Regeling vervallen per 15-07-2015

Subsidieregeling project investeren in toerisme Gelderland II

Geldend van 22-11-2006 t/m 14-07-2015

Intitulé

Subsidieregeling project investeren in toerisme Gelderland II

Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten d.d. 31 maart 2004, nr. PS2004-117 (Provinciaal Blad nr. 2004/54 van 20 april 2004). In werking getreden op 1 juni 2004. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 1 november 2006, nr. PS2006-507 (Provinciaal Blad nr. 2006/123, 21 november 2006). In werking getreden op 22 november 2006.

Paragraaf 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    AsG: de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998;

  • c.

    toeristische onderneming: een onderneming, die behoort tot de toeristische sector volgens de standaardbedrijfsindeling 1993 van het Centraal Bureau voor de Statistiek, of een onderneming waarvan de hoofdactiviteit toerisme of recreatie is;

  • d.

    groep: een combinatie van enerzijds een natuurlijke persoon of rechtspersoon die direct of indirect de helft of meer van het geplaatste kapitaal verschaft aan, of volledig aansprakelijk vennoot is van, of overwegende zeggenschap heeft over één of meer rechtspersonen of vennootschappen, en anderzijds laatstbedoelde rechtspersonen en vennootschappen;

  • e.

    arbeidsplaats: de permanent bezette of tot volledige dagtaak omgerekende arbeidsplaats op jaarbasis;

  • f.

    midden- en kleinbedrijf: ondernemingen zoals omschreven in de verordening (EG) nr. 70/2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen.

  • g.

    materiële vaste activa: bedrijfsmiddelen en bedrijfsgebouwen, als bedoeld in artikel 2:366, lid 1, onderdelen a, b, en c van het Burgerlijk Wetboek, die geactiveerd worden op de fiscale balans van de onderneming en die niet binnen twee jaar worden afgeschreven;

  • h.

    programmagebied: het Gelderse deel van het gebied waarop het programma, dat op basis van artikel 4 van de verordening (EG) 1260/1999 en de verordening 1783/1999 door de Europese Commissie voor Oost Nederland bij beschikking van 6 augustus 2001 is goedgekeurd, van toepassing is.

Artikel 1.2 Bevoegdheid gedeputeerde staten

Gedeputeerde staten zijn bevoegd tot verstrekking van subsidie als bedoeld in deze regeling. In afwijking van artikel 1.6, eerste lid, van de AsG kan subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen, die gericht zijn op het maken van winst.

Artikel 1.3 Criteria verdeling subsidiegelden

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan ondernemingen die behoren tot het midden en kleinbedrijf, gevestigd in het gebied zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1.

  • 2.

    Tot de subsidiabele kosten worden uitsluitend gerekend de kosten voor het vestigen of uitbreiden van de onderneming of ten behoeve van een kwaliteitsverbetering van een onderneming, voorzover dit leidt tot een verhoging van het aantal arbeidsplaatsen in die onderneming.

  • 3.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van projecten indien aan alle volgende criteria wordt voldaan:

    • a.

      de totale kosten van het project kunnen niet in redelijkheid met eigen middelen worden gefinancierd;

    • b.

      de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aanvaardbaar is vanuit rentabiliteitsoogpunt;

    • c.

      ten gevolge van het kwaliteitsverbeteringproject de uit de jaarrekening blijkende boekwaarde van de materiele vaste activa met ten minste 10% wordt vergroot.

  • 4.

    De subsidie, bedoeld in het eerste lid wordt voorts uitsluitend verstrekt indien minimaal aan 6 van de hieronder genoemde criteria wordt voldaan:

    • a.

      het project is vernieuwend voor het bedrijf;

    • b.

      het project is vernieuwend voor de regio;

    • c.

      het project leidt tot een verhoging van de cultuur historische waarde van de desbetreffende onderneming;

    • d.

      het project leidt tot een verhoging van het gebruik van informatie en communicatietechnologie door medewerkers of klanten van de desbetreffende onderneming;

    • e.

      het project leidt tot intensivering van het ruimtegebruik;

    • f.

      het project leidt tot een verhoging van het bestedingsniveau in de regio;

    • g.

      het project leidt tot meer werkgelegenheid

    • h.

      het project heeft een redelijke terugverdientijd;

    • i.

      de onderneming heeft een marketingplan;

    • j.

      de onderneming heeft minder dan 50 arbeidsplaatsen.

