Regeling vervallen per 14-05-2016

Compensatieregeling i.v.m. niet doorwerken van in spa-akkoord 2000/2001 overeengekomen structurele salarisverhoging per 1 januari 2000 naar de pensioenen

Geldend van 17-01-2001 t/m 13-05-2016

Intitulé

Compensatieregeling i.v.m. niet doorwerken van in spa-akkoord 2000/2001 overeengekomen structurele salarisverhoging per 1 januari 2000 naar de pensioenen

Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 12 december 2000, nr. BD2000.16687 (Provinciaal Blad nr. 2001/1 van 9 januari 2001). In werking getreden op 17 januari 2001.

 

  In het SPA-akkoord 2000/2001 is voor het provinciaal personeel een structurele salarisverhoging van 3% per 1 januari 2000 afgesproken. Partijen in het SPA verkeerden daarbij in de veronderstelling dat deze salarisverhoging per 1 januari 2000 ook zou doorwerken in de pensioenen en pensioenpremie. Bij brief van 23 juni 2000 heeft het ABP in antwoord op een daartoe strekkende brief d.d. 12 mei 2000 van partijen in het SPA aangegeven dat hier bedoelde structurele salarisverhoging niet zal doorwerken in het peildatumsalaris van 1 januari 2000.

Gelet op dit standpunt van het ABP zijn partijen in het SPA de navolgende compensatieregeling overeengekomen. Daarbij is uitgangspunt een globale en eenmalige tegemoetkoming ten laste van de betrokken provincie voor derving van ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen, flexibel pensioen of invaliditeitspensioen krachtens de ABP-regelingen welke het direct gevolg is van het feit dat de structurele salarisverhoging voor het provinciaal personeel per 1 januari 2000 niet doorwerkt in het peildatumsalaris van die datum.

De overeengekomen compensatieregeling ziet er als volgt uit.

 

  • 1.

    Belanghebbende in de zin van de regeling is:

    • a.

      de ambtenaar of werknemer aan wie op een tijdstip gelegen in het kalenderjaar 2001 wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd ontslag uit provinciale dienst is verleend met recht op ouderdomspensioen krachtens de ABP-regelingen;

    • b.

      de nagelaten betrekkingen van de in het kalenderjaar 2001 overleden ambtenaar of werknemer in provinciale dienst, indien deze nagelaten betrekkingen uit hoofde van dit overlijden in het kalenderjaar 2001 in aanmerking komen voor nabestaandenpensioen krachtens de ABP-regelingen;

    • c.

      de ambtenaar of werknemer aan wie op een tijdstip gelegen in het kalenderjaar 2001 (geheel of gedeeltelijk) ontslag uit provinciale dienst is verleend met recht op een FPU-uitkering krachtens de ABP-regelingen;

    • d.

      de ambtenaar of werknemer aan wie op een tijdstip gelegen in het kalenderjaar 2001 (geheel of gedeeltelijk) ontslag uit provinciale dienst is verleend op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte en die uit hoofde van deze ongeschiktheid recht heeft op invaliditeitspensioen krachtens de ABP-regelingen.

  • 2.

    De onder 1 bedoelde belanghebbende heeft recht op een eenmalige tegemoetkoming ten laste van de provincie waarbij de betrokken ambtenaar of werknemer tot zijn ontslag, onderscheidenlijk zijn overlijden in dienst was.

  • 3.

    De tegemoetkoming bedraagt twee maanden bruto salaris waarop aanspraak bestaat in de maand voorafgaande aan de datum van ontslag, onderscheidenlijk van overlijden. Voor de belanghebbende bedoeld onder 1c en 1d wordt de tegemoetkoming bij gedeeltelijk ontslag bepaald naar rato van de omvang van het ontslag.

  • 4.

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald bij het ontslag, onderscheidenlijk het overlijden.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland