Regeling vervallen per 01-01-2018

Bijzondere werktijden- en toelageregeling toezichthouders vuurwerk

Geldend van 01-07-2011 t/m 31-12-2017

Intitulé

Bijzondere werktijden- en toelageregeling toezichthouders vuurwerk

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op artikel 125, tweede lid, van de Ambtenarenwet; Overwegende dat de structuurwijziging als gevolg van de reorganisatie Gelderland in Beweging tot gevolg heeft dat in diverse rechtspositieregelingen technische wijzigingen moeten worden aangebracht zodat de tekst van die regelingen aansluit bij de nieuwe structuur; Gezien de instemming die de werknemersvertegenwoordiging in het Georganiseerd Overleg heeft verleend aan de wijzigingen van deze regeling; Overwegende dat geen instemming van de Ondernemingsraad behoeft te worden gevraagd aangezien de Ondernemingsraad de werknemersvertegenwoordiging in het Georganiseerd Overleg bereid gevonden heeft om in plaats van de Ondernemingsraad in te stemmen met een aantal wijzigingen waarop het instemmingsrecht van artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden van toepassing is; Overwegende dat over de wijzigingen op sectoraal niveau overeenstemming is bereikt met de vakorganisaties in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden;

BESLUITEN

vast te stellen de volgende gewijzigde regeling: Bijzondere werktijden- en toelageregeling toezichthouders vuurwerk

 

Artikel 1.

Deze regeling is van toepassing op ambtenaren die schriftelijk door Gedeputeerde Staten zijn aangewezen om werkzaamheden te verrichten in het kader van toezicht op de naleving van de bepalingen van het Vuurwerkbesluit c.a.

Artikel 2.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    reguliere werktijd: het tijdvak tussen 7.30 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag;

  • b.

    weekend: het tijdvak van zaterdag 0.00 uur tot maandag 6.00 uur;

  • c.

    feestdag: de feestdagen genoemd in artikel D.1, derde lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP).

Artikel 3.

Voor de toepassing van deze regeling worden collectieve roostervrije dagen, bedoeld in artikel D.3 van de CAP, gelijkgesteld met een zondag.

Werktijden

Artikel 4.

De ambtenaar verricht in opdracht buiten de reguliere werktijd werkzaamheden bedoeld in artikel 1. De ambtenaar wordt hiervan zo tijdig mogelijk in kennis gesteld.

Artikel 5.

De ambtenaar verricht de werkzaamheden bedoeld in artikel 1 ten hoogste twee keer per maand buiten de reguliere werktijd. Hiervan kan worden afgeweken als het dienstbelang dat vereist.

Artikel 6.

De ambtenaar verricht de werkzaamheden bedoeld in artikel 1 ook op een zondag of daarmee gelijkgestelde dag.

Artikel 7.

De ambtenaar verricht de werkzaamheden bedoeld in artikel 1 gedurende ten hoogste één evenement in een weekend. Hiervan kan worden afgeweken als het dienstbelang dat vereist.

Artikel 8.

De ambtenaar verricht de werkzaamheden bedoeld in artikel 1 op ten hoogste één feestdag per jaar. Wanneer de ambtenaar in enig jaar tijdens een feestdag werkzaam is, werkt hij in het daaropvolgende jaar niet op dezelfde feestdag. Hiervan kan worden afgeweken als het dienstbelang dat vereist.

Artikel 9.

Onder toepassing van artikel 4:2, derde lid, van de Arbeidstijdenwet, delen Gedeputeerde Staten het arbeidspatroon voor de dagen of dagdelen bedoeld in artikel 10, ten minste acht dagen voorafgaand aan deze dagen of dagdelen aan de ambtenaar mede.

Artikel 10.

De ambtenaar houdt zich op door Gedeputeerde Staten aangewezen dagen of dagdelen, gelegen buiten de reguliere werktijd, beschikbaar om werkzaamheden bedoeld in artikel 1 te verrichten. Deze verplichting vervalt op de zevende dag voorafgaand aan deze dagen of dagdelen. Ten behoeve van de aanwijzing van de dagen of dagdelen waarop de ambtenaar zich beschikbaar moet houden, wordt ieder jaar een rooster opgesteld. Bij de vaststelling van dit rooster wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de ambtenaar.

Artikel 11.

Wanneer de ambtenaar werkzaamheden verricht op uren gelegen buiten de reguliere werktijd, compenseert hij deze uren, in overleg met de teammanager, binnen de reguliere werktijd met vrije tijd. Deze compensatie vindt plaats in dezelfde week waarin de werkzaamheden worden verricht dan wel in de week daaropvolgend.

Inconveniëntentoelage

Artikel 12.

  • 1 Voor iedere dag en voor ieder dagdeel die zijn aangewezen op grond van artikel 10 heeft de ambtenaar recht op een inconveniëntentoelage.

  • 2 Deze toelage bedraagt voor:

    • a.

      iedere avond op maandag tot en met donderdag: € 13,93;

    • b.

      iedere vrijdagavond: € 17,42;

    • c.

      iedere zaterdag of zondag: € 27,87;

    • d.

      iedere feestdag: € 34,63.

      De toelage wordt verhoogd met het percentage van de structurele salarisverhogingen dat wordt overeengekomen in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden.

  • 3 De toelage wordt betaald in de maand volgend op de maand waarin de dag of het dagdeel valt.

  • 4 Het recht op de toelage vervalt, ingeval de ambtenaar wegens langdurige ziekte of arbeids-ongeschiktheid, welke zich redelijkerwijs zal uitstrekken over de dagen of dagdelen die reeds vóór de eerste ziektedag op grond van artikel 10 zijn aangewezen, niet in staat is zich beschikbaar te stellen voor arbeid op deze dagen of dagdelen.

Slotbepalingen

Artikel 13.

Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van deze regeling.

Artikel 14.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2005. Deze regeling wordt aangehaald als: Bijzondere werktijden- en toelageregeling toezichthouders vuurwerk.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland