwerkingsverband bedraagt dan ook in 2009 € 1441,04.c. Het prestatieafhankelijke deelTot slot het totale prestatieafhankelijke deel dat met name is bedoeld voor het aanbieden van inburgeringvoorzieningen aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars en het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen met een duaal karakter, Het indicatieve voorschot kan ook worden ingezet voor het aanbieden van taalkennisvoorzieningen.Het voorschot op het prestatieafhankelijke deel komt voor de gemeente Geertruidenberg neer op € 101.8548,27(exclusief participatiebonus). Een eventueel resterend prestatieafhankelijk deel van 2008 mag ook in 2009 worden aangewend voor de realisatie van inburgeringsvoorzieningen. Na het beeindiging van het cohort 2007, 2008 en 2009 vindt verantwoording plaats in de SiSa bijlage over 2011.Participatiebonus: duale inburgeringsvoorzieningenDe wijze van bekostiging in 2009 is gelijk aan die voor het jaar 2008, hetgeen wil zeggen dat de participatiebonus het karakter heeft van een voorschot dat is berekend naar rato van het aantal oudkomers per gemeente. Op basis van het aantal door een gemeente vastgestelde duale inburgeringsvoorzieningen en de daarvoor beschikbare vergoeding wordt achteraf de definitieve participatiebonus bepaald. Voor de participatiebonus behoefde geen prognose te worden ingediend. Om de participatiebonus een juridische grondslag te geven, wordt momenteel een wijziging van het Besluit en de Regeling voorbereid (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008). De participatiebonus zal deel uitmaken van het prestatieafhankelijke deel van de bekostiging.Het kabinet heeft zich ten doel gesteld dat in 2011 minstens S0% van de inburgeringsvoorzieningen een duaal karakter heeft, gericht op een wisselwerking tussen participatie en inburgering. Om deze doelstelling te realiseren stelt het kabinet extra middelen beschikbaar in de vorm van een zogenaamd ‘participatiebonus’ van € 1,000, per duale inburgeringsvoorziening met het karakter van een voorschot. Vanaf 2009 zullen, als gevolg van de verwachte inwerkingtreding van de Wet participatiebudget, de middelen voor de participatiebonus, tezamen met de overige middelen voor inburgering onderdeel uitmaken van het participatiebudget. De participatiebonus 2009 bedraagt € 9.385,00 Voor de goede orde zij nog vermeld dat het aanbod van een taalkennisvoorziening, in combinatie met een Mbo-1 of -2 opleiding, niet wordt meegeteld bij de vaststelling van de participatiebonus. Aan onze gemeente is ter zake een bedrag toegekend ad € 1793,46,VolumeverhogingDe verhoging van het volume van het aanbod aan inburgeringsprogramma’s is een van de speerpunten van het Deltaplan. Het actieprogramma voor de volumeverhoging wordt in 2008 tot en met 2011 uitgewerkt.Voor 2008 heeft de uitvraag van de gemeentelijke prognoses al eind 2007 plaatsgevonden. Met de extra middelen die bestemd zijn om het aantal inburgeringsvoorzieningen te verhogen, wordt dit mogelijk gemaakt. Voor volumeverhoging is in 2008 vanuit het Deltaplan inburgering extra geld beschikbaar gesteld, onder meer gebaseerd op de ambities van de gemeente. De aanvraag 2009 is nog maar recentelijk ingediend en derhalve nog niet bekend. Aan de gemeente is voor 2008 een extra voorschot beschikbaar gesteld ad € 17.273,79.

