Regeling vervallen per 15-04-2011

Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2009

Geldend van 17-07-2009 t/m 14-04-2011

Intitulé

Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2009

Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 14 juli 2009, zaaknummer 2009-011543 (Provinciaal Blad nr. 2009/100 van 16 juli 2009). In werking getreden op 17 juli 2009.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Lid 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Richtlijn nr. 2004/18/EG: richtlijn nr. 2004/18/EG van het Europees Parlement en de raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PbEG L 134).

  • b.

    Nationale regelgeving: Geldende regelgeving op nationaal niveau ten aanzien van de aanbesteding van werken, leveringen en diensten die gericht is op implementatie van Richtlijn nr. 2004/18/EG in de Nederlandse rechtsorde. (Besluit van 16 juli 2005, houdende regels betreffende de procedures voor het gunnen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten), Staatsblad 2005 408 of de Aanbestedingswet die het Bao vervangt).

  • c.

    ARW 2005: AanbestedingsReglement Werken 2005.

  • d.

    Wet BIBOB: wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur.

  • e.

    Europese aanbestedingsprocedure: de door de Europese richtlijn voorgeschreven procedure.

Lid 2

In deze beleidsregels wordt ten aanzien van organisaties en personen verstaan onder:

  • a.

    Aanbestedende dienst: de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een publiekrechtelijke instelling dan wel een samenwerkingsverband van deze overheden of publiekrechtelijke instellingen.

  • b.

    Provincie: de provincie Gelderland.

  • c.

    Betrokkene: degene die:

    • I.

      zich heeft aangemeld voor een aanbestedingsprocedure teneinde een aanbieding te doen;

    • II.

      zich heeft ingeschreven op een aanbestedingsprocedure;

    • III.

      in onderhandeling is getreden met de Provincie; of,

    • IV.

      een derde aan wie (een deel van) een overheidsopdracht in onderaanneming is of zal worden gegeven door degene aan wie de overheidsopdracht is of zal worden gegund.

  • d.

    Bureau BIBOB: het Bureau bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur, bedoeld in art. 8 van de Wet BIBOB.

  • e.

    Bureau SBA: Bureau Screenings- en Bewakingsaanpak van de provincie Gelderland.

Lid 3

In deze beleidsregels wordt ten aanzien van opdrachten door aanbestedende diensten verstaan onder:

  • a.

    Opdracht: een overheidsopdracht voor werken, een overheidsopdracht voor leveringen, een overheidsopdracht voor diensten of een raamovereenkomst.

  • b.

    Opdracht voor werken: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen één of meer aannemers en één of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op:

    • I.

      de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van werken in het kader van in bijlage I van richtlijn nr. 2004/18/EG aangewezen werkzaamheden;

    • II.

      de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van een werk; of,

    • III.

      het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat aan de door de aanbestedende dienst vastgestelde eisen voldoet;

  • c.

    Opdracht voor leveringen: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer leveranciers en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op:

    • I.

      de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten; of,

    • II.

      de levering van producten en die slechts zijdelings betrekking heeft op werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren van die levering;

  • d.

    Opdracht voor diensten: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten en die:

    • I.

      uitsluitend betrekking heeft op het verrichten van in bijlage II van richtlijn nr. 2004/18/EG aangewezen diensten;

    • II.

      betrekking heeft op het leveren van producten en het verrichten van diensten als bedoeld in onderdeel a, indien de waarde van die diensten hoger is van de waarde van te leveren producten; of,

    • III.

      betrekking heeft op het verrichten van diensten als bedoeld in onderdeel a, en die slechts zijdelings betrekking heeft op werkzaamheden die in het kader van bijlage I van richtlijn nr. 2004/18/EG zijn aangewezen;

  • e.

    Werk: het product van het geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.

  • f.

    Raamovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst tussen een of meer aanbestedende diensten en een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen opdrachten vast te leggen.

  • g.

    Concessieovereenkomst voor openbare werken: een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een overheidsopdracht voor werken waarbij de tegenprestatie voor de uit te voeren werken in ieder geval bestaat uit het recht het werk te exploiteren, al dan niet gecombineerd met een betaling.

Artikel 2 Aanbesteding van werken

  • a.

    Bij aanbestedingsprocedures voor opdrachten voor werken is het laatstelijk bij ministeriele regeling vastgestelde ARW 2005 van toepassing.

  • b.

    Opdrachten voor werken waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, tenminste gelijk is aan het vigerende Europese drempelbedrag worden aanbesteed conform de Europese aanbestedingsprocedure.

  • c.

