Regeling vervallen per 19-11-2019

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland 2007

Geldend van 23-02-2018 t/m 18-11-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland 2007

PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND

Gezien de Statenbrief van Gedeputeerde Staten betreffende de actualisering en vereenvoudiging van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, Staten- en commissieleden Gelderland 2007, de Gedragscode bestuurlijke integriteit Commissaris van de Koning en gedeputeerden 2016 en de Gedragscodeintegriteit Statenleden Gelderland 2016; Gelet op het bepaalde bij of krachtens de artikelen 15, derde lid, 40c tweede lid, 68, tweede lid, art. 93, art. 94, eerste en twee lid en 143, tweede lid van de Provinciewet;

BESLUITEN

vast te stellen de navolgende gewijzigde regeling: Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland 2007

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Provinciewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit gedeputeerden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 241;

  • c.

    Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 242.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor statenleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het statenlid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks ingevolge artikel 2, tweede lid, van genoemd Rechtspositiebesluit wordt herzien.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

Vervallen per 21 oktober 2016.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

Vervallen per 21 oktober 2016.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1 Aan het Statenlid of commissielid worden de reiskosten vergoed voor het bijwonen van vergaderingen van Provinciale Staten en van een commissie, alsmede de reiskosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen.

  • 2 Het Statenlid of commissielid wordt op aanvraag een NS-businesscard tweede klasse verstrekt.

  • 3 Bij gebruik van een eigen vervoermiddel wordt een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in de artikelen 2 en 4 van de Reisregeling binnenland verstrekt.

  • 4 Bij meerdere vergaderingen op één en dezelfde dag in de provinciale gebouwen wordt aan het Statenlid of commissielid slechts ten behoeve van één reis naar de provinciale gebouwen viceversa een vergoeding als bedoeld in het eerste lid verstrekt.

  • 5 Aan het Statenlid of commissielid wordt op zijn verzoek vanwege de provincie een parkeersticker, -kaart of anderszins verstrekt, waarmee hij, ingeval hij in zijn hoedanigheid van Statenlid in de provinciale gebouwen aanwezig dient te zijn, zijn auto gratis in of om de provinciale gebouwen kan parkeren.

Artikel 6 Verblijfkosten

  • 1 Het statenlid worden tijdens zijn zakelijk verblijf in de provinciale gebouwen maaltijden en consumpties vanwege de provincie verstrekt.

  • 2 Het statenlid worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen dan die voor het bijwonen in de provinciale gebouwen van vergaderingen van Provinciale Staten en van een commissie, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1 De kosten van deelname van een statenlid of commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het provinciaal belang door of namens de provincie worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de provincie.

  • 2 Het Statenlid of commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de provincie wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in.

  • 3 De aanvraag bedoeld in het tweede lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 4 De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname van belang is in verband met de vervulling van het Staten- of commissielidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1 Gedeputeerde Staten verlenen een staten- of commissielid op aanvraag voor de uitoefening van het statenlidmaatschap een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. De tegemoetkoming bedraagt per maand € 15,--.

  • 2 Op aanvraag ontvangt het Staten- of commissielid € 15,- per maand ter vergoeding van de aanleg en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze noodzakelijk is voor het uitoefenen van het Staten- of commissielidmaatschap.

Artikel 9 Spaarloonregeling

Vervallen per 21 oktober 2016.

Artikel 10 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

Vervallen per 21 oktober 2016.

Artikel 11 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

Vervallen per 21 oktober 2016. 

Artikel 12 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van Provinciale Staten

Vervallen per 21 oktober 2016. 

Artikel 13 Ziektekostenvoorziening

Vervallen per 21 oktober 2016. 

Artikel 14 Uitkering bij aftreden

Vervallen per 21 oktober 2016.

Artikel 15 Uitkering bij overlijden

  • 1 In geval van overlijden van het statenlid wordt aan de weduwe of weduwnaar van wie het overleden statenlid niet duurzaam gescheiden leefde een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden, welke het statenlid laatstelijk genoot over een tijdvak van drie maanden. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar van wie het overleden statenlid niet duurzaam gescheiden leefde nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen, of minderjarige kinderen over wie de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van het inkomen van het statenlid.

  • 2 Voor de toepassing van dit artikel wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de achtergebleven geregistreerde partner alsmede degene met wie het overleden statenlid ongehuwd samenleefde en een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd als bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, van de Algemene nabestaandenwet.

  • 3 Dit artikel is niet van toepassing op een statenlid dat is benoemd in de plaats die is opengevallen als gevolg van het tijdelijk ontslag van een statenlid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, ingevolge artikel X 12 van de Kieswet.

Artikel 16 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

Vervallen per 21 oktober 2016. 

Artikel 17 Voorzieningen bij ongevallen en arbeidsongeschiktheid

Vervallen per 21 oktober 2016. 

Artikel 18

Vervallen.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor gedeputeerden

Artikel 19. Reis-, pension- en verhuiskosten in verband met benoeming

Aan de gedeputeerde die bij zijn benoeming nog niet over woonruimte in de provincie beschikt, wordt een vergoeding van reis- en pensionkosten en een vergoeding van verhuiskosten in verband met de benoeming toegekend overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 18 van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden.

Artikel 20. Reiskosten woon-werkverkeer

De gedeputeerde heeft voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling aanspraak op:

  • a.

    een openbaarvervoerjaarkaart eerste of tweede klasse of;

  • b.

    een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 19, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden.

Artikel 21. Zakelijke reis- en verblijfskosten

De gedeputeerde heeft aanspraak op een vergoeding van reis- en verblijfskosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 19 Rechtspositiebesluit gedeputeerden.

Artikel 22. Dienstauto

  • 1 Een gedeputeerde kan voor reizen ten behoeve van de provincie gebruikmaken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de provincie ingehuurde auto. De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de gedeputeerde ook worden gebruikt voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de gedeputeerde vervult uit hoofde van zijn ambt.

  • 2 De gedeputeerden kunnen gebruikmaken van de dienstauto met of zonder chauffeur voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling:

    • a.

      Indien de reizen ten behoeve van de provincie zoals bedoeld in het eerst lid bij de woning beginnen of eindigen, of

    • b.

      Indien sprake is van bijzondere gevallen. 

  • 3 In een bijzonder geval bedoeld in het vorige lid onder b wordt daarvan, zo mogelijk vooraf, melding gemaakt aan het college van Gedeputeerde Staten.

  • 4 Indien de gedeputeerde op grond van artikel 20 een tegemoetkoming ontvangt in de reiskosten tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, wordt een korting op die tegemoetkoming toegepast ter grootte van:

    • a.

      1/20 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop zowel van de woning naar de plaats van tewerkstelling als omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto;

    • b.

      1/40 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop alleen hetzij van de woning naar de plaats van tewerkstelling hetzij omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto.

  • 5 Indien de gedeputeerde ingevolge artikel 20 een openbaarvervoerjaarkaart is verstrekt, wordt bij gebruik van een dienstauto voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling een korting op zijn bezoldiging toegepast overeenkomstig het bepaalde in de onderdelen a en b van het vierde lid.

  • 6  Indien de gedeputeerde voor reizen ten behoeve van in het eerste lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaakt van de provinciale dienstauto en daarvoor van een derde ook een vergoeding van reiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in de provinciale kas gestort.

Artikel 23 Computer en communicatieapperatuur

  • 1   De gedeputeerde aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekent voor het bruikleen een bruikleenovereenkomst met de provincie. Gedeputeerde Staten stellen het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2 Op aanvraag ontvangt de gedeputeerde een vast bedrag van € 15,- per maand ter vergoeding van de aanleg en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze noodzakelijk is voor het uitoefenen van het ambt van gedeputeerde.

Artikel 24

Vervallen.  

Artikel 25

Vervallen. 

Artikel 26

Vervallen.

Artikel 27

Vervallen.

Artikel 28

Vervallen.

Artikel 29

Vervallen. 

Artikel 30

Vervallen.

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 31 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1 Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks ingevolge artikel 13 voornoemd wordt herzien. Indien een fractievolger, als bedoeld in art. 6 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2017, op dezelfde dag meerdere vergaderingen van één of meerdere commissies bijwoont, bestaat de vergoeding voor alle vergaderingen tezamen uit twee maal het hiervoor genoemde bedrag.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een comissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 94 van de Provinciewet ontvangt.

  • 3 Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      als statenlid of gedeputeerde;

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het provinciaal belang dient.

  • 4 Gedeputeerde Staten kunnen in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen ten aanzien van:

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien van wie de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 32 Reis- en verblijfkosten

  • 1 Aan het lid van een commissie dat geen statenlid of gedeputeerde is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd, worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie of andere in verband met het commissielidmaatschap noodzakelijke reiskosten vergoed. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in de artikelen 2 en 4 van de Reisregeling binnenland.

  • 2 Bij meerdere vergaderingen op één en dezelfde dag in de provinciale gebouwen wordt aan het lid van een commissie als bedoeld in het eerste lid, slechts ten behoeve van één reis naar de provinciale gebouwen vice versa een vergoeding als bedoeld in het eerste lid verstrekt.

  • 3 Aan het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie of in verband met andere in verband met het commissielidmaatschap noodzakelijk geachte reizen, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens de Dienstreisregeling voor de provincie Gelderland.

  • 4 Voor het bijwonen van vergaderingen in de provinciale gebouwen wordt de in artikel 7 van de Dienstreisregeling voor de provincie Gelderland genoemde vergoeding niet genoten.

  • 5 Aan het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie wordt op zijn verzoek vanwege de provincie een parkeersticker, -kaart of anderszins verstrekt, waarmee hij ingeval hij in zijn hoedanigheid van lid van de commissie in de provinciale gebouwen aanwezig dient te zijn, zijn auto gratis op de Markt te Arnhem kan parkeren.

Artikel 33 Buitenlandse excursie of reis

  • 1 Provinciale Staten kunnen een commissie uit Provinciale Staten toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Provinciale Staten kunnen aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de provincie georganiseerd.

  • 3 De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de provincie.

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 34 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie; of

  • c.

    een provinciale creditcard.

Artikel 35 Declaratie van kosten

Voor de vergoeding op grond van deze verordening in aanmerking komende kosten worden uiterlijk binnen 2 maanden na het verstrijken van het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt, gedeclareerd.

Artikel 36 Wijze van betaling en vergoeding

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen omtrent de wijze van betaling en vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 34. 

Artikel 37 Gebruik creditcard

  • 1 Een provinciale creditcard wordt de gedeputeerde op aanvraag in bruikleen ter beschikking gesteld voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de provincie in aanmerking komen. Aan de verstrekking van de creditcard kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 2 De secretaris van Gedeputeerde Staten draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van provinciale creditcards. Bij de aanvraag wordt aangegeven of een persoonlijke pincode voor het opnemen van contant geld gewenst wordt.

  • 3 Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door Gedeputeerde Staten is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4 Het begeleidingsformulier en de factuur worden uiterlijk één maand na afloop van inhouding door de creditcardmaatschappij ingediend bij de secretaris van Gedeputeerde Staten of de door hem aangewezen ambtenaar.

  • 5 Verlies of diefstal van de creditcard wordt direct gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en zo spoedig mogelijk ook bij de provincie. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de provincie.

     

Hoofdstuk VI Hardheidsclausule, citeertitel, intrekking, overgangsrecht en inwerkingtreding

Artikel 38 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen waarin deze verordening niet voorziet of waarin de toepassing van deze verordening naar het oordeel van Gedeputeerde Staten tot een onredelijke uitkomst leidt, wordt, binnen de grenzen zoals die zijn gesteld in de in artikel 1 bedoelde rechtspositiebesluiten, door Gedeputeerde Staten naar billijkheid beslist.

Artikel 39 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland 2007.

Artikel 40 Intrekking diverse regelingen en inwerkingtreding

  • 1 De Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland wordt ingetrokken.

  • 2 Deze verordening, met uitzondering van artikel 18, zesde lid, treedt in werking op de dag na die van uitgifte van het provinciaal blad waarin de verordening is geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2007.

  • 3 Artikel 12 werkt terug tot en met 12 maart 2003.

  • 4 Artikel 13 werkt terug tot 1 januari 2006.

  • 5 Artikel 18, zesde lid, treedt in werking op een door Provinciale Staten te bepalen tijdstip.

  • 6 Artikel 21 werkt terug tot en met 1 januari 2004.

     

Ondertekening

Provinciale Staten van Gelderland