Hoofdstuk 15 Afrekening rijksbijdrage

De gemeente wordt 100% bevoorschot. Hiervoor gelden een aantal prestatie-indicatoren:- Aantal trajectovereenkomsten (weging 30%)- Aantal daadwerkelijke deelnemers aan examen (weging 70%)Er wordt bevoorschot en afgerekend in cohorten van 3 jaar. Het aantal deelnemers aan de trajecten vormt 30% van de totale som en het aantal deelnemers aan het examen vormt 70%. Gemeenten dienen jaarlijks een prognose in van te starten trajecten. Thans is een prognose ingediend voor het cohort 2007- 2009. De afrekening hiervan vindt plaats in 2010. Om als gemeente in aanmerking te komen voor volledige financiering, zal de inburgeraar In de periode 2007 - 2009 moeten starten en examen doen. Het risico voor gemeenten ligt in het niet deelnemen aan het examen. Dan loopt de gemeente 70% van de kosten mis. Bij de inkoop van trajecten zullen we als gemeente het risico gaan doorcontracteren bij de aanbieder van het inburgeringsprogramma.In de bekostiging is rekening gehouden met een uitval van 10% Dit betekent dat een gemeente haar voorschot mag behouden wanneer 90 van de 100 Inburgeringsplichtigen aan wie een aanbod is gedaan, aan het examen deelneemt. Er wordt niet afgerekend op het behalen van het examen. Zijn er minder dan 90% deelnemers, dan zal de gemeente moeten terugbetalen.Verantwoording participatiebonusDe participatiebonus is gemaximeerd op het berekende voorschot en is niet afhankelijk van het totaal aan aanvragen van alle gemeenten in relatie tot het beschikbare macrobudget. Na afloop van een periode van drie jaar (in de SiSa bijlage bij de gemeenterekening over 2011) worden de prestaties verantwoord van de door gemeenten in cohorten 2007, 2008 en 2009 aan inburgeraars aangeboden voorzieningen. In dezelfde bijlage worden de participatiebonus en taalkennisvoorzieningen verantwoord. Daarna wordt dit deel van de Rijksbijdrage vastgesteld onder verrekening van de voor die jaren verleende voorschotten.

Hoofdstuk 16 Tot besluit

In de Tweede Kamer is een aantal wetswijzigingen aangenomen, die ter vaststelling naar de Eerste Kamer zijn gestuurd. Een korte samenvatting van de wijzigingen:* gemeentelijk aanbod aan iedere inburgeringsplichtige; hiermee wordt de brief over de verbreding van het aanbod aan alle groepen inburgeringsplichtigen in de wet vastgelegd* direct opgaan voor Staatsexamen Nederlands als tweede taal bevoegdheid om een taalkennisvoorziening in het kader van een mbo-opleiding aan te bieden. Dit betekent dat inburgeringsplichtigen die een mbo-opleiding niveau 1 of 2 volgen of gaan volgen, een uit de Wet inburgering gefinancierde taalcomponent aangeboden kan worden.De verordening Wet inburgering is door de gemeenteraad terzake reeds aangepast op 12 februari 2008.

