Regeling vervallen per 15-07-2011

Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2010

Geldend van 15-07-2011 t/m 14-07-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2010

VERORDENING LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2010

De raad van de gemeente Geldermalsen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 april 2009 nummer 4,

22 september 2009 nummer 7, 10 november 2009 nummer 4 en 17 november 2009, nummer 1;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING op de heffing en de invordering van Lijkbezorgingsrechten 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf:

    een graf, algemeen kindergraf, algemeen urnengraf en algemene urnennis daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • b.

    algemeen kindergraf:

    een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • c.

    algemeen urnengraf:

    een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen plaatsen van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van de overledenen;

  • d.

    algemene urnennis:

    een nis bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen plaatsen van een asbus met of zonder urn, bevattende de as van de overledene;

  • e.

    asbus:

    een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    begraafplaatsen:

    de gemeentelijke begraaf­plaatsen zoals bedoeld in de “Beheersverordening Begraafplaatsen Geldermalsen 2010”;

  • g.

    bijzondere begraafplaats:

    bijzondere begraafplaats zoals bedoeld in de Wet op de lijkbezorging en dus niet behorend tot onderdeel f;

  • h.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, of gedenkplaats;

  • i.

    grafrecht : het uitsluitend recht op begraven en begraven houden in een particulier graf, particuliere grafkelder, particulier kindergraf of recht tot doen plaatsen en geplaatst houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van de overledene(n);

  • j.

    groenraam: een raamwerk rond de grafopening die het zicht op het gedolven graf tijdens de plechtigheid onttrekt;

  • k.

    particulier graf: een graf, particuliere grafkelder, particulier kindergraf, particulier urnengraf en particuliere urnennis daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht is verleend;

  • l.

    particuliere grafkelder: een betonnen of gemetselde ruimte, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht is verleend;

  • m.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede kinderen tot 12 jaar;

    • -

      het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • n.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht is verleend tot het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van de overledenen;

  • o.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht recht is verleend tot het daarin doen plaatsen en geplaatst houden van een asbus met of zonder urn, bevattende de as van de overledene;

  • p.

    urn: een siervoorwerp ter berging van een asbus”.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen, en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het op rechterlijk gezag lichten en weder in hetzelfde graf begraven van een lijk.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor de rechten zijn verleend.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De rechten bedoeld in de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. Vervallen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening, of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten bedoeld in de tarieventabel moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2002" van 18 december 2001, nummer 6g, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2010".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 22 december 2009, nummer 22f,
de griffier, de voorzitter,

tarieventabel verordening lijkbezorging 2010 gecons