Regeling vervallen per 01-01-2016

Regels subsidieverstrekking sociaal-economisch beleid 2011

Geldend van 04-10-2012 t/m 31-12-2015

Intitulé

Regels subsidieverstrekking sociaal-economisch beleid 2011

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 in samenhang met artikel 1.2, tweede lid, van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011; Gelet op het besluit van 14 juni 2011 (Provinciaal Blad nummer 2011/89), waarbij de Regels subsidieverstrekking sociaal-economisch beleid 2011 zijn vastgesteld; 

BESLUITEN

Vast te stellen de volgende gewijzigde regeling: Regels subsidieverstrekking sociaal-economisch beleid 2011

Begripsomschrijvingen 

 

In deze regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Biobased economy: een economie waarin op duurzame en uiterst efficiënte wijze biomassa wordt ingezet voor productie van grondstoffen, materialen, brandstoffen, elektriciteit en warmte zonder negatieve effecten op biodiversiteit en voedselvoorziening.

  • b.

    Biomassa agroketens: de inzet van biomassa, afkomstig vanuit de agrarische sector, natuurbeheer of bedrijfsleven, voor de productie van duurzame energie en als alternatief voor fossiele grondstoffen voor de productie van chemicaliën, materialen en producten;

  • c.

    Conventionele warmtevoorziening: warmtevoorziening die berust op het voornamelijk gebruik maken van fossiele brandstoffen zoals aardgas.

  • d.

    Digitale marktplaats: een onafhankelijk beheerde digitale schakelkast, in de vorm van computer of server, tussen één of meerdere glasvezelnetwerken waarbij de afnemers en aanbieders van ICT-diensten direct op ethernetniveau met elkaar gekoppeld kunnen worden.

  • e.

    Duurzame warmtevoorziening: warmtevoorziening gebaseerd op het principe om achtereenvolgens de vraag naar warmte zoveel mogelijk te beperken, zoveel mogelijk toepassing te geven aan duurzame energie en voor de restant warmtevraag fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk in te zetten.

  • f.

    Energietransitie: transitie in energiehuishouding met als doel volledige omschakeling naar energievoorziening uit duurzame energiebronnen op langere termijn.

  • g:

    Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument: programmeringsdocument voor de toekomstige ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen dat is opgesteld door een regionaal economisch samenwerkingsverband.

  • h:

    regionaal economisch samenwerkingsverband: het regionaal economische samenwerkingsverband is het periodiek ambtelijk en bestuurlijk overleg van vertegenwoordigers van gemeenten, werkgeversorganisaties en onderwijsinstellingen over de economische ontwikkelingen in de regio, ingedeeld volgens de Wet Gemeenschappelijke Regelingen.

  • i.

    Innovatievermogen: de verzameling van kennis, competenties van mensen en inzet van middelen verstaan die het bedrijf nodig heeft om door de markt en technologische ontwikkelingen vereiste innovaties met succes te kunnen realiseren.

  • j.

    Kennisinstelling: universiteiten, hogescholen en academische ziekenhuizen, instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs en onderzoeksinstellingen die zonder winstoogmerk onderzoek en ontwikkeling verrichten en voor minimaal 10% meerjarig structureel door de overheid worden gefinancierd.

  • k.

    Open breedbandinfrastructuur: ICT-infrastructuur die is of wordt opengesteld voor concurrerende aanbieders van ICT-diensten zoals internet en telefonie.

  • l.

    Valleybureaus: de Stichting Food Valley te Wageningen en de Stichting Health Valley te Nijmegen.

  • m.

    Vraagbundeling: georganiseerde bundeling van de individuele behoeften aan ICTinfrastructuur bij bedrijven en instellingen op een bepaalde locatie of op een bepaald traject.

  • n.

    Technostarter: een natuurlijke of rechtspersoon die niet langer dan vijf jaar een MKBonderneming drijft of de start ervan voorbereidt, niet zijnde een adviesbureau, op basis van een nieuwe technische vinding of een nieuwe toepassing van een bestaande technologie.