1

BesluitenlijstBesluit 1.Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om ten behoeve van een inburgeringsplichtige die een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 volgt, een zogenoemde taalkennisvoorziening vast te stellen in plaats van een inburgeringsvoorziening.Besluit 2Stichting Vluchtelingenwerk informeert het cluster SoZA bij weigeren van het aanbod.Besluit 3De gemeente zal in twee gevallen ontheffing verlenen van de inburgeringsplicht:* om medische redenen, zoals bij psychische of lichamelijke belemmeringen. Of bij een verstandelijke handicap, waardoor iemand blijvend niet in staat is liet inburgeringsexamen te halen.* als de gemeente binnen een halfjaar voor het einde van de inburgeringstermijn oordeelt dat het iemand, ondanks dat heeft hij of zij er hard voor heeft gewerkt, niet lukt het inburgeringsexamen te halenBesluit 4Als de inburgeraar niet genoeg meewerkt en het examen niet behaalt, zal de gemeente een boete opleggen. Ook krijgt deze persoon dan geen verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.Besluit 5Alhoewel het de verwachting is, te meer omdat de gemeente nog een aantal ontheffingsmogelijkheden heeft, dat het opleggen van een bestuurlijke boete niet veel zal voorkomen - omdat er een extra prikkel (verblijfsrechtelijk en financieel) is om aan de inburgeringsplicht te voldoen - worden er nochtans “Beleidsregels boetes Inburgering” opgesteld.Besluit 6Als gevolg van het door de SP ingediende amendement d.d. 27-03-2008, doet het college - gelet op de mogelijkheid om aan elke inburgeringsplichtige een aanbod te doen én de mogelijkheid dat de inburgeringsvoorziening ook gericht kan zijn op het staatsexamen en door een actieve benadering - alle daarvoor in aanmerking komende nieuw- en oudkomers een door het Rijk bekostigd inburgeringsaanbod dan wel een door het Rijk bekostigd aanbod gericht op het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II.Besluit 7In de keuze tussen een aanbodverordening of een vaststellingsverordening met betrekkiing tot het aanbieden van een inburgeringsvoorziening/taalkennisvoorziening kiest de gemeente voor het zogenaamde aanbodstelsel, Een voorstel in deze richting wordt gedaan aan de raad die hiertoe een verordende bevoegdheid heeft.Besluit 8De gemeente zal uitkeringsgerechtigden met een arbeids- en inburgeringsplicht voor wie een regulier reintegratietraject niet mogelijk is, een duaal traject aanbieden . De financiering van deze duale trajecten gebeurt uit de rijksbijdrage Wi en/of uit het Werkdeel Wwb.Besluit 9Een deel van de ontvangen rijksgelden is prestatieafhankelijk. Dit risico wordt ondervangen door een goede registratie te voeren op gerealiseerde resultaten.Besluit 10Het is mogelijk dat iemand niet hoeft in te burgeren, maar toch niet genoeg afweet van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving. In dat geval kan hij/zij in aanmerking komen voor een zogeheten inburgeringsvoorziening van de gemeente. Dit betekent dat de gemeente de cursus en één examen betaalt. De inburgeraar betaalt een eigen financiële bijdrage. De gemeente beslist of zij de inburgeraar een inburgeringsvoorziening aanbiedt.Besluit 11Aan inburgeraars die uit overmacht, bijvoorbeeld wegens het ontbreken van kinderopvang- voorzieningen, onvoldoende tijd hebben gehad om binnen de voor hen vastgestelde trajectduur het inburgeringsexamen te behalen wordt in voorkomende gevallen een verlengd traject aangeboden. Bekostiging vindt plaats uit het inburgeringsbudget van het Rijk.Besluit 12De gemeente geeft een inburgeringsvoorziening voor vrijwillige inburgering aan iemand die:* een uitkering heeft* geen inkomen heeft* geestelijke bedienaar isBesluit 13Inzet is met ingang van 1-1-2009 te geraken tot contractverlenging met zowel stichting Vluchtelingenwerk als ROC/Kellebeek College (op voorhand en ondanks het bepaalde in Artikel 8 van de raamovereenkomst is het ROC/Kellebeek College omwille van de continuïteit graag bereid deze voort te zetten).Besluit 14Inzet is om te geraken tot een raamovereenkomst met stichting Trema voor wat betreft kinderopvang doelgroepen cluster Sociale Zaken.Besluit 15Aan stichting Vluchtelingenwerk wordt opdracht gegeven om met financiële steun van het ministerie geld aan te wenden voor de werving, training en begeleiding van vrijwilligers die taalcoach willen worden.Besluit 16Voor volumeverhoging wordt in 2008 vanuit het Deltaplan inburgering extra geld beschikbaar gesteld en ingezet gebaseerd op de ambities van de gemeente.Besluit 17De gemeente streeft ernaar — vooralsnog in samenwerking met ROC West-Brabant/Kellebeek College en Stichting Vluchtelingenwerk, dat in 2011 minstens 80% van de inburgeringsvoorzieningen een duaal karakter heeft, gericht op een wisselwerking tussen participatie en inburgering.Besluit 18Het risico voor gemeenten ligt in het niet deelnemen aan het examen. Dan loopt de gemeente 70% van de kosten mis, Bij de inkoop van trajecten zullen we als gemeente het risico gaan doorcontracteren bij de aanbieder van het Inburgeringsprogramma.Noten

  • 1.

    Naast de gemeente is er nog een faciliterende partij. De Informatie Beheergroep (IB-groep) heeft in het nieuwe stelsel een belangrijke rol. Naast het verstrekken van een lening verzorgt zij ook:- het afnemen van examens- het aanwijzen van exameninstellingen- het aanleggen en beheren van 2 informatiesystemenVoor de toekomst is de 18-groep een bron van gegevens. Zij heeft een portal ontwikkeld waarmee we als gemeente toegang krijgen tot 2 ondersteunende systemen: het Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen (BPI) en het Informatiesysteem Inburgering (ISI).