  • 5.

    De subsidie wordt in elk geval geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten op het tijdstip van de aanvraag al geheel of gedeeltelijk zijn uitgevoerd;

    • b.

      de subsidiabele kosten minder dan EUR 10.000,-- bedragen.

Artikel 1.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt ten hoogste 25% van de subsidiabele kosten met een maximum van EUR 50.000,--.

  • 2.

    Tot de subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid, worden gerekend de kosten om te komen tot de verwerving van materiële vaste activa dan wel de verwerving daarvan voor zover deze permanent op de bedrijfslocatie aanwezig zijn.

  • 3.

    De materiële vaste activa worden gewaardeerd op hun waarde in het economisch verkeer.

  • 4.

    De kosten zijn niet subsidiabel, indien de verwerving van de vaste materiële activa plaats vindt vanuit een tot dezelfde groep behorende onderneming.

Paragraaf 2 De aanvraag

Artikel 2.1 De aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag wordt ingediend bij een door Gedeputeerde Staten aan te wijzen uitvoeringsorganisatie.

  • 2.

    Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door Gedeputeerde Staten vast te stellen aanvraagformulier.

     

Artikel 2.2 Indiening

  • 1.

    De aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Als uiterste indieningdata gelden:

    • a.

      regio Arnhem Nijmegen: 1 september 2005;

    • b.

      regio Achterhoek: 1 september 2006;

    • c.

      regio Veluwe en Gelderse Vallei: 1 mei 2007.

Artikel 2.3 Beslistermijn

In afwijking van artikel 3.2 van de AsG wordt binnen 13 weken na de indieningdatum van de aanvraag beslist. De beslissingstermijn kan eenmaal voor ten hoogste 13 weken worden verlengd.

Paragraaf 3 Verplichtingen van de subsidie ontvanger

Artikel 3.1 Verplichtingen van de subsidie ontvanger

Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    voor documenten, zoals alle facturen en boekingsbescheiden, opdrachtverleningen en alle overige op de aanvraag betrekking hebbende bescheiden geldt een bewaarplicht tot en met 31 december 2013.

  • b.

    Het is de subsidie ontvanger niet toegestaan, behoudens schriftelijke toestemming van Senter, de met de subsidie verkregen materiële vaste activa buiten gebruik te stellen, te vervreemden of aan derden ter beschikking te stellen binnen een periode van vijf jaar na de subsidievaststelling.

Paragraaf 4 De subsidievaststelling

Artikel 4.1 Vaststelling achteraf

In afwijking van artikel 5.1, eerste lid, van de AsG dient de subsidieontvanger binnen drie maanden na afloop van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend, bij een door Gedeputeeerde Staten aan te wijzen uitvoeringsorganisatie een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

Paragraaf 5 De betaling

Artikel 5.1 Voorschotten 

In afwijking van artikel 7.2 van de AsG worden op verleende subsidies geen voorschotten verleend.

Paragraaf 6 Bijzondere en slotbepalingen

Artikel 6.1 Evaluatie

  • 1.

    Het in artikel 4:24 van de wet juncto artikel 11.1 AsG bedoelde verslag wordt voor de eerste keer na inwerkingtreding van deze verordening uiterlijk aangeboden op 31 december 2008.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze regeling bepaalde zijn belast de bij besluit van Gedeputeerde Staten aangewezen personen. Zij beschikken niet over de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 5:18 en 5:19 van de wet.

Artikel 6.2 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling project investeren in toerisme Gelderland II.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking zes weken na de datum van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 3.

    De Subsidieregeling Project Investeren in Toerisme Gelderland 2002 2004 vervalt op het in het tweede lid bedoelde tijdstip, met dien verstande dat de daarin neergelegde bepalingen van kracht blijven ten aanzien van subsidies die op grond van die regeling zijn verstrekt.

     

Ondertekening

Provinciale staten van Gelderland