  • o.

    Programmabureau EMT: een non-profit innovatie-intermediair die bedrijven van de sector Energie- en milieutechnologie (EMT) onderling bij elkaar brengt en verbindt met kennisinstellingen, gegevens ontsluit en openbaar beschikbaar stelt en aan regiopromotie doet, teneinde netwerkvorming, valorisatie van kennis en innovatie te bevorderen en zo een bijdrage te leveren aan versterking van de regionale economie.

Het verzilveren van de Gelderse kennis- en innovatiepositie 

2.1. Versterking Triangle 

2.1.1. Criteria 

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die:

  • a.

    betrekking hebben op het verder versterken en ontwikkelen van Triangle;

  • b.

    passen binnen de aandachtsgebieden voeding, gezondheid of energie- en milieutechnologie en leiden tot nieuwe economische activiteiten of nieuwe bedrijven;

  • c.

    een bijdrage leveren aan een research en development-impuls bij bedrijven of kennisinstellingen, aan het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen, het creëren van innovatietrajecten ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf of aan de groei van nieuwe technostarters;

  • d.

    betrekking hebben op het verder uitbouwen van Food Valley en Health Valley door de inzet van Valleybureaus en de sector energie- en milieutechnologie door inzet van een programmabureau EMT.

2.1.2. Aanvrager

  • 1 Subsidie wordt verstrekt aan een bedrijf dat samenwerkt met minimaal één ander bedrijf of kennisinstelling, aan één of meer kennisinstellingen of aan één of meer intermediaire organisaties, zoals de Valley bureaus of programmabureau EMT.

  • 2 Subsidie wordt niet verstrekt aan advies-, consultancybureaus of subsidieadviseurs.

2.1.3. Weigeringsgrond 

Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten van fundamenteel onderzoek.

2.1.4. Hoogte van de subsidie 

De subsidie onder artikel 2.1.1, onder a tot en met c, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten. De subsidie onder artikel 2.1.1, onder d, bedraagt ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten.

2.2. Versterking van het innovatievermogen van het midden- en kleinbedrijf 

2.2.1. Criteria 

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die:

  • a.

    betrekking hebben op de versterking van het innovatievermogen van het midden- enkleinbedrijf;

  • b.

    leiden tot een toename van het aantal innovaties in het midden- en kleinbedrijf;

  • c.

    bijdragen aan een verhoging van de omzet en werkgelegenheid van deze bedrijven. 

2.2.2. Aanvrager

  • 1 Subsidie wordt verstrekt aan een bedrijf dat samenwerkt met minimaal één ander bedrijf of kennisinstelling, aan één of meer kennisinstellingen of aan één of meer intermediaire organisaties, zoals de Valleybureaus.

  • 2 Subsidie wordt niet verstrekt aan advies-, consultancybureaus of subsidieadviseurs. 

2.2.3. Weigeringsgrond 

Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten van fundamenteel onderzoek. 

2.2.4. Hoogte van de subsidie 

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten. 

2.3. Ondersteuning van opkomende regionale clusters 

2.3.1. Criteria

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die betrekking hebben op ondersteuning van:

    • a.

      de innovatieve maakindustrie in de Achterhoek;

    • b.

      de energie- en milieutechnologiesector in Arnhem-Apeldoorn;

    • c.

      de mode-industrie in Arnhem, of

    • d.

      biomassa agroketens. 

  • 2 De in het eerste lid bedoelde activiteiten resulteren in nieuwe bedrijvigheid en duurzame werkgelegenheid.

2.3.2. Aanvrager

  • 1 Subsidie wordt verstrekt aan een bedrijf dat samenwerkt met minimaal één ander bedrijf of kennisinstelling, aan één of meer kennisinstellingen of aan één of meer intermediaire organisaties, zoals de Valleybureaus.