  • 2.

    in het oorspronkelijke wetsvoorstel Inburgering werden 3 categorieën genaturaliseerde Nederlanders genoemd die onder de inhurgeringsplicht zouden vallen. OudkomersIemand is oudkomer als hij/zij:* geen Nederlands paspoort heeft;* voor 1januari 2007 al in Nederland woonde en op 31 december 2006 geen nieuwkomer was volgens de (oude) Wet inburgering nieuwkomers* minder dan acht jaar in Nederland gewoond heeft, toen hij nog leerpllchtig was;* geen diploma’s heeft waaruit blijkt dat men de Nederlandse taal en Nederland goed genoeg kent.NieuwkomersIemand is nieuwkomer als hij/zij:* geen Nederlands paspoort heeft;* na 1januari 2007 in Nederland is komen wonen voor een niet-tijdelijk verblijfsdoel of op 31 december 2006 nieuwkomer was volgens de oude Wet inburgering nieuwkomers.Geestelijke bedienarenGeestelijke bedienaren werken voor een godsdienst of kerk, bijvoorbeeld een imam, prediker, priester, geestelijk voorganger, godsdienstleraar of zendeling.Op advies van de Raad van State is uiteindelijk op juridische gronden de doelgroep aangepast.Omdat de inister constateert dat er ook inburgeringsachterstanden bestaan onder groepen genaturaliseerde Nederlanders en onder onderdanen van de EU/EER-landen en Zwitserland, is voor 2007 de Regeling vrijwillige inburgering ingevoerd teneinde ook deze groepen van een inburgeringsvoorziening te kunnen voorzien. Ook in 2008 zal deze regeling doorlopen. De verwachting is dat per 1januari 2009 deze regeling structureel zal worden opgenomen in de Wet inburgering. Deze regeling gaat niet uit van een inburgeringsplicht maar men hanteert de term inburgeringsbehoeftig. Verder sluit deze vrijwillige regeling qua doel en systematiek zoveel mogelijk aan hij de Wi. De doelgroep zoals bedoeld in de Regeling 2007 valt niet onder de gemeentelijke verordening.

  • 3.

    Met begin van de termijn waarbinnen het inburgeringsexamen moet zijn behaald, hangt af van de vraag of men oudkomer of nieuwkomer is:* Nieuwkomers; voor deze groep begint de termijn te lopen vanaf de datum van de beschikking van de IND waarin staat dat men een verblijfsvergunning krijgt.* Oudkomers: voor deze groep bepaalt de gemeente de datum waarop de termijn begint voor het behalen van het examen: Inburgeringstermijn begint te lopen vanaf het moment dat de beschikking van de gemeente (waarin handhavingstermijn en het eventuele aanbod Is opgenomen) Is opgelegd

  • 4.

    Handhaving en bestuurlijke boeteDe Wi betekent voor de gemeente dat zij de taak heeft om de inburgeringsplicht te handhaven. De invulling van deze taak wordt aan de gemeente overgelaten. Wel heeft elke gemeente een taakstelling opgelegd gekregen voor de handhaving van de inburgeringsplicht van de oudkomers welke zich uitstrekt over een periode van 3 jaar. Van de gemeenten wordt verwacht dat er een minimaal aantal handhavingsbeschikkingen bekend wordt gemaakt. Voor de handhaving is € 310,- per inburgeringsplichtige beschikbaar. Het bedrag voor handhaving is verwerkt in de rijksbijdrage voor de inburgering. Gemeenten kunnen een bestuurlijke boete opleggen indien inburgeringsplichtigen zich niet aan hun plicht houden, Dit kan alleen als er sprake is van verwijtbaarheid, Uiteraard zijn de bepalingen van de Awb (o.a. horen en zwijgrecht) hier op van toepassing. De artikelen 9 en 10 van de Verordening Wet inburgering van de gemeenten gaan over de hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen. In de verordening Wet inburgering wordt het kader geschetst voor het college om de hoogte van de bestuurlijke boetes vast te stellen in individuele gevallen. De colleges hebben binnen deze kaders zelf een beleidslijn moeten ontwikkelen: welke boete in beginsel wordt opgelegd bij welke overtreding en met welk bedrag de boete in beginsel wordt verhoogd als de betrokken inburgeringsplichtige dezelfde overtreding nogmaals pleegt. Bij het vaststellen van de overtreding en van de hoogte van de bestuurlijke boete zal de gemeente telkens een individuele afweging moeten maken. Daarbij zal in eerste instantie de weten vervolgens de gemeentelijke verordening geraadpleegd moeten worden.