    Opdrachten voor bouwkundige en weg-en waterbouwkundige nieuwe en verbeteringswerken, alsmede opdrachten voor werken ten behoeve van bodemsanering met een geraamde aanneemsom ten minste gelijkaan € 500.000, exclusief BTW, worden nationaal openbaar aanbesteed met toepassing van de ARW 2005.

  • d.

    Alle overige werken, waaronder het aanbrengen en/of onderhouden van beplantingen, markeringen en verkeersgeleiderail, onderhouden van verhardingen, gebouwen, bruggen en viaducten met een geraamde aanneemsom ten minste gelijk aan € 250.000, exclusief BTW worden nationaal openbaar aanbesteed met toepassing van de ARW 2005.

  • e.

    Opdrachten voor werken met een geraamde aanneemsom van tenminste € 50.000 tot de in het derde en vierde lid genoemde bedragen alsmede werken voor het plaatsen van verkeersregelinstallaties worden meervoudig onderhands aanbesteed met toepassing van de ARW 2005.

  • f.

    Opdrachten voor werken met een geraamde aanneemsom tot € 50.000 exclusief BTW worden tenminste enkelvoudig onderhands aanbesteed worden.

  • g.

    Bij aanbesteding van gestandaardiseerde bestekken wordt de laagste prijs als criterium voor gunning gehanteerd.

  • h.

    Bij aanbesteding van andere bestekken wordt de economisch meest voordelige inschrijving als criterium voor gunning gehanteerd.

Artikel 3 Aanbesteding van diensten en leveringen

  • a.

    Bij aanbestedingsprocedures voor opdrachten voor leveringen of diensten is het laatstelijk vastgestelde Aanbestedingsreglement voor leveringen en diensten van de provincie Gelderland van toepassing.

  • b.

    Opdrachten voor leveringen waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, tenminste gelijk is aan de het vigerende Europese drempelbedrag, worden Europees aanbesteed.

  • c.

    Opdrachten voor diensten waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, tenminste gelijk is aan het vigerende Europese drempelbedrag, worden Europees aanbesteed.

  • d.

    Opdrachten voor leveringen of diensten van tenminste € 50.000 tot het vigerende Europese drempelbedrag, exclusief BTW worden meervoudig onderhands aanbesteed met toepassing van het Aanbestedingsreglement voor leveringen en diensten van de provincie Gelderland.

  • e.

    Opdrachten voor leveringen en diensten tot € 50.000 worden tenminste enkelvoudig onderhands aanbesteed.

  • f.

    Bij aanbesteding van beperkte eenvoudige opdrachten wordt de laagste prijs als criterium voor gunning gehanteerd.

  • g.

    Bij aanbesteding van andere opdrachten, waaronder geïntegreerde contractsvormen, wordt de economisch meest voordelige aanbieding als criterium voor gunning gehanteerd.

Artikel 4 Rapportage met betrekking tot aanbestedingen voor werken, leveringen en diensten

  • a.

    Jaarlijks wordt aan Provinciale Staten verslag uitgebracht over de gevolgde aanbestedingsprocedures.

  • b.

    Het verslag biedt inzicht in het aantal en de vorm van de aanbestedingsprocedures en de daarmee gemoeide bedragen.

Artikel 5 Advies Bureau SBA

  • a.

    De Provincie vraagt het hoofd van het Bureau SBA bij openbare aanbestedingen voor werken genoemd in artikel 2, tweede lid en voor werken met een geraamde aanneemsom boven de in artikel 2, derde en vierde lid bedoelde bedragen, voordat tot gunning wordt overgegaan, de integriteit van de betrokkene te toetsen.

  • b.

    Het hoofd van het Bureau SBA onderzoekt met behulp van de door Gedeputeerde Staten vastgestelde en door betrokkene ingevulde vragenlijst, alsmede op basis van met de vragenlijst meegestuurde documenten, eventueel aan betrokkene extra opgevraagde documenten één het onderzoek van openbare bronnen in ieder geval of sprake is van één van de omstandigheden, genoemd in artikel 24, onder a tot en met g, van richtlijn 93/37/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG.

  • c.

    Tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 8, brengt het hoofd van het Bureau SBA na het onderzoek als bedoeld in het vorige lid, advies uit aan de Provincie.

Artikel 6 Onderzoek Bureau BIBOB

  • a.

    Indien het hoofd van Bureau SBA op basis van het integriteitsonderzoek, bedoeld in artikel 7, het vermoeden heeft dat de betrokkene zich bevindt in één van de omstandigheden, genoemd in artikel 24, onder a tot en met g, van richtlijn 93/37/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/52/ EG, kan het Bureau SBA het Bureau BIBOB verzoeken om een advies als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Wet BIBOB.