  • 2 Subsidie wordt niet verstrekt aan advies-, consultancybureaus of subsidieadviseurs. 

2.3.3. Weigeringsgrond

Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten van fundamenteel onderzoek. 

2.3.4. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten. 

2.4. Ondersteuning van innovatie bevorderende organisaties

 

De onder artikel 4.2.3 van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011 genoemde subsidie bedraagt maximaal 10% van de kosten van het in artikel 4.2.3, tweede lid, van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011 genoemde uitvoeringsplan met een maximum van € 100.000,--. De looptijd van deze subsidie is gelijk aan de looptijd van het in artikel 4.2.3, tweede lid, van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011 genoemde uitvoeringsplan met een maximum van vier jaar. 

Ruim baan voor ondernemen: Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 

3.1. Criteria 

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die:

  • a.

    aansluiten op arbeidsmarktprogramma’s van bovenlokale samenwerkingsverbanden gerichtop de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt met daarin gemeenten, beroepsonderwijs, werkgevers of werkgeversorganisaties en organisaties voor werk en inkomen vertegenwoordigt;

  • b.

    een bijdrage leveren aan het oplossen van bovenlokale knelpunten gericht op de aansluiting van het onderwijs op de regionale arbeidsmarkt, blijkend uit de provinciale en regionale arbeidsmarktinformatie, en

  • c.

    passen binnen de provinciale uitvoeringsagenda onderwijs-arbeidsmarkt 2008-2011 ‘Gelderse talenten op de arbeidsmarkt’.

3.2. Aanvrager 

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen. 

3.3. Hoogte van de subsidie

  • 1 De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 5.000,-- en een maximum van € 400.000,--;

  • 2 De subsidie wordt verstrekt voor in tijd begrensde activiteiten van maximaal drie jaar. 

Investeren in de fysieke bedrijfsomgeving 

4.1. Realisatie herstructureringsopgave bedrijventerreinen 

4.1.1. Criteria

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a

      het opstellen van een businessplan voor de bedrijfsomgeving

    • b.

      visievorming regionale ontwikkeling en planning bedrijventerreinen;

    • c.

      planvorming concrete herstructurering of revitalisering bedrijventerreinen, of

    • d.

      uitvoering van herstructurering of revitalisering bedrijventerreinen. 

  • 2 Een herstructureringsproject ingevolge het eerste lid onder c, komt in aanmerking voor subsidie indien het is opgenomen in het Regionaal Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsducument van een regionaal economische samenwerkingsverband. 

4.1.2. Aanvrager 

Subsidie wordt verstrekt aan een gemeente. 

4.1.3 Subsidieverdelingsmethodiek

Bij de verdeling van het beschikbare bedrag voor de subsidie in artikel 4.1.1. eerste lid, onderdeel d, houden Gedeputeerde Staten rekening met de mate waarin het project bijdraagt aan:

  • a.

    behoud of versterking van de werkgelegenheid;

  • b.

    duurzaamheid;

  • c.

    elektronische en fysieke bereikbaarheid;

  • d.

    duurzame beheersconstructie;

  • e.

    bereikbaarheid met het openbaar vervoer;

  • f.

    aanpak van zowel de publieke ruimte als de private bedrijfskavels, en

  • g.

    duurzaam en efficiënt ruimtegebruik.

4.1.4. Hoogte van de subsidie 

  • 1 De onder 4.1.1. eerste lid, onder a, b en c genoemde subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten met een maximum van € 50.000,--.

  • 2 De onder 4.1.1. eerste lid, onder d genoemde subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

4.2. Bedrijfsverplaatsingen 

4.2.1. Criteria

  • 1 Subsidie wordt verstrekt als een bijdrage in de gemeentelijke kosten voor een bedrijfsverplaatsing van een planologisch positief bestemd bedrijf. Deze kosten vinden hun basis in een door een onafhankelijk taxateur opgestelde schadeberekening conform de regels van de Onteigeningswet.

  • 2 Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt:

    • a.

      in het geval van een bedrijfsverplaatsing met wederzijds belang verstrekt tot maximaal 70% van de berekende schade op basis van reconstructie onder toepassing van kapitalisatiefactor 5, conform de systematiek van de Onteigeningswet.

    • b.

      in het geval van een bedrijfsverplaatsing met een eenzijdig overheidsbelang verstrekt tot maximaal 50% van de berekende schade op basis van reconstructie conform de Onteigeningswet. 

  • 3 Een subsidie als bedoeld in het tweede lid onderdeel a wordt slechts verstrekt als het gemeentebestuur tenminste 30% van de kosten voor de verplaatsing draagt.

  • 4 De subsidies van het gemeente- en provinciebestuur als bedoeld in dit artikel stijgen tezamen niet uit boven de grenzen van de Verordening (EG) nr. 800/2008 van de commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op bepaalde categorieën steun, waaronder staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PB 2008, L214, blz. 3). 

4.2.2. Aanvrager 

De subsidie wordt verstrekt aan de gemeente. 

4.2.3. Hoogte van de subsidie 

De subsidie bedraagt maximaal € 500.000,--. 

4.3. Digitale bereikbaarheid 

4.3.1. Criteria

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan een verder gebruik van een open breedbandinfrastructuur in Oost-Nederland.

  • 2 Subsidie wordt verstrekt in de kosten van:

    • a.

      de organisatie van vraagbundeling voor breedbandinfrastructuur;

    • b.

      het opstellen van een (regionaal) plan van aanpak voor vraagbundeling;

    • c.

      activiteiten voor promotie en gebruik van open breedbandnetwerken door bedrijven en instellingen, en

    • d.

      de opzet van digitale marktplaatsen. 

  • 3 In het geval de aanvraag betrekking heeft op de ontwikkeling van een digitale marktplaats wordt deze beheerd door een onafhankelijke instantie. 

4.3.2. Weigeringsgrond 

  • 1 Geen subsidie wordt verstrekt voor directe investeringen in glasvezelkabels of glasvezelnetwerken.

  • 2 Geen subsidie wordt verstrekt voor de aanleg van ICT-infrastructuur ten behoeve van woningen. 

4.3.3. Hoogte van de subsidie 

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.

4.4. Innovatieve activiteiten in de fysieke bedrijfsomgeving 

4.4.1. Criteria 

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor planvorming met betrekking tot innovatie in de inrichting en beheer van de fysieke bedrijfsomgeving.

  • 2 Subsidie bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt voor activiteiten in het kader van de fysieke bedrijfsomgeving waarbij de opgedane kennis en ervaring wordt overgedragen aan een gemeente, aan ondernemers of aan een ondernemersvereniging en waarbij een aantoonbaar bestuurlijk draagvlak is vanuit de gemeente.

4.4.2. Aanvrager 

Subsidie wordt verstrekt aan een gemeente of een ondernemersvereniging.

4.4.3. Hoogte van de subsidie 

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten. 

Benutten van de vrijetijdseconomie 

5.1. Criteria 

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die:

  • a.

    een bovenlokaal, regionaal of provinciaal toeristisch belang of uitstraling hebben;

  • b.

    leiden tot een aantoonbare toename van de bestedingen of werkgelegenheid, en

  • c.

    passen binnen het vigerende beleid op het gebied van vrijetijdseconomie van de provincie Gelderland. 

5.2. Hoogte van de subsidie 

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.

Aanpakken van een duurzame energievoorziening 

 

Vervallen.

Slotbepaling 

 

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Regels subsidieverstrekking sociaal-economisch beleid 2011.

  • 3 De Beleidsregel subsidieverstrekking sociaal-economisch beleid 2008 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat de regeling van kracht blijft voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Ondertekening

 Gedeputeerde Staten van Gelderland