  • 5.

    De Wi bepaalt dat de inburgeringsvoorziening gecombineerd moet worden met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling (reïntegratievoorziening). Dit geldt als een traject wordt aangeboden aan een inburgeringsplichtige die bijstandsgerechtigd is óf een uitkering ontvangt op grond van een andere sociale zekerheidswet/regeling én die verplicht is om arbeid te verkrijgen of te aanvaarden. Indien in deze specifieke situatie geen reintegratie voorziening wordt aangeboden, kan de gemeente derhalve geen inburgeringsvoorziening aanbieden . Voor een duaal traject is € 4.235,- beschikbaar (inclusief een eigen bijdrage van de inburgeraar van € 270,-) . De resterende trajectkosten worden gedekt door de gemeenten.Verschillende vormen van duaal leren zijn:- Inburgering met reïntegratie (brugbanen, leerwerkprogramma’s)- Inburgering met werk- Inburgering en ondernemersschap (kabinet zet in op stimuleren ondernemersschap)- Inburgering met (beroeps)opleiding (geïntegreerde trajecten)- Inburgering met vrijwilligerswerk- Inburgering en opvoedingsondersteuning (gecombineerd met WE programma’s voor de kinderen)

  • 6.

    Wetswijzigingen:- Gemeente kan aanbod doen aan iedere inburgeringsplichtige en aan mensen over wie de gemeente van mening is dat er sprake is van een Inburgeringsachterstand. Deze wetswijziging zal met terugwerkende kracht ingaan op 1 november 2007.- Direct kunnen opgaan voor het staatsexamen NT2 (voor gemeente is deelname aan Inburgeringsexamen niet meer nodig voor financiering) per 1-1-2008- Er komt een handhavingstermijn voor iedereen gelijk nml. 3, 5 jaar. Per 1-1-2009- Eén wet voor verplichte en vrijwillige inburgering per 1-1-2009- Gestreefd wordt naar een persoonsvolgend budget per 1-1-2009- De Inburgeringsplichtige mag aanbod niet meer weigeren, ingangsdatum wordt bij wetswijziging nog vastgesteld. Bovendien komt er een Wet participatiebudget. Door de inrichting van participatiefonds wordt inburgering beleidsmatig, financieel en organisatorisch verbonden met educatie en reïntegratie.- De bevoegdheid om te bepalen dat verplicht medewerking dient te worden verleend aan een (eenzijdig) vastgestelde inburgeringsvoorziening.

  • 7.

    Gepardonneerden kunnen ook gebruik maken van het Persoonsvolgend Budget (PVB) van de Informatie Beheer-groep. De IB-Groep betaalt met dit budget de rekeningen van de cursus en het examen. Met het PVB kunnen zij zelf een gecertificeerde opleidingsinstelling kiezen. Ze betalen dit met een financieel ‘rugzakje’. let grote knelpunt is dat, als ze in een opvangcentrum de inburgeringslessen beginnen, dit door een verhuizing wordt onderbroken. Methoden van taalverwerving om op deze bijzondere situatie in te spelen ontbraken tot dusver. De methode Perdoonsvolgende inburgering van IVO-Integratie voorziet daar nu wel in. Als de gepardonneerde verhuist naar een ander deel van het land, garandeerd de landelijk opererende organisatie VluchtelingenWerk dat daar een vrijwilliger voor ondersteuning is. Gepardonneerden kunnen onder aan aantal voorwaarden in aanmerking te komen voor een persoonsvolgend budget.De belangrijkste regels zijn dat men:* volgens de IND valt onder de pardonregeling* een verklaring van het COA heeft waarin staat dat men in een AZC woont of in een huis dat onder het AZC valt* een cursus gaat volgen bij een officiële school of Instelling* geen diploma heeft waardoor vrijstelling is verkregen van inburgeren* niet de Korte Vrijstellingstoets heeft gehaald* geen openstaande lening heeft hij de Informatie Beheer Groep* nog geen inburgeringstraject volgt via de gemeente* nog niet in het Informatiesysteem Inburgering van de gemeente heeft gestaan.* niet 8 jaar of langer in Nederland was voor de leeftijd van 16* niet de nationaliteit heeft van een land dat bij de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte (alle landen van de Europese Unie plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) behoort, of de Zwitserse nationaliteit* jonger is dan 65 jaar* niet meer verplicht naar school hoeft en ook niet meer verplicht een diploma hoeft te halen.

  • 8.

    Overeenkomstig het collegebesluit d.d. 25 maart 2008 wordt aan verplichte inburgeraars die een aanvraag hebben gedaan voor ontheffing om medische redenen of vanwege onvermogen het examen te doen, de keuringskosten of de kosten die gebonden zijn aan het verkrijgen van een verklaring van onvermogen, na aanvraag bij de gemeente, terug worden betaald wanneer de ontheffing wordt toegekend, mits men een inkomen heeft dat lager is dan 120% van de bijstandsnorm en die niet op een andere manier gecompenseerd worden voor deze kosten.

  • 9.

    In de Regeling naturalisatietoets Nederland van 16 januari 2007 zijn ter uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en het Besluit naturalisatietoets regels opgesteld over de naturalisatietoets.Per 1 april 2007 is voor in Nederland woonachtige vreemdelingen het inburgeringsexamen van de Wet inburgering aangewezen als naturalisatietoets, mits dit examen is behaald op taalniveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Voor buiten het koninkrijk woonachtige vreemdelingen is het centraal deel van het inburgeringsexamen aangewezen als naturalisatietoets, De Regeling naturalisatietoets Nederlandse Antillen en de Regeling naturalisatietoets Aruba wijzen het examen aan voor de in die landen woonachtige naturalisandi. De onderhavige wijziging strekt tot uitbreiding van de gedeeltelijke vrijstellingen in de Regeling naturalisatietoets Nederland. De uitbreiding betreft de in de praktijk voorkomende zogenaamde verklaring educatie’ en het Certificaat Inburgering, dat is uitgereikt op grond van de tot 1januari 2007 geldende Wet inburgering nieuwkomers.

  • 10.

    Forfaitaire vergoeding en WWB-uitkerinMet ingang van 26juni is een wetswijziging van kracht geworden. Daarin staat onder andere dat de forfaitaire vergoeding voor de Wwb niet als inkomen wordt beschouwd, Dit is van belang voor bijstandsgerechtigde inburgeringsplichtigen die zonder gemeentelijk aanbod het inburgeringsexamen doen. Artikel IIA van de Wet van 12juni 2008 tot wijziging van de Wet inburgering (...) bepaalt hiertoe het volgende:Aan artikel 31, tweede lid, van de Wet werk en bijstand wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:s. een vergoeding als bedoeld in artikel 18 van de Wet inburgering voorzover deze niet een vergoeding is als bedoeld in onderdeel f (de verrekening met de lening verstrekt door de IB-groep).

  • 11.

    Artikel 8 Duur van de overeenkomst8.1 De raamovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van anderhalf (1,5) jaar en vangt aan per 1 september 2007 en eindigt op 31 december 2008, De deelnemers die voor deze datum zijn aangemeld kunnen het traject afronden.8.2 De raamovereenkomst kent twee maal een optie tot verlenging van één jaar. Tarieven zullen geïndexeerd worden op basis van artikel 5.1 en 5.38.3 Uiterlijk 6 maanden voor de beëindiging van de vaste looptijd van de raamovereenkomst geven de partijen (schriftelijk) aan of zij het contract willen verlengen, Er is géén sprake van stilzwijgende verlenging.

  • 12.

    De hoogte van deze budgetten per gemeente is en worden door BZK gepubliceerd de decembercirculaire.

  • 13.

    De middelen worden via het gemeentefonds beschikbaar gesteld en hoeven niet op andere wijze specifiek verantwoord te worden, Wel wordt van de gemeente gevraagd het aantal gerealiseerde taalkoppels bij te (laten) houden. Deze informatie is nodig om te beoordelen of de doelstelling van 10.000 extra koppels gerealiseerd wordt. De beschikking van middelen zal in de meicirculaire 2009 van het ministerie van BZK opgenomen worden.De middelen zullen vanaf dat moment aan de gemeente ter beschikking worden gesteld waarbij nog in 2009 50% van de toegekende middelen beschikbaar wordt gesteld, in 2010 30% en in 2011 de resterende 20%.