  • b.

    Het in het eerste lid bedoelde verzoek heeft uitsluitend betrekking op het inwinnen van informatie uit gesloten bronnen zoals is weergegeven in de artikelen 13 en 27 van de Wet BIBOB.

  • c.

    Na ontvangst van het advies van het Bureau BIBOB brengt het hoofd van het Bureau SBA advies uit aan de Provincie.

Artikel 7 Beroepsmoraliteit

Als een delict dat de beroepsmoraliteit, respectievelijk de professionele integriteit van de betrokkene in het gedrang brengt als bedoeld in artikel 24, onder c, van richtlijn 93/37/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG wordt in ieder geval aangemerkt een van onderstaande delicten waarvoor betrokkene bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest:

  • a.

    Omkoping als bedoeld in de artikelen 177, 177a, en 178 WvSr;

  • b.

    Valsheid in geschrift als bedoeld in de artikelen 225, 226, 227 en 227a WvSr;

  • c.

    Schending van geheimen als bedoeld in de artikelen 272 en 273 WvSr;

  • d.

    Afpersing als bedoeld in de artikelen 317 en 318 WvSr;

  • e.

    Verduistering als bedoeld in de artikelen 321, 322 en 323a WvSr ;

  • f.

    Oplichting als bedoeld in artikel 326 WvSr;

  • g.

    Omkoping van anderen dan ambtenaren als bedoeld in artikel 328ter WvSr;

  • h.

    Bedrog bij bouw als bedoeld in artikel 331 WvSr.

Artikel 8 Ernstige fout in de uitoefening van een beroep

Als ernstige fout in de uitoefening van zijn beroep als bedoeld in artikel 24, onder d, van richtlijn 93/37/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/52/ EG worden in ieder geval aangemerkt:

  • a.

    Het doen van een gift of belofte of het aanbieden van een dienst indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd iemand iets te laten doen wat in strijd is met zijn plicht;

  • b.

    Het vervalsen of valselijk opmaken van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen;

  • c.

    Het verstrekken van onjuiste gegevens of het ten onrechte niet verstrekken van juiste gegevens, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd financieel voordeel te behalen;

  • d.

    Het handelen of nalaten waardoor de lichamelijke integriteit van werknemers of andere personen ernstig in gevaar wordt gebracht;

  • e.

    Het opgelegd hebben gekregen van een boete of last onder dwangsom in de zin van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet;

  • f.

    Het in het kader van de uitvoering van een opdracht hebben begaan van een onrechtmatige daad waaruit ernstige schade is voortgevloeid, met dien verstande dat deze gedragingen hebben plaatsgevonden in het kader van de beroeps-uitoefening.

 Artikel 9 Beoordeling Provincie

De Provincie beoordeelt steeds per voorgenomen opdrachtverstrekking en met inachtneming van het gestelde in de artikelen 9 en 10 of gelet op de uitkomst van het onderzoek, bedoeld in artikelen 7 en 8 en het advies van het hoofd van het Bureau SBA of de opdracht kan worden gegund of de betrokkene moet worden uitgesloten dan wel dat er extra bewakingsmaatregelen moeten worden getroffen, en neemt daarbij in ieder geval de volgende aspecten in overweging:

  • a.

    De maatregelen die een betrokkene heeft getroffen om herhaling van de schending van de beroepsmoraliteit of herhaling van de ernstige beroepsfout te voorkomen;

  • b.

    De het aantal en de zwaarte van de schending van de beroepsmoraliteit of de ernstige fout in de bepsuitoefening voorafgaand aan de aanbesteding;

  • c.

    De sinds de laatste ernstige fout in de beroepsuitoefening of schending van de beroepsmoraliteit verstreken tijd;

  • d.

    De omvang van de opdracht;

  • e.

    De hoogte van het behaalde of te behalen voordeel;

  • f.

    De opgelegde straf;

  • g.

    De mate van betrokkenheid van de leidinggevenden binnen het bedrijf van de betrokkene;

  • h.

    De economische en maatschappelijke gevolgen van een afwijzend besluit;

  • i.

    De financiële gevolgen voor betrokkene;

  • j.

    De vereiste continuïïteit van de met de overheidsopdracht gemoeide werkzaamheden;

  • k.

    De aanwezigheid van een subsidiair middel;

  • l.

    De afwezigheid van een alternatief;

  • m.

    De mate waarin  de betrokkene preventieve maatregelen heeft genomen.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2009.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na publicatie in het provinciaal blad.

Ondertekening

Gedeputeerde staten van Gelderland